Home
›
GL-PVDA
›
2023
Politiek.ai - GL-PvdA 2023
Voor plain text: voeg
/raw
toe aan de URL
Feedback over pdf→tekst fouten of Politiek.AI?
📋 Kopieer Content
💾 Download .txt
--- url: https://politiek.ai/tk/gl-pvda/2023 --- # ═══════════════════════════════════════ # GL-PvdA - 2023 # ═══════════════════════════════════════ --- pdf_file: "GL-PvdA_Verkiezingsprogramma_TK_2023" pdf_source_url: "https://dnpprepo.ub.rug.nl/87717/" program_title: "Samen voor een hoopvolle toekomst" party_full: "Groenlinks / P.v.d.A." election_date: "2023-11-22" total_pages: 105 token_count: 74755 pdf_page: 1 --- Samen voor een hoopvolle toekomst --- pdf_page: 2 --- # De hoogste tijd ## Voorwoord van Frans Timmermans Geen van de vele uitdagingen waar wij voor staan kan uitstel velen. Dat is de paradox van onze tijd: we hebben geen tijd te verliezen en toch is er tijd nodig voor structureel herstel. De klimaatcrisis vraagt om onmiddellijke en diepgaande actie. Actie die wel ingebed moet zijn in een plan dat decennia duurt om helemaal ten uitvoer te brengen. De sociale staat van Nederland schreeuwt om herstel gebaseerd op vertrouwen, respect en solidariteit. Armoede en uitsluiting moeten onmiddellijk worden bestreden, zodat er weer een fundament komt waar iedereen op kan rekenen en niemand doorheen zakt. Maar alleen structurele veranderingen kunnen dit duurzaam borgen. En structurele veranderingen kosten tijd. Nog nooit in de menselijke geschiedenis is het tempo van veranderingen zo hoog geweest als nu. De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel, waarbij bijna dagelijks nieuwe uitvindingen worden gedaan die de potentie hebben ons leven te verbeteren. Maar die ook de potentie hebben de verschillen in de samenleving sterk te vergroten en zelfs onze rechtsstaat, democratie en veiligheid te bedreigen. Of het nu gaat om de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis, de armoede en sociale ongelijkheid in eigen land en wereldwijd, de sturing van de razendsnelle technologische en industriële veranderingen, de bedreigingen van de internationale veiligheid, de borging van onze fundamentele rechten en vrijheden: op al deze vlakken hebben wij een moderne en goed functionerende overheid nodig. Een overheid die in staat is van uitdagingen kansen te maken zonder iemand achter te laten. Een overheid die beschermt en de vooruitgang bevordert. Er is geen uitdaging zo groot, of we kunnen deze aan. Er zijn zoveel kansen, voor iedereen, maar we moeten ze als samenleving wel grijpen. Het begint met vertrouwen. Het vertrouwen in onszelf, het vertrouwen in elkaar, het vertrouwen in een overheid die burgers vertrouwen schenkt en daarmee de basis legt om van burgers ook weer vertrouwen te krijgen. --- pdf_page: 3 --- Alleen op basis van vertrouwen kan een zo diverse samenleving als de onze de toekomst vormgeven op zo'n manier dat iedere inwoner van Nederland zich thuis kan voelen. Vertrouwen wordt hersteld als we laten zien dat we samen de boel weer op de rails zetten. Vertrouwen groeit als we elkaar met respect benaderen en behandelen. Vertrouwen bloeit als we laten zien dat solidariteit geen loze kreet is maar concreet wordt ingevuld doordat niemand meer door een ondergrens zakt en iedereen weet dat we op elkaar en op een beschermende overheid kunnen rekenen als dat nodig is. Dit vertrouwen is ook nodig omdat herstel en versterking tijd zullen vergen en van iedereen een bijdrage en soms ook offers zullen vragen. Van de sterkste schouders zal worden gevraagd ook de zwaarste lasten te dragen. Een herverdeling waarbij werk aantrekkelijker en zekerder wordt gemaakt en van winsten en kapitaal een grotere bijdrage wordt gevraagd is onontkoombaar en is de basis voor een eerlijker en duurzamer economisch model. Dit vergt een actieve aanpak die zich niet beperkt tot de landsgrenzen, maar ook internationaal werkt aan herstel van vertrouwen en een veiligere en eerlijkere wereld. Dit land heeft zoveel potentie. We hebben in het verleden zoveel zaken tot stand gebracht die anderen voor onmogelijk hielden. We gingen voorop bij de openstelling van het huwelijk tussen personen van gelijk geslacht, de bouw van de Deltawerken en later de Ruimte voor de Rivier, een wereldvermaarde sociale zekerheid en ouderenpensioen, en recenter de snelle groei van duurzame energie. Dat land waar we trots op zijn en waar anderen met bewondering naar kijken, dat kunnen we weer worden, als we samen optrekken. Het is de hoogste tijd. Aan de slag. Frans Timmermans --- pdf_page: 4 --- # Inhoud A. Samen voor een hoopvolle toekomst ..... 6 Meer zeggenschap en vertrouwen ..... 7 Een rechtvaardige duurzaamheidstransitie ..... 10 Bestaanszekerheid voor iedereen ..... 13 Een sterk Europa voor een veilige wereld ..... 16 B. Onze beleidsvoorstellen voor een hoopvolle toekomst ..... 20 E 1.1 Ambitieus en rechtvaardig klimaatbeleid ..... 20 1.2 Mobiliteit is brede welvaart ..... 24 1.3 Een innovatieve en duurzame economie ..... 26 1.4 Een toekomstbestendige financiële sector ..... 30 Een zeker bestaan voor iedereen ..... 32 2.1 Baanzekerheid met betere beloning en bescherming ..... 32 2.2 Ontspannen werken en goed werkgeverschap ..... 34 2.3 Een sociaal vangnet en goed pensioen ..... 36 2.4 We helpen mensen met problematische schulden ..... 38 Herstel van vertrouwen en democratie ..... 40 3.1 Een overheid die er weer voor ons is ..... 40 3.2 Een democratie van en voor iedereen ..... 42 3.3 De gemeenschap aan het roer ..... 44 3.4 Democratie begint bij rechtvaardigheid en inclusie ..... 45 Een bloeiende landbouw en natuur ..... 50 4.1 Rijke natuur voor welzijn van mens en dier ..... 50 4.2 Een toekomst voor natuurinclusieve landbouw en voedsel ..... 51 4.3 Nederland waterland ..... 54 --- pdf_page: 5 --- Onze publieke voorzieningen op orde ..... 56 5.1 Trots om te werken in de publieke sector ..... 56 5.2 Volkshuisvesting als publieke voorziening ..... 57 5.3 Onderwijs voor kansen en ontwikkeling ..... 60 5.4 Betaalbare en bereikbare zorg ..... 66 5.5 Veiligheid is bestaanszekerheid ..... 72 5.6 Een veilige digitale wereld met privacy ..... 75 5.7 Een rijk aanbod aan kunst en cultuur ..... 77 5.8 Wij investeren in alle regio's. ..... 80 Een sterk Europa in een veilige wereld ..... 84 6.1 Een solidair en daadkrachtig Europa ..... 84 6.2 Actief buitenlandbeleid voor veiligheid, international recht en mensenrechten ..... 86 6.3 Sterkere defensie voor een vreedzaam Europa ..... 89 6.4 Internationale samenwerking voor bestaanszekerheid en verduurzaming ..... 89 6.5 Grip op arbeidsmigratie ..... 92 6.6 Goed georganiseerd asielbeleid in Nederland ..... 94 6.7 Effectief en rechtvaardig Europees asielbeleid ..... 97 Hoe gaan we dit betalen? ..... 100 7.1 Financiële uitgangspunten ..... 100 7.2 Onze financiële keuzes ..... 101 Verantwoording en woord van dank ..... 103 BIJLAGE: onderzoeken en adviezen die ons inspireren ..... 104 --- pdf_page: 6 --- # A. Samen voor een hoopvolle toekomst We staan voor een grote opgave: bouwen aan een duurzaam Nederland waarin we allemaal de zekerheid hebben dat we ons bestaan vorm kunnen geven en ons kunnen ontwikkelen. Mensen willen weer grip hebben op hun leven en omgeving. Dat vraagt naast bestaanszekerheid om goede en voor iedereen toegankelijke basisvoorzieningen als onderwijs, huisvesting, zorg, cultuur en veiligheid. Hoewel er genoeg reden is voor zorgen over de klimaat- en biodiversiteitscrisis en de oorlog in Europa, is onze boodschap er één van hoop en optimisme. Want door de krachten te bundelen, kunnen we het tij keren. De opgaven waar we voor staan vragen om oplossingen van de lange adem. Ons programma kent daarom twee snelheden: we brengen zo snel mogelijk de basis weer op orde. En we bouwen tegelijkertijd aan de toekomst door hervormingen in gang te zetten zodat mens en natuur weer kunnen opbloeien. Zo realiseren we vooruitgang binnen de draagkracht van de aarde. En zo creëren we een samenleving die weer samenleeft. Waar het fijn is om te wonen en je gelijkwaardig wordt behandeld, ongeacht wie je ouders zijn en waar ze vandaan komen en wat je gender of seksuele voorkeur is. leder mens telt en moet zichzelf kunnen zijn. Om te bouwen aan een hoopvolle toekomst hebben we alle handen, hoofden en harten in dit land hard nodig. Want als we het anders willen doen, zullen we het ook anders moeten doen. Dit programma staat daarom in het teken van het heruitvinden en moderniseren van de overheid, het realiseren van daadwerkelijk groene politiek, het bieden van bestaanszekerheid, het aanpakken van ongelijkheid en het bijdragen aan een sterk Europa voor een veilige wereld. Dat doen we niet alleen voor onszelf, maar ook voor de generaties na ons. Samen kunnen we dat. --- pdf_page: 7 --- # 1. Meer zeggenschap en vertrouwen Ons ideaal: vooruitgang voor iedereen binnen de draagkracht van de aarde. Dat bereiken we door elkaar weer te gaan vertrouwen en samen de schouders eronder te zetten. Daar is in de eerste plaats een betrouwbare, inclusieve en behulpzame overheid met visie voor nodig. De maatschappelijke problemen waarmee we te maken hebben, zijn het resultaat van politieke en beleidsmatige keuzes. Een decennialange focus op geld, rendement en bezit heeft geleid tot de uitbuiting van mens en planeet. Een kleine groep welgestelden heeft daar goed van geprofiteerd, maar ten koste van het welzijn van de rest. Vooral bij jongeren zien we juist een optelsom van problemen. Hun leven staat feitelijk in de wachtstand: ze vinden geen betaalbare woning, kunnen niet rondkomen van hun werk en maken zich terecht de meeste zorgen over de klimaat- en biodiversiteitscrisis. Hun vooruitgang staat nu én in de toekomst op het spel. ## Wij keren het tij Het goede nieuws is dat als iets het gevolg is van politieke keuzes, we met andere keuzes het tij kunnen keren. Dat blijkt ook uit verschillende initiatieven van experimenterende gemeenten, enthousiaste burgercollectieven en moedige bedrijven. Zo heeft de gemeente Eindhoven het Philips-landgoed de Wielewaal gekocht, waar inwoners gaan genieten van schone lucht en natuur. In Tilburg, Zaanstad en Amsterdam krijgen mensen in de bijstand extra geld, en Utrecht schrapte strenge bijstandsregels voor jongeren. In de regio Twente zorgt het Twents Fonds voor Vakmanschap ervoor dat inwoners zich kunnen bijscholen. De gemeente Groningen voerde met succes basisbanen in. In Maastricht gaan ze voortvarend aan de slag met het vergroten van sociale veiligheid onder jongeren. En het project van Stichting Leerorkest Nederland zorgt ervoor dat kinderen uit arme wijken een instrument leren bespelen. Inspirerend zijn ook groepen burgers die zich verenigen en zeggenschap claimen. Denk aan al die energiecoöperaties die hun eigen wind- of zonne-energie opwekken. Of aan initiatieven waar men samen natuurinclusieve groente, fruit, zuivel en vlees produceert. Of denk aan Austerlitz Zorgt, een coöperatie waarin inwoners thuiszorg, dagbesteding en huishoudelijke hulp organiseren. Of aan de ontelbare informele zorgnetwerken en initiatieven in kwetsbare wijken waar bewoners elkaar vooruithelpen. Dat het loont om mens en natuur boven winstmaximalisatie te zetten, laten ook talloze bedrijven zien. Bekende voorbeelden hiervan zijn de Triodos Bank, Fairphone en True Price. Het mag duidelijk zijn: als de overheid haar burgers vertrouwt en ons steunt om onze eigen omgeving mede vorm te geven, is er oneindig veel mogelijk. ## Een betrouwbare overheid die vertrouwen geeft Een hoopvol Nederland begint bij een overheid die werkt vanuit het besef dat zij er voor de burgers is en niet andersom. Provincies en gemeenten laten zien dat een overheid vertrouwen kan geven, door bijvoorbeeld verstikkende regels op te rekken, inwoners de hulp te bieden die ze nodig hebben en hun invloed te geven in de besluitvorming. Dat vraagt om een herstel van de balans tussen Rijk, provincies en gemeenten. En om vertrouwen en de middelen om deze belangrijke taken goed te kunnen uitvoeren. De gaswinning in Groningen, het toeslagenschandaal, het verdwijnen van publieke voorzieningen en de verschraalde ouderenzorg, hebben geleid tot een diep wantrouwen in de overheid. Doorgeslagen digitalisering, verouderde ICT-systemen, complexe regels en institutioneel racisme werken dat wantrouwen verder in de hand. --- pdf_page: 8 --- Het kan niet langer zo zijn dat technocratisch beleid over de samenleving wordt afgekondigd zonder dat daarbij op de voorgrond wordt gekeken naar hoe burgers het ervaren. De rol van experts en hun specialistische kennis is en blijft van waarde, tegelijkertijd stellen we het leven van de burger voorop bij de totstandkoming van beleid. ${ }^{[2]}$ Bij nieuwe regels en maatregelen wordt altijd gecheckt of deze aansluiten bij eenieders kunnen en wat het mogelijke effect ervan is op toekomstige generaties. ${ }^{[3]}$ We verankeren ervaringskennis in de vorming, uitvoering en evaluatie van beleid. Zo slaan we een brug tussen systeemen leefwereld. De tweeënhalf miljoen Nederlanders die moeite hebben met lezen, rekenen en het gebruik van een computer of smartphone, zien we niet langer over het hoofd. Een overheid die vertrouwen in haar burgers heeft, geeft zeggenschap en steun. Dat betekent dat burgers veel vaker direct mogen meebeslissen over beleid via referenda en burgerberaden. Of dat burgers vaker zelf een plek krijgen aan de bestuurstafels van publieke voorzieningen zoals de woningcorporatie. Als aanvulling op onze publieke voorzieningen en het sociale vangnet van de overheid, geven we ruim baan en ondersteuning aan sociale en duurzame burgercollectieven. ${ }^{[1]}$ We garanderen dat deelname hieraan nooit afhankelijk is van de dikte van je portemonnee of het kennen van 'de juiste' mensen. En we zorgen ervoor dat de directe omgeving meeprofiteert van dit soort coöperatieve initiatieven. Niet alleen de aandeelhouders, ook werkenden moeten invloed kunnen uitoefenen op het bedrijf waar ze tijd en energie in steken. We willen dat ze meer invloed krijgen op belangrijke beslissingen zoals de sociale en ecologische koers van de organisatie waarvoor ze werken. Dat kan door hun bijvoorbeeld een plek te geven aan de bestuurstafels in grote bedrijven en door de positie van ondernemingsraden en vakbonden te verstevigen, maar ook door als overheid actief nieuwe coöperatieve bedrijven aan te moedigen. Vanwege de enorme maatschappelijke impact van veel grote bedrijven krijgt ook de omgeving wat ons betreft een adviserende stem aan deze bestuurstafels. Als belangrijke stap naar economische democratie pleiten we voor een maatschappelijke raad voor grote ondernemingen: niet alleen medewerkers, maar ook omwonenden, leveranciers, vertegenwoordigers van de natuur, gebruikers en klanten gaan meedenken over bedrijfsbeleid dat hen en hun omgeving raakt. # Grip op de publieke zaak Gezien de klimaat- en biodiversiteitscrisis en de bestaanszekerheidscrisis maken we regelgeving weer leidend die werkenden, natuur en het milieu beschermt. In onze groenere en socialere samenleving van de toekomst is er volop werkgelegenheid en welzijn. Maar we weten ook dat wat goed is voor grote bedrijven, niet per definitie goed is voor de samenleving als geheel. Bedrijven die normen voor geluid of stikstof overtreden of illegaal afval lozen, kunnen daar niet meer mee wegkomen. Wij gaan de brede welvaart van alle regio's van Nederland bevorderen. ${ }^{[4]}$ Lang werd er volop in de Randstad geïnvesteerd, terwijl elders buslijnen, bibliotheken en ziekenhuizen verdwenen. Maar ook binnen steden werd aandacht ongelijk verdeeld. In de tientallen wijken die als kwetsbaar zijn aangeduid, gaan we meer investeren. We kijken daarbij naar samenhang in kansen op werk, gezondheid, onderwijs en een gezonde en veilige leefomgeving. We zorgen voor meer publieke regie op onze zorg, volkshuisvesting, openbaar vervoer, energie en kinderopvang. We beteugelen de macht van de markt en de financiële sector op onze publieke voorzieningen. Daar waar nodig draaien we privatiseringen terug. Het publiek maken van warmtenetten is daar een goed voorbeeld van. Het weghalen van marktwerking in de kinderopvang en de ouderenzorg lijkt ons een mooie volgende stap. --- pdf_page: 9 --- Als we willen dat de overheid weer de regie pakt, dan moet ze de kennis en kunde in huis hebben om dat te kunnen doen. Wij investeren daarom weer in expertise bij de overheid, omdat dat tot een groter zelfreflectief vermogen, betere regels én een betere uitvoering leidt. Het is ironisch dat de overheid is gaan leunen op adviesbureaus, terwijl ze de adviezen van de eigen planbureaus en adviesraden in de wind slaat. Na de toeslagen- en Groningsgas-schandalen zei de Nationale Ombudsman: 'Ik wil een overheid die mijn rapporten leest.' Wij nemen deze verzuchting uiterst serieus. In de voetnoten kun je daarom lezen door welke adviezen we ons hebben laten inspireren. --- pdf_page: 10 --- # 2. Een rechtvaardige duurzaamheidstransitie Klimaatverandering raakt ons allemaal en vraagt om een overheid die de regie neemt. Door nu in te grijpen voorkomen we verder menselijk leed en onherstelbare economische en ecologische schade. Dat is niet alleen noodzakelijk voor onszelf, maar ook voor volgende generaties en voor diegenen op de wereld die het zwaarst getroffen worden door de klimaat- en biodiversiteitscrisis. ${ }^{55}$ Daarom stellen we in het denken over onze economie en samenleving klimaat en natuur meer centraal. ## Een eerlijke transitie De ecologische crises en onze bestaanszekerheid zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar. We bouwen aan een groenere samenleving met brede welvaart, werkgelegenheid en bestaanszekerheid. Terwijl veel mensen zich grote zorgen maken over het klimaat en de natuur, maken velen zich tegelijk terecht zorgen over de vraag wat de duurzaamheidstransitie voor hen betekent. Werk verandert, banen verdwijnen, lusten en lasten verschuiven, en we zullen economische en ruimtelijke keuzes moeten heroverwegen. Beide zorgen zijn uiterst serieus te nemen. Want als we niks doen wordt de aarde warmer en worden mensen armer. Een rechtvaardige transitie begint bij het op orde brengen van de basis. Als mensen onzeker zijn over werk, een huis, een veilige en gezonde leefomgeving en onderwijs (allemaal sociale grondrechten), hebben ze weinig controle op het eigen leven. In zulke omstandigheden is er weinig draagkracht en is elke verandering er één teveel. We creëren volop nieuwe banen en kansen, verlichten de lasten op werk en scheppen ruimte voor een duurzame en welvarende toekomst. Bestaanszekerheid, solidariteit en rechtvaardigheid zijn de centrale waarden in de aanpak van de ecologische crises. In buurten, wijken en regio's met de meeste klimaatstress en energiearmoede leveren we de grootste inspanningen. Het wringt dat Teslarijders subsidie krijgen, terwijl anderen het moeten doen met radiatorfolie of een tochtstrip. De middenklasse die wel wil verduurzamen, maar niet weet hoe, ontzorgen we maximaal. Van bedrijven en mensen die het meest bijdragen aan de vervuiling en de uitputting van schaarse hulpbronnen, vragen wij de grootste bijdrage aan de oplossing. Uiteraard willen we af van de miljarden euro's aan fossiele subsidies. Daarom beginnen we onmiddellijk met het afbouwen ervan. Vervuiling, luxeconsumptie en grote vermogens belasten we zwaarder. Dit geld gebruiken we voor een grootscheeps offensief om mensen te helpen en te ontzorgen die niet in staat zijn hun huizen aardgasvrij te maken, tegen hitte en kou te beschermen of zonnepanelen te kopen. We zorgen voor brede pakketten aan steunmaatregelen, voor om- en bijscholing en sociale vangnetten voor mensen die nadelen van de transitie ervaren. --- pdf_page: 11 --- # Een groene welzijnseconomie Economische groei is voor ons geen heilig doel, het geluk en de gezondheid van de hele samenleving