Home
›
CDA
›
2023
Politiek.ai - CDA 2023
Voor plain text: voeg
/raw
toe aan de URL
Feedback over pdf→tekst fouten of Politiek.AI?
📋 Kopieer Content
💾 Download .txt
--- url: https://politiek.ai/tk/cda/2023 --- # ═══════════════════════════════════════ # CDA - 2023 # ═══════════════════════════════════════ --- pdf_file: "CDA_Verkiezingsprogramma_TK_2023" pdf_source_url: "https://dnpprepo.ub.rug.nl/87714/" program_title: "Recht doen" party_full: "Christen Democratisch Appèl" election_date: "2023-11-22" total_pages: 97 token_count: 35239 pdf_page: 1 --- # RECHT doen. Een hoopvolle agenda voor heel Nederland. --- pdf_page: 2 --- # RECHT DOEN ## Een hoopvolle agenda voor heel Nederland. --- pdf_page: 3 --- --- pdf_page: 4 --- # INHOUD RECHT DOEN ..... 5 TOP 10 CDA-PRIORITEITEN ..... 10 NIEUWE GEMEENSCHAPSZIN ..... 13 STERKE GEZINNEN ..... 18 SOCIALE BESTAANSZEKERHEID ..... 23 EERLIJKE ECONOMIE ..... 30 DUURZAME LEEFOMGEVING ..... 40 LEEFBAAR THUIS ..... 47 DEUGDELIJK ONDERWIJS ..... 54 LIEFDEVOLLE ZORG ..... 61 VEILIGE OMGEVING ..... 69 VERANTWOORDE MIGRATIE ..... 74 INTERNATIONALE SOLIDARITEIT ..... 80 RECHTVAARDIG BESTUUR ..... 85 BIJLAGE: FINANCIËLE RUIMTE EN INVESTERINGEN ..... 92 --- pdf_page: 5 --- --- pdf_page: 6 --- # RECHT DOEN We zien het allemaal. We staan op een kruispunt. Een nieuw tijdperk breekt aan. En wat voor tijd. Het is oorlog hier in Europa. Onze waarden en normen staan op het spel. De gevolgen voor economie, energie en welvaart raken veel mensen hard. Het klimaat verandert en dat daagt juist een dichtbevolkt land aan zee uit. En onze cultuur van samenwerken, respect en nuchtere daadkracht staat onder druk door bitter wantrouwen, egoïsme en polarisatie. Nederland is een land van twee gezichten geworden. De ongelijkheid tussen mensen en tussen regio's is te groot geworden. Een land dat vooral goed is voor de mensen die het al goed hebben. Fiets maar eens door een willekeurige stad. Dan fiets je in tien minuten van een wijk waar alles kan naar een wijk waar een alleenstaande moeder twee banen nodig heeft om haar kinderen te kunnen onderhouden. Niet voor iedereen is Nederland een gaaf land. Het CDA wil recht doen. Recht doen is onze hoopvolle agenda voor heel Nederland. Recht doen gaat over een fatsoenlijk land, waar we omzien naar elkaar en voor elkaar zorgen. Waar mensen zich thuis voelen en onderdeel zijn van een sterke gemeenschap. Waar respect en normen en waarden niet ouderwets zijn, maar gekoesterd worden. In een fatsoenlijk land dragen we zorg voor een menswaardig bestaan. We laten niemand afhaken. Ieder mens telt. We brengen de basis op orde door bestaanszekerheid als uitgangspunt te nemen en te zorgen voor voldoende woningen voor een betaalbare prijs. We brengen de publieke diensten op orde: de zorg voor onze zieken en ouderen, goed onderwijs voor onze kinderen en een veilige wijk voor ons allen. Recht doen is ons alternatief. Onder dat 'recht doen' ligt een fundament van principes en daadkracht. Gerechtigheid betekent: het goede doen, recht doen, omwille van de waardigheid van mensen. Daar ligt de opdracht voor de overheid: de taak om mens en schepping tot hun recht te laten komen, de vrede te bewaken en het recht te onderhouden. Maar dit is ook een opdracht voor onszelf. Wij mensen dienen zorg te dragen voor elkaar en voor onze omgeving. --- pdf_page: 7 --- 'Recht doen' gaat ook over het doen, over daadkracht. Op papier hebben we een goed functionerende rechtsstaat. In de ranglijstjes staat Nederland vaak bovenaan. Maar deze rechtsstaat hebben we wel verwaarloosd. Zo maakten bestuurders en rechters bij de kinderopvangtoeslagen pijnlijke fouten die het leven van mensen en kinderen enorm hebben beschadigd. De rechtsstaat moet burgers bescherming bieden: als je bent bestolen, als je huis is verzakt door gaswinning, als de overheid je uitkering stopzet, als je op de vlucht bent. In een fatsoenlijk land doen we daadwerkelijk recht aan elkaar, aan al onze kinderen, startende jongeren, de alleenstaande moeder, het hardwerkende gezin en aan onze ouderen. We doen recht aan de echte helden van onze samenleving: de agent en de leraar, de buurtvader en de voetbalmoeder, de kleine ondernemer, de jonge boer en de betrokken ambtenaar. Aan al die mensen die elke dag uit zichzelf hun beste beentje voorzetten, zonder dat ze ooit het nieuws halen of bij een talkshow aanschuiven. Zij geven ons hoop. Wij doen recht aan dorp en stad, aan iedere buurt en wijk. Aan heel Nederland. Omdat het volgens ons pas goed gaat met Nederland als het echt overal en met iedereen goed gaat. --- pdf_page: 8 --- # Een andere koers is nodig ## Van regelzucht naar burgerruimte Maakbaarheid en controledwang zijn de dominante karaktertrekken van de moderne samenleving geworden. Als er iets fout gaat, roepen we gelijk om een schuldige. En komen er regels, protocollen en procedures om alles nog beter in de hand te hebben en risico's uit te sluiten. Het leidt vooral tot een systeem van wantrouwen en schijnveiligheid. Het werkt averechts als politici op elke fout duiken met nog meer beleid. Het is hun taak om te zorgen dat het in een samenleving gemakkelijker is om goed te doen en eerlijk mee te doen. Recht doen vraagt om een beweging van regelzucht naar burgerruimte. Met een overheid die dienstbaar en betrouwbaar is en die burgers niet ziet als nummer of klant, maar als verantwoordelijke burgers die zij serieus neemt en vertrouwt. ## Van ratrace naar relaties Wij zien Nederland als een gemeenschappelijk huis, met een gedeelde waarden en eigen tradities. Maar dat idee van een gemeenschappelijk huis staat onder druk. Velen voelen zich niet gezien of missen het gevoel dat ze 'erbij' horen. We hebben een nieuwe cultuur nodig van saamhorigheid en gemeenschapszin. Een samenleving waar eenieder zich thuis voelt. Waar mensen omzien naar elkaar, voor elkaar zorgen en niemand achterblijft. Waar geluisterd wordt naar elkaar en we zoeken naar wat ons bindt. Waar een compromis geen vies woord is, maar een uiting van respect voor de ander. Want het belangrijkste wat we doen, doen we voor elkaar: in het gezin, de wijk, als collega of vriend, als vrijwilliger of mantelzorger. ## Van kortetermijnwinst naar duurzame waarden Nederland is geen bv, maar een samenleving. Maatschappelijk en economisch succes kan niet alleen afgemeten worden aan prestaties of hoeveel geld je hebt verdiend. Daarmee doen we elkaar ernstig tekort. Daarom geloven wij in een economie die anders werkt. Waar ondernemers niet gericht zijn op de maximale winst op korte termijn, maar met hun bedrijf een duurzame bijdrage willen leveren aan ons land. Waar een vaste baan meer zekerheid en een fatsoenlijk inkomen biedt om jezelf en je naasten te --- pdf_page: 9 --- onderhouden. De duurzame economie van morgen groeit harmonisch. Dat vraagt van het politieke midden om het schijnbaar tegenstrijdige met elkaar te verzoenen: landbouw en natuur, economie en ecologie, vrijheid en verantwoordelijkheid, principes en realisme. Dat kan, als we het willen. # Een hoopvolle agenda Met Recht doen wil het CDA een hoopvol perspectief bieden, op basis van gedeelde waarden en gedegen principes. We laten zien dat het anders kan. Anders en beter. Die verandering begint bij de keuzes die we zelf maken. Idealisme en realisme zijn voor ons geen tegenstellingen. Integendeel, onze idealen staan in een rijke, christelijke traditie, waarin oude woorden en nieuwe oplossingen elkaar steeds weer vinden. Onze christendemocratische uitgangspunten zijn even klassiek als actueel: publieke gerechtigheid, rentmeesterschap, solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid. Deze beginselen zijn zowel ankers als opgaven. Ze bieden houvast, inspiratie en hoop. Recht doen. Als we dat samen doen, dan baant dat meteen ook de weg naar de saamhorigheid waarnaar zoveel mensen snakken. Want het nieuwe tijdperk dat nu aanbreekt, heeft ons allemaal nodig. De inspiratie en inzet voor de samenleving van ons allemaal. De komende jaren gaan we de overheid anders en beter organiseren. En ieder kan op zijn plek daaraan meebouwen. We laten niemand los, we doen allemaal mee. --- pdf_page: 10 --- # TOP 10 CDA-PRIORITEITEN --- pdf_page: 11 --- # TOP 10 CDA-PRIORITEITEN G We helpen gezinnen die niet rond kunnen komen door hun bestaanszekerheid te vergroten. De belastingheffingen en toeslagen worden hervormd, zodat meer werken meer loont. Gezinnen gaan er in koopkracht op vooruit door een verhoging van de kinderbijslag en het kindgebonden budget. Kinderopvang wordt voor de meeste mensen bijna gratis. ## 3 Zorg houden we beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar in heel Nederland. Daarvoor maken we de omslag van zorg naar gezondheid. Er komen geen verhogingen van eigen betalingen in de medische zorg en de huisartsen blijven uitgezonderd van het eigen risico. Regionale ziekenhuizen blijven behouden voor het leveren van basiszorg en reguliere acute zorg. ## 4 We gaan onverminderd door met de bouw van genoeg woningen om het woningtekort op te lossen. Startende gezinnen en ouderen kunnen een passende woning vinden in de eigen omgeving. Daarvoor nemen we onnodige regels weg om in ieder dorp en iedere stad snel te kunnen bijbouwen. Gemeenten kunnen nieuwbouwwoningen en huurwoningen toewijzen aan starters en eigen inwoners. Woningbouwverenigingen gaan bouwen voor de middenklasse. Nederland wordt niet van bovenaf bestuurd vanuit Den Haag. We organiseren de overheid veel meer lokaal. Gemeenten kunnen weer investeren in bibliotheken, zwembaden en buurthuizen. We investeren extra in wegen en openbaar vervoer in heel Nederland, want bereikbaarheid is een basisrecht. --- pdf_page: 12 --- Boeren, leraren en zorgmedewerkers krijgen meer zeggenschap over hun werk en erkenning voor hun vakmanschap. We schrappen zoveel mogelijk onnodige regels, administraties en voorschriften die mensen in de weg zitten om het goede te doen. De overheid kiest voor langjarige, voorspelbare doelsturing in plaats van middelsturing. Met onze plannen voor een groene industriepolitiek en de bouw van kleine kerncentrales zorgen we voor een duurzame toekomst voor onze kinderen. Klimaatbeleid moet ambitieus, realistisch en sociaal zijn, zodat banen en bedrijven voor Nederland blijven behouden. We maken een einde aan de naïeve benadering van drugs, drugshandel en ondermijnende criminaliteit. Regels en wetten worden gehandhaafd. Er komt een einde aan het gedoogbeleid van harddrugsbezit en voor coffeeshops komt er een hasj-heffing. We investeren in kansen in de kwetsbaarste wijken om jongeren uit de handen van criminelen te houden. Nieuwkomers kunnen rekenen op onze steun in een ambitieuzer integratiebeleid. Goed taalonderwijs wordt van meet af aan gecombineerd met een basisbaan of ander werk. De instroom van migranten gaat omlaag, zodat onze huisvesting, zorg en onderwijs het aankunnen. Voor het beschermen van onze manier van leven doet Nederland volop mee in Europa en de wereld. We leggen de NAVO-norm van 2\% wettelijk vast. Het is onze morele plicht Oekraïne te blijven steunen in zijn strijd voor vrijheid. --- pdf_page: 13 --- --- pdf_page: 14 --- # Onze hoopvolle agenda voor heel Nederland ## 1. NIEUWE GEMEENSCHAPSZIN Fryslân is niet de rijkste provincie van Nederland, maar in Fryslân vind je wel de gelukkigste mensen. Het geheim van Fryslân? Mienskip, of in gewoon Nederlands: gemeenschapszin. Want geld alleen maakt niet gelukkig. Wat wel gelukkig maakt, is een buurt waar mensen elkaar groeten, waar verenigingen kunnen rekenen op genoeg vrijwilligers en waar een gedeeld besef van waarden en normen vanzelfsprekend is. Gemeenschapszin, waarden en normen vormen het fundament om recht te doen. Een ruime meerderheid van de Nederlanders maakt zich zorgen over de verslechterde omgangsvormen en verharding in de samenleving. Dat is begrijpelijk. Want onze democratische rechtsstaat kan niet behouden blijven door alleen de markt en de overheid. Daarvoor is een derde element nodig. De wil om als samenleving voortdurend te oefenen in de waarden die voor een rechtsstaat van belang zijn, zoals naastenliefde, vrijheid, verantwoordelijkheid en verdraagzaamheid. Dat gebeurt in de opvoeding, het onderwijs, de inburgeringscursus en vooral in het leven van alledag. Recht doen, het bieden van een menswaardig bestaan voor iedereen, vraagt om een sterke samenleving en nieuwe gemeenschapszin. Mensen zijn elkaar gegeven en samen tot heel veel mooie dingen in staat. Mensen mogen zich onderdeel weten van een hechte gemeenschap. Daarin vangen we elkaar op, wanneer het even tegenzit. Verenigingen en de politiek hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om dit cement van de samenleving te versterken. Daarom zien wij kerken en andere geloofsgemeenschappen als maatschappelijke partners, want geloof geeft de moed, inspiratie en troost om het goede voor een ander te doen. Samen kunnen we de polarisatie tegengaan en oplossingen vinden in het midden. In een sterke samenleving is een compromis geen vies woord, maar een uiting van respect voor de ander. Een sterke samenleving zorgt voor meer vertrouwen in elkaar en in de overheid. Dat is geen wens, dat is een feit. --- pdf_page: 15 --- # Onze CDA-plannen ## Respectvol samenleven 1.1. Een respectvolle samenleving vereist dat we het maatschappelijk debat over fatsoen, waarden en normen blijven voeren. De voetbalbond die de wedstrijd stil legt bij antisemitische en andere discriminerende spreekkoren. Het herstel van het gezag van de leraar op school en de agent op straat. Het gesprek op de werkvloer over grensoverschrijdend gedrag. Deze voorbeelden laten zien hoe de samenleving zelf aan de slag kan om Nederland fatsoenlijker en respectvoller te maken. 1.2. Onze waarden en normen, fatsoen en respect gelden ook online. Daarom willen we anonieme sociale media-accounts kunnen verbieden. We doen voorstellen om de Grondwet uit te breiden met digitale grondrechten, zoals het recht op transparantie en het recht op eigenaarschap van data. Ook internationale verdragen van de VN, de EU en de Raad van Europa moeten worden aangepast aan mensenrechtenbescherming in het digitale tijdperk. ## Goed burgerschap 1.3. Het CDA investeert in burgerschap. We voeren de maatschappelijke dienstplicht in. Voortbouwend op het succes van de vrijwillige maatschappelijke diensttijd zetten alle jongeren zich een deel van hun tijd in voor de samenleving. Dat kan bij defensie, in de zorg of bij maatschappelijke organisaties, zoals verenigingen. De dienstplicht voeren we stap voor stap in. 1.4. We willen goed burgerschapsonderwijs versterken op onze scholen en in het middelbaar beroepsonderwijs. Niet alleen in de vorm van meer kennis over democratie en rechtsstaat, maar juist ook over omgaan met verschillen en denken vanuit gemeenschappelijke belangen. Zo leren we kinderen en jongeren op een respectvolle manier om te gaan met verschillende opvattingen en diverse leefwerelden. Burgerschap wordt een volwaardig vak met heldere leerdoelen en een bijpassend toetsingskader. 1.5. Verenigingen en coöperaties zijn het cement van onze samenleving. Daarom krijgen ze de vrijheid, ruimte en aandacht die zij verdienen. Strenge regels voor bedrijven zouden niet moeten gelden voor verenigingen. Zo voorkomen we het afhaken van vrijwilligers en wordt het vinden van bestuursleden weer makkelijker. Daarom introduceren we een 'Wet op maatschappelijk initiatief'. --- pdf_page: 16 --- 1.5.1. We maken het gunstiger om te doneren aan verenigingen met een maatschappelijk belang, passend binnen de democratische waarden en zonder winstoogmerk. 1.5.2. We zetten ons in voor een OZB-vrijstelling voor sport en culturele verenigingen. 1.5.3. Verenigingen en stichtingen krijgen hulp bij het aanvragen van vergunningen voor het organiseren van activiteiten. 1.5.4. Ook willen we een vrijwilligersverlof, waar sociale partners in cao's afspraken over maken, passend binnen de vereenvoudiging van het verlofstelsel dat we voor ogen hebben. 1.5.5. We verhogen de maximale vrijwilligersvergoeding. Voor de belastingen mogen de vrijwilligersvergoeding en onkostenvergoeding niet bij elkaar worden opgeteld. Bij een overschrijding van de maximale vrijwilligersvergoeding mag de korting op de WW-uitkering (en andere uitkeringen) niet hoger zijn dan de overschrijding. # Cultuur en tradities koesteren 1.6. Een breed en laagdrempelig aanbod van kunst, cultuur en media draagt bij aan saamhorigheid, identiteit en begrip voor de rijkdom van culturele tradities en verenigingen. We willen daarom een goede regionale verdeling van aanbod en middelen. We ondersteunen onze cultuur, van het Concertgebouw tot de fanfare in het dorp. De NPO-zenders behandelen cultuur en maatschappelijke onderwerpen. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan meer laagdrempelige programma's voor de aanpak van laaggeletterdheid en de integratie van nieuwkomers in de dagprogrammering van de publieke omroep. 1.7. We versterken de regionale en lokale journalistiek en de regionale en lokale omroepen. Op zender 10 wordt in heel Nederland de regionale omroep uitgezonden. Om overvloedige reclame op de publieke zenders tegen te gaan werken we aan het stapsgewijs halveren van reclame op de lineaire kanalen van de publieke omroep. 1.8. Een Nationaal Historisch Museum vertelt het verhaal van ons gedeeld verleden en hoe we gezamenlijk een gedeelde toekomst kunnen vormgeven. Samen met bestaande rijksmusea en de vele provinciale musea die ons land rijk is, draagt dit juist in tijden van polarisatie bij aan verbinding, saamhorigheid en aan het gevoel één veelkleurige gemeenschap te zijn. Vijf mei is de nationale feestdag waarop we --- pdf_page: 17 --- Nederland en ons Nederlanderschap vieren Daarom wordt het elk jaar een vrije dag. 1.8.1. Een bezoek aan nationale musea (het nieuwe nationaal-historische museum alsook het Rijksmuseum) dient gefaciliteerd te worden op basisscholen en middelbare scholen, rekening houdend met de bijkomende kosten. Zo wordt op een vroege leeftijd meer kennis doorgegeven over het belang van de Nederlandse geschiedenis. 1.9. Een sterke stedelijke of regionale identiteit verrijkt het gevoel dat je ergens thuishoort. Gemeenschapsgevoel is belangrijk en daarom ondersteunen wij regionale taal, zowel het Frysk als andere streektalen en dialecten. 1.9.1. Ook ondersteunen we cultuur en traditie met een regionaal of lokaal karakter, van carnaval tot carbidschieten en van Parade tot Paasvuur. Wij bieden meer ruimte voor lokale vrije dagen om deze feesten met elkaar te vieren. 1.10. Om het sociale weefsel in onze regio's te versterken, ondersteunen we het Gemeenschapsfonds. Hiermee kunnen lokale gemeenschappen belangrijke voorzieningen als een dorpswinkel, buurthuis of sportaccommodatie in stand houden. Het Gemeenschapsfonds kan gezamenlijk gefinancierd worden door overheid, samenleving en bedrijfsleven. --- pdf_page: 18 --- # 2. STERKE GEZINNEN --- pdf_page: 19 --- # 2. STERKE GEZINNEN Familie en gezin zijn voor veel mensen de plaats waar je je thuis, gezien en geliefd weet. Een sterke samenleving begint in die veilige omgeving thuis. Het is daar waar je zorgen deelt, successen viert en de mensen vindt op wie je altijd kan terugvallen als het even wat minder goed gaat. Daarom knokt het CDA voor gezinnen. Zij zijn het fundament van een sterke samenleving. Het CDA is de moderne gezinspartij. Dat zijn we in de wetenschap dat gezinnen van vandaag andere zorgen hebben dan vroeger. Wij komen op voor alle gezinnen: eenoudergezinnen, nieuw samengestelde gezinnen en regenbooggezinnen. Een gezin is voor ons elk verband waar een kind liefdevol kan opgroeien. Het is de plek waar mensen onvoorwaardelijk voor elkaar zorgen en kinderen zich veilig voelen. Het is de plek waar van kinds af aan wordt geoefend in waarden en normen en in het samenleven met elkaar. In vergelijking met andere westerse landen heeft Nederland weinig aandacht voor de ondersteuning van gezinnen. Dat is onverstandig en onterecht. Want voor jonge gezinnen is het dagelijks leven topsport. Thuis is het vaak spitsuur, met weinig tijd voor elkaar, voor jezelf en de wereld om je heen. Daarom maken we werk van meer rust en ruimte voor gezinnen, zodat alle gezinnen hun vrijheid, verbondenheid en verantwoordelijkheid met elkaar kunnen beleven. ## Onze CDA-plannen ## Versterking gezinnen 2.1. De noodzaak om de bestaanszekerheid te vergroten, geldt als eerste voor onze gezinnen. Daarvoor hervormen we het belasting- en toeslagenstelsel. We verlagen de lasten op arbeid en hervormen de kinderopvangtoeslag naar een systeem van directe financiering aan kinderopvanginstellingen. Daarbij vragen we wel een inkomensafhankelijke bijdrage van hoge inkomens om de grote druk op de kinderopvang niet uit de hand te laten lopen. Voor lage en middeninkomens wordt de kinderopvang bijna gratis. Bij de invoering hiervan moet aandacht zijn voor de capaciteit en kwaliteit van de kinderopvang, de aanpak van overwinsten, het behoud van diversiteit in het aanbod (ieder kind is uniek) en voor de rol van gemeenten die nu voorschoolse educatie faciliteren. --- pdf_page: 20 --- 2.2. De kinderopvang wordt voor alle kinderen van 2 tot 4 jaar gedurende twee dagen per week volledig door de overheid vergoed. Daarmee wordt de ontwikkeling van peuters gestimuleerd. 2.3. Omdat de hervorming van de kinderopvang complex en tijdrovend is, zorgen we op korte termijn voor verbeteringen in het huidige stelsel van kinderopvangtoeslag door dit te vereenvoudigen en de risico's op terugvordering te verlagen. 2.4. Om gezinnen meer financiële rust en ruimte te geven, verhogen we de kinderbijslag voor álle gezinnen. Voor gezinnen met een laag inkomen verhogen we ook het kindgebonden budget als extra ondersteuning in de kosten voor hun kinderen. 2.5. Zorgen voor elkaar koesteren we. Daar moet je dan ook niet voor gestraft worden. Daarom schaffen we de kostendelersnorm voor familieleden volledig af, zodat je niet gekort wordt wanneer je je ouders een plek geeft binnen je huishouden of wanneer volwassen kinderen voor korte of lange tijd terugkeren naar het ouderlijk huis. 2.6. Gezinnen zijn vrij om zelf te bepalen hoe partners werk en zorg onder elkaar verdelen. Het CDA voert daarom weer gedeeltelijke overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting in om bestaanszekerheid verder te ondersteunen. 2.7. Recht doen aan het gezinsleven betekent ook dat er ruimte is om er te zijn als het nodig is, om aandacht te kunnen geven aan wat echt belangrijk is. We zetten daarom in op een structurele hervorming van het verlofstelsel. We werken toe naar een simpele gezamenlijke regeling voor alle vormen van verlof. Hierdoor krijgen gezinnen meer keuzevrijheid wanneer ze verlof opnemen. Zo kunnen grootouders bijvoorbeeld verlof opnemen voor het oppassen op de kleinkinderen. 2.8. Als familie- en gezinspartij willen wij een goede en ruime regeling voor deelgezag. Partners die de verantwoordelijkheid dragen voor het opgroeien en opvoeden van kinderen moeten daarvoor ook juridisch de ruimte krijgen. Het belang van het kind staat hierbij altijd voorop. 2.9. Om het belang van gezinnen, familieleven en senioren te onderstrepen willen we een minister voor het Gezin. Deze minister brengt elke 2 jaar een rapport uit over de 'staat van gezin, familie en ouderen' zodat het onderwerp hoog op de politieke agenda blijft staan en door één minister wordt vormgegeven. Wij versoepelen de leeftijdsgrens van 18 jaar in de jeugdwet. Het bereiken van de leeftijd van 18 betekent niet plotseling dat er geen behoefte meer is aan hulp of ondersteuning. --- pdf_page: 21 --- We zetten in op een meer geleidelijke overgang voor jongeren van 18 jaar en ouder op het gebied van huisvesting, werk, inkomen en toegang tot de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). 2.10. Een generatietoets maakt het effect van wetgeving zichtbaar op de kansen voor alle generaties en vooral die van toekomstige generaties. # Betere jeugdzorg 2.11. De zorg, begeleiding en opvoeding van kinderen is primair de verantwoordelijkheid van ouders. Maar in deze verantwoordelijkheid staan zij niet alleen, dat is onze christendemocratische overtuiging. Onze jeugd behoort volgens de ranglijstjes vaak tot de gezondste en gelukkigste jeugd ter wereld. Toch maken meer en meer kinderen gebruik van jeugdzorg. Inmiddels krijgt een op de zeven kinderen professionele hulp. Er gaat zoveel tijd, geld, energie en menskracht naar kinderen met niet-complexe problemen, dat er te weinig overblijft om kinderen met ingewikkelde problemen goed te helpen. Het CDA wil kiezen voor veel betere zorg voor kinderen met ingewikkelde problemen. Dat betekent dat we niet alle lichte opgroeimoeilijkheden, bijvoorbeeld die te maken hebben met streven naar een zinvol leven, als 'zorg' bestempelen, maar anders proberen op te lossen. Bezig zijn met zingeving of 'levenskunst' is geen zorgopgave. Het CDA kiest voor gerichtere hulp waar dat nodig is en versterking van het normale leven waar dat kan. 2.11.1. Wanneer kinderen (tijdelijk) niet meer thuis kunnen wonen, worden zij zoveel mogelijk in gezinsvervangende thuissituaties opgevangen 2.11.2. We zetten daarbij ook in op preventie. Financiering van preventie en zorg voor de mentale gezondheid van onze jongeren is van belang, voor nu en later. 2.11.3. We investeren in cursussen voor mensen die voor het eerst ouder worden en opvoedtips willen hebben of aan relatieproblemen willen werken. 2.12. Soms is het niet zo vanzelfsprekend dat thuis een veilige haven is en is een helpende hand nodig. Daarvoor hebben we jeugdzorg. Alleen zitten de wachtlijsten bomvol en zien we dat gestegen jeugdzorg budgetten vaak niet terecht komen in de meest kwetsbare wijken. Jeugdzorg moet weer gericht zijn op effectieve zorg voor de gezinnen die dat echt nodig hebben. Daarom is het eerlijker om voor veelvoorkomende lichte hulpvragen een gemaximeerde inkomensafhankelijke bijdrage te vragen voor de jeugdzorg. --- pdf_page: 22 --- 2.13. Het CDA steunt de inhoud van de Hervormingsagenda Jeugd. Deze agenda beoogt een betere en tijdige hulp en ondersteuning te bereiken voor jeugdigen en gezinnen, op de juiste plek en wanneer nodig. Het Rijk houdt hierbij oog voor voldoende financiën. 2.14. Wij beschermen gezamenlijke feestdagen en de zondag als rust- en familiedag, om samen met je gezin, je familie en vrienden tijd voor elkaar te hebben en te ontspannen van een drukke week. We vragen hier aandacht voor bij werkgevers. --- pdf_page: 23 --- # SOCIALE BESTAANS-ZEKERHEID --- pdf_page: 24 --- # 3. SOCIALE BESTAANSZEKERHEID Nederland is een land van twee gezichten geworden. In onze steden fiets je in tien minuten van een wijk waar financieel alles lijkt te kunnen naar een wijk waar een alleenstaande moeder soms twee banen nodig heeft om haar kinderen te onderhouden. Voor steeds meer mensen staat de bestaanszekerheid onder druk. Bestaanszekerheid gaat voor ons niet alleen over inkomen, maar ook over werk, wonen, zorg en onderwijs. Over gelijkwaardige kansen, ongeacht je achternaam of geslacht. Ook dat is recht doen: meedoen mogelijk maken. En wie om wat voor reden niet mee kan doen, moet altijd mee blijven tellen. Nodig is een nieuwe solidariteit met de kwetsbare medemens, in het besef dat wij allemaal kwetsbaar zijn. Wij mensen hebben elkaar altijd nodig en kunnen niet zonder elkaar. 'De omgeving van de mens is de medemens', zei dichter Jules Deelder eens. Als mensen het moeilijk hebben, is de nabijheid van anderen kostbaar en onmisbaar. De afgelopen decennia is de overheid te veel uitgegaan van zelfredzaamheid. Zelfredzaamheid is leuk als het leven je voor de wind gaat, dan voelt je succes als je eigen keuze. We vergeten vaak dat dit succes ook te danken is aan het geboren zijn in een welvarend land met goed onderwijs en goede zorg. Voor wie door eigen schuld of botte pech in de armoede of schulden belandt, is zelfredzaamheid niet altijd op te brengen. Dan gaan we ervan uit dat jezelf wel de weg naar hulp of nieuw werk weet te vinden. Voor veel mensen is die stap te groot. In een land waar zelfredzaamheid een gevleugeld beleidsbegrip is, wordt soms verzuimd te verwoorden wat de rol van de overheid is. Die rol is er vanzelfsprekend. Mensen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun leven. Zelfredzaamheid inderdaad. Als ze niet voor zichzelf kunnen zorgen en hulpbehoevend zijn, zullen er helpers in hun omgeving moeten opstaan. Samenredzaamheid, zouden we dat kunnen noemen. Als die hulp niet afdoende is, zijn er maatschappelijke organisaties. En in laatste instantie is er altijd nog de overheid. Die is en blijft voor het CDA een schild voor de zwakken. --- pdf_page: 25 --- # Onze CDA-plannen ## Vereenvoudiging regelingen 3.1. In Nederland zijn veel mensen onder het bestaansminimum geraakt, waaronder 10.000 gezinnen, mede ten gevolge van ingewikkelde en tegen elkaar in werkende regelingen. Bovendien lopen mensen inkomen mis, omdat ze niet bekend zijn met bestaande mogelijkheden of regelingen. Armoede leidt tot stress en gezondheidseffecten, waardoor het vinden van een oplossing nog moeilijker wordt. Dit zijn problemen die voorkomen kunnen worden als er meer maatwerk mogelijk is, de ruimte vergroot wordt om tussen uitvoerders gegevens uit te wisselen en de regelgeving eenvoudiger wordt. Concreet is er meer en beter gerichte ondersteuning nodig voor mensen die dreigen in de problemen te komen of daar al in zitten. 3.2. Een wirwar aan goede initiatieven en regelingen voor advies en hulp bij financiële zaken maakt het voor veel burgers complex om de juiste hulp te vinden. Daarom is het CDA voorstander van een nieuw lokaal georganiseerd loket voor informatie, advies en hulp bij financiële zaken. Dit loket biedt zowel hulp aan mensen met schulden als hulp aan minima en middeninkomens die advies zoeken bij het regelen van geldzaken. Het loket kan de schakel vormen tussen alle bestaande initiatieven en begeleid mensen naar de juiste regelingen. 3.3. De belastingheffingen en toeslagen worden hervormd, met duidelijk tarieven en meer vaste bedragen, zoals de kinderbijslag. De middenklasse wordt met deze wijziging versterkt. Onze ambitie is toe te werken naar een stelsel waar je zekerheid vooraf hebt over je toeslagen. ## Hervorming arbeidsmarkt 3.4. De flexibilisering op de arbeidsmarkt is doorgeslagen. Te veel mensen werken als schijnzelfstandige, op onzekere oproepcontracten of hebben twee flexbanen nodig om fatsoenlijk rond te kunnen komen. Er zijn al belangrijke afspraken gemaakt tussen werkgevers- en werknemersorganisaties en het kabinet. We zetten deze hervormingen door, zodat de vaste baan weer de norm wordt en mensen meer zekerheid krijgen over hun werk en een fatsoenlijk inkomen. De afspraken moeten er ook voor zorgen dat het voor werkgevers aantrekkelijk wordt om mensen in vaste dienst te nemen. Modern werkgeverschap moet worden gestimuleerd. --- pdf_page: 26 --- 3.5. We hebben iedereen op de arbeidsmarkt nodig bijvoorbeeld om genoeg leraren voor de klas te houden, de zorg overeind te houden en de klimaattransitie waar te maken. Meer gaan werken wordt daarom aantrekkelijker gemaakt door een eerlijker belastingstelsel. 3.6. Juist de senioren brengen veel kennis en ervaring mee, maar als zij eenmaal aan de kant staan, hebben ze veel minder kans op een baan. Dat is onterecht en onacceptabel, helemaal in tijden van krapte. Senioren moeten sneller en gemakkelijker aan het werk kunnen. Voor ouderen die langer willen doorwerken, maken we het mogelijk om later AOW op te nemen. 3.7. De noodzakelijke investering in kennis en vakmanschap kan niet alleen uit ons onderwijssysteem komen. Een leven lang ontwikkelen is nodig, in nieuwe nietschoolse vormen, die aansluiten bij de praktijk en zorgen dat mensen zich kunnen omscholen. Daarom willen wij dat er een Persoonlijk Ontwikkel Budget komt voor iedereen. Werknemers, werkgevers en overheid hebben hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid. 3.8. We zorgen dat iedereen mee kan doen in onze samenleving. In een fatsoenlijk land staat niemand werkloos langs de kant. Via de sociale ontwikkelbedrijven, door de invoering van de basisbaan, de invoering van de maatschappelijke diensttijd en de verdere uitwerking van leven lang ontwikkelen en andere hulp in de loopbaanontwikkeling is iedereen in Nederland die dat wil aan het werk of op weg naar passend werk. Vanuit de regionale werkcentra wordt de regie gevoerd. Zij ondersteunen iedereen op weg naar werk. # Toegang tot werk 3.9. Werk is een belangrijke sleutel voor bestaanszekerheid. Omdat je baan zoveel meer is dan alleen een inkomen. Werken heeft ook een maatschappelijke en sociale waarde. Het geeft zin aan je dag en helpt je talenten verder te ontwikkelen. Voor mensen die (tijdelijk) een extra steuntje in de rug nodig hebben op weg naar een passende baan, kunnen rekenen op ondersteuning door het talent- en werkcentrum. Daar wordt hulp geboden bij het vinden en houden van een baan. ledereen heeft recht op begeleiding naar werk of talentontwikkeling via een deze route. Voor mensen met een arbeidsbeperking is het vaak moeilijk om een passende baan te vinden. Sociale ontwikkelbedrijven kunnen helpen bij het vinden en houden van een baan. Mensen met een beperking hebben recht op begeleiding naar werk via een zogeheten sociaal ontwikkelbedrijf of een andere --- pdf_page: 27 --- interventie. Mensen met een beperking die een beschutte werkomgeving nodig hebben kunnen blijvend bij de regionale "Sociale werkplaats" terecht. 3.10. Bij het zoeken naar werk is het belangrijk dat iedereen de ondersteuning krijgt die het beste bij die persoon past. Daarom moeten we de verschillende re-integratieregelingen samenvoegen, vereenvoudigen en beter toegankelijk maken, die nu nog in verschillende wetten (WW, ZW, WIA, Participatiewet en Wajong-regeling) en per doelgroep geregeld zijn. Het beschikbaar stellen van passende interventies en voorzieningen tijdens werk, op weg naar werk of tijdens participatie, biedt mensen vroegtijdig een breder perspectief en werkt preventief. 3.11. Om de kansen voor echt iedereen op werk te verbeteren komen we met een nieuw voorstel voor 'Basisbanen': gewone banen bij gewone werkgevers met loonkostensubsidie op maat. Basisbanen bieden een start op de arbeidsmarkt, maar kunnen ook helpen als tussenstation bij een carrière-switch. # Nieuwe zekerheden 3.12. We nemen maatregelen om de bestaanszekerheid van werkende armen te garanderen. In dat licht past een adequate verhoging van het wettelijk minimumloon. 3.13. Om in een onverwachte crisistijd buiten het ondernemersrisico om werkgevers en werknemers te helpen bij personeels- en baanbehoud zijn wij voorstander van een crisisregeling personeelsbehoud. 3.14. Er komt een betaalbare en uitvoerbare verplichte collectieve basisverzekering tegen arbeidsongeschiktheid voor alle zzp'ers, als vangnet om grote inkomensrisico's bij ziekte tegen te gaan. Dat is van belang voor de onderlinge solidariteit en het gelijke speelveld tussen contractvormen. 3.15. De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) werkt als inkomensverzekering voor te veel mensen niet zoals bedoeld. De wet is ingewikkeld en zorgt te vaak voor oneerlijke situaties, waardoor mensen tussen wal en schip vallen. Daarom is het huidige stelsel aan een grondige herziening toe en pakken we hardvochtigheden in het beleid aan. Daarnaast zetten we de acties door om het artsentekort bij UWV in te lopen en de wachttijden voor keuringen te verlagen. 3.16. De AOW is een ongetoetst basispensioen en dat moet zo blijven. De AOW geeft bestaanszekerheid aan mensen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. Het wettelijk minimumloon en de daarvan afgeleide uitkeringen zoals AOW en --- pdf_page: 28 --- bijstand worden in beginsel tweemaal per jaar aangepast, op basis van de gemiddelde cao-loonstijging bij bedrijven en de overheid. Dit mechanisme staat bekend als 'koppeling'. Deze automatische aanpassingen blijven overeind. 3.17. Op 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen ingegaan. Het CDA heeft onder andere via amendementen nadere kaders aan de wet toegevoegd voor het evenwichtig omzetten van de huidige pensioentoezeggingen naar het persoonlijke pensioenvermogen, onder andere om pensioenfondsen meer ruimte te bieden om bijvoorbeeld inhaalindexatie te kunnen realiseren en de mogelijkheid tot gelijke aanpassing van de uitkeringen voor gepensioneerden. Hierdoor kunnen schokken beter worden opgevangen en is de regeling meer solidair. De governance van pensioenfondsen wordt opnieuw bezien en waar nodig aangepast om recht te doen aan vertegenwoordiging van belanghebbenden onder de werking van de WTP. Het komt er nu op aan dat de overgang zorgvuldig plaatsvindt, wordt gemonitord en onvolkomenheden in de wet of uitvoering worden opgelost. Bij de transitie wordt recht gedaan aan het wettelijk verankerde hoorrecht voor organisaties van gepensioneerden en goede, toegankelijke geschillenbeslechting geborgd. # Bestrijden van de schuldenindustrie 3.18. Ongeveer één op de twaalf gezinnen heeft problematische schulden en één op de vijf gezinnen tobt over zijn financiën. Maar mensen durven zich vaak pas te melden als ze diep in de schulden zitten. Het moet makkelijker worden voor mensen die in de schulden zitten om eerder de stap te zetten naar hulp. Daarmee worden grotere problemen voorkomen. Om hulp vragen wordt makkelijker als de overheid leert samenwerken met maatschappelijke organisaties die gezinnen helpen uit de schulden te komen, zoals schuldhulpmaatjes en de diaconie van de kerk. 3.19. Het ondersteunen van mensen met schulden laten we niet meer over aan de markt. Schuldhulpverlening is een taak die wordt uitgevoerd door publieke of maatschappelijke organisaties. Het verdienmodel achter de schuldenindustrie wordt aangepakt. Boetes bij te laat betalen worden beperkt en woekerrentes verboden. Fintech-aanbieders van uitgesteld betalen en gokaanbieders die de veroorzakers zijn van veel schulden, worden zwaarder gereguleerd en belast. 3.20. We maken het aanvragen van inkomensregelingen eenvoudiger en voorspelbaarder. Waarbij we uitgaan van vertrouwen en geen zware en kostbare controles invoeren, maar steekproefsgewijs controleren. --- pdf_page: 29 --- 3.21. Geldzorgen en schulden zorgen voor veel stress, ziekteverzuim en minder arbeidsproductiviteit bij werknemers. Het is in het belang van werkgevers en werknemers om dit aan te pakken. Samen met het bedrijfsleven werken we aan het bewustzijn om schulden tijdig te signaleren en samen met sociale diensten en maatschappelijke organisaties passende hulp te organiseren. 