zijn dat wel. We zorgen voor een groene welzijnseconomie waarin iedereen een stabiel bestaan kan hebben. Een economie dus die ten dienste staat van mensen in plaats van andersom, die klimaatneutraal is en rekening houdt met de grenzen van de planeet en die het dierenwelzijn vergroot. Daarom zetten we 'brede welvaart' centraal. ${ }^{20}$ Dat wil zeggen: voortaan meten we vooral datgene wat van belang is voor de kwaliteit van leven hier en nu, voor toekomstige generaties en voor mensen elders in de wereld. Het gaat dan naast goed werk bijvoorbeeld ook om gezondheid, kwaliteit van de leefomgeving, gelijke kansen, gemeenschapsgevoel en zinvolle vrijetijdsbesteding. Groene en sociale ondernemers zijn onze bondgenoot, die helpen we vooruit. De overheid gaat duurzaam ondernemerschap en ecologische innovatie breed ondersteunen en stimuleren. Met innovatie-, omscholings- en opleidingsfondsen creëren we de banen van morgen en maken we van de transitie een kans. Sta-in-de-weg-regels schaffen we af en de overheid gaat veelbelovende doorbraken, zoals vernieuwende batterijtechnologie, meefinancieren. Ondernemers die de brede welvaart vergroten en die willen vergroenen kunnen op onze hulp rekenen. We versnellen de verduurzaming van bedrijventerreinen. We lossen de overbelasting van het elektriciteitsnetwerk op door netten te verzwaren en op het elektriciteitsnet voorrang te geven aan duurzame en sociale activiteiten die passen bij de groene welzijnseconomie. Een groene welzijnseconomie vraagt duidelijkheid in doelen: in 2035 realiseren we een klimaatneutrale elektriciteitsvoorziening en in 2040 een klimaatneutrale industrie en samenleving. Dat betekent dat we niet meer CO2 uitstoten dan dat de aarde kan opnemen. Tot slot sluiten we ons aan bij de ambitie van de Europese Unie om onze economie volledig circulair te laten draaien in 2050: schone energie en natuurlijke grondstoffen blijven zoveel mogelijk in kringloop. Spullen worden zo ontworpen dat de mogelijkheden voor reparatie en hergebruik optimaal zijn. Giftige stoffen faseren we uit. ## Groene industriepolitiek Wij stappen over op een groene industriepolitiek, met een vooruitstrevend, groen en rechtvaardig industriebeleid. Zo stellen we het Nederlandse verdienvermogen zeker en bieden we duidelijkheid over de economische activiteiten die we nog kunnen en willen faciliteren. Een groene industriepolitiek betekent opbouw, ombouw en afbouw van bepaalde sectoren. We bouwen een Nederlandse en Europese economie op die sterk is in de maakindustrie en hoogwaardige technologie. We investeren daarom in vakmanschap en technologisch onderwijs. Zo verstevigen we de marktpositie van onze bedrijven binnen Europa en maken we deze toekomstbestendig. Dat verkleint ook de afhankelijkheid van andere landen voor de productie van onmisbare producten, zoals zonnepanelen, medicijnen en chips. We accepteren het niet langer dat omwonenden ziek worden van vervuilende fabrieken en dat mensen en grondstoffen in het mondiale Zuiden worden uitgeput. Nederland is geen paradijs voor energie slurpende raffinaderijen, kunstmestfabrieken en datacentra. Daarom sturen we actief op eerlijke lonen en goed werkgeverschap, duurzame productieprocessen en minimale belasting voor de leefomgeving en omwonenden. --- pdf_page: 12 --- Neem bijvoorbeeld de bio-industrie. Die stoot veel broeikasgassen uit, behandelt dieren op een afschuwelijke wijze en draait voor het grootste deel op arbeidsmigranten die onder erbarmelijke omstandigheden werken. Dat terwijl de productie bedoeld is voor export. We ondersteunen boeren om in plaats van schaalvergroting te kiezen voor een duurzaam en natuurinclusief model, waarmee hun grond ook vruchtbaar blijft voor de generaties na hen. De mens als heerser over de natuur en dieren maakt plaats voor het besef dat wij als mens afhankelijk zijn van een functionerend ecosysteem met een rijke biodiversiteit. We rekenen op de financiële sector: bij het bankwezen, de verzekeraars, pensioenfondsen en vermogensbeheerders jagen we fossielvrij beleggen aan. Voor de intensieve industrie komt er een klimaatplicht: harde wettelijke eisen over afbouw van de CO2-uitstoot. Maar welzijn houdt niet op bij de landsgrenzen. Om te voorkomen dat vervuilende bedrijven hun activiteiten naar het buitenland verplaatsen, vergroenen we zoveel mogelijk in Europees verband. Met gerichte innovaties en investeringen in nieuwe technologieën en werkwijzen kunnen we van Nederland een groen gidsland maken. --- pdf_page: 13 --- # 3. Bestaanszekerheid voor iedereen Een vrij, zeker en waardig bestaan voor iedereen begint bij zekerheid van werk, inkomen en de toegang tot publieke voorzieningen, maar houdt daar zeker niet mee op. Het betekent ook dat je in vrijheid en naar eigen inzicht je talenten kunt ontwikkelen en daar de nodige ondersteuning voor krijgt. En dat je je gezien, gehoord en gerespecteerd voelt. Dit vraagt om solidariteit en gemeenschapszin. De overheid en politiek moeten daarin het goede voorbeeld geven. ## Publieke voorzieningen als basis van de samenleving Iedereen doet ertoe. We maken ons hard voor de groeiende groep mensen die hun hoofd niet of nauwelijks boven water kan houden. De toenemende armoede en ongelijkheid maakt ongelukkig en ziek, zet mensen tegen elkaar op en ondermijnt de toekomst van veel kinderen en jongeren. De verzorgingsstaat die door zijn morele ondergrens is gezakt, aanvaarden wij niet langer. Daarom verruimen en verlengen we het bestaanszekerheidsbeleid ${ }^{[7]}$ en krijgt iedereen voldoende inkomen om een waardig bestaan te kunnen leiden. ${ }^{[8]}$ In een modern land is er gelijk loon ongeacht je gender, is er diversiteit in de top van organisaties en moet iedereen zich veilig kunnen voelen. Discriminatie op welke grond dan ook, (institutioneel) racisme, (seksueel) grensoverschrijdend gedrag of andere vormen van sociale uitsluiting zijn onacceptabel en moeten stevig worden aangepakt. We accepteren dit niet op de werkvloer, niet in de openbare ruimte en niet achter de voordeur. Het is aan de overheid om actief te handelen bij vermoedens van discriminatie en om op te treden en slachtoffers onvoorwaardelijke steun te bieden. Nog te vaak worden publieke voorzieningen weggezet als 'collectieve lasten' die slecht zouden zijn voor de economie. Wij zien publieke voorzieningen als investeringen in de samenleving. Want de sociale zekerheid, de zorg, kunst en cultuur, sport, het onderwijs en de volkshuisvesting zijn stuk voor stuk sectoren die aan de basis staan van een vitaal, veerkrachtig, vindingrijk en hoopvol Nederland. Deze sectoren zijn een cruciaal onderdeel van onze economie en samenleving, en moeten voor iedereen beschikbaar en toegankelijk zijn, nu en in de toekomst. ## Een goede start Ieder kind verdient een goede start. We werken toe naar kinderopvang als gratis basisvoorziening, gaan de strijd aan met de vroege selectie en onderadvisering in het onderwijs en maken de bijles- en coachingsindustrie op termijn overbodig. Zo voorkomen we dat achterstanden vroeg worden opgelopen. Concurrentie en competitie zijn niet langer zaken waar we jongeren mee opzadelen. We maken van leraar weer een hooggewaardeerd beroep en zetten vol in op kwaliteitsvol publiek onderwijs. Goed onderwijs en een groene toekomst komen ook hier samen. Kinderen zitten nog veelal in schoolgebouwen uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Het grootschalig opknappen, vernieuwen, verduurzamen en veiliger maken van de scholen en de schoolomgeving is voor ons een essentieel onderdeel van een goed leerklimaat. Mbo-studenten worden nog steeds niet overal gelijkwaardig behandeld ten opzichte van studenten aan de hogeschool of universiteit. Dat is onrechtvaardig en trekken we recht. Daarnaast is het onwenselijk dat er tussen theoretische en praktische beroepen zo'n groot verschil in beloning zit. Iedereen draagt op zijn eigen manier bij aan de arbeidsmarkt en verdient daarvoor waardering en respect. --- pdf_page: 14 --- # De kwaliteit van werk We grijpen de duurzaamheidstransitie aan voor het fundamenteel anders organiseren van de arbeidsmarkt. Arbeid zien we als motor van emancipatie; arbeid biedt grip op het leven, brengt trots en brood op de plank. Voorop moet staan dat iedereen die kan werken de garantie krijgt op een baan. Ook daarom bouwen we aan een economie met maximale groene en goede werkgelegenheid. Voor degenen die geen baan kunnen vinden, bieden we zinvolle basisbanen aan waarvan je kunt rondkomen. We herwaarderen sociale ontwikkelbedrijven. Kwaliteitsvol werk behelst meer dan een goede beloning, een zeker contract en veilige arbeidsomstandigheden. De kwaliteit van werk gaat juist ook om de inhoud van het werk en de mate van ervaren autonomie en zeggenschap. Tijdelijke oproepkrachten, flexwerkers en zzp'ers verdienen bescherming en mogelijkheden om zich te verenigen. Mensen die lekker in hun vel zitten en zich gewaardeerd voelen, kunnen veranderingen aan. Nederland is een verzorgingsstaat voor renteniers die niet werken, maar geld voor zich laten werken. We willen dat inkomen uit vermogen niet langer gunstiger wordt belast dan inkomen uit werk. Samen met de Europese Unie en de rest van de wereld maken we een einde aan de mogelijkheid voor bedrijven en vermogende particulieren om belasting te ontwijken met slimme trucs en brievenbussen op de Zuidas. Nederland als belastingparadijs wordt verleden tijd. Wij investeren in een eerlijke economie met groene innovaties en nieuwe banen. ## Wonen voor perspectief en duurzaamheid ledereen heeft recht op een goede en duurzame woning. Wij gaan woningen weer zien als een basisvoorziening in plaats van een verdienmodel voor pandjesbazen en overzeese investeerders. De overheid neemt de regie en zorgt voor grote aantallen betaalbare woningen: door woningen voor lage en middeninkomens te laten bouwen, huren verder te maximeren, te voorzien in meer sociale huurwoningen en grond terug in handen te krijgen. Speciale aandacht komt er voor de huisvesting van jongeren, ouderen en mensen met noodzakelijke beroepen zoals verzorgenden en leraren. Dakloosheid zien we ook als een woon- in plaats van enkel een zorgvraagstuk. Dat wonen en duurzaamheid niet los van elkaar kunnen worden gezien, toont de stikstofcrisis - of beter natuurcrisis - scherp aan. De bouw van nieuwe woningen stagneert op veel plaatsen. Als antwoord daarop zetten we in op splitsing van grote woningen en het verbouwen van panden die leegstaan. Ook stimuleren we in dichtbevolkte gebieden bouwlagen op bestaande woningen. Daar waar er inwoners bijkomen, moeten er ook publieke voorzieningen bijkomen. ## Gezondheid is meer dan niet ziek zijn Voor grip op je leven is gezondheid van het allergrootste belang. En dat is zoveel meer dan niet ziek zijn. Van het totale zorgbudget wordt nu een minimum besteed aan gezondheidsbevordering, preventie, sport en bewegen. Inzetten op publieke gezondheid is nodig, waarbij dus ook wonen, werk, inkomen, onderwijs, schone lucht, schoon water, rijke natuur en een veilige omgeving gezien worden als onderdeel van wat gezond is. Daarom gaan we gezondheidsdoelen wettelijk verankeren. ledere Nederlander, jong en oud, krijgt met de vergrijzing te maken. Met minder mensen moeten we voor meer mensen gaan zorgen. Dat vraagt om een brede blik op passende zorg, wonen, (samen)werken en de arbeidsmarkt. We stimuleren en bevorderen de samenwerking tussen zorgorganisaties, informele zorg en mantelzorgers. In gelijkwaardigheid zorgen we samen voor hulpbehoevende ouderen van nu en morgen. --- pdf_page: 15 --- Of het nu de ggz, jeugdzorg, gehandicaptenzorg, ouderenzorg of de bredere zorg betreft, de marktwerking en verantwoordingsdrift zijn doorgeslagen. Om alle problemen op te lossen gaan we er simpelweg niet meer komen met rommelen in de marge. Te veel mensen krijgen nu niet de zorg waar ze wel recht op hebben. En lichte zorg, die snel winst oplevert, verdringt steeds vaker zwaardere zorg. We beteugelen de concurrentie in de zorg en dwingen samenwerking af. Zorg wordt weer een breed toegankelijke basisvoorziening. Zo zorgen we ervoor dat zorg weer betaalbaar en bereikbaar wordt voor iedereen. Personeelstekorten gaan we te lijf door een andere organisatie van de sector, vaste contracten met aansluitende diensten, een goed salaris, opleidingsmogelijkheden en zeggenschap over het werk. # Het belang van culturele verrijking Cultuureducatie en culturele participatie zijn cruciale bouwstenen voor een samenleving die diversiteit omarmt en sociale cohesie bevordert. Kunst is als een spiegel die toont wat mooi is of verbeeldt hoe het anders had kunnen zijn.Juist in een samenleving waar onderling vertrouwen en respect broos zijn, is kunst en cultuur belangrijk. Naast overdracht van cultureel erfgoed nodigen kunst en cultuur uit tot debat en het laat licht schijnen op nieuwe perspectieven. Het is de zuurstof van een inclusieve samenleving. Daarom willen wij dat kunst en cultuur toegankelijk zijn voor iedereen, ongeacht afkomst of inkomen. --- pdf_page: 16 --- # 4. Een sterk Europa voor een veilige wereld Het is oorlog in Europa. De Russische aanval is niet alleen gericht tegen Oekraïne, maar wil de internationale rechtsorde ontwrichten en het vredesproject van de Europese Unie ondermijnen. De Oekraïners vechten dus ook voor ons en verdienen onze aanhoudende steun. We kunnen niet anders dan de ideeën die ten grondslag liggen aan de Europese Unie - vreedzame samenwerking op basis van overleg en regels - vurig verdedigen. De macht verschuift. Er is emancipatie en vooruitgang in het mondiale Zuiden, maar er is ook toenemend autoritarisme, conflict en ongelijkheid. Wat elders gebeurt, heeft direct gevolgen voor ons land. Denk aan de hoge energiekosten, de klimaatverandering of de impact van terrorisme en technologie. We moeten onze veiligheid en daarmee onze bestaanszekerheid sterker verdedigen. Dat doen we door te investeren in actieve diplomatie, defensie en internationale samenwerking. En we blijven werken aan de bevordering van de internationale rechtsorde, de universele rechten van de mens, duurzame ontwikkeling en internationale solidariteit. ## Europese samenwerking en autonomie We pleiten voor een sterke EU die haar waarden naleeft, haar democratie verbetert, de rechtsstaat en mensenrechten beschermt, hoge sociale standaarden zet en ecologische grenzen respecteert. Zo versterken we de cruciale Europese strategische autonomie, krijgen we grip op belastingontwijking en verbeteren we de kwaliteit van leven van alle Europeanen. De doorgeschoten afhankelijkheid van Russisch gas heeft Europa een les geleerd: voor veel grondstoffen en andere onmisbare goederen, zoals zonnepanelen, is de EU te afhankelijk van autoritaire landen, zoals China. We moeten voorkomen dat China onze economie en onze energietransitie in gijzeling kan nemen. De EU moet daarom zuiniger omgaan met energie en grondstoffen en fors investeren in hernieuwbare energie. Ook moet ze haar toeleveringsketens diversifiëren, meer groene energietechnologie produceren binnen haar grenzen en energie besparen. Alleen als sterke, solidaire en groene samenleving kunnen we de wereld aan. We willen een steviger toezicht op de rechtsstaat en democratie in de EU-lidstaten en minder veto's. Een sterk Europa vergt Europese solidariteit. Een sterk Europa vergt ook lidstaten die ruimte krijgen om te bouwen aan een stevige publieke en collectieve sector, waarbij ze niet meer gedwongen kunnen worden om de zorg of het openbaar vervoer over te laten aan de principes van de vrije markt. Door solidariteit voorop te stellen zorgen we ervoor dat niemand achterblijft in de ecologische transitie. Strategische autonomie van Europa vereist ook technologische macht. De sterke afhankelijkheid van buitenlandse platforms, software en hardware stelt Europa bloot aan Chinese spionage, economische dwang en Amerikaans surveillancekapitalisme. Wij willen dat de EU haar schaalgrootte benut om technologie te ondersteunen, te ontwikkelen en aan regels te verbinden die recht doen aan Europese waarden. We zetten daarom in op betrouwbare opensourcesoftware én -hardware en een cloud waarin onze data veilig zijn. Wat betreft kunstmatige intelligentie zijn onze mensenrechten leidend. --- pdf_page: 17 --- De schaarste van defensiematerieel en de grote afhankelijkheid van de VS maken Nederland en Europa kwetsbaar. Het opbouwen van een sterke Europese pijler binnen het NAVO-bondgenootschap is daarom noodzakelijk. Daar hoort bij dat we extra defensie-investeringen doen en voldoen aan de NAVO-norm van $2 \%$. Om dit goed vorm te geven moet er op Europees niveau worden samengewerkt bij het vervullen van NAVO-capaciteiten, de inkoop van materieel en de intensivering van de Europese defensie-industrie. Hierbij is het zaak om de overwinsten van de defensie-industrie aan banden te leggen door hier heffingen op in te voeren, zodat gemeenschapsgeld terugvloeit naar de staatskas. Tegelijkertijd zetten we ons in voor een kernwapenvrije wereld, dragen we ons steentje bij aan het bevorderen van de internationale rechtsorde en is er ruimte voor deelname aan vredesmissies. Want hoewel we onszelf en onze waarden beter moeten verdedigen, is en blijft vrede het achterliggende doel. # Gelijkwaardige partnerschappen en internationale solidariteit Wie het verleden onder ogen ziet, kan werken aan een gedeelde toekomst. Te vaak keert Europa het mondiale Zuiden de rug toe. Het Zuiden stond bijvoorbeeld achter in de rij bij de verdeling van coronavaccins. Het Zuiden loopt inkomsten mis doordat Nederland nog altijd een doorsluisland is voor belastingontwijkende multinationals. En we zien hoe ons koloniale en slavernijverleden doorwerkt in het heden en de relatie tussen Europa en het mondiale Zuiden nog steeds belast. Nog altijd maken Europese bedrijven zich schuldig aan arbeidsuitbuiting in deze landen. In de wereldwijde aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis, staan samenwerking en solidariteit voorop. Het mondiale Zuiden kan op steun rekenen bij de aanpassing aan klimaatverandering en de uitrol van hernieuwbare energie. Dat vergt eerlijke en groene handelsverdragen. Landen in het Zuiden verdienen de kans om zelf grondstoffen te bewerken en te verwerken tot producten, zodat ze hier zelf meer aan kunnen verdienen. Door een eigen groene industrie op te bouwen kunnen zij meer inkomsten verwerven en betere banen scheppen. Bij gelijkwaardigere partnerschappen hoort ook een gemoderniseerde ontwikkelingssamenwerking. We brengen de Nederlandse uitgaven aan internationale samenwerking weer op het peil van de internationale afspraak van $0,7 \%$ van het bruto nationaal inkomen. We gaan sterker af op de behoeften van landen zelf, waarbij we de meest kwetsbaren niet uit het oog verliezen. Gezien het feit dat veel landen in het mondiale Zuiden meer uitgeven aan het aflossen van hun schulden dan aan gezondheidszorg en onderwijs, willen we dat Nederland het voortouw neemt bij de kwijtschelding van schulden. Voor stabiliteit hier is het namelijk van belang dat ook elders in de wereld de basis op orde is. ## Een rechtvaardig, menselijk en realistisch vluchtelingenbeleid Dankzij onze bereidheid om in de volle breedte bij te dragen aan conflictpreventie, eerlijke handel, noodhulp, schuldkwijtschelding, ontwikkelingssamenwerking en klimaatbeleid neemt het aantal mensen op de vlucht af. Al zullen er altijd mensen zijn die vluchten voor oorlog, repressie, intolerantie of onleefbaarheid. Voor veel Nederlanders is verantwoordelijkheid voor vluchtelingen vanzelfsprekend. Dat neemt niet weg dat er zorgen zijn over druk op schaarse publieke voorzieningen, zoals woningen, onderwijs en huisartsenzorg. We zien dat het asielstelsel beter georganiseerd kan worden en dat dit nu lang niet altijd eerlijk uitpakt. Een rechtvaardig, menselijk en realistisch vluchtelingenbeleid is hard nodig. Sommige mensen komen hier als vluchteling. Anderen komen voor werk, studie of de liefde. --- pdf_page: 18 --- Het politieke debat richt zich vaak op de eerste groep, terwijl het aantal arbeidsmigranten veel groter is. We willen een coherent migratiebeleid voeren. We erkennen dat het goed organiseren van migratie in brede zin een grote inspanning van de samenleving vraagt. Maar de overheid beschikt wel degelijk over instrumenten om grip op migratie te organiseren. Met name als het gaat om arbeidsmigratie kan de overheid snel resultaten boeken, zo zegt ook de Adviesraad Migratie. We kunnen de opvang van vluchtelingen aan, als we het systeem eerlijker maken en de problemen oplossen die draagvlak ondermijnen. Wij staan voor de verantwoordelijkheid van onze samenleving om vluchtelingen op te nemen en goed op te vangen. Niet alleen omdat het een juridische afspraak is, maar vooral omdat het een kwestie is van medemenselijkheid die in Nederland breed aanwezig is. Wie onze bescherming nodig heeft tegen oorlog en vervolging, kan bij ons een thuis vinden. Het huidige systeem heeft ook ongewenste gevolgen. Vluchtelingen hebben nauwelijks kans op officiële hervestiging naar Nederland of andere landen van Europa. Daardoor zijn de irreguliere routes naar Europa voor veruit de meeste vluchtelingen de enige optie om asiel aan te kunnen vragen: deze zijn gevaarlijk en vooral winstgevend voor mensensmokkelaars. Bovendien brengen deze irreguliere, gevaarlijke routes ook mensen naar Europa die geen kans maken op een asielstatus. Een flink deel van de uitgeprocedeerde asielzoekers keert niet terug. Tegelijkertijd maken veel vluchtelingen die elders in de meest acute nood verkeren geen kans. Ook zien we sommige asielzoekers binnenkomen die ernstige overlast veroorzaken. Dat moet worden aangepakt. Het zo slecht mogelijk behandelen van asielzoekers en uitzichtloze procedures opstellen is echter geen effectieve en geen acceptabele oplossing. Dit leidt tot mensonterende wantoestanden aan de grenzen van Europa én in Nederland. Om asiel en migratie in goede banen te leiden, volgen we in Europa en Nederland een aantal duidelijke principes. We verminderen irreguliere migratie ten gunste van reguliere, veilige routes en het individueel recht op asiel blijft onverkort gelden. Meer door de VN geselecteerde vluchtelingen worden door de EUlidstaten actief uitgenodigd op basis van de ernst van hun situatie. Denk bijvoorbeeld aan LHBTQIA+personen, politieke vluchtelingen of oorlogsslachtoffers. Aan de buitengrenzen van Europa krijgen mensen uit veilige herkomstlanden zo vroeg mogelijk duidelijkheid, met een korte en eerlijke procedure, en een menswaardig verblijf totdat hun mogelijke terugkeer kan worden uitgevoerd. Pushbacks aan de buitengrenzen van Europa worden niet geaccepteerd. Detentie van kinderen kan nooit aan de orde zijn. We bevorderen de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. In Europees verband komen er afspraken over een evenredige verdeling van vluchtelingen. We sturen niemand terug naar een land waar het voor hen niet veilig is. Wij brengen de asielketen in Nederland op orde door te kiezen voor kleinschaligere voorzieningen, eerlijk verspreid over het land en passend bij de draagkracht van de gemeenschap. De opvang vormt een plek waar vluchtelingen en buurtbewoners elkaar ontmoeten door samen te leven, te leren en te werken. In plaats van gedwongen nietsdoen, kunnen vluchtelingen zo een begin maken met integratie in onze samenleving. Asielzoekers met perspectief op inwilliging van hun aanvraag krijgen sneller het recht om onderwijs te volgen en te werken. We maken een eind aan de lange beslistermijnen voor een asielverzoek en we trekken de haperende terugkeer van afgewezen asielzoekers vlot. Het uit elkaar scheuren van gezinnen gaan we simpelweg niet doen. --- pdf_page: 19 --- # Arbeidsmigratie in goede banen De meest voorkomende reden om in Nederland te komen wonen, is arbeid. Hele sectoren draaien op de komst van arbeidsmigranten. Gek genoeg zijn dat vooral veel exportsectoren: de vleessector, glastuinbouw, distributie- en transportsector. Door malafide uitzendbureaus, werkgevers, inleners, koppelbazen en verhuurders is een groot deel van de arbeidsmigratie de legalisering van bestaansonzekerheid geworden. $=$ Veel werkgevers betalen arbeidsmigranten slecht, bieden onzekere arbeidsvoorwaarden, zorgen voor erbarmelijke huisvesting en dragen zo bij aan een onleefbare situatie voor arbeidsmigranten én buurtbewoners. Door arbeidsmigranten meer zekerheid en bescherming te geven, gaan we concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegen. Ook garanderen we dat vakbonden toegang krijgen tot de werkvloer om arbeidsmigranten op hun rechten te kunnen wijzen. We zien geen plek meer voor ondernemingen die alleen maar winstgevend kunnen zijn door buitenlandse werknemers uit te buiten. We willen arbeidsmigratie in betere banen leiden voor de totstandkoming van de groene welzijnseconomie, een sterke maakindustrie en hoogwaardige technologische industrie, en om de nijpende tekorten in de publieke sector het hoofd te bieden. Door het minimumloon te laten stijgen en te stoppen met het subsidiëren van vervuilende bedrijven, stimuleren we bedrijven om te verduurzamen, te innoveren en om normale arbeidsomstandigheden te bieden. We accepteren niet langer dat werkgevers de kosten en risico's van ongereguleerde arbeidsmigratie bij de samenleving neerleggen. Denk bijvoorbeeld aan de leefbaarheid van wijken die onder druk staat omdat werkgevers daar hun arbeidsmigranten onder erbarmelijke omstandigheden huisvesten. Omdat werkgevers de vruchten plukken van de komst van arbeidsmigranten - van expats tot aan seizoenarbeiders - verwachten we dat ze ook gaan bijdragen aan een goed geleide ontvangst. Op lokaal niveau zien we hier al goede voorbeelden van: denk aan werkgevers die investeren in taallessen onder werktijd of investeren in de bouw van sociale huurwoningen. We voeren meer verplichtingen in, van goede huisvesting tot fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. En om naleving te garanderen, gaan we substantièel meer investeren in handhavingscapaciteit. Grote bedrijven die toekomstbestendig zijn, helpen we met de uitbouw van een duurzaam sociaal- en omgevingsplan. Samen kunnen we dat. --- pdf_page: 20 --- # B. Onze beleidsvoorstellen voor een hoopvolle toekomst ## 1 Een rechtvaardige duurzaamheidstransitie ### 1.1 Ambitieus en rechtvaardig klimaatbeleid Duidelijkere doelen voor een leefbare planeet. Ons belangrijkste klimaatdoel is om de aarde leefbaar te houden voor toekomstige generaties en de schadelijke effecten van klimaatverandering zoveel mogelijk te beperken. Om dit te bereiken houden we ons aan de afspraken zoals vastgelegd in het Parijs Akkoord en beperken we de opwarming van de aarde tot maximaal opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad. Daarom voeren we een ambitieus klimaatbeleid met concrete doelen die we vastleggen in de Klimaatwet. In 2030 hebben we als land onze CO2-uitstoot met 65\% verminderd (ten opzichte van 1990) en in 2040 zijn we volledig klimaatneutraal. Bovendien zorgen we ervoor dat in 2035 onze elektriciteitsvoorziening CO2-neutraal is, en in 2040 ons gehele energiesysteem. Ook de industrie stoot in 2040 netto geen CO2 meer uit. Het Rijk helpt de zeven Nederlandse steden om de afspraken over klimaatneutraliteit van het Europese programma 'Cities Mission' te realiseren. Daarnaast komen er heldere doelen voor het terugdringen van het grondstoffengebruik en het circulair maken van onze economie. Deze worden wettelijk verankerd in een nieuwe Grondstoffenwet. Om de samenhang tussen het klimaat- en grondstoffenbeleid te waarborgen, worden beide dossiers ondergebracht bij één coördinerend minister. Goede informatievoorziening over de klimaatcrisis. Betrouwbare, wetenschappelijk onderbouwde en toegankelijke informatie over de klimaat- en biodiversiteitscrisis vergroot het draagvlak voor maatregelen. Bij de coronapandemie hebben we gezien hoe belangrijk goede informatievoorziening is. Er komt een doorlopende landelijke informatiecampagne over wat klimaatverandering is en wat de gevolgen voor Nederland zijn, welke maatregelen de overheid neemt en wat mensen zelf kunnen doen. De minister van klimaat geeft regelmatig persconferenties over de voortgang van het behalen van klimaatdoelen. Een isolatie-offensief voor alle huizen. Er komt een grootschalig isolatie-offensief om woningen te verduurzamen en de energierekening te verlagen. We geven voorrang aan mensen met lage en middeninkomens bij het verstrekken van duurzame isolatiesubsidies en andere verduurzamingsmaatregelen. Daar gaan we fors in investeren. Woningcorporaties geven we een duidelijke taak en voldoende financiering om zo snel mogelijk alle corporatiewoningen te verduurzamen. Daarbij hebben we ook aandacht voor het voorkomen van vocht- en schimmel, het vervangen van loden leidingen en bescherming tegen hitte. Ook huurders in de private sector krijgen recht op een goed geïsoleerd huis. We zorgen ervoor dat alle verhuurders in de vrije sector hun woningen in 2030 zover hebben verbeterd dat ze label B hebben. We geven huurders nu al recht op huurverlaging als het label slechter is dan label B. Enkel glas en het ontbreken van bijvoorbeeld gevel- of dakisolatie worden erkend als een formeel onderhoudsgebrek dat kan worden gemeld bij de huurcommissie. Zo leggen we de rekening van slechte isolatie neer bij de verhuurder. Mensen met een koopwoning die niet weten hoe te verduurzamen, krijgen recht op een deskundig advies over mogelijkheden voor verduurzaming en terugverdientijd. Huiseigenaren met onvoldoende spaargeld kunnen een beroep doen op renteloze leningen. Vanwege de grote personeelstekorten in de sector moedigen we mensen actief aan om hun huis zelf te verduurzamen, bijvoorbeeld met een korting op de aanschaf van isolatiematerialen. Duurzame isolatiematerialen zoals vlas, gerecycled katoen, houtvezel, hennep, biologische schapenwol, papiervlokken, kurk, leem en stro worden aantrekkelijker gemaakt vergeleken met niet-duurzame, meer gangbare isolatiematerialen. --- pdf_page: 21 --- Zonnepanelen voor iedereen. Wij willen dat iedereen van de voordelen van zonnepanelen kan genieten. We maken extra middelen vrij om te investeren in zonnepanelen op daken van huurwoningen en koopwoningen van mensen met een laag inkomen. Op die manier worden zonnepanelen voor iedereen betaalbaar. Dat leidt ook direct tot een verlaging van de energierekening. Woningcorporaties doen dat voor hun woningen binnen afzienbare tijd en bij koopwoningen gaan de gemeenten mensen actief benaderen om dit te doen. Zodra mensen met lage of middeninkomens ook kunnen meeprofiteren van zonnepanelen, zullen we de salderingsregeling afbouwen. We zorgen er daarbij voor dat mensen met zonnepanelen hun investeringen binnen een redelijke termijn terugverdienen, zodat zelf investeren in zonnepanelen altijd aantrekkelijk blijft. Zonnepanelen komen op de lijst met verplichte energiebesparende maatregelen voor eigenaren van grote gebouwen. De overheid geeft het goede voorbeeld en legt zonnepanelen op daken van publieke en semi-publieke organisaties die daarvoor geschikt zijn, waaronder scholen, sportverenigingen en buurthuizen. Stimulering energiecoöperaties. Het streefdoel uit het Klimaatakkoord van minimaal 50\% lokaal eigendom van hernieuwbare elektriciteit op land wordt een verplichting. We streven er vervolgens naar om dit zoveel als mogelijk uit te breiden. Obstakels voor de oprichting van energiecoöperaties nemen we weg. Dit doen we onder andere door: subsidies voor energiecoöperaties te verbreden van de opwek van elektriciteit naar andere energie-gerelateerde activiteiten, energiecoöperaties fiscaal gunstig te behandelen en ze een plek te geven in relevante wetgeving en beleidsplannen en door energiecoöperaties aandacht te geven bij aanbestedingen en tenders vanuit de overheid. Ook gaan gemeenten proactiever helpen bij de oprichting en opschaling van energiecoöperaties, bijvoorbeeld met opstartsubsidies bij projecten waar ook inwoners die niet willen of kunnen deelnemen in de energiecoöperatie van profiteren. Bij nieuwe projecten voor windmolens en zonnepanelen krijgen omwonenden en lokale voorzieningen de mogelijkheid om mee te profiteren van de opbrengsten. Private ontwikkelaars worden verplicht om omwonenden de kans te geven mee te investeren. Wanneer de kosten te hoog zijn voor deelname wordt een fonds opgericht die renteloze leningen aanbiedt. Duurzamer bouwen. We gaan het bouwen met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk stimuleren en we moedigen circulair, biobased, energiepositief, natuurinclusief bouwen aan. Gebouwen worden zoveel mogelijk circulair gesloopt, materialen uit de gebouwen worden gebruikt voor andere doelen. De milieuprestatie-eis voor nieuwbouw en grootschalige verbouwingen scherpen we aan. Daarnaast stellen we een maximum aan de hoeveelheid CO2-uitstoot van bouwmaterialen die worden gebruikt voor nieuwbouw, en we scherpen de eisen daarvoor periodiek aan. Bij stedenbouw houden we vast aan de ladder voor duurzame verstedelijking. In het bouwbesluit wordt opgenomen dat nieuwbouw altijd wordt voorzien van zonnepanelen en/of groene daken. Bij grote woon- en bouwprojecten komt een afdwingbare watertoets die beoordeelt of er klimaat- en wateradaptief wordt gebouwd. We richten een Nationaal Isolatie-inkoopbedrijf op waarmee we gemeenten ondersteunen bij de inkoop van werkvoorraad bij bouwbedrijven voor de komende tien jaar. Vaart met aardgasvrij maken. We werken toe naar compleet aardgasvrije wijken, zodat huizen worden verwarmd door elektriciteit, aardwarmte en warmte uit water als alternatieve verwarmingsbronnen. Aanvullend kan restwarmte uit de industrie worden gebruikt om huizen te verwarmen. Om dit te stimuleren komt er voor energie-intensieve bedrijven een heffing op de lozing van restwarmte. Het gebruik van industriële restwarmte mag echter nooit de verduurzaming van de industrie in de weg staan. Waar nodig regelen we financiële compensatie voor mensen die met hun wijk overstappen op alternatieven voor gas. Gemeenten werken samen met bewoners aan plannen om buurten aardgasvrij te maken. Gemeenten krijgen regie en meer bevoegdheden. --- pdf_page: 22 --- Warmtetransitie in publieke handen. De Wet Collectieve Warmte (WCW) wordt zo snel mogelijk afgerond. Dit is nodig om te voorkomen dat de warmtetransitie tot stilstand komt omdat gemeenten en warmtebedrijven wachten op besluitvorming vanuit de Rijksoverheid. We zorgen voor een gelijk (financieel) speelveld voor collectieve warmteoplossingen, en bevorderen eigenaarschap en medeverantwoordelijkheid in de buurt. Het initiatief- en instemmingsrecht wordt vereenvoudigd. We zorgen dat de voorwaarden van het Warmtefonds beter aansluiten bij de specifieke behoeftes van Verenigingen van Eigenaars (VvE's). De huidige gemeentelijke transitievisies 'warmte' houden nauwelijks rekening met VvE's, terwijl daar juist behoefte is aan renovatie. Door slechte energielabels, ingewikkelde regels of verouderde splitsingsaktes hebben veel VvE's weinig mogelijkheden voor woningverbetering en hebben ze hoge energierekeningen. Meer inzet energiebesparing. De energiebesparingsplicht, die bedrijven en instellingen wettelijk verplicht om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder uit te voeren, wordt aangescherpt tot een terugverdientijd van elf jaar. In aanvulling op de generieke energiebesparingsplicht komen er bindende besparingsdoelen per sector. Naast handhaving zal worden ingezet op het ondersteunen en aanjagen van het midden- en kleinbedrijf om de gevraagde besparing te realiseren. Naar een klimaatneutrale elektriciteitsvoorziening. Elektriciteit wordt het motorblok van ons toekomstig energiesysteem. Dit wekken we op met zonnepanelen en windmolens, met name op zee. De materialen om deze transitie te verwezenlijken worden op een zo ethisch mogelijke manier verkregen. Hierbij zetten wij ons in voor humane arbeidsomstandigheden en het voorkomen van verdere milieuschade. Uiterlijk in 2035 is onze elektriciteitsvoorziening CO2-neutraal. Schijnt de zon niet en is er geen wind, dan zullen we de nodige elektriciteit ergens anders vandaan moeten halen. Voor kortere periodes kan dit uit batterijen of door vraagsturing. Gaat het om langere periodes, dan vangen we de piekvraag op met gascentrales die draaien op groene waterstof. Om eigenaren van gascentrales ertoe te bewegen hun centrales om te bouwen, komt er van 2025 tot 2030 een beperkte ombouwsubsidie. We zorgen dat er per 2030 een capaciteitsmarkt is waarin producenten niet langer betaald krijgen voor de geleverde stroom, maar voor het leveren van flexibel inzetbare capaciteit op momenten dat de elektriciteitsvraag het aanbod uit hernieuwbare bronnen overtreft. Gerichte crisisaanpak van het overbelaste elektriciteitsnet. De overbelasting op het elektriciteitsnet brengt ondernemers op sommige plekken in het land in een spagaat. Enerzijds wordt, in het kader van de energietransitie, van hen verwacht dat zij hun bedrijfs- en productieprocessen elektrificeren. Anderzijds krijgen zij van de netbeheerder te horen dat er geen (extra) ruimte meer voor hen is op het elektriciteitsnet. Onze crisisaanpak richt zich op drie sporen. We verzwaren het elektriciteitsnet: Netwerkbedrijven ontvangen een kapitaalinjectie van het Rijk om de netverzwaring door te voeren in lijn met het Nationaal Uitvoeringsplan Energie-infrastructuur. Eigendom en beheer van de transport- en distributienetten blijven zo veel mogelijk in publieke handen. 