3.22. Gemeenten moeten de ruimte hebben om alle schulden van gezinnen en andere huishoudens over te nemen zodat een huishouden nog maar één schuldeiser heeft en er een overzichtelijke situatie overblijft. Dit scheelt veel stress en geeft meer mogelijkheden voor een haalbaar traject, waardoor het gezin niet jarenlang in een uitzichtloze situatie vast zit. --- pdf_page: 30 --- # EERLDKE ECONOMIE CDA verkiezingsprogramma 2023-2027 --- pdf_page: 31 --- # 4. EERLIJKE ECONOMIE Nog steeds staat onze economie onder hoogspanning door torenhoge winsten van multinationals, hoge inflatie en grote arbeidstekorten. Ook in de economie zien we de twee gezichten van Nederland. Een land met recorduitkeringen voor aandeelhouders en recordaanvragen bij de voedselbank. Een omslag maken naar een eerlijke, rechtvaardige en duurzame economie is van belang. In een eerlijke economie delen we de winst van een goede omzet en de pijn van de hoge inflatie. In een eerlijke economie biedt een baan een fatsoenlijk inkomen en leveren ondernemers een duurzame bijdrage aan welvaart. We koesteren ons midden- en kleinbedrijf om hun sterke verbondenheid met de gemeenschap waar ze onderdeel van zijn. We koesteren onze familiebedrijven om hun oog voor de volgende generaties. Vanuit een gedeeld toekomstperspectief zijn overheid, werkgevers en werknemers samen verantwoordelijk voor het oplossen van problemen. Deze denkwijze, de Rijnlandse benadering, is actueler en meer nodig dan ooit. De beweging naar die eerlijke, rechtvaardige en duurzame economie vraagt om harmonische groei. Anderen noemen het selectieve groei, brede welvaart of postgroei. De richting is helder: innovatie, technologie en een sterke industrie zijn net zo hard nodig als klassieke deugden zoals matigheid, rechtvaardigheid, en het welzijn van mensen. De inzet voor een duurzame wereld is net zo belangrijk als rekening houden met koopkracht en concurrentieverhoudingen. Economische groei gaat hand in hand met menselijke bloei. De beweging naar die eerlijke, rechtvaardige en duurzame economie is niet mogelijk zonder het vernuft van ondernemers. Zij zijn essentieel bij het vinden van de sleutels voor de grote maatschappelijke uitdagingen, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat, energie en gezondheid. Een sterke agrarische sector is cruciaal voor heel Nederland. Boeren zijn namelijk meer dan voedselproducent. Ze dragen zorg voor gezond voedsel, maar ook voor een gezonde bodem en een gezonde natuur. In onze visie produceert de landbouwsector ook in de toekomst kwaliteitsproducten voor de vrije wereldmarkt, de Europese markt en de regionale en lokale markt. Steeds meer boeren kiezen voor nieuwe coöperatievormen --- pdf_page: 32 --- gericht op de boer-burger-samenwerking. In dit concept wordt de weg die ons voedsel aflegt van de boer naar de eettafel korter en komen burgers weer in contact met hun voedselbron: de boeren. De voordelen zijn legio: gezond voedsel uit de eigen regio, meer biodiversiteit, minder ongewenste schaalvergroting en minder voedselverspilling in een lange voedselketen. # Onze CDA-plannen ## Nieuwe, Rijnlandse economie 4.1. In een Rijnlandse economie is samenwerking tussen werknemers, werkgevers en de politiek de basis voor stabiliteit en het succes. Met de polder werken we aan een brede welvaartsagenda. Zonder sociale partners krijgen we het klimaatprobleem niet opgelost en kunnen we minder investeren in publieke sectoren als onderwijs en zorg. 4.2. Economische verschillen tussen regio's zijn een kans voor Nederland. In de regio ligt de ruimte die in de Randstad steeds schaarser wordt. Het is de kracht van de Nederlandse economie dat we zowel de duurzaamste boeren als de meest innovatieve chipmakers huisvesten. Elke regio stelt een eigen kansenagenda op voor economische ontwikkeling en de samenwerking tussen bedrijven, overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Deze regionale kansenagenda's zijn de basis voor structurele overheidsinvesteringen. 4.3. Het CDA staat zij aan zij met de grote en kleine familiebedrijven om hun focus op de nieuwe generaties en de sterke worteling in de samenleving. We behouden de Bedrijfsopvolgings-regeling (BOR), maar maken deze ongevoelig voor misbruik. 4.4. Het mkb vormt de ruggengraat van de economie. Onze bestaande plannen zetten we onverkort door: van betere financiering via mkb-bank, de inzet van een mkbtoets bij relevante wet- en regelgeving tot het toegankelijk maken van subsidies voor het (innovatief) mkb. 4.5. Het CDA vindt het belangrijk dat bedrijven gericht zijn op de lange termijn en investeren in de reële economie. De inspanningen van kleine en middelgrote bedrijven worden nu vaak zwaarder belast dan de financiële transacties van multinationals. Dat willen wij omkeren. Daarom wordt de inkoop van eigen aandelen fiscaal belast als een dividenduitkering. 4.6. Technologische ontwikkelingen als Artificiële Intelligentie (AI) bieden toekomst. We moeten ons wel bewust zijn van de risico's. Techniek moet niet leidend zijn, maar --- pdf_page: 33 --- staat ten dienste van onze waarden en normen. Dit vraagt om een stevige Europese inzet en landelijke borging. 4.7. Wij denken als Europa anders over privacy dan andere machtsblokken. Samen moeten we strijden tegen digitale spionage en cybercrime. Aan het gebruik van cloud- en communicatiediensten door de overheid worden strikte eisen gesteld op het gebied van cybersecurity en privacy. Zo nodig ontwikkelt de overheid eigen cloud- en communicatiediensten, al dan niet in samenwerking binnen Europa en weert van spionage verdachte bedrijven uit de telecom-infrastructuren. # Groene industriepolitiek 4.8. We kiezen voluit voor groene industriepolitiek. Via bindende en wederkerige maatwerkafspraken met de grootste vervuilende bedrijven en een combinatie van normeren, beprijzen en subsidiëren, reduceren we structureel het gebruik van fossiele brandstoffen en bouwen zo aan een duurzame economie van de toekomst. Volume tarifering en belastingvoordelen worden voor grote industriële energiegebruikers getrapt afgeschaft. Bij investeringen in schone technologieën en energie-infrastructuur voor bijvoorbeeld waterstof telt het belang van heel Nederland. 4.9. We beginnen met het bouwen van de infrastructuur die nodig is om negatieve emissies (het onttrekken van CO2 aan de atmosfeer) te realiseren en benutten daarvoor in ieder geval de locatie van één van de kolencentrales die in 2030 geen kolen meer mogen verbranden. 4.10. Nederland heeft top-onderzoeksinstellingen die we beter in stelling kunnen brengen om innovatie aan te jagen. We investeren meer in onderzoek en innovatie met betrekking tot groene technologie, ook door bedrijven, om ons verdienvermogen veilig te stellen. We zorgen ervoor dat nieuwe investeringen in energie-innovatie ook in de regio landen. 4.10.1. Dat gaat om technologieën zoals groene chemie, waterstof, synthetische brandstoffen, betere windmolens, efficiëntere CO2 vrije opslag en flexibiliteit, negatieve emissies en kleine modulaire kernreactoren, 4.11. De maakindustrie moet behouden blijven in en voor Nederland. De maakindustrie krijgt de ruimte om te ondernemen, te verduurzamen en vakmensen een goede plek te bieden. De maakindustrie draagt zo bij aan echte toegevoegde waarde, voor nu en later. --- pdf_page: 34 --- 4.12. Een circulaire economie (hergebruik) op het vlak van bijvoorbeeld metalen en medicatie is simpelweg nodig om concurrerend te blijven en om de leveringszekerheid van grondstoffen veilig te stellen. Met de industrie van de toekomst produceren we in Nederland onder meer groene brandstoffen, groen staal en circulaire kunststoffen. Om dat te bereiken moet de uitvoeringskracht van de overheid en het bedrijfsleven omhoog en moeten perverse prikkels verdwijnen. Ook moet de overheid zich opstellen als een betrouwbare partner die met consistent beleid verduurzaming van het bedrijfsleven optimaal faciliteert. 4.13. We steunen een Europese grondstoffenheffing, strengere productnormering en het recht op reparatie van hele gewone producten als je smartphone. Zo maken we een einde aan de bewuste verkorting van de levensduur van producten en besparen we niet alleen op grondstoffen maar voorkomen we ook onnodige kosten voor consumenten. Daarnaast treden wij hard op tegen misleidende duurzaamheidsclaims en 'greenwashing'. 4.14. De verantwoordelijkheid voor een meer duurzame productie is in de afgelopen jaren volledig bij de consument gelegd. Dat leidt vooralsnog tot onvoldoende resultaat. Die verantwoordelijkheid zal meer bij de producent gelegd moeten worden om hergebruik en recycling van afval en grondstoffen te versnellen. Er moeten daarom betere fiscale mogelijkheden komen voor het beprijzen van negatieve effecten van producten op natuur en milieu. Dat zou kunnen via een stapsgewijze aanpassing van de energiebelasting tot een Europese grondstoffenheffing. Daarmee maken we bijvoorbeeld een einde aan de situatie dat nieuw plastic goedkoper is dan gerecycled plastic. # Verbetering verdienvermogen en vestigingsklimaat 4.15. We werken aan een sterker vestigingsklimaat voor bedrijven. Wij willen een dienstbare overheid die met ondernemers en hun ecosystemen meedenkt, oplossingen biedt en belemmeringen wegneemt. Belangrijkste voorwaarde hiervoor is een voorspelbaar overheidsbeleid. Om een gelijk speelveld te behouden beperken we Nederlandse aanvullingen op Europese regels. We hanteren het principe 'Een regel erbij is een regel eraf' en willen net als de EU 25\% minder rapportageverplichtingen. 4.16. Wat je niet hier mag produceren, mag je hier ook niet verkopen. Daarmee gelden voor buitenlandse producenten dus dezelfde standaarden als onze eigen bedrijven. Waar nodig scherpen we die productnormen aan, breiden we --- pdf_page: 35 --- importheffingen uit en verbeteren we het markttoezicht op geïmporteerde goederen. Dit regelen we op Europees niveau en nemen we mee in onderhandelingen over internationale handels- en klimaatverdragen. Veel te lang hebben Nederland en Europa getolereerd dat onze maakindustrie en boeren een oneerlijke strijd voeren tegen buitenlandse concurrenten die mensenrechten en dierenwelzijn schenden, en milieuvervuiling veroorzaken of tegen andere oneerlijke handelspraktijken zoals staatssteun. 4.16.1. Tegelijkertijd bevorderen we ook dat onze eigen bedrijven eerlijk ondernemen in lage loonlanden, met respect voor mens en milieu. Daarom zetten we ons in voor bindende en vrijwillige maatregelen, in lijn met de internationaal erkende OESO-richtlijnen, om maatschappelijk verantwoord ondernemen de norm te maken. 4.17. Investeringen in digitalisering, robotisering en productie- en procesinnovatie zijn nodig om onze arbeidsproductiviteit te verhogen en ons verdienvermogen te behouden. 4.18. In een aantrekkelijk land voor bedrijven mogen we van die bedrijven ook vragen om hun verantwoordelijkheid te nemen. We zijn groot voorstander van het delen van winsten met werknemers. We maken een plan om het percentage bedrijven dat aan winstdeling doet binnen vijf jaar te verdubbelen. 4.19. We maken een einde aan het aanbestedingscircus in sectoren en bij diensten die zich daarvoor niet lenen: de rondleidingen in Amsterdamse kerktorens die Europees werden aanbesteed of de elektrische bussen die hier met Chinese staatssteun onze eigen bussen wegconcurreerden, maken duidelijk dat hier meer gezond verstand nodig is en minder technocratie. Bij aanbestedingen kan nadrukkelijker het strategisch belang van een sterke nationale industrie en bedrijvigheid worden meegewogen. 4.20. De vrijetijdseconomie is een belangrijke pijler voor een sterke regionale economie en creëert veel werkgelegenheid. Bovendien speelt de toerisme- en recreatiesector een cruciale rol in het overbruggen van verschillen tussen stedelijke en landelijke gebieden, en draagt deze bij aan de expressie van regionale identiteit. Om deze redenen verdient de sector een volwaardige plek in het economische beleid, met aandacht voor de kansen en uitdagingen die voor elke regio uniek zijn. --- pdf_page: 36 --- # Schone lucht- en scheepvaart 4.21. De vervuiler betaalt ook in de luchtvaart. Privéjets en hun passagiers die uitsluitend Schiphol gebruiken als overstap, gaan ook vliegbelasting betalen. Andere belastingen regelen we Europees, te beginnen bij het heffen van accijns op kerosine. De economische waarde van de luchtvaart moet in harmonie komen met mens en milieu. Daarom krimpt Schiphol naar 440.000 vluchten, komt er geen vierde aanvliegroute en maken we een einde aan de nachtvluchten, ook aan de randen van de dag. Lelystad Airport gaat definitief niet open. De wijze waarop de krimp verder wordt ingevuld, vindt plaats in overeenstemming met de betrokken regio's. We ondersteunen de luchtvaart in de transitie naar duurzamer en met minder geluidsoverlast vliegen. Dit doen we door de productie van duurzame brandstoffen te stimuleren, ons voor te bereiden op de komst van elektrisch vliegen en dit op korte afstanden te stimuleren. 4.22. Voor de andere vliegvelden voor burgerluchtvaart (Eindhoven, Maastricht, Groningen en Rotterdam) geldt dat bij de aanvraag voor een nieuw luchthavenbesluit altijd een objectieve analyse uitgevoerd wordt die de economische waarde afzet tegen de impact op mens en milieu. Deze plicht verankeren we in de Omgevingswet. 4.23. Zeescheepvaart en binnenvaart vormen efficiënte en belangrijke vervoersvormen voor Nederland. We zetten in op een goederen- en personenvervoer over water. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een toename komt van goed te bereiken afmeerplekken. We houden aandacht voor de kwaliteit van havens en kanalen, die ook bij wisselende waterstanden goed bevaarbaar blijven. Daarnaast dragen we bij aan verduurzaming van de scheepvaart door gebruik van duurzame brandstoffen te stimuleren. 4.24. We verleggen de vaarroute boven de Wadden, om het risico op ongelukken met ernstige verontreiniging te verminderen. 4.25. Zeehavens zijn economische poorten van Nederland en de thuisbasis van de maritieme maakindustrie. De havens vormen ook de navelstreng tussen de energieproductie op de Noordzee en het gebruik daarvan op het land. Onze zeehavens moeten daartoe voluit gefaciliteerd worden. ## Toekomstgerichte land- en tuinbouw en visserij 4.26. De landbouw en visserij zijn bijzondere sectoren. Niet alleen vormen boeren, tuinders en vissers de enige sectoren die ons kunnen voeden en van groen --- pdf_page: 37 --- (bomen, bloemen en bollen) voorziet, ook stonden zij aan de basis van onze cultuur. Het Latijnse woord 'cultura' betekende het bewerken van landbouwgrond. Mede hierom moet Nederland het toonaangevende land blijven voor de productie van uitgangsmateriaal en zaden, wat zij nu is. Veel boeren, tuinders en vissers zijn de laatste decennia door de hoge regeldruk en snel veranderende eisen helaas murw gebeukt. Het ene moment kregen ze applaus voor hun groene stal, het volgende moment bleken ze volgens een slordig stikstofkaartje een illegale piekbelaster en moesten ze stoppen. Hetzelfde lot overkwam de bodemsparende en duurzamere pulskor. Dat moet anders. De duurzaamheidstransitie moet op zo'n manier en met zo'n tempo dat de landbouw en visserij het kan meemaken. Daarom moeten we boeren, tuinders en vissers die door willen financieel ondersteunen en moeten we degenen die willen stoppen helpen. Dat geeft perspectief aan jonge en oudere boeren, tuinders en vissers. Net als in de jaren zeventig is een ontwikkel- en saneringsfonds hierbij een prachtig instrument. Net als in de jaren zeventig is een ontwikkel- en saneringsfonds hierbij een prachtig instrument. Naast bovengenoemde punten is het voor het CDA belangrijk, dat de implementatie van de kaderrichtlijn water en de Nitraatrichtlijk zo wordt, dat het de land- en tuinbouwsector perspectief biedt. 4.27. Alle sectoren moeten een evenredige bijdrage leveren aan het oplossen van de stikstofproblematiek: luchtvaart, verkeer, scheepvaart, industrie en landbouw. In de landbouw kiezen we onder leiding van de sector en de provincies voor een gebiedsgerichte aanpak van innovatie, optimalisatie, agrarisch natuurbeheer, extensivering of in het uiterste geval verplaatsing, daarbij rekening houdend met het natuurlijk verloop in de sector. 4.27.1. Het streefjaar voor stikstof blijft op 2035 staan en de onwerkbare kritische depositiewaarde wordt zowel in de stikstofwet als in de praktijk vervangen door een werkbaar en juridisch houdbaar alternatief, gebaseerd op de staat van instandhouding van natuur conform de Europese richtlijnen (zoals de Vogel- en Habitatrichtlijn). Voor de integrale vergunningverlening aan bedrijven is gemeten emissie aan de bron leidend, niet de modelmatig vastgestelde depositie en/of emissie. 4.27.2. Wat ons betreft worden boer, tuinder en visser weer baas op eigen bedrijf, door vanuit de overheid te kiezen voor langjarige, voorspelbare doelsturing in plaats van middelsturing op alle beleidsterreinen, van broeikasgas tot mestwetgeving. De afrekenbare stoffenbalans 2.0 en het real-time meten --- pdf_page: 38 --- zijn hierbij onmisbaar. De implementatie hiervan moet in 2026 hebben plaatsgevonden. 4.27.3. Met een goed verdienmodel, voldoende tijd en instrumenten kan de sector verder verduurzamen en blijft werkgelegenheid in de sector behouden op een platteland vol vitale bedrijven. De agrarische sector vormt de sociale samenhang van het buitengebied. Zonder voldoende boeren verdwijnt deze structuur. Het legaliseren van PAS-melders en interimmers heeft de hoogste prioriteit. 4.28. Onze land- en tuinbouw en visserij staan op het gebied van innovatie, duurzaamheid en productiviteit aan de top. Daar zijn we mede gekomen dankzij de 'gouden driehoek' van de overheid, kennisinstellingen en bedrijven. We herstellen deze samenwerking in ere, sluiten een landbouwakkoord en richten product en bedrijfschappen nieuwe stijl op. Nieuwe en oude verdienmodellen inclusief vergoedingen voor maatschappelijke diensten zoals landschapsbeheer (via contracten voor agrarisch natuurbeheer met een looptijd van 20 tot 30 jaar) zijn cruciaal. We bieden langjarig perspectief aan de visserijsector. 4.29. Om de vergrijzing in de sector tegen te gaan (meer dan de helft van de ruim 50.000 boeren en tuinders is ouder dan 55 jaar) hebben jonge boeren en tuinders goede ondersteuning nodig bij bedrijfsovernames. Daarom behouden we de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). 4.30. Voor de land- en tuinbouw moet er voldoende grond beschikbaar blijven. Boeren zijn hiervan afhankelijk voor hun bedrijfsvoering. We geven daarom vruchtbare landbouwgronden een beschermde status en kijken bij het verdelen van de schaarse ruimte in Nederland naar de grondsoort. Minder kwetsbare natuur kan goed samengaan met minder intensieve landbouw. Het is van belang dat de natuur die we nastreven realiseerbaar is ten opzichte van ligging en omgeving. Hierbij worden ook de gevolgen van de aanleg van zéér kwetsbare natuur meegenomen in de afweging. De toezegging dat bij de aanleg van nieuwe natuur er geen gevolgen zijn voor bestaand gebruik van de omliggende gronden dient te worden vastgelegd in regelgeving. Om te zorgen voor grondmobiliteit in de gebiedsgerichte aanpak komt er een beleidsarme grondbank, waarin jonge boeren en tuinders voorrang krijgen bij de toekenning van gronden. Specifiek voor de tuinbouw moet de reconstructie nieuw leven worden ingeblazen om te voorkomen dat strategisch gelegen grond wordt opgekocht door speculerende ontwikkelaars. Ook boeren die willen extensiveren moeten voorrang krijgen. --- pdf_page: 39 --- Sector en overheid ontwikkelen samen stimuleringsregelingen of beleidsaanpassingen die grondmobiliteit tussen agrariërs aantrekkelijker maken. 4.31. Ketenpartijen zoals supermarkten en banken dienen bij te dragen aan de verdere verduurzaming van de sector. De kosten van verduurzaming moeten eerlijker over de gehele keten van boer tot bord worden verdeeld. De rekening hiervan mag niet enkel op het bord van de boer worden gelegd. Deze produceert immers voor een markt die afhankelijk is van vraag en aanbod, overproductie of misoogsten. Duurzaamheidseisen dienen bij voorkeur op Europees niveau te worden ingevoerd, zodat er een eerlijk concurrentieveld blijft. Een consument moet in het schap kunnen zien hoe duurzaam een product is en in hoeverre die eerlijke verdeling plaatsvindt. Onderling moeten producten op beide punten met een wetenschappelijk verantwoorde wijze vergeleken kunnen worden in niet alleen het Nederlandse schap, maar in alle Europese schappen. 