2. We gaan prioriteren: Dus niet langer 'wie het eerst komt, het eerst maalt'. We passen de Energiewet aan zodat partijen die een maatschappelijk belang dienen voorrang krijgen op het stroomnet. De overheid neemt de regie en heeft het laatste woord over de volgorde van aansluiten. We zetten in op innovatieve oplossingen: We zetten in op innovatieve en schaalbare oplossingen die schommelingen in vraag en aanbod van elektriciteit opvangen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om plaatselijke regionale opslag zoals opslag van elektriciteit in batterijen of warmtebuffers, smart grids en het verkleinen van pieken in de vraag en opwek van elektriciteit (peak shaving). Daarvoor passen we de Energiewet aan en komt er geld beschikbaar uit het Klimaatfonds. --- pdf_page: 23 --- Versnelde aanleg energie-infrastructuur. Er komt een Energie-acceleratiewet, zodat de procedure van aanvraag tot vergunning van kritieke energie-infrastructuur niet langer dan twee jaar duurt. Ter ondersteuning van projecten die de energietransitie versnellen, zorgen we daarnaast voor een juridisch houdbare regeling die dit soort projecten vrijstelt van de stikstofbepalingen. Ook komt er een Nationaal Uitvoeringsplan, waarin expliciete keuzes worden gemaakt over welke infrastructuur waar en wanneer beschikbaar komt. Zo bieden we zowel producenten als afnemers van duurzame energie de zekerheid die nodig is om duurzame investeringen te doen. Om grensoverschrijdende voordelen voor de energietransitie te behouden wordt TenneT niet opgesplitst in een Nederlands en een Duits deel. Crisisaanpak voor voldoende (technisch) personeel om de klimaattransitie uit te voeren. Er is een enorm, groeiend tekort aan personeel dat de duurzaamheidstransitie moet gaan uitvoeren, bijvoorbeeld voor de aanleg van kabels, installatie van warmtepompen en in de uitvoering bij gemeenten en provincies. Om te zorgen dat er genoeg werknemers zijn de klimaatdoelen te kunnen halen, maken we binnen het werkgarantiefonds (zie paragraaf 2.1) apart geld beschikbaar voor de klimaattransitie. Daarmee ondersteunen we mensen bij gerichte omscholing en doorontwikkeling, zoveel mogelijk met behoud van inkomen. Daarnaast start de overheid campagnes om mensen te motiveren om over te stappen naar een baan die bijdraagt aan de klimaattransitie. Stoppen met vervuilende energiebronnen. Er komt een afbouwpad voor fossiele winning in Nederland, inclusief de Noordzee. Er komt een wettelijk verbod op het aanboren van nieuwe gasvelden en de gaswinning in Groningen en de Waddenzee stopt per direct, evenals oliewinning in Schoonebeek. In Europees verband zetten we in op de afbouw van fossiele winning in Europa en elders in de wereld. We sluiten alle kolencentrales per 2025 en stellen een verbod in op fossiele reclames. Bestaande biomassacentrales faseren we uit en er komen geen nieuwe centrales bij. We stoppen met subsidies voor het gebruik van biomassa in kolencentrales, zodat er geen bijstook van biomassa meer mogelijk is. Reststromen uit de circulaire economie kunnen onder strenge voorwaarden worden gebruikt voor het opwekken van warmte. Hierbij is het verminderen van de vraag naar grondstoffen leidend en worden er strenge duurzaamheidseisen opgesteld voor de winning en het gebruik van biogrondstoffen. Geen nieuwe kerncentrales. Het Expert Team Energiesysteem 2050 liet zien dat tegen de tijd dat nieuwe kerncentrales operationeel zijn, het aanbod van hernieuwbare energie uit zon en wind-op-zee dusdanig groot is dat kerncentrales nauwelijks nog een rol van betekenis spelen in ons energiesysteem. Daarom zetten wij de gereserveerde $€ 5$ miljard voor de bouw van nieuwe kerncentrales anders in. Met extra investeringen in duurzame energie en voldoende opslagcapaciteit hoeft de levensduur van kerncentrale Borssele niet verlengd te worden. Kosten voor het opruimen van kernafval worden niet bij de gemeenschap neergelegd. Stoppen met F-gassen. We versnellen de uitfasering van F-gassen. Deze gassen, die onder meer worden gebruikt als koudemiddel in koelkasten, hebben een broeikaseffect dat tot duizenden malen zo sterk is als dat van CO2. --- pdf_page: 24 --- # 1.2 Mobiliteit is brede welvaart Mobiliteit is brede welvaart. Als we ons op een zo duurzaam mogelijke manier gaan verplaatsen, krijgen we daar veel voor terug: schone lucht, minder geluidsoverlast en meer biodiversiteit. Nieuwe grote volkshuisvestingslocaties worden altijd gekoppeld aan de ontwikkeling van projecten die duurzaam vervoer realiseren, zoals uitstekende loop- en fietsnetwerken, openbaar vervoer en deelmobiliteit. Bereikbaarheidsnormen voor basisvoorzieningen, zoals huisarts, apotheek, basisschool en bibliotheek, staan voorop. Nu zijn regelingen voor mobiliteit, zoals leaseauto's, reiskostenvergoedingen en subsidies voor elektrische auto's, vooral in het voordeel van hoge inkomens. In de keuzes die wij maken ten aanzien van mobiliteit en bereikbaarheid toetsen we alles op brede welvaart en zetten we in op het verminderen van sociale ongelijkheid tussen groepen mensen en tussen gebieden. Een klimaatticket voor betaalbaar openbaar vervoer. Openbaar vervoer is een publieke voorziening die voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn. Daarom komt er op korte termijn voor iedereen een Klimaatticket, naar Duits voorbeeld. Voor een vast bedrag van $€ 49$ per maand kan iedereen in de daluren onbeperkt reizen met alle vormen van het OV, ook in de spits als de capaciteit het toelaat. Ook starten we met experimenten voor gratis OV voor mensen met lage inkomens in navolging van verschillende gemeenten. Op de langere termijn wordt de capaciteit van het openbaar vervoer uitgebreid, zodat op termijn het gebruik van het OV voor iedereen gratis kan worden. Om dit te bereiken doen we investeringen in het treinnetwerk. Elke regio bereikbaar. We stoppen de verschraling van het openbaar vervoer. Dat doen we onder meer door de financiering van de vervoersautoriteiten (Provincies en Vervoerregio's) op orde te brengen. ledereen moet binnen 45 minuten met het OV bij een ziekenhuis, school en supermarkt kunnen zijn. We keren de trend van afnemend OV-aanbod gericht op financieel rendement en (her)introduceren nieuwe buslijnen, ook in kleine dorpen. Dit betekent betere, frequentere buslijnen, ook in de avonduren en hubs met verschillende vormen van deelvervoer. Het huidige aantal van 398 treinstations in Nederland breiden we fors uit door (her)opening van stations zowel op bestaande lijnen, bij reactivering van spoorlijnen alsmede door enkele nieuwe lijnen. We trekken de tarieven voor alternatief vraaggestuurd vervoer (haltetaxi's) wettelijk gelijk met de tarieven voor regulier openbaar vervoer. Ook zetten we ons ervoor in om samen met de Duitse regering en de verschillende deelstaten het Nederlandse Klimaatticket ook in Duitsland te laten gelden als Deutschlandticket, en vice versa. Hierdoor wordt internationaal reizen versimpeld en wordt er een stap gezet richting één Europees ticketingsysteem. We zetten ons er ook actief voor in om het internationaal trein- en busvervoer uit te breiden en schrijven met de buurlanden aan een langetermijnstrategie om dit mogelijk te maken. Om de vooruitgang te waarborgen en de doelen tijdig te halen, stellen wij voor om jaarlijks de voortgang met de relevante overheden te bespreken. Meer investeren in OV-beroepen. We gaan de personele tekorten in de mobiliteitssector tegen door de (secundaire) arbeidsvoorwaarden bij vervoersbedrijven in samenspraak met vakbonden te verbeteren. Dit doen we door sociale voorwaarden te stellen bij aanbesteding van het openbaar vervoer. Er komt een actieplan om meer personeel aan te trekken voor de OV-sector. Overheid houdt regie op ons OV. We stoppen met het stimuleren van marktwerking in het OV en versterken de regie op staatsbedrijven ProRail en NS om dienstregeling en aanbod beter aan te laten sluiten op de maatschappelijke vraag. We onderzoeken de mogelijkheid van het opnieuw integreren van de twee bedrijven in één staatsbedrijf onder verantwoordelijkheid van de minister. Provincies worden gestimuleerd en geholpen om het regionale openbaar vervoer weer in eigen hand te nemen. --- pdf_page: 25 --- Een bereikbaar treinnet. Het treinnet wordt uitgebreid. We gaan de Lelylijn aanleggen tussen Groningen en de Randstad en in internationaal verband als HSL naar Noord-Duitsland, Denemarken en Zweden en we gaan de planvorming en aanleg zoveel als mogelijk versnellen. Hierbij gaan we bestaande projecten, plannen en ideeën op elkaar aansluiten en optimaliseren. We zorgen voor meer capaciteit en snelheid op de spoorlijnen Utrecht-Zwolle, Amsterdam-Amersfoort-Enschede en Utrecht - Arnhem - Oberhausen. Ook zorgen we dat de IC Den Haag - Eindhoven om en om doorgaat naar Düsseldorf en Aachen, om zo ook Zuid-Nederland goed aan te sluiten op het Duitse ICE-netwerk. De Nedersaksenlijn tussen Enschede en Groningen gaat rijden en we onderzoeken welke verdere uitbreidingen noodzakelijk zijn. Samen met onze buurlanden onderzoeken we welke grenslijnen in ere hersteld kunnen worden. Verder elektrificeren we alle treinlijnen in Nederland. Vergroten van toegankelijkheid. We gaan een uitvoeringsplan opstellen om belemmeringen voor mensen met een fysieke of mentale beperkingen weg te nemen. Denk aan brede fietspaden die aangepaste fietsen doorlaten en aan uitbreiding van de gehandicaptenparkeerkaart zodat gratis parkeren geldt voor alle reguliere parkeerplaatsen. We eisen dat OV-materieel altijd toegankelijk is en verbieden dat OV-bedrijven eisen stellen aan de toegang. We maken doelgroepenvervoer onderdeel van publiek vervoer en verbinden er dezelfde voorwaarden aan. Meer inzet op slimmere, gezondere en schonere mobiliteit. Meer nadruk op lopen, fietsen, openbaar vervoer en deelmobiliteit en minder op het gebruik van privéauto's is essentieel. Een aanzienlijk deel van de publieke ruimte die privéauto's in beslag nemen, kan beter worden gebruikt voor bijvoorbeeld extra woningen, parken en pleintjes of voorzieningen. Naast bouwen rondom knooppunten en het beter gebruiken van bestaande OV-verbindingen, zetten we in op slimmer vervoer en deelmobiliteit. We geven voorrang aan coöperatieve vormen van deelmobiliteit en zijn kritisch op commerciële aanbieders. In het verkeer krijgen voetgangers en fietsers voorrang op auto's. We investeren in voetgangersinfrastructuur, (snel)fietspaden in het binnen- en buitengebied, voldoende fietsstallingen (waaronder bij stations) en landelijke regelgeving wordt aangepast om (snor)scooters binnen de bebouwde kom van het fietspad te weren. Binnen de bebouwde kom wordt $30 \mathrm{~km} / \mathrm{u}$ de norm. Eerlijk betalen naar gebruik. We versnellen de invoering van betalen naar gebruik voor automobilisten, zodat de vervuiler gaat betalen. Het is eerlijker om een lager tarief te rekenen in regio's waar mensen afhankelijk zijn van de auto omdat het openbaar vervoer geen goed alternatief vormt. We differentiëren ook naar tijd. Naast de maximale reiskostenvergoeding komt er ook een minimale reiskostenvergoeding waar werknemers recht op hebben. Reiskosten met het OV worden volledig betaald door de werkgever. Om files te bestrijden gaan we vrachtverkeer zwaarder belasten naar Duits voorbeeld (Maut-heffing). Omwille van verkeersveiligheid, leefbaarheid van de openbare ruimte en klimaatrechtvaardigheid, zetten we alle mogelijke instrumenten, waaronder fiscale maatregelen en het mobiliteitsbeleid, in om de trend waarbij auto's steeds zwaarder en groter worden, te keren; we experimenteren dan ook met SUV-vrije zones, bijvoorbeeld in drukke stadscentra. Met fiscale en andere maatregelen stimuleren we de omslag naar elektrisch rijden. Daarmee zorgen we ervoor dat in Nederland vanaf 2030 alleen nog elektrische voertuigen worden verkocht, inclusief brom- en snorfietsen, vooruitlopend op het Europese verbod op de verkoop van auto's met een verbrandingsmotor in 2035. De leasesector gaat al in 2025 over op 100\% elektrische auto's. De fiscale voordelen van leaseauto's bouwen we af en fiscale regelingen voor elektrisch rijden zijn voortaan alleen nog gericht op lage en middeninkomens. --- pdf_page: 26 --- Schonere lucht. De luchtkwaliteitsnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie worden wettelijk verankerd. We gaan de luchtvaart verplichte normen opleggen ten aanzien van geluidsoverlast en de uitstoot van stik- en (ultra)fijnstof. Binnenvaartschepen krijgen strengere uitstootnormen. Voor grote vervuilers als Tata Steel, Schiphol en Chemours wordt de gezondheid van medewerkers en omwonenden leidend bij de verstrekking van vergunningen en bij de handhaving. De meest vervuilende onderdelen van Tata Steel worden zo snel mogelijk gesloten. Eerst treinen dan vliegen. We maken Nederland goed bereikbaar met internationale treinen en zorgen dat deze goed geïntegreerd zijn met het binnenlandse vervoer. Ook zorgen we dat de basisvoorwaarden hiervoor (infrastructuur, materieel en personeel) in voldoende mate beschikbaar zijn. Een Europees Spoorwegagentschap wordt verantwoordelijk voor een goed en betaalbaar (nacht) net naar steden als Berlijn, Wenen, Madrid, Rome en Stockholm. We willen dat dit agentschap, naast infrastructuur en internationale samenwerking, ook de aanschaf van nieuw treinmaterieel faciliteert, waardoor spoorbedrijven makkelijker aan materieel kunnen komen. We streven ernaar dat de EU actief gaat werken aan een samenhangend netwerk van langeafstandsverbindingen met goede frequentie en voldoende capaciteit op redelijke termijn in plaats van af te wachten waar de markt interesse in heeft. Door het heffen van accijnzen op kerosine en btw op vliegtickets, maken we (internationale) treinkaartjes goedkoper. We werken toe naar een verbod op privévluchten, met als eerste stap een hogere belasting op vluchten met privévliegtuigen vanuit Nederland. Ook gaan we investeren in nieuwe internationale hogesnelheidstreinen en verbeteren we de hogesnelheidsverbindingen die we al hebben. Krimp van het vliegverkeer. De Nederlandse luchtvaart levert de grootste bijdrage aan klimaatopwarming door Nederland. Daarnaast zorgt de luchtvaart voor grote gezondheidsschade van mens en natuur. Daarom moet vliegen door Nederland veel scherper worden ontmoedigd. We beginnen met het invoeren van een progressieve vliegbelasting die oploopt naarmate mensen meer vliegen. Ook komt er een toeslag voor overstappers. Verder stoppen we met vluchten binnen 750 kilometer waarvoor een alternatieve treinverbinding bestaat en met nachtvluchten. Het aantal vluchten op Schiphol en Eindhoven Airport gaat sterk omlaag; deze vliegvelden concentreren zich voortaan op de luchtvaart die voor Nederland belangrijk is. Lelystad Airport en Rotterdam-The Hague Airport gaan dicht. We onderzoeken de maatschappelijke en economische waarde van de andere lokale vliegvelden en de waarde van de locatie voor eventuele alternatieve functies. Onrendabele vliegvelden worden niet langer overeind gehouden. # 1.3 Een innovatieve en duurzame economie Duurzaam werk in de veranderende economie. De groene welzijnseconomie biedt volop werkgelegenheid, want er komen veel nieuwe banen bij in de maakindustrie en hoogwaardige technologie en in de publieke sector. Om scholieren goed voor te bereiden gaan we ze al in het primair onderwijs interesseren in technologie en techniek, zodat zij meer dan nu het geval is gaan kiezen voor technische vervolgstudies. Hier maken we structureel middelen voor beschikbaar. Mensen die hun baan zien veranderen of verdwijnen krijgen recht op een nieuwe baan met behoud van inkomen. Met een persoonlijk ontwikkelingsbudget en een omscholingsfonds maken we het makkelijker voor mensen om zich gedurende hun loopbaan te laten om- of bijscholen. Met de Werkgarantie en werk-naar-werk trajecten leiden we mensen naar nieuw werk in sectoren die kampen met personeelstekorten (lees ons uitgebreidere programmapunt bij 'Baanzekerheid met betere beloning en bescherming'). Stimuleren groen ondernemerschap. Zonder de innovaties, de investeringen en de banen van --- pdf_page: 27 --- bedrijven kunnen we de uitdagingen van de toekomst niet aan. Het midden- en kleinbedrijf vormt de ruggengraat van onze economie. Veel ondernemers willen een goede werkgever zijn, maar kunnen niet concurreren met multinationals. Deze ondernemers willen we helpen: ondernemerschap omarmen we, risico's afwentelen bestrijden we. We belonen werkgevers die mensen in vaste dienst nemen en we ondersteunen kleine ondernemers bij loondoorbetaling bij ziekte. Bedrijven die hun aandeel willen leveren aan een circulair, klimaatneutraal en natuurinclusief Nederland, kunnen eveneens op onze steun rekenen. Samen met ondernemers maken we vergroenings- en verduurzamingssubssidies minder complex en schrappen we onnodige regels die duurzaamheid in de weg staan. We maken aanbestedingsprocedures toegankelijker voor mkb-bedrijven. In de aanbestedingswet komt er een norm voor overheidsorganisaties om maatschappelijk verantwoord in te kopen. Ook passen we de wet aan, zodat maatregelen voor verbetering van natuur en leefomgeving extra punten opleveren. Kleine winkeliers. We beschermen lokale ondernemers en kleine winkeliers, die vaak een belangrijke sociale rol vervullen in de buurt of hun dorp. We breiden de mogelijkheid tot huurbescherming uit, zetten vaker maatschappelijk vastgoed in en maken het voor bewoners en gemeenten gemakkelijker om te bepalen waar men vooral lokale middenstanders wil zien. We beperken de enorme concurrentie van online winkels door deze bedrijven de kosten door te laten berekenen van het terugsturen van producten en door de wildgroei van distributiecentra te beperken. Aanpakken marktmacht. Terwijl lonen stagneren, stijgen winsten ongekend. De marktmacht en politieke macht van sommige bedrijven is onacceptabel groot. Dat willen wij aanpakken. Dominante bedrijven mogen niet langer de vrije hand krijgen in het opkopen van de concurrentie. Wij willen daarom een breed onderzoek naar het voorkomen van marktmacht op Europese en nationale schaal, waarbij het gedwongen opbreken van monopolies en individuele machtsposities onderdeel van de beleidsuitkomsten kan zijn. Speciale aandacht moet hierbij uitgaan naar Big Tech. De situatie waarin essentiële infrastructuur voor communicatie, informatie of betalingsverkeer in de handen van een paar multimiljardairs is komen te liggen, is maatschappelijk volstrekt onwenselijk. Omslag naar een groene en rechtvaardige industriepolitiek. In 2040 is er geen netto CO2-uitstoot meer in de industrie. Er komt een concreet tussendoel voor de elektrificatie van de industrie. Subsidies zijn voortaan weggelegd voor bedrijven die goede banen aanbieden die vallen onder een cao en die aantonen dat zij een plek hebben in de groene economie van de toekomst. Dat doen ze door concrete afspraken te maken over het terugdringen van CO2-uitstoot, stikstof en giftige stoffen, en over hun impact op het oppervlaktewater en de bodem. Een onafhankelijke instantie, bijvoorbeeld de wetenschappelijke Klimaatraad, gaat de voortgang van de afspraken monitoren en waar nodig sanctioneren. Ook aan andere grote bedrijven die duurzaamheidssubsidies krijgen gaan we meer eisen stellen via een klimaatplicht: zij moeten inzichtelijk maken hoe de impact op mens, milieu, natuur en klimaat wordt afgebouwd binnen de hele keten. De afbouwplannen moeten ten minste in lijn zijn met de Klimaatwet. Naast de klimaatplicht komt er ook een maatschappelijke zorgplicht voor bestuurders en commissarissen van grote ondernemingen in de wet die ziet op de om- en bijscholing van werknemers en het welzijn en de gezondheid van omwonenden. Eerlijke bijdrage van de grootste vervuilers. Het huidige stelsel van belastingen, heffingen en --- pdf_page: 28 --- accijnzen zit vol met vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie. Deze fossiele subsidies schaffen we zo snel mogelijk af en hier komt een concreet plan voor, want ze ondermijnen de prikkel voor bedrijven om te verduurzamen en geven juist een perverse prikkel om méér (fossiele) energie te verbruiken. Voor de zware industrie komt er een ambiteuzere en effectievere CO2-heffing, zodat zij een eerlijke prijs gaan betalen voor hun uitstoot. De gratis rechten op vervuiling die nu nog aan de industrie en de luchtvaart worden gegeven, stoppen we. Dankzij de Europese grensheffing - een heffing op de import van CO2-intensieve producten van buiten de EU wordt voorkomen dat vervuilende bedrijven hun activiteiten verplaatsen naar andere landen. Een goede besteding van ons klimaatgeld. De miljarden die zijn gereserveerd in het Klimaatfonds zijn gemeenschapsgeld. Geld dat doelmatig besteed moet worden en waar de hele samenleving van hoort te profiteren. Bedrijven krijgen voortaan alleen subsidies van de overheid als dat echt noodzakelijk is en als zij passen in de groene welzijnseconomie van de toekomst. Ook gaat de overheid voortaan meedelen in winsten uit investeringen die met subsidies zijn (mede)gefinancierd en worden technologische innovaties die mogelijk zijn gemaakt met overheidssubsidies breed inzetbaar in de energietransitie. Voor het geval dat bedrijven die subsidies ontvangen hun beloftes niet waarmaken, komt er een clawback-optie. Een eerlijke en effectieve energiebelasting. De huidige energiebelasting is oneerlijk en ineffectief: het tarief van de belasting neemt af naarmate het gebruik groter wordt. Daardoor voelen grote vervuilers te weinig druk om te verduurzamen, terwijl consumenten met een hoge energierekening zitten waar ze in veel gevallen geen invloed op hebben, bijvoorbeeld omdat ze huren of niet de financiële middelen hebben voor isolatie. Daarom gaan we de tarieven in de energiebelasting meer gelijktrekken. Investeren in onderzoek en innovatie met nationale technologiestrategie. De overheid gaat actief mee-investeren in baanbrekende innovaties: van fundamenteel en