4.32. In het bijzonder vraagt het CDA aandacht voor de tuinbouwsector. In de gehele sector zijn 300.000 mensen werkzaam en met de kennis en innovatie, onder meer op het gebied van de zaadveredeling, is de sector van wereldbelang. De glastuinbouw wil in 2040 klimaatneutraal zijn en maakt hier snelle en significante stappen in; deze transitie wordt nu echter bedreigd. De overheid blijft de sector ondersteunen in haar doel om nog sneller klimaatneutraal te worden, in de leverzekerheid van CO2 en in de innovaties rond waterzuivering en gewasbescherming. --- pdf_page: 40 --- # 5 # DUURZAME LEEFOMGEVING --- pdf_page: 41 --- # 5. DUURZAME LEEFOMGEVING Ons land is groot geworden met polderen. Letterlijk. Eerdere generaties hebben ons land van het Limburgse löss tot de Noord-Hollandse polders in cultuur gebracht. Akkerbouw, veeteelt, natuur, bebouwing en infrastructuur, alles kreeg een plek. Maar om dit stukje aarde zo aantrekkelijk en vitaal te houden zal er veel moeten veranderen. In grote delen van het land zitten de verschillende functies elkaar steeds meer in de weg, in plaats van dat ze elkaar versterken. De samenwerking en vindingrijkheid van dat creatieve polderland hebben we nu ook weer nodig om ons land duurzaam door te geven aan volgende generaties. Klimaatverandering drukt ons met de neus op de feiten. We vragen veel te veel van de aarde. We putten de grond uit en vervuilen de lucht. Waterschappen en boeren luiden de noodklok over de effecten van droge zomers. De biodiversiteit staat onder druk. Zelfs onze waterveiligheid is op termijn niet meer gegarandeerd. Het CDA zet in op ambitieus en realistisch klimaatbeleid. Van de politiek mag leiderschap verwacht worden in de transformatie naar een duurzaam land. Zo'n ambitieus en realistisch klimaatbeleid is mogelijk als we het klimaatvraagstuk niet als een technocratische kwestie benaderen, maar als een sociale kwestie. Wij blijven ons committeren aan het Klimaatakkoord van Parijs, met de afspraak om in 2050 de stijging van de gemiddelde wereldtemperatuur te beperken tot onder de 2 graden Celsius en zo mogelijk 1,5 graden Celsius. De sleutels voor de oplossing van het klimaatvraagstuk liggen bij de overheid, wetenschap, bedrijven en boeren, maar de noodzakelijke transitie wordt alleen een succes als iedereen meedoet. Duurzaamheid begint thuis, bij ons allemaal in een groene, schone en gezonde leefomgeving. Dat betekent dat duurzaam beleid hand-in-hand moet gaan met de vergroting van de bestaanszekerheid van mensen met een krappe beurs. Boeren vervullen een sleutelrol doordat zij de verbinding vormen tussen een gezonde bodem, gezonde natuur en gezond voedsel. --- pdf_page: 42 --- # Onze CDA-plannen ## Rechtvaardige energietransitie 5.1. De transitie naar duurzame energievoorziening vraagt om een andere, meer risicodragende rol van de overheid, ook bij investeringen in energieinfrastructuur. Onze vitale energie-infrastructuur moet in publieke handen zijn. Flexibiliteit en opslag zijn nodig om een stabiel stroomnet te houden. 5.2. We gaan extra aandacht besteden aan energiebesparing en we blijven investeren in windenergie (bij voorkeur op zee), zonne-energie, duurzame biomassa, waterstof, biogas, aardwarmte, aquathermie en schone brandstoffen. Naast veel duurzame energie hebben we ook kernenergie nodig. We gaan door met de bouw van twee nieuwe kerncentrales met aandacht voor de voorwaarden die lokaal worden gesteld. Aanvullend gaan we aan de slag met kleine, modulaire kernreactoren. 5.2.1. In het budget voor bouw van kerncentrales wordt relevant budget opgenomen voor onderzoek naar en realisatie van projecten voor significant sneller neutraliseren en afbreken van nucleair afval. 5.3. Zonnepanelen zien we het liefst op daken en met multifunctioneel ruimtegebruik. Omdat de lasten van zon op dak onevenredig terechtkomen bij mensen zonder panelen, wordt de salderingsregeling afgeschaald. Ook komt er snel een betere prikkel voor huishoudens en bedrijven om hun energieverbruik te richten naar pieken in de productie van wind- en zonne-energie. 5.3.1. Windmolens op land moeten - evenals transport van elektriciteit op land zorgvuldig, met oog op het beperken van overlast voor omwonenden en met respect voor het landschap, worden ingepast. Daarbij is ook burgerparticipatie een vereiste. 5.3.2. Windmolens op zee worden natuurversterkend gebouwd met oog voor de visserij. In de Regionale Energie Strategie (RES) komt meer ruimte voor andere energiebronnen dan zon- en windenergie en meer aandacht voor lokaal maatwerk. 5.4. Vanuit onze visie op een sterke samenleving zien we een belangrijke rol voor energiecoöperaties, niet alleen voor de opwekking van energie maar bijvoorbeeld ook voor een gezamenlijke buurtbatterij. --- pdf_page: 43 --- # Gezonde natuur 5.5. Boeren en tuinders vervullen een sleutelrol op weg naar een duurzamer land, omdat zij de verbinding vormen tussen een gezonde natuur, een gezonde bodem, schoon water en gezond voedsel. Er moet voldoende geld komen voor natuurbeheer en het herstel van biodiversiteit. Hier heeft zowel de leefomgeving als de boer zelf belang bij. Aan behoud en herstel van groene coulisse- en heggenlandschappen geven we prioriteit boven de aanleg van nieuwe natuur. Dit geldt ook voor andere lokale en regionale specifieke landschapskenmerken. 5.6. Een doeltreffend faunabeheer is essentieel voor het behoud van gezonde dierpopulaties. Hierbij spelen fauna- en wildbeheereenheden en opgeleide jagers een cruciale rol. Jagers, als vakbekwame vrijwilligers, dragen bij aan verkeersveiligheid, fungeren als waarnemers in landelijke gebieden en zijn betrokken bij het beheer en de bestrijding van schade. We willen een telmethodiek die het gehele leefgebied van soorten bestrijken, zodat we de juiste gegevens kunnen verzamelen voor op maat gemaakt faunabeheer. 5.7. De uitvoering van de Natuurdoelanalyses (NDA's) moeten worden herzien, omdat het hierin gehanteerde one-out all-out principe veel te absoluut toegepast wordt. Dit principe moet vervangen worden door één die veel minder absoluut gehanteerd hoeft te worden. 5.8. Voor de wolf is geen plek in Nederland. De Europese beschermde status van de wolf moet omlaag, zodat de populatie in Nederland kan worden beheerd. 5.9. Vanwege de desastreuze gevolgen voor het milieu, veroorzaakt door diverse zogenaamde invasieve exoten zoals de Amerikaanse rivierkreeft, de Japanse duizendknoop wordt de regelgeving dusdanig aangepast zodat deze op een adequate manier kunnen worden bestreden. 5.10. Opnemen van de grauwe gans op de landelijke vrijstellingslijst is wenselijk. Met deze overgrote populatie kunnen deze ganzen aanzienlijke schade toebrengen aan zowel landbouwgewassen als natuurlijke omgevingen. Het instellen van uniform landelijk beheer biedt een effectieve manier om de economische verliezen voor boeren te verminderen en tegelijkertijd de bescherming van natuurgebieden te waarborgen. ## Schoon water 5.11. Als Nederlanders zijn we wereldkampioen watermanagement. We hebben de kennis en de ervaring om weerbaar te zijn tegen droogte en hittegolven, tegen --- pdf_page: 44 --- wateroverlast en overstromingen. Voor het behoud van deze kennis en vaardigheden is een sterke maritieme maakindustrie cruciaal. 5.12. We zetten het Deltaprogramma door, waarmee we ook in 2050 droge voeten houden, en stimuleren het vasthouden in plaats van het afvoeren van water. We zetten in op het tegengaan van de funderingsproblematiek als gevolg van bodemdaling of de verandering van grondwaterstanden. Lokaal, provinciaal en nationaal worden klimaatadaptatieplannen gemaakt, ondersteund door de waterschappen. 5.12.1. Tevens maken we alvast plannen voor de inrichting van ons land voor de toekomst na 2050. Want de temperatuurstijging zet door en aan het einde van deze eeuw wordt een zeespiegelstijging van misschien 1 a 1,5 meter verwacht. 5.13. We werken aan een verbeterd watersysteem in Caribisch Nederland en exporteren onze kennis ook internationaal. In Caribisch Nederland verbeteren we de waterveiligheid, de waterkwaliteit, de watervoorziening en de waterinfrastructuur. Tevens exporteren we deze kennis naar andere (ei)landen die ten onder dreigen te gaan aan de klimaatsverandering. 5.13.1. Daarnaast hebben we aandacht voor de waterkwaliteit in Europa en streven we naar een eenduidige uitvoering van Europese afspraken. 5.14. We verbeteren de waterkwaliteit door afspraken te maken met de industrie en agrarische sector. We vinden vervuiling van bodem en water door de industrie moreel onacceptabel. Vervuiling door drugsdumping en ongewenste stoffen zoals PFAS pakken we strenger aan. De vervuiling door medicijnresten wordt adequater en gerichter aangepakt, onder andere door het beter faciliteren van inleverpunten, bijvoorbeeld bij apotheken. De mogelijkheden van provincies om strenger te zijn op de vergunningverlening en de handhaving van ongewenste stoffen wordt bovendien vergroot. Om de waterbeschikbaarheid op peil te houden moeten het grondwater- en drinkwatergebruik omlaag. Lokale samenwerking is daarbij essentieel, zoals het bedrijf dat zijn restwater beschikbaar stelt voor gebruik door de buurman. De uitspoeling van landbouwchemicaliën, meststoffen en industriële chemicaliën, ook via lozing en de lucht, naar oppervlaktewater wordt waar mogelijk beperkt. Ook wordt de luchtkwaliteit verbeterd. Zowel de overheid als inwoners dragen de verantwoordelijkheid om vervuiling tegen te gaan. --- pdf_page: 45 --- 5.15. Bij goed bodem- en waterbeheer hoort ook een verantwoord waterpeilbeheer. Was in het verleden "peil volgt functie" de richtlijn nu gaat het steeds vaker volgens het principe "functie volgt peil". Met name in de veenweidegebieden. Dit kan leiden tot inkomensderving. Goede afspraken tussen bedrijven en overheden zijn gewenst evenals het faciliteren van innovatieve bedrijfsvoering zoals het produceren van andere producten (vezelgewassen voor de bouw). Om de daling van veenbodems tegen te gaan blijft het noodzakelijk om kennis te vergaren en innovaties te stimuleren zoals peilgestuurde onderwaterdrainage en het inbrengen van klei. # Gezonde bodem 5.16. Goede bodemkwaliteit is essentieel in een klein maar druk land. In de afgelopen decennia hebben we veel gevraagd van de bodem. Omgevingsdiensten gaan strenger toezien en consequenter handhaven op lozing van chemische stoffen. Tevens wordt de lijst van schadelijke stoffen continue herzien aangezien er meer en beter wordt gemeten. Er komt een investeringsimpuls voor geïntegreerde gewasbescherming, ook voor kleine gewassen, zodat de afhankelijkheid van chemische middelen afneemt. De toepassing van organische reststof wordt makkelijker. CO2-intensieve kunstmest wordt daarmee vervangen door natuurlijke varianten. 5.17. We geven meer ruimte voor geïntrigeerde gewasbescherming en laten biologische beschermingsmiddelen sneller toe. De kleine gewassenregeling KUG vereenvoudigen we, dit brengt op de korte en langere termijn milieuwinst met zich mee. Verder willen technologie als CRISpr-Cas inzetten waarbij een veiligheid knip wordt gemaakt voor food en nonfood. 5.18. Bodem en water zijn het kapitaal van Nederland en van groot belang voor de agrarische sector. Op verschillende plekken zal de bodem gezonder moeten worden en het water schoner, in het belang van drinkwater en voedselproductie. Nu nietsdoen, zal leiden tot lagere opbrengsten in de nabije toekomst. Het zal een plicht moeten worden voor alle sectoren om de kwaliteit van bodem en water te verbeteren. Voor wat betreft de agrariërs gaat het CDA niet voorschrijven hoe de kwaliteit verbeterd gaat worden; dat weten agrariërs zelf veel beter. De overheid stelt heldere en meetbare normen en investeert in handhaving daarvan. 5.19. Het onderdeel "Weerbare teelten en gezonde planten" uit het niet gesloten landbouwakkoord is een uitvoeringsprogramma die antwoord biedt op de --- pdf_page: 46 --- uitdagingen in de toekomst die telers ervaren omtrent de toepassing van het gebruik gewasbeschermingsmiddelen aan de ene kant en het hebben van gezonde planten aan de andere kant. Het CDA omarmt deze inhoud en vindt dat dit één op één uitgevoerd moet worden door de overheid, sector- en ketenpartijen. # Meervoudig ruimtegebruik 5.20. De ruimte wordt steeds schaarser in Nederland. Het CDA stimuleert daarom meervoudig en meerlaags ruimtegebruik. 5.21. De mogelijkheden voor veilig en duurzaam ondergronds transport worden verder benut. Samen met de markt zal de overheid initiatieven nemen om de druk op transport over weg, water en rail te verlichten door meer in te zetten op transport via pijplijn. 5.22. De Veluwe is niet alleen een van de meest unieke natuurgebieden van Nederland, maar ook de woonplaats van bijna één miljoen mensen. Alle uitdagingen waarop we op dit moment voor staan komen samen op de Veluwe: stikstofproblematiek, natuurbehoud, droogte, energietransitie, wonen, landbouw, defensie en bereikbaarheid via weg en openbaar vervoer. Oplossingen in dit gebied dragen bij aan de oplossing voor heel Nederland. Er komt een programma dat integraal naar deze complexe vraagstukken gaat kijken en oplossingsgericht te werk gaan. Het doel is om de bureaucratie te verminderen en de uitvoeringskracht te versterken. --- pdf_page: 47 --- # LEEFBAAR THUS --- pdf_page: 48 --- # 6. LEEFBAAR THUIS Een huis is meer dan een stapel stenen met een dak. Een huis is een thuis, waar je je gekend weet en veilig voelt; alleen of met dierbaren om je heen. We vragen elkaar: "waar kom je vandaan?" Het is de plek waar we geworteld zijn. Het woningtekort raakt het leven van alledag en het vinden van een passend huis wordt alleen maar lastiger. De prijs van een eengezinswoning is in twintig jaar verviervoudigd. De wachtlijsten voor sociale huurwoningen zijn opgelopen tot gemiddeld zeven jaar. Dat komt doordat we de bouw van woningen te veel hebben overgelaten aan de markt en de samenleving buitenspel hebben gezet. Door immigratie en gezinsverdunning groeide intussen het aantal huishoudens. De mogelijkheid voor ouderen om door te stromen naar een verpleeg- of bejaardentehuis verdween. Te lang is gedacht dat de optelsom van lokale beslissingen als vanzelf een oplossing zou bieden voor de woningnood. Wij zeggen daarom: niet langer bouwen voor de markt, maar bouwen aan gemeenschappen. Wonen is een basisrecht. Het CDA kiest duidelijk voor het bouwen van voldoende huizen voor alle woningzoekenden. De afgelopen jaren zijn we aan de slag gegaan met een strakkere regie door het rijk, het afschaffen van de verhuurdersheffing, de regulering van de huren en de versterking van de positie van starters tegenover huisjesmelkers en beleggers. Het CDA was de drijvende kracht achter dit herstel van volkshuisvesting als publieke taak. Daar gaan we mee door. Volkshuisvesting begint met het denken vanuit de lokale gemeenschap. Wat is er nodig om met elkaar een gemeenschap te vormen? Dat gaat over de bouw en het behoud van voorzieningen, veiligheid, en het voorkomen dat mensen, oud of jong, uit hun vertrouwde woonomgeving weg moeten door het woningtekort. Om een gemeenschap te vormen moet je ook bij elkaar kunnen komen. Drempels hiervoor (slechte verbindingen, hoge kosten) moeten lager worden, niet hoger. We zetten in op een betaalbaar, leefbaar en bereikbaar thuis voor iedereen. --- pdf_page: 49 --- # Onze CDA-plannen ## Betaalbaar thuis 6.1. We gaan onverminderd door met de gemaakte afspraken voor de bouw van bijna een miljoen woningen tot en met 2030, waarvan twee derde betaalbaar en met focus op starters, gezinnen en ouderen. ledere gemeente bouwt daarbij 40\% voor de middengroepen en gemeenten met weinig sociale woningbouw moeten daarmee aan de bak. De woningnood is een maatschappelijke crisis. Voorkomen moet worden dat stikstofregels grote woningbouwprojecten stilleggen. 6.2. Het woningvraagstuk vereist een zelfstandig Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 6.3. De nieuwe wet waarmee de helft van de nieuwbouwwoningen en huurwoningen door gemeenten kan worden toegewezen aan eigen inwoners en mensen met een vitaal beroep wordt doorgezet. 6.4. Het bouwen van een woning, van plan tot realisatie, duurt gemiddeld 10 tot 15 jaar. Dit moet en kan korter. Daarvoor moeten bezwaar- en beroepsprocedures sterk worden ingekort. 6.5. Coöperaties krijgen de ruimte om zonder winstoogmerk voor de middenklasse te gaan bouwen. Hiervoor is het van belang dat coöperaties strategische grondposities kunnen innemen. We schaffen de markttoets af. 6.6. Corporatiehuurders krijgen meer kans om hun woning te kopen. De financiële opbrengsten investeren woningcorporaties vervolgens in nieuwbouw en verduurzaming. 6.7. In ieder dorp mag er een straatje worden bijgebouwd. Provincies mogen dorpen niet langer in de weg zitten om naar eigen behoefte bij te bouwen. Door steden en dorpen beheerst te laten groeien, 'rotte plekken' aan te pakken en aan de randen met respect voor de omgeving bij te bouwen, bouwen we aan vitale dorpen en steden en sterke gemeenschappen met meer ruimte voor jong en oud. 6.8. We maken een nieuwe Nota Ruimte die recht doet aan alle regio's en alle regio's benut. De groei is de laatste decennia scheef verdeeld: het landelijk woonbeleid is te zeer gericht op 'bouwen, bouwen, bouwen' in de toch al drukbevolkte Randstad. In het noorden, oosten en zuiden van ons land zijn er ook volop kansen en is grote behoefte aan woningen. --- pdf_page: 50 --- 6.9. We zetten daarnaast in op het beter benutten van de bestaande woningen door splitsen en optoppen, transformatie, woningdelen en doorstroming. We houden daarbij aandacht voor de leefbaarheid in woonwijken. 6.10. De transformatie van niet-vitale vakantieparken naar woonwijken kan voor gemeenten een welkome aanvulling zijn op de woningvoorraad. 6.11. Het scheiden van wonen en zorg heeft veel zelfstandigheid opgeleverd, maar soms ook eenzaamheid en hoge (thuis-)zorgkosten. We investeren in een warm thuis voor onze ouderen en mensen met een beperking door meer combinaties van wonen en zorg mogelijk te maken die toegankelijk zijn voor iedereen. Er komt een nationaal plan voor de bouw van hofjes voor ouderen, mantelzorgwoningen en een nieuwe vorm van het vertrouwde bejaardentehuis en innovatieve woonvormen voor mensen met een beperking. Ook zetten we in op meer gemengde woonconcepten voor mensen die uitstromen uit de maatschappelijke opvang en beschermd wonen en een 'goede buur' nodig hebben. 6.12. We stimuleren dat jongeren sparen voor de aankoop van een woning. Daarvoor worden afspraken met banken gemaakt en een bijdrage verleend om te kunnen sparen voor de aankoop van een huis tegen een hogere en aantrekkelijkere rente. Voor starters wordt bij het aanvragen van een hypotheek de actuele stand van de studieschuld bepalend. 6.13. Een betaalbaar thuis is een duurzaam thuis. De rente op een energiebespaarlening voor lage en middeninkomens bij het Nationaal Warmtefonds blijft 0\%, zodat mensen zonder spaargeld ook aan de slag kunnen. 6.14. Alle corporatiewoningen met een slecht energielabel moeten voor 2030 zijn verbeterd. Gemeenten krijgen een rol in het wijk-voor-wijk aanpakken van isolatie en verduurzaming van particuliere woningen. We geven voorrang aan kwetsbare wijken, zodat die inwoners niet zelf van alles hoeven uit te zoeken en eerder voordeel hebben van een lagere energierekening. We zetten meer in op coöperatieve initiatieven waarbij buurtgenoten samen aan de slag gaan. 6.15. Een duurzaam huis betekent ook duurzaam bouwen en isoleren. We introduceren een norm voor een minimumaandeel bouwen met biobased-materialen (als hennep, vlas en lisdodde) en vergroten het aandeel biobased-isoleren van woningen. --- pdf_page: 51 --- # Leefbaar thuis 6.16. Sterke gemeenschappen vragen om sterke wijken en buurten. Bij nieuwbouw regelen we dat er ook voldoende voorzieningen komen: scholen, zorg, winkels en goede verbindingen. Juist door te investeren in het 'publiek kapitaal' versterken we de leefbaarheid in wijken en dorpen. In onze binnensteden en dorpskernen houden we ruimte om te vergroenen. Zo beschermen we onze wijken tegen hittestress en wateroverlast. 6.17. Het CDA heeft in het bijzonder aandacht voor maatschappelijke voorzieningen en ontmoetingsplaatsen. Daar waar je - naast je huis en werk - heen gaat om mensen te ontmoeten en samen te zijn: het gebedshuis, de vereniging, het buurthuis of een gezellig plein. Die plekken zijn essentieel voor het vormen van gemeenschappen. 6.18. We introduceren landelijke consumentenbescherming tegen oneerlijke erfpachtconstructies. ## Bereikbaar thuis 6.19. Bereikbaarheid is - net als een dak boven je hoofd - een basisrecht. Waar je in Nederland ook woont, voorzieningen zoals het ziekenhuis, de vereniging, school en de supermarkt moeten makkelijk te bereiken zijn. Ook zonder auto en zonder dat je daarvoor de hoofdprijs betaalt. Als er voor regionale ontsluiting en bereikbaarheid noodzaak is om te investeren in 'extra asfalt', blijft dit mogelijk. Bereikbaarheidsnormen vormen dus ons uitgangspunt, niet het rendementsdenken. We komen met een nieuwe wet: de 'Wet Bereikbaarheid als basisrecht' waarin we normen vastleggen hoe snel voorzieningen bereikbaar moeten zijn en hoe vaak het openbaar vervoer een wijk of dorp moet aandoen per dag. Geïnspireerd door goede voorbeelden in buurlanden streven we ernaar het openbaar vervoer betaalbaar te houden voor alle doelgroepen. 6.20. We trekken fors meer geld uit voor regionaal openbaar vervoer en regionale bereikbaarheid. Om de aantrekkelijkheid en vitaliteit van ieder dorp op orde te houden, moet elke kern bereikbaar zijn met het OV. OV is een basisrecht. Op dit moment staat het OV zodanig onder druk dat te veel vanuit een rendementsdenken er buslijnen, tramlijnen en andere OV-mogelijkheden worden ingekort of niet worden uitgebreid. Daarom is investering essentieel om deze weer te vergroten. Denk hierbij aan de Maaslijn, Zwolle-Munster lijn. Ook binnen de Randstad verzetten we ons tegen dominantie van het rendementsdenken. Een goed voorbeeld hiervan is het voorkomen van het inkorten van tramlijnen in Rotterdam. --- pdf_page: 52 --- 6.21. Het vervoer van goederen per spoor is veilig en draagt bij aan een eerlijke, rechtvaardige, en duurzame economie. Tegelijkertijd zorgt spoorgoederenvervoer voor overlast door geluid, trillingen, en veiligheidsrisico's voor spooromwonenden. Er is wet- en regelgeving wat dit probleem probeert te beheersen, maar de leefbaarheid staat onder druk. We willen strikte handhaving van de wettelijke normering en inzetten op vervoer van deze gevaarlijke stoffen via buisleidingen. 6.22. Met de nieuwe generatie intercitytreinen (de 'wesp') kan de NS een grote eerste stap zetten naar een binnenlands hogesnelheidsnetwerk. Zo wordt het aantrekkelijker om in de stad te werken en elders te wonen. We zoeken bovendien actief de samenwerking met België en Duitsland om reizen naar het buitenland te stimuleren. Uiteindelijk kan je vanuit heel Nederland met betere hogesnelheidsverbindingen naar de rest van Europa. Zo bieden we een alternatief voor Europese vliegvakanties. 6.23. Wie op het platteland woont heeft minder alternatieven voor de auto dan iemand in de stad. We zijn daarom tegenstander van rekeningrijden, juist ook op het platteland. Met een e-vignet vragen we een bijdrage van mensen buiten Nederland voor het in stand houden van ons wegennet. 6.24. Door een onhandige belastingmaatregel verdwijnen tweedehands elektrische auto's nu naar het buitenland. Dit passen we aan, zodat die auto's ook voor Nederlandse particulieren betaalbaar zijn. 6.25. We investeren in goede en betaalbare alternatieven voor de auto. Snelfietspaden, OV en deelvervoer zijn zulke aantrekkelijk alternatieven. Er hoeft niet altijd een bus te rijden als er ook andere vormen van (deel)vervoer mogelijk zijn (elektrische auto, scooter of fiets). Als regels knellen om alternatief openbaar vervoer mogelijk te maken, passen we ze aan of introduceren we het recht op gemotiveerd maatwerk. 6.26. We willen dat iedereen in Nederland veilig thuiskomt. Asociaal gedrag in het verkeer en tegen OV-personeel wordt harder bestraft. We investeren in wegafscheidingen en verlichting op gevaarlijke N-wegen. We zetten in op stevige handhaving op overtredingen, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. 6.27. Tientallen wegaanlegprojecten zijn nu stilgelegd door stikstof of budgetproblemen. We starten die in specifieke gevallen weer op, wanneer dat nodig is voor veiligheid en bereikbaarheid. 6.28. We pakken extreem rijgedrag en excessieve overlast en lawaai aan. Dit heeft impact op zowel het woongenot, de nachtrust als de gezondheid van mensen. --- pdf_page: 53 --- 6.29. Het CDA wil de veiligheid op fietspaden in drukke gebieden verbeteren. Elektrische fietsen en andere elektrische vervoersmiddelen worden steeds populairder, maar zorgen soms voor onveilige situaties. Daarom wil het CDA versnelde wetgeving voor deze voertuigen, en een verbod en stevige handhaving op het opvoeren van e-bikes. Daarnaast wil het CDA ook regelgeving invoeren voor bezorgbedrijven die gebruikmaken van lichtgewicht elektrische vrachtvoertuigen. 6.30. Europese regelgeving maakt meer vormen van vervoer toegankelijk dan nu in Nederland wordt toegestaan. Met een autorijbewijs (B) een 125cc motorfietsje (A1) mogen besturen gaat een mooie bijdrage leveren aan het reduceren van de filedruk, parkeerproblematiek en verminderen van vervoersarmoede. --- pdf_page: 54 --- # DEUGDELINK ONDERWIJS --- pdf_page: 55 --- # 7. DEUGDELIJK ONDERWIJS Als we één woord uit het woordenboek kunnen schrappen is dat het woord 'afgestudeerd'. In een wereld die razendsnel verandert en steeds meer draait om kennis en informatie, leren we elke dag bij. Dat doen we op scholen en universiteiten, maar net zo goed thuis, online en op het werk. Leren doen we vanaf de eerste dag van ons leven, om de wereld om ons heen te snappen en om te kunnen gaan met veranderingen en verschil. Kennis, vakmanschap en vaardigheden zijn de basis om mee te kunnen doen in de samenleving en je eigen talenten volop te benutten. In onze samenleving willen we recht doen aan pluriformiteit. Dat gaat om het respecteren van verschillen tussen mensen en groepen mensen. De grondwettelijk vastgelegde vrijheid van onderwijs is daarvoor een uitstekende waarborg. Zij geeft ouders de mogelijkheid om in vrijheid te kiezen voor goed onderwijs dat past bij hun visie op de opvoeding van hun kind en zij geeft scholen optimaal ruimte voor een herkenbaar, eigen onderwijsaanbod. Zo draagt ze bij aan een weerbare democratie en hechte gemeenschappen. Het CDA koestert de vrijheid van onderwijs. Dit grondrecht is de beste illustratie van de plurale samenlevingsvisie die in deze tijd zo nodig is. Het CDA stimuleert ouders om medeverantwoordelijkheid te nemen voor hun scholen door bijvoorbeeld schoolverenigingen en ouderinitiatieven. Het CDA wil deugdelijk onderwijs op alle niveaus. Dat gaat over meer dan goede cijfers voor rekenen en taal en het opleiden voor een beroep. Onderwijs is bij uitstek de plek om ieder talent tot bloei te brengen en te ontwikkelen tot een goede burger. Dat geldt ook voor kinderen met een beperking. We zetten ons in voor inclusief onderwijs zodat kinderen met een beperking zoveel mogelijk meedoen in het reguliere onderwijs. Ons onderwijs staat onder druk om kennis en vakmanschap door te geven. De leesvaardigheid van onze kinderen neemt af en lang niet ieder kind heeft een passende onderwijsplek. Het tekort aan leraren speelt hierbij een rol. Dat laat zich niet alleen oplossen met extra geld. Als samenleving moeten we de leraar weer steunen in waar hij of zij goed in is: onderwijzen met aandacht. --- pdf_page: 56 --- # Onze CDA-plannen ## Fundament voor kansen 7.1. We willen het aantal kinderen dat naar de voorscholen komt fors verhogen door administratieve drempels weg te nemen en ouders voor te lichten over de meerwaarde. Op die manier voorkomen we ontwikkel- en taalachterstanden en ontlasten we het onderwijs waar de kinderen daarna heen gaan. 7.2. Goed en meer inclusief onderwijs is het fundament voor een betrokken samenleving, waar plek is voor eenieder, en een hoogwaardige kenniseconomie. Dat moet je dan ook stevig houden. Het CDA wil dat allereerst doen met de onderwijsinstellingen zelf, met docenten, ouders, leerlingen en studenten en geeft de besturen en scholen ruimte om onderwijs op maat voor ieder kind te kunnen realiseren. De bureaucratische top-downcultuur is dringend aan revisie toe. 7.3. Leren is allang niet meer een kwestie van schoolgang in de jonge jaren en hooguit af en toe wat bijspijkeren tot je pensioen. Toch is ons onderwijsstelsel nog helemaal vanuit die geest ingericht. Daarom moet een grondige, tijdige vernieuwing van dat stelsel aangepakt worden. Iedereen krijgt een Persoonlijk Ontwikkel Budget. Mbo, hbo en wo krijgen bij wet de maatschappelijke opdracht om gevalideerd leven lang ontwikkelen aan te bieden. Werkgevers, werknemers, overheid en het onderwijsveld sluiten een pact voor leven lang ontwikkelen. Dat zorg ervoor dat elke werknemer zich gedurig kan ontwikkelen en dat werkzoekenden snel in leer-werktrajecten worden opgenomen. Feitelijk schaffen we zo de werkloosheid af. 7.4. Senioren krijgen mogelijkheden om digitale vaardigheden aan te leren en te blijven onderhouden. ## De basis op orde voor ieder kind 7.5. Het beheersen van de basisvaardigheden is nog niet op orde. We willen dat het budget voor het verbeteren van de basisvaardigheden rechtstreeks naar de scholen gaat die het nodig hebben. In samenwerking met bibliotheken komt er een onderwijsbreed leesoffensief om achterstanden weg te werken en de 'lol in lezen' terug te krijgen. Laaggeletterdheid en digitale geletterdheid verdienen structurele aandacht. 7.6. Het CDA is voorstander van een mobieltjesverbod in de klas, zodat kinderen tijdens de les niet worden afgeleid en alle tijd en aandacht uitgaat naar het --- pdf_page: 57 --- onderwijs. Scholen hebben hier in eerste instantie zelf een verantwoordelijkheid. Ook wil het CDA dat een nieuwe regering samen met scholen en gemeenten een programma start om alle schoolpleinen te vergroenen. 7.7. Bijles en huiswerkbegeleiding groeien. Juist kwetsbare gezinnen die daar baat bij hebben kunnen dit vaak niet betalen. Dat vergroot de kansenongelijkheid. Elk kind moet toegang kunnen krijgen tot bijscholing, bij voorkeur binnen en door de school zelf. 7.8. Om te vroege schoolkeuze te voorkomen willen wij in het middelbaar onderwijs meer ruimte voor gecombineerde schooladviezen en verlengde brugklassen. Gezamenlijke huisvesting van verschillende niveaus van dezelfde school in één gebouw verdient de voorkeur. 7.9. Het lerarentekort heeft een negatieve invloed op zowel de leerlingen als de teams die samen uit hen het beste weten te halen. Oplossingen voor dat tekort moeten daarom vooral uitgaan van de versterking van de school als team van professionals die samen uitstekende vorming en kwaliteit bieden. We stimuleren een vast dienstverband. 7.10. We waarderen en stimuleren de bestaande samenwerkingen van lerarenopleidingen in de zogenoemde educatieve allianties. We stimuleren de samenwerking van lerarenopleidingen tot hoogwaardige onderwijsacademies. Dit verhoogt de kwaliteit, trekt meer studenten en biedt meer ruimte voor specialisatie in het onderwijs. Iedere lerarenopleiding doet dit vanuit zijn eigen expertise en in zijn eigen regionale of landelijke verzorgingsgebied en werkt samen met de scholen aan kwalitatief goede opleidingen en het opleiden en begeleiden van meer goede leraren. 7.11. Om het lerarentekort in (vooral) het PO en VO aanzienlijk terug te dringen, bieden we ruimte aan beheersbare experimenten, zoals het opleiden van zij-instromers in één jaar tot leraar PO/VO, meer mogelijkheden om bevoegd docent in het vmbo te worden, het geven van beleidsvrijheid aan PO- en VO-scholen om, waar nodig en met behoud van kwaliteit, lestabellen (tijdelijk) aan te passen én het via lokale overheden faciliteren van betaalbare woonruimte voor (aankomende) leraren in het PO en VO. 7.12. Onderwijsteams krijgen veel meer mogelijkheden voor maatwerk in hun eigen samenstelling. Door docenten, mensen in opleiding tot docent en niet-educatieve specialisten samen te brengen, kunnen de tekorten binnen de teams gericht opgelost worden. --- pdf_page: 58 --- 7.13. Jongere docenten worden actief begeleid na hun instroom in het team en de schoolbesturen worden ondersteund bij het helpen bij de snelle aflossing van hun studieschulden na vijf jaar dienstverband. 7.14. De taak van de docent moet allereerst die van educatief rolmodel zijn. Met de scholen en hun vertegenwoordigers zal een indringende dialoog gestart worden om de opstapeling van maatschappelijke verlangens aan het onderwijs en de scholen fors te reduceren. Ook onnodige administratie vanuit de besturen moet stoppen. Leerkrachten moeten zich volledig in kunnen zetten voor hun taak, namelijk het lesgeven. 7.15. Passende nazorg en loopbaanbegeleiding voor jongeren vanuit het Praktijkonderwijs en het Voortgezet Speciaal Onderwijs is nodig om jongeren met een risico op een afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiding en op deze manier de kansengelijkheid van deze jongeren te bevorderen op hun weg naar duurzame economische zelfstandigheid. Dit maken we mogelijk door bijvoorbeeld de inzet van jobcoaches, netwerk coördinatoren en instrumenten als loonkostensubsidie en beschutte werkplekken. 7.16. We stimuleren het verkennen van praktische samenwerkingen tussen de verschillende beroepsgerichte opleidingen, waarbij de verschillende expertises van (V)MBO en HBO ten goede komen aan de student. Institutionele samenvoegingen zijn geen doel op zich. 7.16.1. We stimuleren lerarenopleidingen vanuit hun eigen identiteit, expertises en specialisatie samen te werken in het praktijkgerichte onderzoek dat breed toegankelijk moet zijn voor de scholen in het funderend onderwijs. We waarderen en stimuleren de bestaande diversiteit in het stelsel van lerarenopleidingen dat van directe meerwaarde is voor de eigen identiteit en profiel van scholen. Zo versterken lerarenopleidingen direct het onderwijs in de scholen en vice versa. # Ieder talent telt 7.17. De prestaties van docenten, studenten en opleidingen in het mbo, hbo en wo zijn maatschappelijk essentieel en daarom onmisbaar. Daar wordt waar wat in een hoogwaardige samenleving centraal staat: ieder talent telt. Mbo, hbo en wo krijgen de wettelijke opdracht geaccrediteerde trajecten voor leven lang ontwikkelen samen met de sociale partners concreet vorm te geven. Overheid, sociale partners en deelnemers zorgen samen voor de bekostiging van zulk aanbod. --- pdf_page: 59 --- 7.18. De bekostiging van hbo en wo wordt minder afhankelijk gemaakt van 'massaproductie' van rendement. Hun maatschappelijke opdracht staat centraal. Dat betekent: 7.18.1. Een hogere, vaste voet in de financiering. 7.18.2. Ondersteuning van de beroepscolleges van vmbo, mbo en hbo allereerst in krimpregio's en steden. 7.18.3. Ondersteuning van de vorming van krachtige academies voor onderwijs waarin de lerarenopleidingen samenwerken. 7.18.4. Bekostiging van de opleidingstrajecten die bijdragen aan leven lang ontwikkelen. 7.19. De succesvolle aanpak van de tekorten aan instroom in opleidingen voor techniek en zorg moet de norm zijn en niet een experiment blijven. Wat werkt bij het Techniekpact en bij de publiek-private mbo- en hbo-centra wordt in alle regio's en betrokken opleidingen uitgerold. 7.20. Internationaal toptalent is welkom in ons land. Alle studenten worden opgeleid in wetenschapsgebieden die mondiaal zijn en moeten daarin samen gaan excelleren. Waar de instroom van buiten ons land problematisch blijkt, bijvoorbeeld door huisvestigingsproblemen of te volle collegezalen, of te snel groeit, wordt een studentenstop ingevoerd op de omvang van de betrokken bacheloropleidingen. In opleidingsdomeinen in hbo en wo die zich primair richten op de Nederlandstalige arbeidsmarkt is de Nederlandse taal de primaire voertaal. 7.21. Studenten geven we de ruimte voor activiteiten naast de opleiding. Midden in de samenleving leer je veel vaardigheden die het onderwijs niet kan meegeven. Financiering per studiepunt verlaagt de druk om naast je studie actief te zijn. Dit kan behulpzaam zijn voor studenten die bijvoorbeeld ook mantelzorger zijn, een bestuursjaar doen of topsporter zijn. 7.22. Tegelijkertijd handhaven wij het Bindend Studieadvies (BSA) in de huidige vorm in het eerste studiejaar. Onderwijsinstellingen blijven zelf verantwoordelijkheid om de hoogte van het BSA vast te stellen. 7.23. Een grote groep studenten van de leenstelselgeneratie heeft schulden opgebouwd die met de huidige regels nooit volledig terugbetaald gaan worden. Studenten uit deze generatie krijgen een korting op hun studieschuld wanneer ze versneld aflossen. We maken het mogelijk en aantrekkelijk voor werkgevers om te helpen bij het terugbetalen van studieschulden. --- pdf_page: 60 --- # Vakmanschap en kennis als kracht 7.24. We willen een herwaardering van het vakmanschap en mbo. De overheid hanteert betere termen dan hoog- en laagopgeleid, bijvoorbeeld praktisch en theoretisch opgeleid. 7.25. De terugloop van studenten in techniek en zorg verdient in het bijzonder aandacht; lesgeldverlaging, stagevergoedingen en afspraken met brancheorganisaties voor baangaranties zijn daarbij goede opties. Wij stimuleren instellingen, ouders en aspirant-studenten om voor opleidingen te kiezen waar vraag naar is op de arbeidsmarkt 7.26. Wij vinden een goede spreiding van scholen en onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs van groot belang om te voorkomen dat jongeren wegtrekken uit de regio. Essentiële onderwijsinstellingen in krimpregio's verdienen daarom extra ondersteuning. 7.27. Samenwerking tussen het onderwijs, en innovatieve bedrijvigheid is essentieel voor een vitale toekomstgerichte economie in het hele land. Via bijvoorbeeld de regiodeals, het Techniekpact en centra voor publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs wil het CDA deze belangrijke innovatiekracht de komende jaren verder versterken. --- pdf_page: 61 --- # LEFDEVOLLE ZORG --- pdf_page: 62 --- # 8. LIEFDEVOLLE ZORG Vroeg of laat krijgt iedereen met gebreken te maken. Bij een ziekte word je in eerste instantie op jezelf teruggeworpen. Je moet keuzes maken: wel of niet naar de dokter, wel of geen behandeling? Nederland heeft een hoogstaand zorgstelsel. De Nederlandse zorg is beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar en van uitstekende kwaliteit. En misschien nog wel het mooiste is: de solidariteit die we met elkaar opbrengen via het zorgverzekeringsstelsel. Dat moet zo blijven. Voor de komende jaren zijn er drie uitdagingen om betaalbare en toegankelijke zorg te behouden. De eerste is de groeiende zorgvraag in combinatie met een groeiend personeelstekort. Nederlanders worden steeds ouder, maar het aantal jaren dat ze dit in goede gezondheid doen groeit daar niet in mee. Hoe zorgen we ervoor dat het mantelzorgen draaglijk blijft, dat ouderen goede zorg blijven ontvangen, dat de huisarts bereikbaar is en de kraamzorg het jonge gezin kan ondersteunen? De tweede uitdaging is de regelzucht. Het zorgsysteem lijdt onder een overvloed aan verantwoordingsregels. Chronisch zieken worden daardoor vaak van het kastje naar de muur gestuurd. En het zorgpersoneel haakt teleurgesteld af en verlaat de sector. Laat mensen die in de zorg werken, doen wat ze het liefste doen: voor mensen zorgen. De derde uitdaging is de betaalbaarheid van de zorg. De gezondheidszorg is met afstand de grootste sector in onze economie. Er gaat op dit moment ruim 100 miljard euro in om. De verwachting is dat die kosten richting 2040 zullen verdubbelen, naar zo'n 175 miljard euro. Hoe houden we uitstekende zorg die betaalbaar blijft voor onszelf en voor onze kinderen? We zullen op een andere manier naar zorg moeten kijken. Een omslag van zorg naar gezondheid is nodig. Al jaren is het duidelijk dat we kampen met een gezondheidscrisis door een inactieve en ongezonde levensstijl. Virologen voorspellen nieuwe pandemieën als dit zo blijft. Van een vrijblijvend preventiebeleid zullen we daarom toe moeten naar een stevige inzet op gezondheidsbescherming en -bevordering. De basis van een gezond leven is het onderdeel zijn van een gemeenschap, in beweging blijven en gezonde voeding. Dit gaat verder dan individuele keuzes, maar is een zaak van ons als samenleving. Gezondheidsbescherming vraagt daarom van de overheid een steviger beleid. We zijn de afgelopen jaren succesvol geweest om het roken terug te dringen, maar we zullen alle zeilen moeten bijzetten om een gezonde levensstijl normaler te maken. --- pdf_page: 63 --- In de zorg zelf is een omslag nodig van beroepszeer naar beroepseer, naar erkenning voor artsen en verplegers. Vertrouwen in het vakmanschap van zorgprofessionals is essentieel voor de zorgrelatie en belangrijk voor hun motivatie. Zorg is veel meer dan een technische oplossing voor een medisch probleem, richtlijnen, protocollen en uitkomstindicatoren. Zorg is in eerste instantie een kwestie van relaties: van aandacht, toewijding en openheid voor het onverwachte. Het is belangrijk om vanuit die gedachte naar de zorg en de organisatie van de gezondheidszorg te kijken. # Onze CDA-plannen ## Gezondheidsbescherming 8.1. Het is goed dat de afgelopen jaren een waar offensief gaande is op het gebied van preventie. Dat is geweldig. Toch zet de vrijblijvende preventie nog onvoldoende zoden aan de dijk om de samenleving echt in beweging te krijgen. We stoppen met het besteden van geld aan programma's die niets opleveren en willen een brede evaluatie van de preventieprogramma's van de afgelopen tien jaar. Bij de evaluatie kijken we ook naar de effectiviteit van directere en meer verplichtende interventies, zoals bewegen op school of het voorzien van voldoende beweging in de Arbowet. 