praktijkgericht onderzoek op universiteiten en hogescholen tot commerciële toepassing in innovatieve bedrijven. De komende jaren werken we samen met het bedrijfsleven stapsgewijs toe naar de OESO-norm van 3\%. Ook komt er een nationale technologiestrategie, waarmee we meerjarig inzetten op een beperkt aantal technische ontwikkelingen die door wetenschap, industrie en maatschappelijk middenveld als kansrijk worden gezien én die bijdragen aan het oplossen van urgente maatschappelijke uitdagingen. We zoeken daarbij aansluiting bij het innovatie- en industriebeleid van de EU. De verschillende onderzoeks- en innovatiefondsen brengen we onder bij één instantie, bijvoorbeeld de Nationale Investeringsbank (zie uitgebreider voorstel bij 'Een toekomstbestendige financiële sector'). Bredere toegang tot maatschappelijk relevante innovaties. Publiek gefinancierde innovaties moeten publiek rendement opleveren. We zorgen ervoor dat wanneer de overheid mee-investeert in onderzoek en ontwikkeling, de innovaties die daaruit voortkomen publiek beschikbaar worden gesteld. We stimuleren het delen van kennis en maatschappelijk relevante innovaties door de duur van patenten, op bijvoorbeeld medicijnen, te verkorten. Een waterstof-hub in Noordwest-Europa. Samen met onze buurlanden bouwen we aan een Noordwest-Europese waterstofhub. Doordat de overheid mee-investeert komen het hoofdnetwerk voor de distributie van waterstof en een deel van de productiecapaciteit in publieke handen. Daarnaast levert de overheid financiële en diplomatieke steun voor de totstandkoming van sociaal- en ecologisch duurzame internationale waterstofketens, bijvoorbeeld door verdragen te sluiten met landen waar veel zon en wind beschikbaar is. We introduceren een waterstofladder, zodat we alleen toepassingen van groene waterstof stimuleren waarvoor geen duurzamere alternatieven voorhanden zijn. --- pdf_page: 29 --- Betere regulering industrieel gebruik van chemische stoffen. We gaan het gebruik van chemische stoffen door bedrijven beter reguleren. Chemische stoffen moeten in de hele productieketen te traceren zijn en giftige stoffen moeten worden uitgefaseerd. Er komt een totaalverbod op PFASX. Vergunningen voor het gebruik van chemische stoffen worden in de toekomst altijd tijdelijk en pas afgegeven nadat uit onderzoek is gebleken dat de stof niet schadelijk is voor de gezondheid (voorzorgsprincipe). Vergunningen voor stoffen die niet afbreken en voor eeuwig in het milieu blijven ('forever chemicals') worden niet meer afgegeven. Ook komen er strengere richtlijnen voor het dumpen van industrieel afval. Grote bedrijven als Tata en Chemours kunnen nu nog te makkelijk hun afval (staalslakken, granuliet en PFAS) elders in het land dumpen tegen lage prijzen. We passen de wet aan zodat de slachtoffers van milieuverontreiniging niet achteraan staan bij een eventueel faillissement van een bedrijf. Geen extra subsidie voor ondergrondse opslag CO2. Het ondergronds opslaan van CO2, ook wel carbon capture storage (CCS), is een tijdelijke oplossing die grote vervuilers in staat stelt om langer te wachten met het overschakelen naar duurzame energie. We gaan daarom niet nog meer gemeenschapsgeld stoppen in CCS dan al is afgesproken. Dat geld kunnen we immers maar één keer uitgeven en wij steken het liever in hernieuwbare energie. Naar een circulaire economie. Nederlandse bedrijven en producten die in Nederland worden verkocht zijn volledig circulair in 2050. Er komen tussendoelen op weg naar 2050. In het grondstoffenbeleid komt het afzien van producten voorop te staan, gevolgd door intensiever gebruik (delen), verbetering van de materialen efficiëntie, verlenging van de levensduur, hergebruik, reparatie en recycling. We bevorderen de vervanging van schaarse door minder schaarse grondstoffen, en de vervanging van fossiele en minerale grondstoffen door biobased grondstoffen. We zetten ons in voor ambitieuze Europese wetgeving om producten een langere levensduur te geven (ecodesign) en een recht op reparatie in te voeren. De retourpremie op elektronica wordt uitgebreid om inleveren te bevorederen. Ook steunen we de invoering van Europese verplichtingen voor fabrikanten en importeurs om een oplopend percentage gerecyclede grondstoffen te gebruiken in nieuwe producten Voor individuele productgroepen, waaronder textiel en plastics komen specifieke circulariteitsdoelen. In 2030 bestaan alle plastic producten en verpakkingen voor 50\% uit gerecycled plastic. Tot die tijd voeren we de verpakkingsbelasting voor producenten opnieuw in om het gebruik van onnodige verpakkingen te ontmoedigen. Geen vernietiging van wat nog gebruikt kan worden. Kapitaalvernietiging en materiaalverspilling door vernietiging van nog goed te gebruiken producten wordt verboden. Producten worden altijd eerst goedkoper en uiteindelijk gratis aangeboden voordat zij worden gerecycled, vernietigd of geëxporteerd naar landen waar dat tot marktverstoring leidt. Verkopers worden verantwoordelijk gemaakt om ervoor te zorgen dat voedsel en andere producten afgeprijsd worden verkocht en anders weggegeven. Producten zoals elektronica en kleding waarbij kwaliteit en garantie niet gewaarborgd kunnen worden, kunnen ook gratis worden aangeboden Afval te lijf. We houden vast aan de doelstellingen voor gescheiden inzameling, hergebruik en recycling. We verhogen de afvalstoffenbelasting op het storten en verbranden van afval. We stimuleren de afvalbranche en innovatieve bedrijven om te komen met nieuwe duurzame verdienmodellen met secundaire grondstoffen. Circulaire koplopers krijgen meer steun van de overheid bij kennisuitwisseling, het samenwerken in circulaire ketens en het verkrijgen van de einde-afvalstatus voor grondstoffen die op veilige wijze hergebruikt of gerecycled kunnen worden. --- pdf_page: 30 --- Aanjaagprogramma bedrijventerreinen. Er komt een landelijk programma om bedrijventerreinen te vergroenen en toegankelijk te maken voor openbaar vervoer en andere vormen van duurzame (deel) mobiliteit. Verouderde bedrijventerreinen worden geherstructureerd, zodat deze gebruikt worden voor de woningbouw en werkgelegenheid van de toekomst. Plan voor data- en logistieke centra. Alvorens nieuwe centra worden gebouwd, komt er een plan voor data- en logistieke centra. En zolang de maatschappelijke waarde voor Nederland beperkt of onduidelijk is, stellen we strenge eisen aan het gebruik en de ontwikkeling van logistieke- en datacentra. Voor reeds gerealiseerde panden komt een afdwingbaar programma om binnen tien jaar aan dezelfde eisen te voldoen als nieuwe centra. We voorkomen onnodige logistieke bewegingen door verzendkosten altijd door te laten berekenen en gratis retourneren te ontmoedigen. We stoppen met de standaard van 'de volgende dag bezorgd' en stimuleren de ontwikkeling en het gebruik van ophaalpunten en lokale emissievrije logistiek. Handhaven, handhaven, handhaven. Wij gaan de komende jaren een flinke impuls geven aan handhavende instanties die mens, dier en milieu beschermen. Denk aan de Arbeidsinspectie, de inspectie voor de Leefomgeving en Transport, de NVWA, de omgevingsdiensten, FIOD, etc. We geven ze meer middelen en houden hun bevoegdheden tegen het licht om te bezien of deze instanties scherpe tanden hebben. Ook gaan we na of de strafmaat van overtredingen voldoende effectief is. # 1.4 Een toekomstbestendige financiële sector Een financieel stelsel dat stabiel is. We pleiten in EU-verband voor hogere buffereisen voor banken. Er komt een strikte scheiding tussen zakenbanken en consumentenbanken en we vervolmaken de Europese bankenunie. We zetten ons in voor nationale en internationale regelgeving die de macht van de grootste banken, vermogensbeheerders en verzekeraars inperkt, en bieden zo ruimte voor pioniers die de sector aanzetten tot verandering. Met een Europese financiële transactietaks ontmoedigen we de speculatieve handel in financiële producten die handelaren en andere partijen in de financiële sector flinke winsten oplevert, maar de stabiliteit van het financiële stelsel ondermijnt. Door de invoering van een digitale euro via de Europese Centrale Bank, waarmee betaald en gespaard kan worden, verkleinen we de afhankelijkheid van commerciële banken. Contant geld blijft in omloop. Een financiële sector die veilig is. Nieuwe financiële producten laten we testen door toezichthouders om te voorkomen dat mensen slachtoffer worden van misleidende financiële producten, zoals woekerpolissen. Tegen piramidespellen en andere beïnvloeding door influencers wordt harder opgetreden door toezichthouders. De gedragscode waarin is geregeld hoe banken met betaalgegevens van klanten dienen om te gaan scherpen we aan, en banken mogen deze betaalgegevens niet verkopen aan derden. De Volksbank blijft een nutsbank met een maatschappelijke missie en gaat niet naar de beurs. Een administratiekantoor ziet erop toe dat het bestuur alle bij de bank betrokken partijen op een evenwichtige manier bedient. Een financiële sector die groen is. We gaan zowel in Europa als in Nederland de financiële sector vergroenen. We vergroenen de bankenbelasting en gaan klimaat- en duurzaamheids-gerelateerde risico's zwaarder meewegen in het macroprudentieel toezicht op financiële instellingen: hoe hoger de risico's, hoe hoger de kapitaaleisen. Er komt een klimaatplicht voor financiële instellingen: zij moeten de impact op mens, milieu, natuur en klimaat als gevolg van de hele keten van hun financieringen en beleggingen afbouwen. De afbouwplannen moeten inzichtelijk maken wat het afbouwpad is en tenminste in lijn zijn met de Klimaatwet. Ze gaan transparant rapporteren over hun inspanningen en --- pdf_page: 31 --- resultaten wat betreft de verduurzaming van hun beleggingsportefeuilles. De Europese Verordening met betrekking tot informatieverstrekking over duurzaamheid (SFDR) wordt van toepassing op alle investeringsfondsen. We maken het voor pensioenfondsen mogelijk om meer langetermijninvesteringen te doen in duurzaam vastgoed, infrastructuur voor hernieuwbare energie, en in aandelen van bedrijven die de duurzaamheidstransitie vooruithelpen. Daartoe passen we de in het toezicht gereguleerde rekenregels en modellen voor pensioenfondsen aan. De Nederlandse exportkredietverzekering stopt per direct met alle fossiele steun en richt zich op activiteiten die een positieve bijdrage leveren aan mensen, klimaat en milieu. Financiële instellingen wordt verboden te investeren in nieuwe fossiele projecten. Er komt een vergelijkbaar verbod op de financiering van activiteiten die mensenrechten, biodiversiteit, dierenwelzijn en ecosystemen hier of elders in de wereld ernstige en onomkeerbare schade toebrengen. En we maken ons in Europees verband sterk voor een prominentere rol voor duurzaamheidsoverwegingen in het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. De opbouw van een Nationale Investeringsbank. Investeringsfonds Invest-NL bouwen we uit tot een Nationale Investeringsbank waarmee we investeringen in duurzaamheidsprojecten (mede-) financieren (zowel in vreemd en eigen vermogen) die nu niet of onvoldoende van de grond komen. Denk bijvoorbeeld aan mkb-bedrijven die moeilijk aan het benodigde durfkapitaal komen. Ook kan de Nationale Investeringsbank activiteiten verrichten die het makkelijker maken voor grote institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, om zulke investeringen te doen. --- pdf_page: 32 --- # 2. Een zeker bestaan voor iedereen ### 2.1 Baanzekerheid met betere beloning en bescherming Een degelijk inkomen. We zorgen ervoor dat iedereen een vrij, waardig en zeker bestaan kan leiden. Vaak zijn het juist die mensen die onmisbaar werk doen in onze samenleving, zoals schoonmakers, bouwvakkers en supermarktpersoneel, die de meeste moeite hebben om rond te komen. Daarom verhogen we het minimumloon naar $€ 16$ per uur ( $60 \%$ van het mediaan brutoloon) en verankeren het minimumloon op 60\% van het meidane loon in de wet, in lijn met de Europese richtlijn. Het minimumloon gaat gelden voor iedereen vanaf achttien jaar en we passen ook de staffeling voor het jeugdloon onder de 18 jaar hierop aan. Uitkeringen als de AOW en de bijstand stijgen mee. We zorgen ervoor dat iedereen kan meedoen en niemand meer kopje-onder gaat. Dat doen we met een stevig sociaal vangnet, de invoering van publieke basisbanen, breed toegankelijke publieke voorzieningen en inkomensondersteuning die uitgaat van vertrouwen. Ook ieder kind doet mee. Ontwikkelkansen zoals sporten en muziekles horen niet af te hangen van de portemonnee van je ouders of van waar je woont. Daarom krijgen gemeenten extra middelen om gezinnen met lage inkomens te ondersteunen en komt er beleid specifiek gericht op het verstevigen van de positie van kwetsbare kinderen. Zeker van werk. Onnodig veel mensen zitten zonder baan of zijn maatschappelijk inactief. Daarnaast zorgen de duurzaamheidstransitie en toenemende digitalisering voor een verschuiving van werk: sommige banen veranderen, andere verdwijnen en er ontstaan nieuwe banen. We zien het als een gezamenlijke opdracht voor werkgevers, werknemers en de overheid om ervoor te zorgen dat iedereen aan de slag kan en aan de slag blijft. Behalen van startkwalificatie. We bieden mensen met een WW-uitkering vrijstelling van de sollicitatieplicht als zij hun startkwalificatie willen halen of als zij zich willen omscholen naar een belangrijke tekortsector. Werkgarantiefonds. Een door werkgevers en overheid gevuld fonds biedt werknemers garantie op omscholing, van-werk-naar-werk-trajecten en financiële compensatie bij eventueel inkomstenverlies. 3. Van-werk-naar-werk-trajecten. Door een combinatie van opleiding, uitkering, aanvulling van de oude werkgever en inkomen bij de nieuwe werkgever, bieden we omscholing aan zonder onzekerheid over inkomen. We organiseren dit zoveel mogelijk via regionale werkcentra, waar bijvoorbeeld ook onderwijs aan laaggeletterden wordt georganiseerd. Huis van de Arbeid. We introduceren een nieuw Huis van de Arbeid. Hier kunnen mensen online en fysiek terecht met al hun vragen over werk, loopbaan, scholing, begeleiding naar werk en het ontwikkelingsbudget. Ook werkgevers kunnen terecht bij het Huis voor gratis advies over goed werkgeverschap, duurzame inzetbaarheid en het begeleiden van mensen met een beperking. De loketten worden georganiseerd door gemeenten, het UWV, werkgevers- en werknemersorganisaties en de regionaal werkende onderwijsinstellingen, met structurele steun van de overheid. Een 32-urige werkweek. Hoewel werken zeker een sociale functie kan hebben, is werk niet het hoogste goed in het leven. We werken aan een ontspannen en gezonde samenleving waarin iedereen de ruimte heeft om het eigen leven vorm te geven en om werk te combineren met andere belangrijk zaken, zoals(mantel)zorg of vrijwilligerswerk. Daarom streven we ook naar een 32-urige werkweek, met behoud van inkomen. Dit draagt bij aan een gelijkwaardige verdeling van arbeid en zorg tussen vrouwen en mannen. We vinden het belangrijk dat de personeelstekorten in cruciale sectoren zoals de zorg en het onderwijs hierbij niet verder oplopen. --- pdf_page: 33 --- Basisbanen voor betekenisvol werk. We geven iedereen het recht om betekenisvol werk te doen, ook als de arbeidsmarkt zogenaamd geen plek voor je heeft. Dat doen we door middel van basisbanen. Dat zijn banen voor mensen die onder de Participatiewet of Wajong vallen en ondanks begeleiding geen werk kunnen vinden op de reguliere arbeidsmarkt. Gemeenten krijgen de middelen om deze banen te creëren in samenwerking met (sociale) ondernemingen, lokale maatschappelijke organisaties, sociale coöperaties en sociale ontwikkelbedrijven. Bijvoorbeeld bij sportclubs, in de ouderenzorg, het onderwijs en in de wijken. Ruimte voor mensen met een beperking. We gaan door met de verplichting voor de overheid en grote bedrijven om banen te creëren voor mensen met een beperking. Werkgevers worden goed ondersteund met een no-riskpolis die kosten dekt bij ziekte of door begeleiding van de werknemer. We maken een einde aan de praktijk dat mensen onder het minimumloon worden betaald door het systeem van loondispensatie volledig te vervangen door loonkostensubsidie. Deze subsidie gaat ook gelden voor mensen die formeel geen beperking hebben, maar toch niet aan het werk komen. Mensen met een (arbeids)beperking voor wie de reguliere arbeidsmarkt geen passend werk biedt, kunnen in dienst bij sociale ontwikkelbedrijven. Daar doen zij beschut of aangepast werk, halen een diploma en krijgen begeleiding bij detacheringen of de doorstroming naar reguliere werkgevers. Het wordt gemakkelijker om periodes van werken in een aangepaste werkplek af te wisselen met een plek in het sociaal ontwikkelbedrijf. Ondersteuning kleine werkgevers. We ondersteunen kleine werkgevers bij de loondoorbetaling bij ziekte. We verhogen de middelen voor de verzuim- en ontzorgverzekering die mkb'ers verzekert tegen de kosten van loondoorbetaling, die helpt met de re-integratieverplichtingen en die administratie uit handen neemt. Ook verlagen we de premie die kleine werkgevers betalen voor arbeidsongeschiktheid. Goede contracten voor baanzekerheid. We belonen werkgevers die mensen in vaste dienst nemen; werkgevers die dat niet doen gaan meer betalen. De overheid stimuleert het aanbieden van vaste contracten door de looptijd van aanbestedingen en subsidies te verlengen. Ook neemt de overheid weer mensen zelf in dienst in plaats van diensten te outsourcen. We maken een einde aan nuluren- en oproepcontracten. Er blijven drie contractvormen over. Werknemer: het uitgangspunt is dat je gewoon in loondienst bent bij je werkgever met een vast of tijdelijk contract. Uitzendkracht: tijdelijk werk dat niet of moeilijk te voorspellen is of werk dat ontstaat bij uitval door ziekte kan een werkgever invullen met uitzendkrachten. Zzp'er: voor werk dat geen onderdeel is van de organisatie, werk dat niet behoort tot de reguliere werkzaamheden van een organisatie of werk dat wel behoort tot de reguliere bedrijfsactiviteiten maar waarvoor bijzondere kennis nodig is, kan een werkgever in de hoedanigheid van opdrachtgever een opdracht verstrekken aan zzp'ers, die voor eigen rekening en risico werken. Ontslag wordt minder makkelijk. Bij een voorgenomen ontslag krijgt de werknemer de kans om gehoord te worden via een hoorzitting en de werknemer kan daarvoor ondersteuning krijgen met betaalbare rechtsbijstand. Rechters moeten een hogere, niet-wettelijk beperkte ontslagvergoeding toe kunnen kennen wanneer ze het arbeidscontract ontbinden op basis van wettelijke ontslaggronden. Concurrentiebedingen gaan zwaarder gemotiveerd worden om rechtsgeldig te zijn. Ook maken we een einde aan draaideurconstructies: de praktijk waarbij werkgevers en uitzendbureaus werknemers na drie tijdelijke contracten voor een halfjaar ontslaan, om hen daarna opnieuw tijdelijk in dienst te nemen voor hetzelfde werk. Werkgevers mogen voortaan nog maximaal twee tijdelijke contracten aanbieden binnen twee jaar, in plaats van drie tijdelijke contracten binnen drie jaar. Ook verlengen we de --- pdf_page: 34 --- onderbrekingstermijn van een halfjaar naar vijf jaar. Dit gaat ook gelden voor seizoenwerkers, inclusief arbeidsmigranten. Uitzonderingen voor seizoenwerkers schaffen we af, waardoor ook arbeidsmigranten onder het gewone arbeidsrecht komen te vallen. Beter beschermen uitzendkrachten, platformwerkers en kwetsbare zelfstandigen. We verkorten de duur van de meest onzekere periodes van uitzendwerk, de zogeheten fases. De duur van fase A (nu nog 78 weken) maximeren we op 26 weken. De duur van fase B (nu drie jaar) verlagen we naar twee jaar. Ook maken we het onmogelijk dat een uitzendkracht voor onbepaalde tijd (fase C) bij eenzelfde inlener aan de slag gaat. Platformwerkers, zoals fietsbezorgers, taxichauffeurs