8.2. Kinderopvanglocaties, scholen, sportverenigingen en zorginstellingen krijgen middelen om kinderen en jongeren te stimuleren om gezond te eten, niet te roken, geen drugs te gebruiken en meer te bewegen. Dat is goed voor de gezondheid en de leerprestaties. Gemeenten krijgen de mogelijkheid om het aantal snacklocaties en tabak- en vapeverkooppunten in een wijk beter te reguleren. 8.3. Alcoholgebruik is schadelijk voor de gezondheid en leidt tot veel overlast. Jongeren ondervinden schade in hun ontwikkeling. Het CDA vindt dat ouders en de jongeren zelf eerstverantwoordelijk blijven voor het alcoholgebruik van onze jongeren. Scholen en sportverenigingen kunnen het goede voorbeeld geven door alcoholgebruik te ontmoedigen en te verbieden tijdens schoolfeesten en sportwedstrijden voor de jeugd. 8.4. De inzet op een gezonde levensstijl is een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid, marktpartijen en samenleving. Gezond voedsel moet goedkoper worden en ongezond voedsel duurder. Het CDA is voor heffing van een belasting op suikerhoudende dranken. Deze heffingen worden bij producenten aan het begin --- pdf_page: 64 --- van de productieketen geheven. Landen die deze maatregel hebben doorgevoerd zien een vermindering in de suikerinname. Marketing voor ongezonde producten moet zoveel als mogelijk aan banden gelegd worden. 8.5. Er komen extra investeringen in sport en bewegen. Iedereen moet de gelegenheid hebben voldoende te kunnen sporten en bewegen. Onze investeringen dragen bij aan vitale verenigingen en toegankelijke sport voor iedereen. 8.6. Ook in de laatste fases van het leven is gezondheidsbescherming van vitaal belang. Het beste middel voor gezonde ouderdom is bezig blijven, fysiek en sociaal. Hoe actiever, hoe beter geldt ook voor onze alleroudsten. We stimuleren daarom initiatieven voor fysieke en sociale activiteiten in buurten en wijken gericht op ouderen. Daarnaast zetten we in op 'verrijkte ouderenzorg', waarbij ontmoeting en activiteit net zo goed onder zorg vallen en we professionals in de ouderenzorg ruimte geven om hieraan bij te dragen, waarbij de nadruk ligt op gemeenschapsgerichte zorg. Investeren in de ouderenzorg is hierbij belangrijk. Ook is er in deze levensfase meer aandacht nodig voor de fysieke en psychische mishandeling van ouderen. # Zorg voor elkaar 8.7. Mantelzorgers verdienen meer support. We zorgen voor meer praktische ondersteuning en respijtzorg voor mantelzorgers. Zo moeten initiatieven voor 'zorgmaatjes' worden aangemoedigd om mantelzorgers te ontlasten door op gepaste momenten een helpende hand te bieden. 8.8. Familieleden die zorg verlenen aan een familielid met een handicap zijn goud waard. Mensen die vanuit een Persoonsgebonden Budget (PGB) zorg verlenen aan een gehandicapt familielid, mogen na het overlijden van het familielid niet in een armoedeval geraken. Er is hulp beschikbaar om betaald werk of een basisbaan te krijgen na het verlenen van mantelzorg. 8.9. In de woningbouwprogramma's moet er meer ruimte komen voor hofjeswoningen, generatiewoningen en voorzieningen waar wonen en zorgen voor ouderen gecombineerd kan worden. Er komen meer plekken in verpleeghuizen. Er komen voldoende voorzieningen voor mensen met een tijdelijke of permanente behoefte aan intensieve zorg die niet aan huis kan worden geleverd. Afhankelijk van de indicatie kan dit een verpleeghuis of een tussenvoorziening zijn. Een actieve betrokkenheid op elkaar is een garantie op 'gezondheidswinst' en is het beste medicijn tegen de ziekmakende effecten van eenzaamheid. --- pdf_page: 65 --- 8.10. Mensen met een beperking zijn mensen met een onbeperkt talent. Ze moeten zo veel als mogelijk moeten kunnen meedoen in de samenleving. We zetten fors in op emancipatie van mensen met een beperking. Zij moeten beter toegang krijgen tot openbaar vervoer, kantoren en publieke voorzieningen. Uiterlijk in 2030 mag er geen onderscheid meer zijn in sportdeelname tussen mensen met een handicap ( 1,7 miljoen Nederlanders) en mensen zonder handicap. We schrappen onnodige keuringen bij het verkrijgen van een invalidekaart voor mensen met een beperking als door een arts is bekrachtigd dat deze beperking structureel is. # Terug naar het hart van de zorg 8.11. Artsen, verpleegkundigen, verzorgenden en paramedici willen vooral naast patiënten staan. Zij willen tijd hebben om voor- en nadelen van behandelingen goed te kunnen bespreken. Ze willen die werkwijze kiezen die het beste is voor patiënten en daarbij van elkaar leren. Zij kiezen voor passende zorg. Maar juist degenen die hierin vooropgaan, lopen risico's. Vooral het risico minder omzet te maken dan de anderen. Minder doen, betekent minder omzet. Dat wil het CDA omkeren door de passende zorg en de manier van werken van de koplopers zichtbaar te maken als voorbeeld. Ook willen wij dat contracten met de zorgaanbieders zo worden vormgegeven dat passende zorg wordt beloond. 8.12. Er komt een omvangrijke operatie in de gehele zorg om verantwoordingsregels terug te dringen. In de thuiszorg, wijkverpleging, gehandicaptenzorg en de verpleeghuiszorg wordt het zogeheten 'regelarme werken' ingevoerd. Op die manier kost administratie minder tijd en blijft er meer tijd over voor het verlenen van zorg. 8.13. Er komt een forse opwaardering van het beroep én de zeggenschap van verpleegkundige en verzorgende. Zo gaan verpleegkundigen op gelijk niveau in de ziekenhuisorganisatie besturen als de medische staf. 8.14. We willen af van ingewikkelde aanbestedingsprocedures, verkeerde financiële prikkels en productietargets voor zover die leiden tot onnodige behandelingen. ## Toegankelijke zorg 8.15. Zorg wordt meer ingericht in de wijk en de buurt, met meer mogelijkheden voor maatwerk. Hierbij spelen huisartsen, paramedici, welzijnswerkers en wijkverpleegkundigen een onmisbare en centrale rol. --- pdf_page: 66 --- 8.15.1. Zo kunnen we bijvoorbeeld aan de slag met passende ondersteuning bij en informatie over anticonceptie voor niet-Nederlandstaligen en laaggeletterden. We verbeteren de toegankelijkheid van de zorg voor mensen in kwetsbare posities en dringen ongeplande en ongewenste zwangerschappen terug. 8.16. De niet-complexe acute zorg moet voor heel Nederland dichtbij en bereikbaar zijn en moet daarom behouden blijven voor regionale ziekenhuizen. 8.17. Mentale gezondheid is net zo belangrijk als lichamelijke gezondheid. Zorg voor preventie, vroegsignalisering, en sterkere mentale gezondheid, zodat de ggz beschikbaar blijft voor mensen die het het hardste nodig hebben. 8.18. Academische ziekenhuizen en gespecialiseerde topcentra zullen zich meer richten op hun kerntaken. Algemene en laag-complexe zorg kan meer naar regioziekenhuizen, waarmee hun bestaanszekerheid binnen het stelsel wordt vergroot. Voor de continuïteit van kwalitatief goede en toegankelijke mondzorg is het noodzakelijk dat er in Nederland meer tandartsen worden opgeleid. 8.19. Om de zorg betaalbaar te houden en passende zorg te ondersteunen is meer samenwerking (en minder marktwerking) van belang zowel in de eerstelijnszorg als in de tweedelijns- en derdelijnszorg. Ten bate van het behoud van zorgvoorzieningen in de regio moet samenwerking tussen verschillende zorginstellingen, verzekeraars en overheden gestimuleerd en waar nodig mogelijk gemaakt worden. 8.20. Op dit moment wordt het financieel ontmoedigd als zorginstellingen onderling personeel uit wisselen. Toch kunnen deze vormen van samenwerking goed werken in de strijd tegen personeelstekorten. Daarom maken we de uitwisseling van personeel tussen zorgorganisaties en medische instellingen btw-vrij en bieden we meer ruimte voor regionale samenwerking zonder dat mededingingsregels dit belemmeren. Bij de inrichting van uitwisseling moeten medewerkers consequent betrokken zijn. 8.21. Patiënten gaan over hun eigen gezondheidsdata. Het databeheer moet veel beter geregeld worden dan nu. De versterking is nodig omdat zich een heel nieuwe ontwikkeling aandient: grote techbedrijven gaan zich met onze gezondheid bemoeien op grond van door hen verzamelde data. Mensen moeten daarom beschermd worden tegen ondernemingen die veel geld willen verdienen aan de medische data van mensen. Zorgprofessionals moeten wel in het belang van de patiënt en behandeling gegevens kunnen delen zonder tegen doorgeslagen privacyregels aan te lopen. --- pdf_page: 67 --- # Betaalbare zorg 8.22. Gezondheidszorg moet bereikbaar zijn en blijven. Het eigen risico is een goed instrument om de zorg betaalbaar te houden. Het mag echter niet leiden tot het mijden van noodzakelijke zorg. Er komen daarom geen verhogingen van eigen betalingen in de medische zorg en het eigen risico blijft gelijk. We evalueren daarnaast dit instrument. De huisartsenzorg blijft te allen tijde uitgezonderd van het eigen risico. De invloed van zorgverzekeraars met betrekking tot de verkrijgbaarheid van medicijnen wordt beperkt. 8.23. We willen een uitbreiding van het winstverbod in de zorg en willen dat medisch specialisten in loondienst komen. 8.24. Er komt een regulering op private equity in de zorg. Het is een groot goed dat de zorgsector voor het overgrote deel non-profit is. Publiek geld willen we zoveel mogelijk in de zorg houden. De sluipende toename van investeerders in de zorg vraagt om transparantie en borging van kwaliteit, waarbij de overheid meer regie moet nemen. 8.25. Zorgorganisaties zijn transparant over wie daadwerkelijk de touwtjes in handen heeft en hoe het met de financiën zit. Zorgfraude moet hard worden aangepakt. De mazen in de wet worden gedicht. De inspectie krijgt meer mogelijkheden om in te grijpen als de kwaliteit in het geding is. 8.26. Er komt een maximumnorm voor het aantal zzp'ers in zorgfuncties. Een verpleegkundige is geen ondernemer en we voorkomen een onnodige tweedeling in zorgfuncties. 8.27. Om minder afhankelijk te zijn van verre landen voor onmisbare medicijnen en medische hulpmiddelen willen we de productie van deze producten binnen Nederland of de Europese Unie stimuleren. ## Medische ethiek 8.28. Het leven start met het wonder van een nieuw begin. Rondom nieuw leven spelen grote medische en medisch-technologische ontwikkelingen. Hierbij komen oude en nieuwe ethische vragen voor wetenschap, samenleving en overheid op tafel. Het CDA wil een maatschappelijk gesprek voeren over de grenzen en consequenties van deze ontwikkelingen. De overheid kan zo sturing geven vanuit het principe van fundamentele beschermwaardigheid van het leven. 8.29. Oud worden brengt vragen over de oude dag en levenseinde met zich mee. Hierover moeten we als samenleving in gesprek. Tot op heden staat in dat --- pdf_page: 68 --- gesprek de 'wilsverklaring' en 'voltooid leven' voorop. Het CDA wil een beweging in gang zetten naar een 'wensverklaring'. De stervenswens van ouderen is zeer veranderlijk en er kan eenzaamheid en financiële zorg achter schuilgaan. De taak van de overheid is het dan om leven te beschermen om goed samenleven vorm te geven. In een wensverklaring leggen ouderen vanuit zingevingsvragen hun zorgen, wensen en noden voor de oude dag en laatste levensfase vast. 8.30. We willen praktische problemen en onveilige situaties voor transgender personen oplossen. Een transgenderwet, zorgvuldig getoetst aan onze uitgangspunten, kan hier recht aan doen. --- pdf_page: 69 --- # VEILIGE OMGEVING --- pdf_page: 70 --- # 9. VEILIGE OMGEVING Zware en ondermijnende criminaliteit zet onze rechtsstaat, het bestuur en de samenleving onder druk. De ongemakkelijke waarheid is dat de georganiseerde misdaad in hoog tempo verhardt en criminelen steeds jonger worden. Ons land is uitgegroeid tot een spil in de internationale drugshandel, waarin vergismoorden, afpersing en liquidaties op klaarlichte dag plaatsvinden. Criminelen hebben zich vanuit de grote steden verspreid over heel Nederland en zetten op het platteland hun criminele praktijken voort. De vermenging van boven- en onderwereld is zorgelijk. Het zogeheten Pact voor de rechtsstaat moet de drugscriminaliteit sterk terugdringen. We mogen absoluut niet buigen voor de ondermijning van onze samenleving. Want voor een democratische rechtsstaat zijn orde, gerechtigheid en persoonlijke vrijheid de fundamentele rechtsprincipes. Het recht brengt orde in de samenleving: het wijst grenzen aan in het onderlinge verkeer, het probeert willekeur het hoofd te bieden en het ziet toe op een gelijke behandeling en een goede rechtsgang. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de orde en veiligheid in de samenleving te bewaken. Nodig is een verbond van burgers en bedrijven dat zich eensgezind met politie en justitie tegen de georganiseerde criminaliteit keert. In Nederland wordt recht gesproken en heeft iedereen toegang tot het recht. We investeren in de kansen en bestaanszekerheid in de meest kwetsbare wijken van ons land. We continueren het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Voorop staat het voorkomen dat mensen in de fout gaan. Werk en school moeten altijd een beter perspectief op een goed leven bieden dan een criminele carrière. Het strafrecht is het laatste redmiddel. ## Onze CDA-plannen ## Aanpak georganiseerde misdaad en drugs 9.1. Regels en wetten worden gehandhaafd. Wanneer we dat niet doen, treedt normvervaging op en doen we afbreuk aan de gemeenschap die we samen willen zijn. Er komt een einde aan het gedoogbeleid van harddrugsbezit. We moeten af van de normalisering van drugs(gebruik) en willen de 'gebruikershoeveelheden' afschaffen. Gepakt worden met harddrugs levert in ieder geval een boete op. Geen pil wordt gedoogd, ook niet in de grotere steden. Door middel van --- pdf_page: 71 --- drugspreventieplannen willen we de samenleving bewust maken van de zware criminaliteit en de schade aan de gezondheid die zich schuilhoudt achter elke gram harddrugs. 9.2. We handhaven het illegale karakter van softdrugs en willen de locaties waar coffeeshops gevestigd zijn, herzien. Omdat een joint voor een habbekrats te koop is, terwijl een pakje sigaretten zwaar belast wordt, voeren we naar Duits voorbeeld een hasj-heffing in. Van de opbrengst zetten we 100 miljoen euro in om drugsgebruik te ontmoedigen. 9.3. Wij willen voor de zwaarste criminelen een gevangenisregime naar Italiaans voorbeeld. Eenzame opsluiting en lange gevangenisstraffen om de macht en invloed van criminelen te breken. 9.4. Voor minder zware criminaliteit komt er meer aandacht voor opleiding en vorming om recidive te voorkomen. Ook de keuze voor een taakstraf in plaats van een korte gevangenisstraf kan bijdragen aan het voorkomen van verval in criminaliteit. Minimumstraffen passen niet bij een dergelijke gepersonaliseerde aanpak. # Jeugdcriminaliteit en criminaliteit 9.5. Aan criminelen is een zware slag toegebracht met het kraken van versleutelde telefoons. En toch maken we het werk voor agenten en rechercheurs onnodig moeilijker door overdreven privacy-eisen. Als wij moeten kiezen tussen wetgeving die de aanpak van kinderpornografie makkelijker maakt en het belang van privacy, dan komt het kind op de eerste plek. De Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden moet het mogelijk maken om informatie sneller te delen tussen overheden en veiligheidspartners in de aanpak van criminaliteit. 9.6. Het MKB in Nederland ondervindt veel schade van cybercriminaliteit. Ransomware aanvallen kunnen bijvoorbeeld verstrekkende gevolgen hebben voor kleine bedrijven. Het CDA wil dat het MKB wordt ondersteund in het verbeteren van de digitale veiligheid. 9.7. We gaan de impact van cybercrime tegen door criminelen het zo moeilijk mogelijk te maken en blijven werken aan het vergroten van de cyberweerbaarheid van alle Nederlanders. 9.8. Crimineel verdiend vermogen wordt zichtbaar afgepakt en teruggegeven aan de wijken die onder hun invloed hebben geleden. 9.9. Jeugd en gezinnen die vatbaar zijn voor criminaliteit moeten eerder in beeld zijn zodat direct passende hulp en begeleiding kan worden geboden. Jongeren die --- pdf_page: 72 --- vatbaar zijn voor criminaliteit staan te vaak op een wachtlijst voor (zorg-) instellingen, waardoor de ellende zich herhaalt of verzwaart. Deze jongeren krijgen prioriteit en waar nodig breiden we de capaciteit uit. 9.10. Er komt meer aandacht voor femicide en stalking waarbij sterk wordt ingezet op preventie door signalering en het tijdig inschakelen van hulp voor slachtoffer en (potentiële) dader. De rol van de omgeving wordt hier ook in meegenomen. 9.11. We pakken de uitbuiting van vrouwen en mensenhandel hard aan, ook in de vergunde prostitutie. De leeftijdsgrens voor prostitutie gaat omhoog naar 21 jaar, er komt een pooierverbod en we verzwaren de verantwoordelijkheid van klanten. Er komt meer geld voor uitstapprogramma's en andere hulpverlening om prostituees een betere toekomst te bieden. Wij treden streng op tegen seksueel misbruik, intimidatie en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarom herbenoemen we na 2025 een regeringscommissaris seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag, zodat er ook na 2025 breed ingezet blijft worden op preventie, signalering en slachtofferhulp. 9.12. De 99\% van de supporters die naar een voetbalwedstrijd komen en zich fatsoenlijk gedragen lijdt onder de raddraaiers die de sfeer verzieken. Daarom komt er een effectieve digitale meldplicht voor 'supporters' met een stadionverbod. Ook moeten middelen als gezichtsherkenning makkelijk ingezet kunnen worden bij voetbalwedstrijden Individuele relschoppers worden sneller (strafrechtelijk) gestraft. 9.13. Politie, justitie en de instituties van onze rechtsstaat verdienen respect en gezag. Majesteitschennis wordt weer strafbaar. Het beledigen en hinderen van agenten en hulpverleners wordt zwaarder bestraft. Er zal hard worden opgetreden tegen bedreigingen richting politici en bestuurders. # Capaciteit van politie en justitie 9.14. We willen een eerlijkere verdeling van de capaciteit van politie, Openbaar Ministerie en de rechtspraak over heel Nederland. Met meer aandacht voor (grens)regio's die een spil zijn in het internationale drugscircuit, zoals het lange grensgebied van Limburg. De capaciteit moet optimaal gericht zijn op het bestrijden van misdaden die de maatschappij ontwrichten. Gemeenten moeten de financiele mogelijkheid krijgen om de capaciteit van de BOA's uit te breiden. Zij dragen zorg voor de aanpak van de kleine criminaliteit op straat, zodat er voor de politie meer tijd komt voor de grotere zaken. Een goede samenwerking is daarbij essentieel. --- pdf_page: 73 --- 9.15. Tegenover de georganiseerde criminaliteit moet een georganiseerde overheid staan. De afgelopen regeerperiode is daarom mede dankzij het CDA substantieel meer geïnvesteerd in politie en justitie. Het extra geld voor politie en justitie blijft behouden zodat de strafrechtketen van politie, justitie en de rechterlijke macht zich verder kan ontwikkelen. 9.16. Samen met de politie, boa's en wijkagenten vergroten we de politie-inzet op straat. Personen met verward of onbegrepen gedrag brengen we onder bij hulporganisaties in plaats van bij de politie. Bodycams worden onderdeel van de standaarduitrusting van politieagenten en boa's, waardoor bij delicten deze beelden direct als bewijsmiddel in de rechtszaal kunnen worden gebruikt. Personen met verward of onbegrepen gedrag brengen we onder bij hulporganisaties in plaats van bij de politie. Op deze manier staat niet het vervolgen, maar verzorgen voorop. 9.17. De toegang tot het recht mag niet afhankelijk zijn van je portemonnee. We zetten daarom de verlaging van de griffierechten, de investering in extra rechters en de extra gelden voor de sociale advocatuur door. 9.18. We verspillen kostbare capaciteit van de rechtsspraak aan bureautjes die geld verdienen aan 'no cure no pay'-zaken en beroepsprocedures tegen te late beslissingen. We pakken hun verdienmodel aan en maken het makkelijker voor burgers om zelf te procederen tegen bijvoorbeeld een parkeerbon. Er gaat geld van beleidsmakers naar de uitvoeringsorganisaties, zodat zij sneller kunnen beslissen. 9.19. Seksuele geaardheid is aangeboren en dus geen mentale stoornis. Daarom komt er een wettelijk verbod op 'conversietherapie'. --- pdf_page: 74 --- # VERANTWOORDE MIGRATIE --- pdf_page: 75 --- # 10. VERANTWOORDE MIGRATIE Rechtvaardig migratiebeleid betekent dat Nederland enerzijds een veilige haven moet zijn voor mensen op de vlucht en in nood, maar anderzijds dat rekening gehouden moet worden met de draagkracht en het integratievermogen van de samenleving. Dat vereist meer grip op migratie. De demografische groei van ons land komt volledig voor rekening van migratie. Nergens ter wereld kan migratie ongeremd zijn. De wereld telt miljoenen mensen die om allerlei redenen hun geboortegrond hebben verlaten. In Nederland komt er door de komst van arbeidsmigranten en asielmigranten elk jaar een stad als Breda bij. Dat zet druk op de woningmarkt, het onderwijs, de jeugdzorg en de zorg. We lopen tegen de grenzen van het haalbare aan. Rechtvaardig migratiebeleid maakt onderscheid tussen asielmigranten en arbeidsmigranten. Arbeidsmigratie ontstaat als gevolg van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Voor asielmigratie geldt iets heel anders. Asielmigratie is niet gebaseerd op vraag en aanbod of op een afgewogen keuze. Vluchten is een noodgedwongen stap, of het nu vanwege de burgeroorlog in Syrië of een misdadig regime in Eritrea is. Europa heeft als open en welvarende samenleving een grote aantrekkingskracht op mensen die zoeken naar een veilig oord. Rechtvaardig migratiebeleid heeft weet van de andere kant van de grens. Van het onrecht, de nood en de schrijnende schendingen van mensenrechten elders ter wereld. Het migratievraagstuk kan niet zonder Afrika en het Midden-Oosten worden opgelost. En Afrika en het Midden-Oosten kunnen niet zonder Europa. Rechtvaardig migratiebeleid kan tot slot niet zonder een rechtvaardig integratiebeleid. Het is zowel in het belang van nieuwkomers als van de Nederlandse samenleving om een veeleisend integratiebeleid te voeren, juist om perspectief op een menswaardige toekomst te kunnen bieden. Ook dat is recht doen. Willen we de waarden van de rechtsstaat en de grondregels van de samenleving, zoals vrijheid, respect en verdraagzaamheid, behouden, dan zullen we afscheid moeten nemen van cultuurrelativisme. Een integratiebeleid gericht op cultureel draagvlak voor de grondrechten en -waarden kan verbindend werken over religieuze en culturele grenzen heen. --- pdf_page: 76 --- # Onze CDA-plannen ## Integratie 10.1. Nederland is een gemeenschap. Van nieuwkomers wordt beheersing van de Nederlandse taal geëist. In Nederland zijn de westerse waarden als vrijheid, respect en tolerantie voor andersdenkenden het uitgangspunt. Daarbij kunnen migranten rekenen op onze steun in een ambitieus integratiebeleid. Goed taal- en cultuuronderwijs wordt van meet af aan gecombineerd met een basisbaan of ander werk. Kansrijke asielzoekers krijgen na drie maanden toegang tot de arbeidsmarkt, om inzet van talent en integratie te bevorderen. 10.2. Om de integratie te versterken is een betere lokale verbinding met de samenleving cruciaal. Gemeenten tonen solidariteit met Ter Apel en dragen allemaal naar vermogen bij aan asielopvang en de huisvesting van statushouders en daarvoor is de spreidingswet noodzakelijk. Gemeenten huisvesten asielzoekers zoveel mogelijk in kleinschalige vorm, in verbondenheid met de lokale gemeenschap. ## Asielmigratie 10.3. Inhumane mensensmokkel moet worden beëindigd. In de toekomst komen asielmigranten idealiter op uitnodiging naar de EU (het zogeheten Canadees model). Daarvoor is het noodzakelijk dat we nu afspraken maken met landen aan de Europese buitengrens om irreguliere migratie tegen te gaan en terugkeer te bevorderen op basis van internationale verplichtingen. De UNHCR of een Europese asielinstantie beoordeelt en coördineert dan de opvang van vluchtelingen. 10.4. Tot die tijd is invoering van de Europese buitengrensprocedure nodig zodat asielzoekers met een 'kansrijke' asielaanvraag snel vanuit de Europese-solidariteit herplaatst kunnen worden en asielzoekers met een afgewezen aanvraag direct terugkeren. De mensen die via eigen routes Nederland bereiken, komen ook in de buitengrensprocedure zoals we die nu ook al kennen op Schiphol. Het brede Europese asielpact dient zo snel mogelijk van kracht te worden. Nederland voert samen met andere Europese landen een actief beleid om ervoor te zorgen dat de opvanglocaties in de regio geen uitzichtloze kampen zijn maar echte asielsteden waar vluchtelingen zich met goed onderwijs en economische activiteiten kunnen voorbereiden op een nieuwe fase in hun leven, inclusief hulp om terugkeer naar het geboorteland mogelijk te maken. --- pdf_page: 77 --- 10.5. Voor mensen in nood moet er plek zijn. We kiezen daarom voor een twee-statusstelsel waarin we het internationaal vastgelegde onderscheid maken tussen permanente vluchtelingen en mensen die tijdelijk bescherming zoeken. 10.6. In lijn met het EU-recht worden asielvergunningen tijdelijk. Na vijf jaar kan een beroep gedaan worden op een permanent verblijfsrecht met de daarbij behorende eisen die gericht zijn op deelname aan de samenleving. De verantwoordelijkheid om gezinshereniging mogelijk te maken brengen we in lijn met de Europese verplichting dat nareizen alleen mogelijk is voor het kerngezin, minderjarige kinderen en meerderjarige kinderen wanneer medische redenen voor deze laatstgenoemde groep daar aanleiding toe geven. In tijden van migratiestromen die de draagkracht van de opvang en de samenleving overvragen, zoals vorig jaar in ter Apel, zijn andere noodmechanismes in lijn met het EU-recht mogelijk die tijdelijk de instroom kunnen beperken. 10.7. Op Europees niveau steunen we Afrika om de economische en sociale kansen op het eigen continent te vergroten. De oorzaken van migratie worden aangepakt door proactief te bemiddelen bij conflicten, het ondersteunen van fragiele landen en te zorgen dat bedrijven hun belastingplicht in armere landen niet ontlopen door geldstromen via Nederland te laten lopen. 10.8. Een deel van de huidige problematiek komt doordat we het COA en IND hebben uitgekleed en het aantal opvangplekken hebben afgeschaald. Recht doen aan mensen betekent ook sneller duidelijkheid bieden. Daarvoor investeren we in de uitvoeringskracht van het COA en het IND. Procedures moeten korter worden en bezwaarprocedures beperkt waarbij het van belang is dat er een effectiever terugstuurbeleid komt. 'Veiligelanders' zetten we met voorrang uit en overlastgevers worden ongewenst verklaard, om capaciteit en draagvlaak te behouden voor de kansrijke asielzoekers die we versneld perspectief kunnen bieden. # Arbeidsmigratie 10.9. We willen toe naar een veel gerichter beleid op het gebied van arbeidsmigratie met meer oog voor brede welvaart, waarbij we per sector kijken wat nodig is en draagkracht in de wijken centraal staat. Arbeidsmigratie legt de grootste druk in aantallen op onze samenleving. Nederland is wat ons betreft geen ongecontroleerd economisch immigratieland. Nederland moet zelf meer invloed kunnen hebben op hoeveel arbeidsmigranten hier komen werken vanuit andere landen. Hiervoor gaan we in Europa het debat aan. --- pdf_page: 78 --- 10.10. De druk op onze publieke voorzieningen is te hoog en de misstanden rond laagbetaalde arbeidsmigranten uit Oost-Europa zijn Nederland-onwaardig. De lusten voor een deel van het bedrijfsleven, de lasten voor de samenleving, vaak in andere gemeenten dan waar gewerkt wordt: dat mogen we niet accepteren. 'Geen bed, geen business'. We voeren daarom onverkort de aanbevelingen van het rapport Geen tweederangsburgers van de commissie-Roemer uit. Zo moet een verhuurdersvergunning worden ingevoerd, krijgen uitzendbureaus een meldplicht bij ongelukken en moeten werkgevers de arbeidsmigranten verplicht registreren. 10.11. We voeren een effectieve, randvoorwaardelijke bedrijfseffectrapportage uit in iedere gemeente: voordat een bedrijf zich ergens vestigt, moet aan de juiste voorwaarden worden voldaan. Hiermee voorkomen we nieuwe distributiecentra die vooral werken met laagbetaalde arbeidsmigranten, maar verder nauwelijks iets toevoegen. Zo gaan we ongewenste druk op de samenleving tegen, zonder dat dit bedrijvigheid in de weg zit die past bij de bewuste keuzes over onze economie van de toekomst. 10.12. Een strenge regeling voor circulaire arbeidsmigratie van buiten de EU voor seizoensarbeid, naar Frans voorbeeld, kan onderdeel zijn van de afspraken met landen rond Europa waarmee we brede migratiedeals willen afspreken. Daarbij krijg je alleen opnieuw een tijdelijke vergunning om hier te komen werken als je je na afloop van het seizoenswerk bij de Nederlandse ambassade in je eigen land hebt afgemeld. 10.13. Daarnaast spitsen we de zogenaamde kennismigrantenregeling (de 30\%-regeling, waarbij $30 \%$ van het loon belastingvrij uit te betalen is) meer toe op mensen die we echt nodig hebben, zoals ICT'ers, technici en beroepen die noodzakelijk zijn voor de klimaattransitie. 10.14. We investeren extra in de capaciteit van de Nederlandse Arbeidsinspectie om misstanden rond arbeidsmigranten sneller op te sporen en harder aan te pakken. Daarnaast zetten we Europees in op versterking van het mandaat van de European Labour Authority. We gaan actief op zoek naar het dichten van de mazen in EU-wetgeving om schijnconstructies met de detachering van derdelanders tegen te gaan. --- pdf_page: 79 --- 10.15. We investeren in nieuwe technologieën, innovatie en automatisering. We zetten subsidies en fiscale faciliteiten gerichter in, om geleidelijk minder afhankelijk te worden van laagbetaalde krachten uit het buitenland en meer bewuste keuzes te maken ten aanzien van onze economie, arbeidsmarkt en samenleving. 10.16. We pakken onbetrouwbare uitzendbureaus aan met een nieuw toelatingsstelsel onder strenge voorwaarden, om hun verdienmodel rond laagbetaalde arbeid onderuit te halen en de arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren. --- pdf_page: 80 --- # INTERNATIONALE SOLIDARITETT --- pdf_page: 81 --- # 11. INTERNATIONALE SOLIDARITEIT De wereld om ons heen is turbulent. Door de oorlog in Europa staat de solidariteit, onze waarden en onze manier van leven op ons continent onder druk. De oorlog vraagt veel van ons allemaal en stelt de EU voor nieuwe opgaven. Wij steunen Oekraïne net zo lang tot het wint. Omdat hun strijd ook om onze vrijheid gaat. De Russische invasie van Oekraïne heeft duidelijk gemaakt dat Europa zijn economische en culturele vrijheid en veiligheid niet meer kan uitbesteden aan andere wereldmachten. Europa kan voor zijn energievoorziening niet afhankelijk zijn van onbetrouwbare staten als Rusland en het mag zijn havens, technologie en know-how niet in de uitverkoop aan China doen. Het verwijt van 'Alles is de schuld van Brussel' kan niet meer. Om in vrijheid en verbondenheid te kunnen leven hebben we een sterke Europese Unie nodig, waarin Nederland een betrouwbare bondgenoot is. Zonder EU vinden we geen oplossing voor de grote uitdagingen op het gebied van klimaat en migratie. Daarom willen wij bij de opbouwende krachten in Europa behoren en zijn wij niet snel tevreden. Als het CDA kritisch is op 'Brussel', komt dat dan ook voort uit ongeduld om een onvermogen tot krachtige besluitvorming of om een hang naar complexe regelgeving, doorschieten in marktdenken en het op de stoel van lokale, regionale of landelijke overheden gaan zitten. ## Onze CDA-plannen ## Europese Unie 11.1. Als CDA staan wij voor een sterke Europese Unie die zacht naar binnen is en hard naar buiten. Dat betekent waar nodig in uitzonderlijke gevallen maatwerk voor de lidstaten, zoals in het geval van de natuurherstelwet die een nieuwe stikstofcrisis kan zijn voor een dichtbevolkt land als Nederland. Een sterke EU betekent een Unie die als waardengemeenschap stevig opereert op het gebied van veiligheid. In de EU heffen we daarom het veto op buitenlands beleid op bij het veroordelen van mensenrechtenschendingen en het opstellen van sanctielijsten. Zo voorkomen we dat één lidstaat kritiek op en sancties tegen landen als China en Rusland kan tegenhouden. --- pdf_page: 82 --- 11.2. Een sterk Europa is strategisch autonoom en concurrerend op de wereldmarkt. Dat betekent dat Europa niet afhankelijk is van onbetrouwbare staten als Rusland voor haar energie, of zijn havens of technologie in de uitverkoop doet aan China. Europa voert een strategische industriepolitiek door zoveel mogelijk zelf te voorzien in de vitale levensbehoeften van deze eeuw, van voedselzekerheid tot medische producten, geavanceerde chips en energie. Waar dit niet mogelijk is streven we naar een gebalanceerde wederzijdse afhankelijkheid. Daarvoor is het nodig dat we onze bedrijven en onze markt beter beschermen tegen oneerlijke, vaak door de staat gefinancierde, concurrentie van buiten de EU. Wij streven naar digitale Europese soevereiniteit. 11.3. Op Europees niveau investeren we in de economie van de toekomst. In bijvoorbeeld Artificial Intelligence, fotonica, quantumtechnologie en biotech. Nederland neemt actief deel in Europese initiatieven en samenwerkingsverbanden die de economie van de toekomst versterken. 11.4. Landen die lid willen worden van de EU zullen aan onze voorwaarden van democratie, rechtsstaat en burgerschap moeten voldoen. Landen die al lid zijn van de EU die lak hebben aan de rechtsstaat worden stevig aangepakt. Zij worden gekort op EU-fondsen of verliezen hun stemrecht in de EU-raden. Verplichte uittreding uit de EU is de ultieme sanctie. 11.5. Verdere uitbreiding van de Europese Unie heeft wat het CDA betreft ook consequenties voor de mate van integratie die gezamenlijk mogelijk is. Meer landen betekent meer werken in kopgroepen of regionale clusters, meer maatwerk en diversiteit tussen de lidstaten. # Wereldwijd 11.6. Een klein land aan zee zal altijd de blik op de wijde wereld gericht moeten hebben. Wij gaan strategische allianties aan met andere Europese landen buiten de EU en versterken huidige samenwerkingen, bijvoorbeeld met landen aan de Noordzee. We investeren in sterkere banden met meer democratische landen in heel de wereld. Als land moeten wij extra oog hebben voor de Caribische eilanden, Indonesië en Suriname, waarbij we deze landen willen versterken en tegelijkertijd fouten uit het historische verleden erkennen. 11.7. Ontwikkelingssamenwerking moet juist vanuit medemenselijkheid en effectiviteit meer gericht worden op harmonische groei en kansen. Om dit mogelijk te maken zet het CDA ook wereldwijd in op ruimte voor een sterk maatschappelijk --- pdf_page: 83 --- middenveld, dat bijdraagt aan innovatieve oplossingen, in partnerschap met bedrijven, onderzoeksinstellingen en overheden. Na aandringen van het CDA heeft Nederland nu een Afrikastrategie. Verdergaande economische samenwerking en investeringen in Afrika en het Midden-Oosten zijn een goede manier om perspectief op het eigen continent te vergroten en economische migratie naar Europa te voorkomen. Daarnaast streven we ernaar om de investeringen in ontwikkelingssamenwerking weer naar het niveau van 0,7\% van het BNI te brengen. Ook maximeren we de eerstejaars asielkosten die ten laste komen van het ontwikkelingsbudget, zodat dit budget stabiel blijft en onzekerheid wordt voorkomen. Natuurlijk blijven we bijdragen aan acute hulp, via bijvoorbeeld het Wereldvoedselprogramma. 11.8. Geloofsvrijheid is een speerpunt van ons buitenlandbeleid. Wij bouwen door aan een internationale coalitie tegen geloofsvervolging. Christenen vormen wereldwijd de meest vervolgde groep gelovigen. Het beschermen van mensenrechten, waaronder geloofsvrijheid, vrijheid van meningsuiting en gelijke rechten voor LHBTIQ+'ers, is een speerpunt van ons buitenlandbeleid. Wij bouwen door aan een internationale coalitie tegen elke vorm van vervolging en ongelijke behandeling. De positieve ontwikkelingen van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties blijven wij monitoren, zowel landelijk als wereldwijd. 