of schoonmakers, verdienen bescherming tegen ziekte en pech. We gaan strenger handhaven op schijnconstructies en werken daarbij risico-gestuurd, door eerst te kijken naar sectoren zoals de maaltijd- en pakketbezorging. Het werknemer-tenzij-principe wordt ingevoerd: iemand is in principe een werknemer en heeft recht op sociale zekerheid, tenzij wordt aangetoond dat iemand werkt als zelfstandig ondernemer. Zzp'ers, flexwerkers, huishoudelijk werkers en au pairs worden beter beloond en beschermd. Er komen sectorale minimumtarieven voor zzp'ers, die minimaal gelijk zijn aan de volledige kosten van een werknemer in loondienst. Het systeem van de flexibele werkloosheidspremie doet zijn werk. Wel maken we de beboeting van werkgevers steviger dan de 5\% die het nu is. Huishoudelijk werkers geven we basiszekerheid door de Regeling dienstverlening aan huis te vervangen door een systeem van dienstencheques. Op termijn mogen au pairs minder uur per week/dag werken als onderdeel van een culturele uitwisseling of mogen ze meer uur werken maar worden ze ook gezien als werknemers, inclusief bijhorende werknemersrechten. Decriminalisering sekswerk. We willen een volledige decriminalisering van sekswerk en versterken de rechtspositie en veiligheid van sekswerkers. Sekswerkers krijgen dezelfde rechten en vrijheden als andere werknemers en zelfstandigen in de dienstverlenende sector. We zetten ons in om veilige werkplekken voor sekswerk mogelijk te maken. De sekswerk-branche valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. # 2.2 Ontspannen werken en goed werkgeverschap Meer verlof voor geboorte, zorg en verlies. We verlengen en verhogen het geboorteverlof. Het volledig geboorteverlof en het aanvullend geboorteverlof (dat deels wordt betaald) wordt verlengd zodat nieuwe ouders meer tijd met hun kinderen kunnen doorbrengen. Daarbij garanderen we dat iedereen in ieder geval het minimumloon krijgt. Het kortdurende zorgverlof breiden we uit met een week extra en het langdurig zorgverlof wordt deels betaald. Werknemers krijgen recht op twee weken betaald rouwverlof wanneer het een eerstegraads familielid betreft. Werknemers krijgen recht op transitieverlof (medisch en anderszins). We stimuleren goed werkgeverschap. We gaan ons volop inzetten om de Europese norm van een $80 \%$ cao-dekkingsgraad te halen. De inzet is dat cao's die niet voldoen aan de voorwaarden voor goede beloning en goed werk niet algemeen verbindend verklaard worden. Ook wordt er bij aanbestedingsprocedures normen gesteld met betrekking tot lonen en de kwaliteit van werk. Om onwenselijke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt tegen te gaan, gaan we een Eerlijk Werk Ombudsman oprichten die samen optrekt met vakbonden en inspectiediensten. Hier kunnen kwetsbare werkenden, waaronder ook arbeidsmigranten, terecht die vaak niet zelf kunnen of durven optreden tegen misstanden. Voor een betere werk-privébalans krijgt iedere werknemer het recht om buiten werktijd onbereikbaar te zijn. --- pdf_page: 35 --- Versterkte positie vakbonden. We voeren actief beleid om de positie van de vakbonden te versterken met de introductie van een algemene cao-bijdrage. Deze bijdrage wordt van alle werknemers gevraagd, waarna zij gratis lid kunnen worden van een vakbond naar keuze. Om ondermijning van caoonderhandelingen door nepvakbonden tegen te gaan, leggen we wettelijk vast dat alleen onafhankelijke vakbonden een cao mogen afsluiten. Werkgevers mogen vakbonden niet langer verhinderen om fysiek of digitaal in contact te komen met werknemers en iedere werkende krijgt recht op verlof om zich in te kunnen zetten voor de vakbond. We delen de winst. Werkenden creëren de winsten van bedrijven. Daarom voeren we voor bedrijven met meer dan honderd werknemers een winstdelingsregeling in die we koppelen aan de winstuitkering voor aandeelhouders: hoe hoger de uitkering voor aandeelhouders, hoe hoger de uitkering voor werkenden. Meer zeggenschap voor werkenden. Grote bedrijven hebben een grote publieke invloed. Om de continuïteit van deze bedrijven te beschermen geven we werkenden in deze bedrijven meer zeggenschap. Ondernemingsraden krijgen instemmingsrecht bij belangrijke bedrijfsbeslissingen, zoals fusies, overnames, reorganisaties, beloningsverschillen en de besteding van de winst. De helft van de raad van commissarissen wordt voortaan benoemd door de ondernemingsraad, zoals nu ook in Duitsland gebruikelijk is. Op deze manier vormen we de ondernemingsraad om tot een volwaardige werknemersvergadering, die naast de aandeelhoudersvergadering een belangrijke stem in het bedrijf is. Zowel bij grote als bij middelgrote bedrijven gaan we strenger handhaven op de verplichting om een ondernemingsraad te hebben en gaan we deze ondernemingsraden beter ondersteunen. Verantwoorde digitalisering op de werkvloer. De ontwikkelingen op het gebied van digitalisering op de werkvloer gaan keihard. Werknemers krijgen hun opdrachten en beoordelingen steeds vaker van een computer of app, in plaats van een manager van vlees en bloed. Daarnaast bepalen algoritmes steeds vaker hoe snel of efficiënt iemand moet werken, met een verlies aan autonomie en gevaar voor veiligheid en gezondheid van werknemers tot gevolg. We maken strenge regels voor het gebruik van algoritmes in management. Werknemers krijgen recht op inspraak bij invoering van nieuwe managementsoftware, we stellen regels op over hoe en waarvoor algoritmes en data van werknemers gebruikt mogen worden en we leggen vast dat niemand ontslagen mag worden door een computer. Maatschappelijke verankering van grote bedrijven. Vanwege de maatschappelijke invloed van grote bedrijven en banken onderzoeken we de mogelijkheid van een maatschappelijke adviesraad bij grote bedrijven. Hierin hebben vertegenwoordigers van belanghebbenden zitting, zoals omwonenden, gebruikers, klanten en vertegenwoordigers van de belangen van de natuur. De raad zou gevraagd en ongevraagd advies kunnen geven aan het bestuur of de toezichthouder van het bedrijf. Dit advies moet tevens worden besproken tijdens de aandeelhoudersvergadering en met de ondernemingsraad. Minder grote verschillen in de samenleving en op de werkvloer. Nederland lijkt soms wel te zijn uitgegroeid tot een verzorgingsstaat voor renteniers. Wie veel vermogen heeft, wordt slapend rijker en wie belangrijk werk doet, blijft werkend arm. Wij corrigeren deze scheefgroei en versterken de marktmacht van werkende mensen. Daarom zorgen we ervoor dat bedrijven niet te machtig kunnen worden en verlagen we de belasting op inkomen uit arbeid voor mensen tot een middeninkomen. Op deze manier kan werken meer lonen en gaat het inkomen van mensen meer omhoog. Ondertussen voeren we voor mensen met vermogens boven een miljoen een miljonairsbelasting in (het eigen huis is hiervan uitgezonderd). Ook op de werkvloer pakken we de ongelijkheid aan. We brengen bestuurders in de publieke sector zoveel mogelijk in dezelfde cao als hun personeel. We zorgen verder dat ook --- pdf_page: 36 --- alle overheidsfunctionarissen onder de Wet Normering Topinkomens (WNT) gaan vallen en niet alleen degenen met de hoogste rang. De maximale salarissen volgens de WNT maken we niet langer afhankelijk van bijvoorbeeld het aantal scholieren of verzekerden. Hiermee dringen we ook de drang naar schaalvergroting in de publieke sector terug. # 2.3 Een sociaal vangnet en goed pensioen Toegankelijkere, eerlijkere en duidelijkere sociale zekerheid. We werken in stappen toe naar inkomenszekerheid en perspectief voor de mensen die een beroep moeten doen op het sociale vangnet. Daarvoor is het nodig om een langetermijnvisie te ontwikkelen op het sociale vangnet van de toekomst. We maken op termijn in ieder geval een Bestaanszekerheidswet die de huidige Participatiewet vervangt. Overbodig maken van toeslagen. We willen het toeslagenstelsel op termijn overbodig maken door te zorgen voor fatsoenlijke uitkeringen en inkomens, lagere lasten voor werkenden en goede publieke voorzieningen. We verhogen het minimumloon naar $€ 16$ per uur en de uitkeringen gaan hierin mee. De kinderopvang wordt in publieke handen gebracht, zodat de kinderopvang gratis is voor alle kinderen. De kinderopvangtoeslag verdwijnt daarmee. We vormen de kinderopvang om tot een publieke voorziening, zodat de kinderopvangtoeslag kan verdwijnen. We integreren het kindgebonden budget in de kinderbijslag en onderzoeken hoe we ook de huurtoeslag kunnen afschaffen zonder dat huurders erop achteruitgaan. Met een lagere zorgpremie en lager eigen risico is ook de zorgtoeslag niet langer nodig. We onderzoeken hoe heffingskortingen, studiefinanciering en aftrekposten kunnen worden vervangen door een onvoorwaardelijk, maandelijks basisbedrag voor iedereen vanaf 18 jaar tot de AOW-leeftijd, uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank of een nieuw op te richten instantie gecombineerd met meer belasting voor de hogere inkomens. Hierbij blijft de studiefinanciering voor jongeren tot 18 jaar overeind. Meer perspectief bij werkloosheid. We verlengen de kortdurende WW, voor mensen die een half jaar hebben gewerkt, van drie naar zes maanden. De langdurende WW, voor mensen met een langere werkgeschiedenis, verkorten we niet. ledereen die zonder werk komt te zitten, krijgt een persoonlijk plan: bijvoorbeeld om- of bijscholing, verslavingszorg of een time-out. Ook de doelen kunnen verschillen. Een basisbaan, beschut werk via een Sociaal Ontwikkelbedrijf of vrijwilligerswerk biedt vaak een realistisch perspectief. Meer zekerheid bij arbeidsongeschiktheid. Voor 35-minners komt er een WIA-drempelverlaging zodat deze mensen eerder een arbeidsongeschiktheidsuitkering kunnen krijgen. In de beoordeling van arbeidsgeschiktheid tussen lage en hoge inkomens komt er gelijke behandeling. Voor het bepalen van een realistischer criterium voor arbeidsongeschiktheid wachten we de bevindingen af van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (die in 2024 verwacht worden). Bij een herkeuring worden nieuwe klachten voortaan meegenomen en we onderzoeken hoe meer samenhang met de Participatiewet kan worden bereikt. --- pdf_page: 37 --- Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioen voor alle werkenden. Veel zzp'ers hebben geen vangnet in geval van pech of ziekte. Daarom komt er op termijn een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zzp'ers, met een eerlijke bijdrage van de opdrachtgever en een inkomensafhankelijke premie. We zorgen voor een betaalbare premie. De overheid springt zo nodig financieel bij om te garanderen dat deze verzekering voor iedereen toegankelijk is. Wij scheppen de randvoorwaarden voor zzp'ers om toetreding tot pensioenfondsen zo makkelijk mogelijk te maken. Werknemers in loondienst houden dezelfde rechten en plichten die ze nu hebben, zoals loondoorbetaling bij de eerste twee jaar ziekte (de wachttijd) en eventueel via een cao vastgelegde bovenminimale verzekeringen. Alle werkenden - tot een bepaald inkomen - gaan voortaan verplicht vanaf dag één pensioen opbouwen. Opdrachtgevers van zelfstandigen betalen daaraan mee, zodat ook zzp'ers een fatsoenlijk pensioen opbouwen. Een rechtvaardige bijstand. We accepteren geen armoede. We verhogen het niveau van de bijstand in lijn met het voorstel daarover van de commissie Sociaal Minimum. Ook voor Caribisch Nederland stellen we een sociaal minimum vast dat voorziet in een fatsoenlijk bestaan. We trekken het bijstandsniveau voor jongeren tussen de 18 en 21 jaar gelijk met dat voor volwassenen. We stoppen met de verplichting om een maand zonder uitkering naar werk of een opleiding te zoeken voor jongeren onder de 27 die bijstand aanvragen. We schaffen de kostendelersnorm af en geven mensen meer ruimte om mantelzorg te verlenen zonder gevolgen voor hun uitkering. Omdat niemands wereld ophoudt bij gemeentegrenzen, trekken we de ondergrens bij gemeentelijke armoederegelingen gelijk door het hele land. Overal wordt de doelgroep voor gemeentelijke minimaregelingen gelijkgesteld op mimimaal 120\% van het wettelijk sociaal minimum. Voor mensen net boven die grens komen er ruimere mogelijkheden binnen de bijzondere bijstand. Waterschappen en gemeenten kunnen lokale belastingen kwijtschelden. Voor mensen met een uitkering en een vermogensgrens die gelijk is aan die van de bijstand, komt er automatisch kwijtschelding van deze belastingen. Wanneer gepensioneerden met een laag inkomen of enkel AOW een kwijtschelding krijgen, krijgen ze die bij een ongewijzigde situatie (inkomensstijging of samenwonen) voor de rest van hun leven. Vertrouwen bij uitvoering van de Participatiewet. Mensen zonder werk behandelen we met vertrouwen. De verstikkende eis van de verplichte tegenprestatie, de taaleis en de zoektermijn voor jongeren schaffen we af en we versoepelen de sollicitatie- en inlichtingenplicht. We dringen de hoeveelheid formulieren terug. Als mensen foutieve informatie aanleveren, wordt dat gecorrigeerd zonder dat direct automatisch een boete volgt. Als begeleiding naar regulier werk niet mogelijk is, geven we mensen recht op een basisbaan op maat, met goede arbeidsvoorwaarden en het minimumloon. Zolang een toereikend sociaal minimum nog niet georganiseerd is, gaan we in de Participatiewet verlichte eisen toepassen, zoals de ruimte om tot $€ 2.400$ per jaar aan giften te mogen ontvangen. Ook vallen in het eerste jaar het huis en de auto niet langer onder de vermogenstoets. We stimuleren dat mensen gaan werken vanuit een uitkering, onder andere door ze de mogelijkheid te geven om tot 15\% boven op hun uitkering bij te verdienen. We introduceren een terugvaloptie in de sociale zekerheid, zodat mensen weer werk kunnen aanvaarden zonder angst dat ze daarmee hun recht op uitkering verliezen als het tegenvalt. --- pdf_page: 38 --- Een stevige basis voor iedereen. We zorgen voor een effectieve en doelmatige manier om armoede te bestrijden en een basis in ieders bestaan te leggen zonder geld over te maken aan mensen die het helemaal niet nodig hebben. We zijn voor een negatieve inkomstenbelasting. Binnen de huidige Belastingdienst is dit niet uitvoerbaar. We gaan onderzoeken wat nodig is om dit wel te kunnen uitvoeren. We evalueren de pilots omtrent 'gewoon geld geven' om te bezien welke groepen hier daadwerkelijk voor in aanmerking kunnen komen. Een fatsoenlijke oude dag voor iedereen. We verplichten werkgevers om een adequate pensioenregeling aan te bieden voor hun werknemers, en we verplichten zelfstandigen om zelf pensioen op te bouwen. Onnodig complexe regels in de AOW willen we wegnemen. Zoals afgesproken in het Pensioenakkoord kunnen mensen met zware beroepen als ze dat willen eerder stoppen met werken. We willen het pensioengeld inzetten voor verduurzaming en maatschappelijk verantwoorde activiteiten. Van de pensioenfondsbesturen verwachten we dat ze meer ruimte maken voor vrouwen, jongeren en meer diversiteit kennen. # 2.4 We helpen mensen met problematische schulden Aanpak niet-gebruik van inkomensondersteunende regelingen. Zolang er nog toeslagen bestaan, gaat de overheid mensen actief benaderen om hen te doen toekomen waar zij recht op hebben. Dat doet zij door bestanden en gegevens slim te koppelen - met een wettelijke grondslag en aandacht voor de bescherming van persoonsgegevens. Dit gebeurt bij life-events, zoals verlies van werk, geboorte, scheiding, verhuizing of overlijden. Ook zetten we verder in op gemeentelijke loketten waar mensen in één keer overzicht krijgen waar zij recht op hebben en waar zij alle regelingen in één keer en met één formulier kunnen aanvragen. Al deze communicatie moet op B1-taalniveau zijn, ook richting nietrechthebbenden. We zorgen dat de Belastingdienst, Toeslagen en UWV hier ook stappen in zetten. De grote groep minima die geen aangifte doet voor de inkomstenbelasting wordt voortaan proactief benaderd door de fiscus als ze geld terugkrijgen over de afgelopen vijf jaar. Vast betalingsmoment. Uitkeringen, toeslagen en andere vormen van inkomensondersteuning worden voortaan op één vast moment uitbetaald. De zorgpremie, gemeentelijke- en waterschapsbelasting, huren bij corporaties, verzekeringen, gas, licht en water en betalingsregelingen bij de Rijksincassodienst worden zoveel mogelijk op één vast moment geïnd. Als het betalingsmoment in de feestdagen valt, krijgen mensen hun inkomen daarvoor en niet daarna. Schulden voorkomen. We leggen consumentenkredieten en woekerrentes aan banden omdat deze mensen veel te vaak in de schulden brengen. Bij Buy Now Pay Later (BNPL) leggen we vast dat minimaal een derde van de aankoopprijs vooraf wordt betaald. In fysieke winkels verbieden we BNPL, de minimumleeftijd verhogen we naar 21 jaar, we maximeren het rentetarief dat gevraagd mag worden en we verplichten dat BNPL-diensten transparant zijn over hun verdienmodel. Als bedrijven niet aantoonbaar hebben gecontroleerd of mensen de aankopen wel konden betalen en de minimumleeftijd hebben, vervalt de schuld. Ook komt er meer aandacht voor financiële educatie op scholen, zodat jongeren leren verantwoord om te gaan met geld. Een overheid die meer schuldenleed voorkomt. We stoppen de handel in schulden door incassobureaus. Daarnaast verlagen we de maximale incassokosten en rente op krediet. Deurwaarders brengen we in overheidsdienst, waarbij we zorgen dat mensen voortaan te maken hebben met één deurwaarder die per regio opereert, in plaats van tien verschillende. Deurwaarders krijgen een --- pdf_page: 39 --- wettelijke taak om schulden te helpen voorkomen en we verplichten hen om melding te maken bij de gemeentelijke schuldhulp, net zoals dat geldt voor verhuurders, energie- en waterbedrijven en zorgverzekeraars, zodat mensen snel hulp krijgen. Schulden bij de overheid. Overheidsinstanties stoppen met excessieve boetes op wanbetaling, en er komt één Rijksincassodienst die betalingen int voor de Belastingdienst, het UWV, SBV, DUO, het CAK, CJIB, waterschappen en gemeenten. Er komt een portaal voor alle openstaande boetes, schulden, heffingen en dagvaardingen. Zorgverzekeraars dragen klanten met een betaalachterstand niet langer over naar het CAK, maar aan de gemeente die op haar beurt achterhaalt wat er speelt en schuldhulp aanbiedt. Geen winst op menselijk leed. Schuldhulpverlening mag alleen nog worden uitgevoerd door partijen zonder winstoogmerk. Zo voorkomen we dat mensen in een hopeloze situatie ten prooi vallen aan 'hulpverleners' die uit zijn op winstbejag. Het financieringsstelsel gaat op de schop, zodat mensen niet meer hun eigen bewindvoering hoeven te financieren vanuit de bijzondere bijstand. Betere aanpak van problematische schulden. We moedigen mensen aan om hulp te vragen bij schulden. We voeren een landelijke pauzeknop in: zodra je hulp vraagt, gaat de inning van nieuwe schulden op pauze. Wanneer iemand schuldhulp accepteert, vervalt beslag op loon, goederen of uitkering. ledereen die onder het sociaal minimum dreigt te komen door schulden, krijgt automatisch recht op een betalingsregeling. Gemeenten krijgen meer bevoegdheden om deze betalingsregelingen af te dwingen bij schuldeisers. Wanneer tweederde van de schuldeisers akkoord is, maken we de schuldenregeling bindend. Om ervoor te zorgen dat mensen niet door het ijs zakken, verhogen we de beslagvrije voet tot het sociaal minimum en helpen we mensen met de afbetaling van problematische schulden. Als dat nodig is, bieden we ze een traject richting opleiding, werk of vrijwilligerswerk. Er komen landelijke richtlijnen voor de organisatie van nazorg, gemeenten krijgen daarvoor meer middelen. We onderzoeken de mogelijkheid voor een generaal pardon en stellen hier een commissie voor in. Huisuitzettingen, zowel door woningcorporaties als particuliere verhuurders, kunnen enkel nog wanneer er sprake is van criminele activiteiten en niet meer vanwege