11.9. In het Midden-Oosten Vredesproces blijft Nederland zich inzetten voor de tweestaten oplossing en het verbeteren van de samenwerking tussen Israëliërs en Palestijnen. # Defensie 11.10. Als betrouwbare bondgenoot leggen we de NAVO-norm van 2\% als bodem in de wet vast. Nieuwe geopolitieke uitdagingen vereisen dat Europa meer verantwoordelijkheid neemt voor de veiligheid van het eigen continent. Verdergaande integratie van Europese krijgsmachten is noodzakelijk. Het CDA is tegen een Europees leger, maar wel voorstander van een sterkere Europese pijler binnen de NAVO die zelfstandig kan opereren. Het mandaat tot inzet van de krijgsmacht blijft bij de nationale regeringen en parlementen. Het CDA is vóór intensievere samenwerking op het gebied van defensie binnen de Europese Unie. Met Europese coördinatie willen wij gezamenlijk investeren in de Europese defensie-industrie, meer inzetten op gezamenlijke inkoop van materialen en meer defensieoefeningen doen met andere Europese landen. --- pdf_page: 84 --- 11.11. Het is onze morele plicht om Oekraïne te blijven steunen in hun strijd voor vrijheid. Oekraïne verdient een bijzonder behandeling in ons defensie- en buitenlandbeleid, met samenwerking gericht op verdediging en wederopbouw via een Marshallplan. Wij dragen actief bij aan het ondersteunen van Oekraïne en de andere kandidaatlidstaten op de Westelijke Balkan om te voldoen aan de zware eisen die we stellen voor toetreding tot de EU. We ondersteunen Oekraïense jongeren in Nederland in opleiding en vakmanschap, zodat ze straks een bijdrage kunnen leveren aan het opbouwen van het land. 11.12. Het CDA draagt veteranen een warm hart toe. Veteranen verdienen blijvende erkenning, waardering en nog betere zorg. 11.13. Er is een acute bedreiging van de stroom- en internetkabels en pijpleidingen op de Noordzeebodem waartegen Defensie ons met voorrang moet beschermen. Hierbij is dringend betere samenwerking nodig met de landen om ons heen, Nederland moet hierin het voortouw nemen. --- pdf_page: 85 --- # 12 ## RECHTVAARDIG BESTUUR --- pdf_page: 86 --- # 12. RECHTVAARDIG BESTUUR Kan de overheid de problemen van deze tijd nog wel oplossen? Het is een ongemakkelijke vraag die steeds vaker wordt gesteld. Ongemakkelijk omdat voor veel mensen de overheid zelf meer het probleem dan onderdeel van de oplossing is geworden. En ongemakkelijk omdat de overheid door anderen teveel wordt gezien als de oplossing voor alles. Ondanks dat er elke dag heel veel goed gaat, is de menselijke maat wel uit zicht geraakt. De afgelopen jaren is de overheid verschillende malen ernstig tekort geschoten; de Groningers, de boeren en de toeslagenouders werden het gezicht van die vervreemding tussen Den Haag en de samenleving. De crisis in het openbaar bestuur is het gevolg van een veranderend krachtenveld tussen overheid, markt en samenleving. Er heeft sinds de jaren tachtig een omslag plaatsgevonden van een overheid die de maakbaarheid van de samenleving predikte naar een overheid die uitging van de zelfredzame en calculerende burger. Publieke taken werden op afstand gezet en de rol van de overheid verkleind. Maar in plaats van het teruggeven van echte verantwoordelijkheden verstevigde de overheid haar greep door een stortvloed aan protocollen, uitvoeringstoetsen, toezicht, prestatieafspraken en evaluaties. Met ongekend onrecht als gevolg. Overheid en burgers moeten op zoek naar een nieuwe verhouding. Een rechtvaardiger bestuur vraagt om drie bewegingen. Ten eerste herstelt de overheid haar fouten richting de toeslagenouders en de Groningers. We voorkomen dat dezelfde fouten opnieuw worden gemaakt. Ten tweede is een versterkt lokaal georganiseerd bestuur nodig. Nederland wordt niet van bovenaf bestuurd vanuit Den Haag. In de samenleving groeit en bloeit veel meer dan 'Den Haag' denkt en ziet. De gemeente, die dichtbij mensen staat, is voor ons de eerste overheid. En overheidsinstanties moeten zo veel mogelijk verspreid zijn over het land. Ten derde herstellen we de uitvoeringskracht van het openbaar bestuur. We schrappen regels en protocollen die ambtenaren en mensen met goede bedoelingen in de weg zitten en we maken meer maatwerk en verschil in beleid mogelijk. ## Onze CDA-plannen ## Snelle maatwerkoplossing voor toeslagenouders 12.1. De Rijksoverheid is er nog altijd niet in geslaagd om alle toeslagenouders te --- pdf_page: 87 --- compenseren. De huidige aanpak leidt tot jarenlange onzekerheid en veel bureaucratie, die al honderden miljoenen belastinggeld heeft gekost. In dit tempo duurt afhandeling van de hersteloperatie tot 2030. We kiezen voor een aanpak waarin maatwerk en de mens vooropstaan. Dat betekent dat toeslagenouders op een locatie dicht bij huis in een keer hun verhaal doen, dat de materiële schade (kwijtraken huis, schulden) wordt gecompenseerd door de Belastingdienst en dat immateriële ondersteuning wordt geboden door de gemeenten (hulp bij werk, gezondheid, gezin). We gaan daarbij uit van een korte doorlooptijd van enkele weken in plaats van jaren en van vertrouwen, met steekproefsgewijze controles om misbruik tegen te gaan. Mensen die niet gedupeerd zijn, krijgen sneller een definitieve afwijzing, zodat gedupeerden eerder worden geholpen. Ook komen we niet met extra regelingen die nauwelijks uitvoerbaar blijken en de hersteloperatie verder laten vastlopen. We hebben aandacht in de hersteloperatie voor de gedupeerde kinderen. # Het inlossen van de ereschuld aan Groningen 12.2. We leggen wettelijk vast dat het schadeherstel, het funderingsschadeherstel en de versterkingsoperatie In Groningen en delen van Drenthe koste wat kost en voor zolang als dat nodig is (zonder eindtermijn) uitgevoerd zal worden. . Schade aan woningen wordt daarbij op zo'n manier hersteld, dat bij toekomstige bevingen nieuwe herhaalschade voorkomen wordt. Van schade tot 60.000 euro hoeft niet meer te worden aangetoond dat die door gaswinning komt. Dat betreft 99 procent van de huizen met schade. De complexe gevallen worden versneld en met maatwerk samen met de bewoner opgelost. 12.3. Wij willen dat de Groningse kinderen weer vertrouwen krijgen in de toekomst in hun provincie. Wij blijven ruimhartig in de toekomst van Groningen investeren, de regio waaraan Nederland decennialang vele miljarden verdiende. Zo zal er ruimhartig worden geinvesteerd in mobiliteit, de Nedersaksenlijn en de Lelylijn, maar ook in een sociale agenda voor Groningen en het behoud van buurthuizen, busverbindingen en andere voorzieningen. ## Lokaal georganiseerd bestuur 12.4. We geven gemeenten voldoende geld om te kunnen investeren in bibliotheken, bushaltes, zwembaden buurthuizen en goede scholen voor onze kinderen. Want eenmaal weg, komen deze voorzieningen niet snel meer terug en zonder plekken --- pdf_page: 88 --- om elkaar te ontmoeten, neemt de verbinding af. Om die reden draaien wij de opschalingskorting vanaf 2026 in het Gemeentefonds terug en investeren we extra in de lokale overheid. 12.4.1. Als gemeenten nieuwe wetten -denk bijvoorbeeld aan de Europese wetten op het gebied van digitalisering- of regelingen moeten uitvoeren krijgen zij hiervoor ook de middelen. 12.4.2. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de behoeften van de drie bijzondere gemeenten in het Caribisch gebied (Bonaire, Saba en Sint Eustatius), zodat de burgers die daar wonen eerlijke kansen voor maatschappelijke ontwikkeling krijgen. 12.5. We geven gemeenten ook meer vrijheid voor de uitvoering van taken, zoals de bijstand en participatiewet. Met die ruimte kunnen ze meer maatwerk leveren. We maken helder welke taken door de gemeenten kunnen worden vervuld en wat de rijksoverheid doet. Daarbij geldt als vuistregel: zoveel mogelijk lokaal en decentraal, tenzij het alleen centraal kan. Als een taak te ingewikkeld is voor een kleine gemeente, dan kunnen deze taken door de provinciale of regionale samenwerkingsverbanden worden gedaan. 12.6. De overheid moet letterlijk dichtbij zijn; ze is van ons allemaal. We stoppen daarom met gedwongen gemeentelijke herindelingen en schaffen de financiële prikkel om te fuseren af. 12.7. We geven volop ruimte aan goede ideeën uit de samenleving. Burgerinitiatieven juichen we toe. Het uitdaagrecht wordt als specifieke vorm van participatie wettelijk vastgelegd. 12.8. Burgerberaden kunnen een bijdrage leveren aan het democratisch functioneren van onze samenleving. Door mensen met elkaar het gesprek aan te laten gaan en zeggenschap te geven over hun eigen toekomst ontstaat meer betrokkenheid van mensen bij hun eigen dorp, stad of regio. 12.9. Wij willen de vertegenwoordiging van de regio's in de politiek verbeteren door de invoering van een regionaal kiesstelsel met behoud van de evenredige vertegenwoordiging. In dat geval vergroten we tevens het parlement om de verhouding tussen het aantal Kamerleden en de omvang van de Nederlandse bevolking weer in balans te brengen en de band tussen kiezer en gekozene vitaal te houden. Om het werk van Kamerleden verder te faciliteren wordt het budget voor fractieondersteuning uitgebreid. Daarnaast willen wij dat de verkiezingen voor de Provinciale Staten weer om de provincie zelf gaan draaien. Daarom --- pdf_page: 89 --- koppelen we het moment van de Eerste Kamerverkiezing los van de Provinciale Statenverkiezingen. Ook voeren we een driejaarlijkse verkiezing in van de halve Eerste Kamer. We verlengen de zittingstermijn van de Eerste Kamer hiervoor van vier naar zes jaar. 12.10. Lokale politieke partijen krijgen net als landelijke partijen financiering vanuit de overheid. Omdat gemeenten fors meer taken en verantwoordelijkheden hebben gekregen zorgen we dat raadsleden ook meer tijd hebben om volksvertegenwoordiger te zijn door hun vergoeding te verhogen. In de breedte investeren we in goede ondersteuning voor volksvertegenwoordigers op landelijk, provinciaal én lokaal niveau. 12.11. De overheid moet in het contact met burgers een gezicht hebben en aanspreekbaar zijn. Op elke brief van de overheid staat een naam en telefoonnummer dat gebeld kan worden bij vragen. Naast digitaal, telefonisch en schriftelijk contact moet ook een fysiek loket voor contact mogelijk blijven. 12.12. We verspreiden overheidsinstanties over het land. Zo komt er een netwerk van rijkskantoren in de verschillende delen van het land. Het gaat dan vooral om diensten die in heel Nederland actief zijn, zoals de Belastingdienst of het UWV, maar ook om de ministeries voor landbouw en verkeer. # Dienstbaar bestuur 12.13. De overheid zal beter functioneren als burgers worden gezien als deel van de oplossing in plaats van als een probleem. Nodig is een openbaar bestuur dat handelt vanuit vertrouwen. Ambtenaren, leraren en zorgmedewerkers worden murw gebeukt met onzinnige beleidsregels en administraties. We schrappen beleidsregels die amper effect hebben. We snijden in het aantal administraties, protocollen en voorschriften. Ook is het nodig om extra te investeren in onze uitvoeringsorganisaties om de overheid slagvaardiger te maken. 12.14. De overheid moet een menselijk gezicht tonen als fouten van burgers onevenredig hard uitpakken. Denk aan een hoge boete voor een klein foutje waardoor iemand in de schuldhulp belandt. Hiervoor passen we de Algemene Wet Bestuursrecht aan. 12.15. De rechtsbescherming voor burgers bij geautomatiseerde besluitvorming door de overheid wordt versterkt via een recht op inzicht in de gegevens en de algoritmes die de overheid gebruikt. Het beroep tegen dit soort besluiten en de toetsbaarheid van onderliggende algoritmes wordt vereenvoudigd. --- pdf_page: 90 --- 12.16. We willen een beter rechtsbescherming voor burgers die in conflict zijn met een overheidsorganisatie. We zijn voorstander van een snelle invoering van de fiscale ombudsman, een belangenbehartiger die de pauze knop kan indrukken, bevoegd is een conflict met de Belastingdienst op te lossen en die rechtstreeks rapporteert aan de Tweede Kamer. 12.17. We willen dat meer maatregelen worden genomen om het gebruik van mediation te stimuleren en de kwaliteit ervan te bevorderen, zodat geschillen vroegtijdig worden opgelost en een rechtsgang wordt voorkomen. 12.18. We gaan door met een aantal wetgevingstrajecten, die mede op ons initiatief in gang zijn gezet, om de overheid te versterken en het vertrouwen van de burger te herstellen. Dat gaat om: 12.18.1. We willen meer langdurige expertise in de top van ministeries. We remmen de uit de hand gelopen carrousel van alsmaar roulerende ambtenaren af. We snijden in de inhuur van consultants en externe bureaus bij de rijksoverheid. 12.18.2. We willen een verbetering van de klokkenluidersregeling voor ambtenaren conform de aanbevelingen van de Raad van Europa. 12.18.3. We willen een lobbyverbod voor oud-ministers en een herziening van het integriteitsbeleid voor ambtenaren, bestuurders en volksvertegenwoordigers. 12.18.4. We willen de onafhankelijkheid van rijksinspecties versterken. 12.18.5. We willen het voor rechters mogelijk maken om wetten te toetsen aan grondrechten, de zogeheten constitutionele toetsing. 12.18.6. We scherpen het Wetboek van Strafrecht en de Algemene wet gelijke behandeling aan, zodat duidelijk wordt dat discriminatie van LHBTI+ verboden en strafbaar is. 12.19. Nederland is door de gezamenlijke geschiedenis nauw verbonden met de Caribische delen van het Koninkrijk: met de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en met Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die de status van een bijzondere gemeente hebben. We willen het economisch perspectief van Bonaire, Sint Eustatius en Saba verbeteren en armoede terugdringen, vooral onder ouderen en gezinnen met kinderen, en de lokale bestuurskracht versterken. Door meer financiële ruimte in de vrije uitkering vergroten we de zelfredzaamheid en beleidsvrijheid en verminderen we de bureaucratie vanuit Den Haag. Met Aruba, --- pdf_page: 91 --- Curaçao en Sint Maarten willen we wederzijdse kennisuitwisseling en culturele en economische samenwerking verder versterken. # Rechtvaardig belastingstelsel 12.20. Er moet op termijn toegewerkt worden naar een nieuw belasting- en toeslagenstelsel, waarbij toeslagen onnodig zijn en internationale organisaties en bedrijven evenredig belast worden. Ook komen er mogelijkheden voor een (beperkt) belastingstelsel voor lagere overheden. Het huidige belastingstelsel is veel te ingewikkeld geworden. Meer werken moet meer lonen. Dat is nu niet altijd het geval, want je krijgt bij meer loon minder kortingen en toeslagen, waardoor extra werken netto soms nauwelijks wat oplevert. Ook is het een stelsel dat veel inzicht en acties van mensen vraagt. Een klein foutje wordt onmiddellijk hard afgestraft. Dat moet anders. Wij willen een rechtvaardig, eenvoudig en transparant belastingstelsel, waarin je meer overhoudt van wat je zelf hebt verdiend, dan wat je van je ouders hebt gekregen. Daarom verlagen we de belasting op arbeid en verhogen we de belasting op vermogen in de vorm van een verhoging van de erf- en schenkbelasting voor grotere vermogens. We maken belastingkortingen niet meer inkomensafhankelijk, en voeren meer tariefschijven in. Op die manier wordt transparant hoeveel belasting naar draagkracht betaald wordt over het inkomen. 12.21. Het CDA streeft nog steeds een stelsel van werkelijk rendement in box 3 na. In zo'n stelsel moet de kleine spaarder ontzien worden en moet er oog voor zijn dat niet elke waardeontwikkeling zomaar liquide gemaakt kan worden. --- pdf_page: 92 --- # FINANCIËLE RUIMTE EN INVESTERINGEN --- pdf_page: 93 --- # BIJLAGE: <br> FINANCIELE RUIMTE EN <br> INVESTERINGEN Ondanks de coronacrisis en de extreem hoge energieprijzen na het uitbreken van de Oekraïne-oorlog bleek de Nederlandse economie goed in staat om de klappen op te vangen. Dit hadden we vooraf niet kunnen vermoeden. Ook de staatsschuld is maar beperkt gestegen. Onze middelgrote economie heeft kunnen meebewegen met de ontwikkeling van de wereldeconomie. De lage rente en de veerkracht van Nederlandse bedrijven hebben bijgedragen aan een sterk herstel na corona en het kunnen doen van grote investeringen in klimaatbeleid. De veerkracht van onze economie heeft echter tot nieuwe problemen geleid. Steeds meer sectoren gaan gebukt onder een tekort aan personeel. Dit drijft de lonen en de prijzen op en het maakt zelfs dat sommige bedrijven hun dienstverlening moeten beperken. Dit tekort en de duur van de krapte op de arbeidsmarkt is uniek voor Nederland. Het onderwijs, de gezondheidszorg en de bereikbaarheid vormen een onderdeel. Daarnaast is de groei van de werkgelegenheid voor een groot deel te vinden in flexwerk, met niet zelden te weinig opleidingsmogelijkheden. Dit is een van de oorzaken dat er nog een relatief groot aantal mensen is dat van een laag tot zeer laag inkomen moet zien rond te komen. De overheidsbestedingen zijn de afgelopen jaren hoog geweest. Deels was dat onvoorzien en noodgedwongen, zoals in de coronacrisis. Maar het begrotingssaldo is ook verslechterd door een optelsom van investeringen in defensie, klimaat en landbouw. Grotendeels gaan deze uitgaven nog plaats vinden in de toekomst, wat betekent dat we nu al met een verwacht begrotingstekort van 3,9\% in 2028 worden geconfronteerd. In combinatie met een lage verwachte economische groei is dit niet houdbaar. Nederland moet ervoor zorgen dat het ook in de toekomst aan zijn verplichtingen richting de burgers kan voldoen. We willen goede voorouders zijn en geen lasten doorschuiven naar de komende generatie. --- pdf_page: 94 --- # Budgettaire kaders In deze economische situatie begint de treurige situatie van het fiscaal stelsel en de belastingdienst een hinderpaal te worden voor vooruitgang. Onschuldige mensen zijn tot fiscale overtreder gemaakt; er is een wildgroei ontstaan aan fiscale regelingen; de belastingdienst is niet meer in staat om haar basistaken goed uit te voeren, laat staan om nieuw beleid te implementeren. Vanuit dat perspectief vindt het CDA dat er de komende kabinetsperiode een solide en daadkrachtig, maar ook uitvoerbaar, fiscaal en financieel-economisch beleid gevoerd moet worden. Dat betekent het volgende: De staatsschuld van het Rijk moet beperkt blijven, onder de Maastricht-criteria van 60\%. De overheidsuitgaven moeten worden aangepast en gerichte lastenverlichting en investeringen moeten worden doorgevoerd om weer toe te werken naar de 3\% begrotingstekortnorm. Duurzame arbeidsrelaties moeten gestimuleerd worden. Daarbij gaat het om een optimale arbeidsdeelname; met ruimte voor opleiding en een leven lang ontwikkelen. De Belastingdienst keert terug naar de basis, namelijk het efficiënt en rechtvaardig heffen van belastingen, naar draagkracht. Solide moet de overheid zijn, omdat zorg voor toekomstige generaties vereist dat zorgvuldig wordt omgegaan met gemeenschapsgeld. Daadkrachtig moet de overheid zijn om de rechtshandhaving beter ter hand te nemen, de klimaat- en energietransitie mogelijk te maken en de noodzakelijke investeringen te kunnen uitvoeren. Een heroriëntering van de Belastingdienst en het fiscaal instrumentarium is nodig om een gericht en rechtvaardig inkomensbeleid te kunnen voeren. ## Herijking van financiële verhoudingen De relatie tussen de rijksoverheid en decentrale overheden moet uitgaan van vertrouwen. Grote taken zijn gedecentraliseerd, soms met te weinig financiële middelen. En ondertussen blijft de rijksoverheid prioriteiten stellen die via specifieke uitkeringen en verantwoordingsmechanismen tot stand komen. Dit zorgt voor veel extra bureaucratie en accountantscontroles wat weer meer tijd en geld vraagt van gemeenten wat niet aan kerntaken kan worden besteed. Nieuwe verhoudingen moeten een einde maken aan het gestolde wantrouwen. Rijksbeleid moet gevoerd worden via het gemeentefonds, maar ook in afstemming met gemeenten hoe zij dit kunnen uitvoeren met voldoende middelen en bestuurlijke ruimte. --- pdf_page: 95 --- Ook in het onderwijs is het sturen via specifieke uitkeringen uit de hand gelopen. Ook hier moet een keer komen in de manier waarop rijksbeleid wordt vormgegeven. Minder specifieke uitkeringen en programma's en meer algemene subsidie via de lumpsumbekostiging. # Loon-prijs spiraal voorkomen De inflatie in Nederland ligt op het EU-gemiddelde. Hij daalt wel, maar te langzaam. Dit is deels het gevolg van gestegen kosten en schaarste aan personeel, maar ook de overheidsuitgaven spelen hier een rol in. Ook al zijn veel uitgaven en investeringen noodzakelijk, we dienen in het achterhoofd te houden dat inflatie de welvaart uitholt. En het zullen met name de lagere inkomens zijn die hier het meeste de gevolgen van voelen. Het rentebeleid van de Europese Centrale Bank is gericht op inflatie in de Eurozone en zal maar heel beperkt rekening houden met de Nederlandse belangen. Voor een toekomstbestendig financieel beleid en het beperken van inflatie zal de Nederlandse overheid beter moeten letten op haar eigen uitgaven. De waarde van het geld representeert het vertrouwen van de bevolking in de valuta. ## Gericht en rechtvaardig inkomensbeleid De grote onoverzichtelijkheid in toeslagen en heffingskortingen heeft het voeren van gericht armoede- en inkomensbeleid praktisch onmogelijk gemaakt. De effecten van extra bruto-inkomen op het netto-inkomen is niet meer inzichtelijk en verschilt van huishouden tot huishouden. Tegelijk zijn voor mensen met een hoog inkomen of vermogen, of een grote mate van flexibiliteit, zoals bij een eigen onderneming, de mogelijkheden vergroot om slim gebruik te maken van alle fiscale constructies. Op deze manier komen de lasten terecht bij de lage inkomens en de lusten bij de hogere inkomens. Het ondoorzichtige fiscale beleid roept misbruik op, maar het remt ook de economische ontwikkeling in Nederland. Het vestigingsklimaat lijdt onder onduidelijke en steeds veranderende wetgeving. Een vernieuwing van het belasting- en toeslagenbeleid moet gericht zijn op de uitvoerbaarheid daarvan en moet passen bij de leefwereld van mensen. De komende kabinetsperiode moet de Belastingdienst orde op zaken stellen in zowel de ICT-systemen als de uitvoeringscapaciteit, terwijl binnen de kaders zoveel mogelijk uitvoerbare verbeteringen in het stelsel worden doorgevoerd. Dat creëert ruimte voor een herziening in de periode daarna. Dit vraagt om discipline en het opstellen van een breed gedragen --- pdf_page: 96 --- plan voor herziening in de komende kabinetsperiode. Daarbij moet behoedzaam begroten ook de budgettaire ruimte creëren om de overgang naar een nieuw stelsel mogelijk te maken. --- pdf_page: 97 --- # COLOFON ## VERKIEZINGSPROGRAMMA ## Programmacommissie Ralph Diederen (voorzitter) Aart Jan de Geus Marja van Bijsterveldt Hanneke Steen Sidney van den Bergh Luce van Kempen Thomas Steenkamp ## Ondersteuning en schrijfteam Pieter Jan Dijkman Jan Willem van den Beukel Hielke Onnink Daniël Francke Hannah Bout ## Fotografie Leonard Walpot Egbert Hartman ## Vormgeving Interface Communicatie, Ede
⚠️ Voor AI gebruikers:
Kopieer de content hierboven en plak in je AI chat voor analyse.