betaalachterstanden. Het afsluiten van gas, water en licht wordt verboden. --- pdf_page: 40 --- # 3. Herstel van vertrouwen en democratie ### 3.1 Een overheid die er weer voor ons is Rechtvaardigheid voor Groningen. Groningers is veel ellende aangedaan. Door onnodig complexe en vastgelopen bureaucratische processen komt daar maar geen einde aan. Ook moeten monumenten, kerken en karakteristieke gebouwen die de ziel van Groningen vormen, worden beschermd. We gaan de ereschuld aan Groningen inlossen en bieden de regio weer toekomstperspectief. In de nieuwe Groningenwet wordt vastgelegd hoe we de ereschuld aflossen, wie daarvoor verantwoordelijkheid draagt en hoe we dat gaan financieren. Van NAM-aandeelhouders Shell en Exxon verwachten we dat ze gaan bijdragen, en bij weigering zullen we ze daartoe dwingen. We zien erop toe dat de schadeafhandeling echt milder, makkelijker en menselijker wordt en integreren versterking en schadeafhandeling zoveel mogelijk. We investeren in zwembaden, buurthuizen, openbaar vervoer, sociaaleconomische vooruitgang en geven de Groningers zeggenschap. Herstel Toeslagen. Ook het toeslagenschandaal heeft veel levens kapot gemaakt en het vertrouwen in de overheid doen verdampen. De hersteloperatie is vastgelopen in bureaucratie en complexiteit. Er zijn geen simpele oplossingen, maar we gaan de bureaucratie en complexiteit verminderen. De basis is heldere kaders en vertrouwen. We creëren een route waarbij we de regie meer bij ouders leggen en waarbij snellere en simpelere afhandeling mogelijk is. Dat betekent dat we in die gevallen niet langer de geleden schade tot achter de komma uitrekenen, maar slachtoffers een bedrag geven waarmee ze verder kunnen in hun leven. Ook zoeken we samen met de slachtoffers naar een passende manier om het toeslagenschandaal deel te maken van ons collectieve geheugen. Voorkomen van schandalen. Het toeslagenschandaal en de ellende die in Groningen is gebeurd, moeten we niet alleen herstellen, maar ook voorkomen. Daarom moeten we af van ingewikkelde overheidssystemen en de menselijkheid terugbrengen, zodat mensen nooit meer worden vermorzeld door een te machtige overheid. We laten een externe groep van onafhankelijke deskundigen onderzoek doen naar verschillende overheidsinstanties en advies geven over hoe die instanties rechtvaardiger, menselijker en begrijpelijker worden. Daarnaast laten we onderzoeken of toeslagen vervangen kunnen worden door alternatieven, zoals het basisinkomen. Elke provincie krijgt daarnaast een Provinciale Ombudsman zodat onrechtvaardige situaties zoals die bij het toeslagenschandaal en Groningen eerder worden gesignaleerd en voorkomen. Een overheid voor iedereen. De overheid is bedoeld om een vrij, waardig en zeker bestaan te garanderen. Daarvoor is het van belang dat ze haar burgers begrijpt. Om goed beleid te maken, wordt voortaan uitgegaan van de ervaringskennis van de mensen om wie het gaat. Niet langer voor hen zonder hen. Mensen die ervaringsdeskundige zijn, worden ingezet door de overheid om betaald gevraagd en ongevraagd advies te geven. Waar mogelijk worden zij begeleid naar een bepaalde functie in de relevante sector. Ook worden korte- en langetermijneffecten van beleid getoetst op de positie van vrouwen, LHBTQIA+-mensen, mensen met een beperking, mensen met een migratieachtergrond en jongeren en toekomstige generaties. --- pdf_page: 41 --- Een benaderbare overheid. We maken de overheid weer zichtbaar en aanspreekbaar. Dit betekent meer wijkagenten op straat met tijd om een praatje te maken, wijkteams die actief de wijken intrekken, hoogwaardige buurthuizen met sociaal werkers en loketten bij de gemeente waar mensen kunnen aankloppen voor al hun problemen met de overheid. Een aanspreekbare overheid betekent ook dat je altijd de mogelijkheid hebt om iemand te spreken. We leggen daarom vast dat menselijk contact nooit helemaal mag worden vervangen door chatrobots, online formulieren of telefoonbandjes. Voor alle overheidszaken die burgers digitaal kunnen regelen, moet een volwaardig niet-digitaal alternatief bestaan. Een kundige overheid. We investeren fors in de eigen kunde en kennis van de overheid. We maken de overheid minder afhankelijk van consultants en externe inhuur door actief te handhaven op de norm dat maximaal 10\% van de personeelsuitgaven naar externe inhuur mag gaan. Deze norm brengen we vervolgens stapsgewijs naar beneden. In het aannemen van nieuwe ambtenaren gaan we sterker sturen op ervaringskennis. De te hoge roulatie van (top)ambtenaren op de ministeries remmen we af zodat zij weer duurzame kennis opbouwen. We besteden bijzondere aandacht aan het opbouwen van voldoende eigen kennis over ICT bij de overheid en een betere vormgeving van overheidsopdrachten op dit vlak. We investeren in ideeënvorming en versterken daarom de positie van adviesorganen, kennisinstellingen en (politieke) denktanks. Decentrale overheden en uitvoeringsorganisaties betrekken we actief bij de beleidsvorming zodat we zeker weten dat nieuw beleid ook goed uitwerkt. Een kritische overheid. We geven ambtenaren meer ruimte om deel te nemen aan het publieke debat en hun kennis te delen met de buitenwereld. We versterken de aandacht voor ethiek en open gespreksvoering binnen de overheid en waarderen ambtenaren die zich intern kritisch uitlaten over beleid. We introduceren een toezichtwet die de positie van toezichthouders versterkt en wettelijk vastlegt. Toezichthouders kunnen daardoor sterker en onafhankelijker opereren, zelfs als er grote belangen op het spel staan, zoals bij Schiphol of Tatasteel. We versterken het Huis voor Klokkenluiders, zodat misstanden aangekaart worden en mensen die aan de bel trekken altijd beschermd worden. Een overheid zonder discriminerende systemen. Aanvullend aan de hoog-risicosystemen die benoemd worden in de Europese Al-wet, komt er een overheidsbreed onderzoek naar plekken waar geautomatiseerde besluitvorming op basis van voorspellingen wordt ingezet voor sociale voorzieningen. Hierbij wordt onderzocht of de gebruikte data, modellen en algoritmen leiden tot uitsluiting, achterstelling of discriminatie. Het recht op behoorlijk bestuur. We leggen het recht op behoorlijk bestuur vast in de Grondwet, in navolging van het Grondrechtenhandvest van de EU. Dat wil zeggen dat burgers de mogelijkheid krijgen door een onafhankelijke instantie gehoord te worden als zij het niet eens zijn met een overheidsbesluit waar ze nadeel van hebben, dat iedereen altijd inzage kan afdwingen in het eigen dossier en dat overheidsinstanties duidelijk communiceren over de reden van een besluit. Een algoritme of Al mag niet de enige reden zijn voor een besluit, als dat besluit een substantiële impact heeft op een burger of een bedrijf. Grondwettelijke toetsing. We geven mensen het recht om een wet of de uitvoering van een wet te laten toetsen aan de Grondwet als zij het idee hebben dat hun grondrechten worden geschonden. Deze toetsing wordt een standaardonderdeel van de taakuitvoering van rechters. Rechten voor de natuur. De natuur is niet autonoom, altijd afhankelijk, haar belang wordt daardoor hoogstens indirect meegenomen. Daarom verankeren we de rechten voor de natuur in onze Grondwet. Ditzelfde doen we met de rechten van dieren. --- pdf_page: 42 --- # 3.2 Een democratie van en voor iedereen Borgen van het burgerberaad als democratisch instituut. Gelote burgerberaden en wijkstemdagen zijn goede instrumenten om tot beter beleid te komen. Wij steunen het georganiseerde burgerberaad over klimaat. We doen de aanbevelingen recht door van tevoren duidelijk met elkaar af te spreken onder welke voorwaarden ze al dan niet worden opgevolgd, zonder uiteraard inbreuk te maken op de grondwettelijke positie van het parlement. Om het burgerberaad een vast onderdeel te laten zijn van onze democratie, bekijken we de mogelijkheid van een permanent burgerberaad dat politieke onderwerpen selecteert voor nieuwe burgerberaden. Decentrale overheden moedigen we actief aan om burgerberaden en wijkstemdagen onderdeel te maken van hun beleidsvoering. Het correctief referendum. Een goed functionerende democratie geeft burgers, bij wijze van noodrem, de mogelijkheid om eenmaal aangenomen wetgeving te corrigeren. We blijven het aangenomen voorstel voor het correctief referendum daarom steunen, waarbij we goed blijven kijken naar de democratische en rechtstatelijke inbedding ervan, naar de rol van internationale verdragen en naar een realistische hoogte van de uitkomstdrempel. Een parlementaire republiek. In een rechtvaardige samenleving wordt iedereen gelijk behandeld. Het koningshuis, met een onschendbaar staatshoofd dat op basis van erfopvolging gekozen wordt, past hier niet bij. We streven daarom naar het invoeren van een parlementaire republiek. Politiek die ook voor jongeren werkt. Vooral voor jongeren zijn onze sociale grondrechten zoals kwalitatief goed onderwijs, een fijne en prettige leefomgeving of een eigen woning lang geen vanzelfsprekendheden meer. Omdat we zien hoe een stapeling van problemen bij veel jongeren tot een uitgesteld leven leidt, gaan we een Nationale Jeugdstrategie ontwikkelen, waarover de premier regie voert als coördinerend bewindspersoon. Ook willen we de betrokkenheid van jongeren bij de politiek vergroten. Dat doen we onder meer door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar. En we gaan actieve campagnes uitrollen om de verkiezingsopkomst van jongeren en andere ondervertegenwoordigde groepen te vergroten. Ook verhogen we de subsidie voor (politieke) jongerenorganisaties zodat jongeren niet alleen vaker gaan stemmen, maar ook gestimuleerd worden om zelf actief te worden. Ook voeren we een jeugdparlement in naar Vlaams voorbeeld en ondersteunen we lokale overheden met het opzetten van jongerenraden. Versterken van de volksvertegenwoordiging. We vergroten de opsporingscapaciteit bij de politie om intimidatie, bedreiging of geweld richting volksvertegenwoordigers op te sporen. Het aantal zetels in de Tweede Kamer breiden we uit en er komt meer inhoudelijke ondersteuning, ook voor de wetenschappelijke instellingen van politieke partijen. Lokale, regionale en waterschapspartijen ontvangen meer financiële ondersteuning voor hun belangrijke werk. Ook de vergoeding van raadsleden, statenleden en waterschapsbestuurders gaat omhoog, en zij krijgen recht op een goede pensioenopbouw. De democratisering van de waterschappen die we de vorige kabinetsperiode hebben ingezet maken we af: alle zetels in de waterschappen worden via verkiezingen door burgers gekozen. De gemeenteraad blijft aan zet bij het kiezen van de burgemeester. --- pdf_page: 43 --- De verhouding tussen Rijk en Regio. De verschillen in kansen en brede welvaart tussen de regio's zijn groot. We maken werk van wederzijdse vertegenwoordiging: van regio's op nationaal niveau en van het Rijk in de regio. Rijksdiensten en semipublieke diensten verspreiden we meer over het land. Voor grote regionale opgaves die de betrokkenheid van meerdere ministeries vereisen, komt er één verantwoordelijk minister. Decentrale overheden krijgen de financiële middelen die nodig zijn om hun taken uit te voeren. Dat houdt in dat de korting op het Gemeente- en Provinciefonds vanaf 2026 wordt teruggedraaid. We zorgen dat er altijd voldoende middelen zijn voor het uitvoeren van landelijke wetgeving (het zogenaamde 'medebewind'), zodat de uitvoering van deze taken niet ten koste gaat van andere taken van gemeenten en provincies. De opschalingskorting wordt afgeschaft en er komt weer een indexering die ook rekening houdt met demografische ontwikkelingen en de groeiende zorgvraag. We maken zo min mogelijk gebruik van 'specifieke uitkeringen', zodat gemeenten en provincies hun middelen in kunnen zetten op de voor hen belangrijke problemen. Overheden die samenwerken. De samenwerking tussen Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen kan en moet beter. We realiseren ons dat veel maatschappelijke opgaven vragen om een uitmuntende samenwerking tussen alle overheidslagen. Daarom geven we de minister van Binnenlandse Zaken meer bevoegdheden bij nieuwe wetgeving die decentrale overheden raakt. Ook zorgen we voor een onafhankelijke arbiter voor bestuurlijke en financiële verschillen van inzicht tussen overheden. Er komt een dwingende toets op uitvoerbaarheid van nieuwe taken voor medeoverheden. Meer gelijkwaardigheid in rechten van burgers in ons Koninkrijk. We willen gelijkwaardigheid tussen Nederlanders in Caribisch en Europees Nederland. Er komt een eind aan het tweederangs burgerschap van de inwoners van Bonaire, Saba en Sint-Eustatius. Dit betekent onder andere dat er een fatsoenlijk sociaal minimum wordt ingevoerd op de eilanden zodat de armoede wordt tegengegaan en dat de gevolgen van de klimaatverandering op de eilanden wordt beperkt. De machtsbalans tussen de landen van ons Koninkrijk trekken we recht door de gevolmachtigde ministers van de Caribische landen en gedelegeerde Statenleden van de parlementen van deze landen de mogelijkheid te geven zelf een rijkswet in te dienen en erover mee te stemmen. Nu hebben zij alleen adviesrecht. Nederlanders hebben het recht om Nederlander en EU-burger te blijven, ook als ze de nationaliteit van hun gastland verkrijgen. Meer integriteit in het bestuur. We volgen de adviezen van het Europese anticorruptie-orgaan GRECO op, zodat Nederland een voorloper in integriteit wordt. We stellen scherpe regels op over het schenken aan politieke partijen: maximaal $€ 20.000$ per persoon per jaar, bedragen boven de $€ 1.000$ worden openbaar gemaakt en zijn te herleiden tot een persoon. Schenkingen via een bedrijf of een stichting verbieden we. Bij politieke advertenties of advertenties die het publieke debat beïnvloeden is voortaan zichtbaar wie de betaler is. Het college Rechtspositie Politieke Ambtsdragers breiden we uit tot een onafhankelijke autoriteit die actief gaat handhaven op de naleving van de integriteitsregels en gedragscodes. Er komt een lobbyregister voor de Rijksoverheid waarin ambtenaren en politici vermelden met welke belangenorganisaties over welke onderwerpen contact is geweest voor het maken van beleid. In de eerste twee jaar dat bewindspersonen, Kamerleden en topambtenaren een nieuwe baan aanvaarden toetst het College Rechtspositie Politieke Ambtsdragers of er geen sprake is van belangenverstrengeling. --- pdf_page: 44 --- Gedegen bescherming van onafhankelijke journalistiek. Onafhankelijke media spelen een cruciale rol in de democratie. We volgen de Europese mediawet en leggen de onafhankelijkheid van journalistieke redacties wettelijk vast. Dit betekent bijvoorbeeld dat redacties en niet de eigenaar het laatste woord hebben over belangrijke zaken als de aanstelling van een nieuwe hoofdredacteur of de identiteit van het medium. We begrenzen de hoeveelheid mediaplatforms die één bedrijf of persoon in handen mag hebben. Verder geven we meer financiële steun aan lokale en regionale media en stimuleren we nieuwe lokale media die coöperatief worden bestuurd. Ons doel is een reclamevrije publieke omroep, waar cultuur, educatie, nieuws en betrouwbare informatie vooropstaan. Alle landelijke publieke media-instellingen houden zich aan de journalistieke code van de NPO. Persvrijheid is een groot goed, maar is geen vrijbrief voor het verspreiden van desinformatie en het aanzetten tot haat en geweld. We maken alle producties van de publieke omroep op internet gratis toegankelijk en er komt een volwaardig nationaal media-archief. # 3.3 De gemeenschap aan het roer Meer grond in gemeenschappelijke handen. We richten een Nationale Grondbank op. Met hulp van deze bank kunnen lokale en regionale overheden actief grondbeleid gaan voeren en eenvoudiger grond aankopen (tegen de gebruikswaarde). Zo wordt het makkelijker en goedkoper om woningen te bouwen, krijgen gemeenten meer ruimte om maatschappelijke initiatieven te ondersteunen met betaalbaar vastgoed en kunnen we natuurinclusieve boeren helpen door hen voor een aantrekkelijke prijs grond te laten pachten van de overheid. Bij al deze bestemmingen houden we de grond zoveel mogelijk in gemeenschapshanden. We gaan grondspeculatie actief tegen door gemeenten de mogelijkheid te bieden een belasting op braakliggende bouwgrond te heffen. Daarnaast zorgen we met een planbatenheffing dat een deel van de winst van grondspeculanten terugvloeit naar de gemeenschap. Dat stimuleert efficiënt gebruik van schaarse ruimte en maakt investeringen in gebiedsontwikkeling aantrekkelijker voor gemeenten. Ook komt er een bouwplicht, zodat eigenaren van grond met een bouwbestemming overgaan tot bouw. Een helpende overheid voor een coöperatieve samenleving. Wij lanceren een landelijk actieprogramma voor het aanjagen van de coöperatieve samenleving. Hiermee stimuleren we gemeenten om een actief beleid voor burgerinitiatieven op te zetten, met als speerpunt toegankelijkheid voor iedereen. Zo komen er renteloze leningen, opstartsubsidies en kunnen initiatieven een beroep doen op juridisch advies en hulp bij de boekhouding. We introduceren de maatschappelijke coöperatie als aparte rechtsvorm. Dat maakt het eenvoudiger om maatschappelijke coöperaties te ondersteunen en uit te zonderen van regels voor commerciële organisaties. Bloeiende gemeenschappen in de wijk. De democratie begint op buurt- en wijkniveau en bij alle andere manieren waarop burgers zich organiseren. We investeren daarom fors in de leefbaarheid van buurten en wijken en in plekken waar mensen samenkomen en zich kunnen organiseren. We stoppen de afbouw van de buurthuizen in Nederland, organiseren een landelijk dekkend netwerk van openbare bibliotheken en zorgen dat er in alle buurten en wijken voldoende gemeenschappelijke plekken zijn waar je graag wilt zijn. In dit kader zorgen we ook voor de terugkeer van culturele voorzieningen in die wijken. De woningcorporaties krijgen weer de expliciete taak om ook voldoende ontmoetingsplekken te organiseren in de buurten waar zij actief zijn. We verruimen daarnaast de mogelijk voor bewonersinitiatieven om maatschappelijk vastgoed, zoals een buurthuis, gemeenschappelijke tuin, stuk grond of speeltuin over te nemen van de gemeente om deze coöperatief te beheren als buurt (recht van overname). Wijkteams geven we de middelen en ruimte om meer te gaan opereren als opbouwwerkers: professionals die actief lokale gemeenschappen vormen en burgers ondersteunen om zich collectief te organiseren. --- pdf_page: 45 --- Passende waardering voor vrijwilligerswerk. We richten een stimuleringsfonds op voor kleine organisaties die geen vrijwilligersvergoeding kunnen betalen en verhogen de onbelaste vrijwilligersvergoeding. Mensen met een uitkering worden niet gekort als zij een vrijwilligersvergoeding ontvangen. De vrijwilligersvergoeding en de onkostenvergoeding worden niet bij elkaar opgeteld voor de belasting. We gaan onderzoeken welke bedrijvensubsidies opengesteld kunnen worden voor verenigingen en stichtingen. Ook zorgen we dat coöperaties, verenigingen en stichtingen een beroep kunnen doen op betaalde krachten via de basisbanen die gemeenten gaan creëren. # 3.4 Democratie begint bij rechtvaardigheid en inclusie Effectieve gelijke behandeling voor gelijke gevallen. Artikel 1 van onze Grondwet is duidelijk: in gelijke gevallen wordt iedereen in Nederland gelijk behandeld. Toch worden grote groepen mensen in ons land structureel uitgesloten of bedreigd. Om wie ze zijn of om wat ze geloven, hun sekse of hun seksuele gerichtheid. Ook weten we inmiddels dat de helft van de vrouwen en één op de vijf mannen in hun leven te maken hebben met seksueel grensoverschrijdend gedrag of geweld. Voor jonge vrouwen en LHBTQIA+ jongeren liggen deze cijfers nog veel hoger. Ook scoort Nederland hoog als het gaat om huiselijk geweld en femicide. Wij blijven ons hiertegen verzetten en blijven strijden voor een inclusieve en veilige samenleving. Dat doen we middels brede campagnes, het opvolgen van overheidsadviezen om dit een halt toe te roepen, het agenderen van misstanden, het confronteren met aannames en vooroordelen en het controleren van systemen. Het Verdrag van Istanbul en het VN-Vrouwenverdrag worden nageleefd en de internationale implementatie van deze verdragen wordt bevorderd. Einde aan institutioneel racisme en genderongelijkheid. We vinden het onacceptabel dat structurele en georganiseerde vormen van discriminatie vanwege huidskleur, gender, religie, nationaliteit en cultuur voorkomen in Nederland. Dit zien we terug op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, volkshuisvesting en in het veiligheidsbeleid. We werken actief aan een cultuuromslag waarin de onderliggende vooroordelen en machtsmechanismen worden doorbroken. De overheid geeft het goede voorbeeld met divers en inclusief beleid bij benoemingen, handhaving van sociale (en seksuele) veiligheid en landelijke campagnes. Alle overheidsinstanties stoppen met het gebruik van risicoprofielen en algoritmes die fraude, criminaliteit of ongewenst gedrag 'voorspellen'. We werken het nationale algoritmeregister, waarin alle algoritmen staan die overheden gebruiken, zo snel mogelijk bij. Ook schrappen we de zogenaamde Rotterdamwet (officieel: de Wet Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke Problematiek), die onderscheid maakt tussen mensen op basis van inkomen en culturele achtergrond. Samen herdenken, verwerken en herstellen. Nederland heeft excuses gemaakt voor het koloniale en slavernijverleden. Nu is het tijd om werk te maken van verbinding en herstel. Er komt een herstelfonds voor nazaten van tot slaaf gemaakten. Samen met de gemeenschappen wordt bepaald hoe dit fonds wordt ingevuld. We gaan verder met de gesprekken binnen de gemeenschappen in Europees Nederland en Caribisch Nederland over het koloniale en slavernijverleden, de doorwerking hiervan en het nodige herstel. In het hele onderwijs komt er voldoende aandacht voor het koloniale en slavernijverleden van ons land. En er komt een slavernijmuseum in Nederland en het Caribisch gebied, met aandacht voor de trans-Atlantische slavenhandel, de slavernij in Azië, in voormalig NederlandsIndië en voor contractarbeid. 1 juli (Keti Koti) en 5 mei (Bevrijdingsdag) worden nationale vrije dagen. Historische figuren die misdaden tegen de menselijkheid hebben begaan of verantwoordelijk waren voor genocide, worden niet meer verheerlijkt. En we zorgen dat de verhalen over de helden van onze gedeelde geschiedenis worden verteld. We hebben oog voor de nog altijd onderbelichte bladzijden van --- pdf_page: 46 --- ons koloniale verleden, waaronder de historische en actuele situatie in West-Papua en de Molukken. En wij spannen ons in om huidige misstanden in voormalige kolonies (zoals de mensenrechtenschendingen in Papua) te verhelpen. Wij zetten ons in om het teruggeven van tijdens het Nederlandse koloniale bewind, geroofde kunst van bevolkingsgroepen die geen zelfbeschikking hebben, alleen in overleg met en alleen met akkoord van die bevolkingsgroepen, te laten plaatsvinden. Waar mogelijk gebeurt dit in overleg met diaspora en nabestaanden in Nederland. Het bevorderen van diversiteit. Voor een integrale aanpak van discriminatie, racisme, genderongelijkheid en seksueel geweld (nationaal actieplan) is het cruciaal om in alle sectoren diversiteit te bevorderen. Veel prioriteit geven we aan meer diversiteit bij de politie, zodat het een politie van en voor iedereen wordt (lees ons uitgebreidere programmapunt bij 'Veiligheid voor leefbaarheid'). Ook ambtenaren en andere werknemers moeten in beginsel de zelfbeschikking hebben om zich vrij naar eigen levensovertuiging te kleden, inclusief religieuze uitingen. In tal van functies en beroepen streven we naar een zo evenredige mogelijke verdeling van vrouwen en mannen, mensen met een bi-culturele achtergrond en andere groepen. Dat geldt zeker voor politieke functies, en functies binnen de overheid. We volgen daarbij de aanbevelingen van 'Stem op een Vrouw'. Ook in de publieke sector is nog veel werk te verzetten. Zo zien we bijvoorbeeld dat er nog steeds een grote achterstand is in het aantal vrouwelijke hoogleraren en hoogleraren met een bi-culturele achtergrond. Daarom wordt in de publieke sector de komende jaren ingezet op een transparant en modern loopbaanbeleid. Geen discriminatie door bedrijven. Bedrijven die zich schuldig maken aan (stage)discriminatie krijgen stevige boetes en worden uitgesloten van overheidsopdrachten. De Nederlandse Arbeidsinspectie wordt toegerust met capaciteit en financiële middelen voor onderzoek naar discriminatie en ongelijke kansen in werving en selectie. Bedrijven die verzoeken ontvangen om te discrimineren, bijvoorbeeld als uitzendbureau of makelaar, hebben de plicht om dat verzoek te melden. Bedrijven dienen ook te zorgen voor een veilig werkklimaat als onderdeel van hun arbeidsomstandigheden-verplichtingen; sociale veiligheid en het tegengaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag horen daarbij. We trekken de vergunning voor verhuurders in als zij discrimineren. Ook voor makelaars komen er vergunningen. We stimuleren de samenwerking en kennis-uitwisseling tussen de organisaties die discriminatie voorkomen en bestrijden, en daar expertise over opbouwen. Meer gelijkheid binnen bedrijven. We dichten de loonkloof tussen mannen en vrouwen definitief. De overheid geeft daarin het goede voorbeeld, en voor bedrijven voeren we zo snel mogelijk een Wet gelijke beloning in ter implementatie van de Europese wet loontransparantie. Hierbij wordt de bewijslast voor ongelijke beloning omgedraaid: de werkgever toont aan dat er geen loondiscriminatie is. Er komt een certificeringsstelsel waarmee bedrijven met meer dan 100 werknemers aantonen dat ze gelijk loon voor gelijk werk bieden: zo wordt het aan werkgevers om aan te tonen dat hun beloningsbeleid eerlijk is. De overheid ondersteunt zowel kleine als grote bedrijven actief bij het verkleinen van de loonkloof en het bevorderen van diversiteit binnen hun onderneming ten aanzien van met name biculturaliteit, gender, en seksuele en genderdiversiteit. Wij stimuleren bedrijven en instellingen om goede ervaringen hiermee uit te wisselen, onder andere door 'Diversiteit in Bedrijf' te goed te verankeren en steunen. We stimuleren om vast te leggen in CAO's dat diversiteit wordt bevorderd en dat sociale uitsluiting of discriminatie onacceptabel is. Daarnaast handhaven we de wetgeving dat maximaal 60\% van de raden van commissarissen bestaat uit personen van hetzelfde gender en breiden deze uit naar de raden van bestuur. Discriminatie op de arbeidsmarkt blijft, zelfs met vele openstaande vacatures, een reëel probleem. Wij overleggen met de vakbeweging over versterking van de instrumenten om discriminatie te bestrijden en, nog liever, te voorkómen. --- pdf_page: 47 --- Aanpakken seksueel grensoverschrijdend gedrag. We zetten de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag door als onderdeel van het nationaal actieprogramma (NAP), wat zich uitstrekt van preventie tot de justitiële keten. Waar nodig worden onderdelen wettelijk verankerd (denk aan vertrouwenspersonen en gedragscodes). Het NAP wordt uitgebreid naar huiselijk geweld en femicide. Een regeringscommissaris zal ook de komende periode nog dienen als aanjager voor de noodzakelijke cultuurverandering. De aanpak wordt zowel uitgevoerd in de publieke als private sector met betrokkenheid van ervaringsdeskundigen. We zetten een onderzoeksraad voor Sociale en Seksuele veiligheid op die dient als kennis- en coördinatiecentrum van alle sectorale meldpunten en die onderzoek doet naar specifieke casussen. Er komt een wettelijk kader voor onderzoeksbureaus die onderzoek doen in opdracht van organisaties of bedrijven naar seksueel grensoverschrijdend gedrag of sociale veiligheid. Bedrijven zorgen ook voor een aanpak als onderdeel van hun arbeidsomstandigheden. Zij stellen daarvoor vertrouwenspersonen aan, hebben een transparante klachtenprocedure en werken met hun medewerkers aan het levend houden van een gedragscode en een veilige cultuur. Er komt meer aandacht voor de slachtoffers van seksueel- en huiselijk geweld. We trainen agenten zodat zij signalen van seksueel geweld herkennen en daar goed mee om kunnen gaan en investeren met prioriteit in de politiecapaciteit voor de behandeling van aangiften van haatdelicten en strafbaar seksueel overschrijdend gedrag. Ook breiden we bijvoorbeeld de Centra Seksueel Geweld en 'veilig thuis'-huizen verder uit. Zo krijgen zedenslachtoffers betere psychologische begeleiding en kunnen aanwijzingen om verdachten te vervolgen beter veiliggesteld worden. Beschermen van LHBTQIA+-rechten. We scherpen het Wetboek van Strafrecht en de Algemene wet gelijke behandeling aan, zodat duidelijk wordt dat ook de discriminatie op basis van LHBTQIA+ strafbaar is (ook voor de BES-eilanden). We verbieden conversie-therapieën waarbij wordt geprobeerd mensen te 'genezen' van hun genderidentiteit en/of seksuele voorkeur. Mensen die gebruik willen maken van transzorg hoeven hier niet meer verplicht een diagnose voor te krijgen, maar hebben recht op directe zorg. De verplichte geslachtsregistratie bij de overheid schaffen we af en we maken het mogelijk om op identiteitspapieren geen geslacht te laten vermelden of een andere aanduiding dan M of V te kiezen. We blijven financiële ondersteuning bieden aan programma's die zich specifiek richten op de emancipatie en het ondersteunen van oudere of bi-culturele LHBTQIA+-personen, mensen met een beperking en op het voorkomen van suïcide binnen deze groepen. In opvanglocaties voor vluchtelingen gaat speciale aandacht uit naar de veiligheid voor LHBTQIA+-personen. De procedure om in bestaande geboorteaktes de vermelding van het geslacht te wijzigen, wordt versimpeld; de nu nog verplichte "deskundigenverklaring" vervalt. Erkenning voor regenbooggezinnen. We introduceren zo snel mogelijk een nieuwe wettelijke regeling voor meerouderschap. Vruchtbaarheidsbehandelingen worden voortaan ook vergoed als een draagouder een kind draagt voor een regenbooggezin. Bij de implementatie van het kinderrechtenverdrag krijgen kinderen in beginsel recht op de nabijheid van alle ouders. Meer vrijheid om je te verbinden. Veel rechten en plichten zijn nog te nadrukkelijk verbonden aan het traditionele gezin en directe familie. Wij willen dat er meer keuzevrijheid komt in de formele verbintenissen die mensen aan kunnen gaan. We voegen de mogelijkheid van een neutrale geregistreerde verbintenisvorm toe aan het Burgerlijk Wetboek. Dat zorgt ervoor dat mensen kunnen vastleggen welke wederzijdse rechten, plichten en zorg zij ten opzichte van elkaar hebben, zonder dat zij daarvoor hoeven te trouwen of een geregistreerd partnerschap hoeven aan te gaan. Dit geldt voor zowel twee- als meerpersoons relaties waarin sprake is van wederzijdse instemming. Ook in het belastingstelsel streven we naar meer gelijkheid tussen verschillende vormen van samenleven. --- pdf_page: 48 --- VN-verdrag Handicap als norm. We bouwen aan een inclusieve samenleving waarin ook mensen met een beperking volwaardig mee kunnen doen door het VN-verdrag inzake de rechten voor personen met een handicap volledig uit te voeren. De definitie van algemene toegankelijkheid in dit verdrag wordt de norm. We maken vaart met de ratificatie van het Facultatieve Protocol van het VN-verdrag. Ervaringsdeskundigen worden betrokken in het volledige beleidsproces. Het openbaar vervoer, de publieke ruimte, bedrijfsruimten en overheidsgebouwen worden breed toegankelijk voor ouderen en mensen met een beperking. Toegankelijkheid voor mensen in een rolstoel of met een beperking, conform het vereiste van artikel 9 VN-verdrag Handicap, wordt geborgd in het verlenen van bouw- en omgevingsvergunningen. In de zorg garanderen we dat zorglocaties ook geschikt zijn voor mensen met een meervoudige beperking. Organisaties en werkgevers worden ondersteund om de overstap naar brede toegankelijkheid te maken. Alle overheidscommunicatie, informatie van organisaties die een overheidstaak vervullen, informatie die wordt gefinancierd met publiek geld en het (digitale) betalingsverkeer zijn breed toegankelijk voor mensen met een beperking of worden dat gemaakt. Betere aanpak van discriminatie. De activiteiten die nodig zijn om het werk van de Nationaal Coördinator Racisme en Discriminatie ruchtbaarheid te geven, kunnen rekenen op structurele financiering. De aanstelling van de nationaal coördinator wordt verlengd. Het College voor de Rechten van de Mens versterken we, zodat zij actief onderzoek kan doen bij partijen die worden verdacht van discriminatie of seksisme. Ook ondersteunen en versterken we initiatieven van emancipatie- en doelgroeporganisaties. Oprichting landelijke antidiscriminatievoorziening. Vergelijkbaar met Bureau Slachtofferhulp komt er een landelijke organisatie (met decentrale locaties) voor melding van discriminatie. Naast klachtenbehandeling worden hier ook preventieve taken ondergebracht. De organisatie krijgt ruimte om onderzoek te doen en de mogelijkheid om te beboeten. Ook voegen we mogelijkheden om racisme en discriminatie te bestrijden toe aan als bevoegdheid van burgemeesters. Stoppen van moslimdiscriminatie en islamofobie. Middels strengere controles voorkomen we de discriminatie van moslims door banken en financiële instellingen. Ook treden we harder op tegen vormen van discriminatie op de woningmarkt, de arbeidsmarkt, stagemogelijkheden, de zorg en de openbare of particuliere maatschappelijke diensten (zoals bij toegang tot culturele instellingen, cafés en discotheken). We werken aan bewustwording omtrent islamofobie, bijvoorbeeld door voorlichting op scholen en maatschappelijke organisaties. We schaffen het gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding af. Stoppen van anti-zwart racisme. Wij steunen het Europees Parlement in zijn oproep en zien antizwart racisme als specifieke discriminatiegrond. Naast aandacht in het onderwijs voor ons koloniaalen slavernijverleden is het belangrijk dat er meer bewustwording komt over hoe die geschiedenis en mensbeelden nog steeds in de maatschappij doorwerken. We gaan harder optreden tegen vormen van discriminatie tegen zwarte mensen, bijvoorbeeld binnen de arbeidsmarkt, het onderwijs en de woningmarkt. We continueren het VN-programma 'Internationaal decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst' dat in 2024 afloopt. Stoppen van antisemitisme. Op scholen wordt meer aandacht besteed aan de Holocaust, hedendaags antisemitisme en de Joodse geschiedenis en cultuur. Daarnaast zetten we ons de komende jaren in voor een brede Europese aanpak van antisemitisme, onder andere door sociale internetplatforms te verplichten hiertegen op te treden. --- pdf_page: 49 --- Stoppen van anti-aziatisch racisme. Anti-Aziatisch racisme wordt integraal opgenomen in anti-discriminatiebeleid en onderzoek naar racisme in Nederland. Er komt meer aandacht voor arbeidsdiscriminatie, de specifieke zorgbehoeften van Aziatische Nederlanders in de gezondheidszorg, een het bestrijden van schadelijke stereotypen en racisme in de media. In het onderwijs wordt ingezet op inclusief lesmateriaal en een veilige leeromgeving. Harder straffen van discriminatie en racisme. We geven het Openbaar Ministerie meer ruimte om discriminatiezaken te vervolgen. Ook verhogen we de strafmaat voor haatmisdrijven, zoals discriminerend geweld, femicide bedreigingen en intimidatie. Zaken als online haat en discriminerende spreekkoren pakken we harder aan. Aanpak mensenhandel. Er komt een eenduidige, landelijke aanpak op het gebied van mensenhandel. De huidige aanpak is te versnipperd en gemeenten kunnen het probleem niet altijd de prioritering geven die het verdient. --- pdf_page: 50 --- # 4. Een bloeiende landbouw en natuur ### 4.1 Rijke natuur voor welzijn van mens en dier Prioriteit aan natuurherstel. Uiterlijk in 2030 is de trend van achteruitgang van de biodiversiteit gekeerd. We houden vast aan het doel om de stikstofuitstoot in 2030 te halveren. In 2050 is voor alle soorten de gunstige staat van instandhouding behaald. Dat doen we door beschermde natuurgebieden aan elkaar te verbinden en door bufferzones om deze gebieden heen te creëren. Voor meer biodiversiteit zetten we het beleid voor Nationale Parken voort. Onze inzet in Europa voor goedkeuring van de natuurherstelwet gaat door, waarbij we ons ook hardmaken voor een Europese bodemwet. De wolf is welkom in heel Nederland. We handhaven de beschermde status van de wolf en helpen dierenhouders daar waar nodig met het nemen van preventieve maatregelen om eventuele schade door wolven te voorkomen. Natuurherstel buiten de beschermde natuurgebieden. We starten een ambitieus programma om basiskwaliteit natuur te realiseren, zodat we invulling geven aan dit deel van de Europese Natuurherstelwet. We gaan natuur verbinden, door programma's zoals Ruimte voor Levende Rivieren, Natuurkracht Limburg, het herstellen van het Haringvliet als een riviermonding en het Lauwersmeer. We realiseren de OostvaardersWold. We versterken de natuur in en om steden, door middel van een landelijke norm voor groen in de stad en aanvullend stimulerend beleid. Terugbrengen landschapselementen. We volgen de lijn van het Aanvalsplan Landschap. In 2030 hebben we de doelstelling van 10\% groenblauwe dooradering met landschapselementen bereikt. Bij aanplant van nieuwe (houtachtige) landschapselementen, bomen en bossen, maken we zoveel mogelijk gebruik van Europees plantmateriaal, zodat deze robuuster en (storm)bestendiger worden en de kans op het ontstaan van plagen kleiner is. Landgoed Amelisweerd behouden we door de A27 bij Utrecht niet te verbeden. We omarmen het door de provincie en gemeente Utrecht ontwikkelde alternatief. Ondernemen met natuur. Boeren die zich inzetten voor dierenwelzijn, natuurbescherming en herstel worden beloond. We breiden teeltvrije zones voor de landbouw uit om water en natuur beter te beschermen en stimuleren boeren om in die teeltvrije zones te werken aan bloemrijke randen, natuurvriendelijke oevers of herstel van landschapselementen. Landschapsgrond, of 'ondernemen met natuur' wordt een optioneel instrument voor grondeigenaren die in de directe omgeving van natuurgebieden graag door willen met ondernemen. We maken land vrij om natuurinclusieve bouwmaterialen te telen, zoals hennep en hout. We voeren het Aanvalsplan Grutto uit en de gehele keten van de veehouderij wordt dierwaardig. We stimuleren slim landgebruik en dubbelfuncties volgens het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Boeren die stoppen of extensiveren, kunnen rekenen op een actieteam Ruimtelijke Herontwikkeling voor hulp bij het ontwikkelen van andere economische activiteiten. We anticiperen op nieuwe verdienmodellen voor de boeren, door bijvoorbeeld op boerenerven maatschappelijk wenselijke bestemmingen mogelijk te maken, zoals woningen voor starters of senioren of een minicamping. Behoud natuur op zee. Conform Europese en internationale afspraken verkrijgt 30\% van het Nederlandse zeeoppervlak, inclusief de Waddenzee en de Zuidwestelijke Delta, tegen 2030 een beschermde status, samen met andere Noordzeekuststaten maken we een plan om scheepvaart, visserij, defensie, zandwinning, windenergie, CO2-opslag en natuurontwikkeling op elkaar af te stemmen en waar mogelijk te combineren. Daarbij zorgen we voor een rechtvaardig transitieplan voor de visserij. Als eerste stap in het geven van rechten aan de natuur, werken we aan rechtspersoonlijkheid voor een specifiek ecosysteem, zoals de Waddenzee of de Maas. We sluiten ons daarvoor aan bij --- pdf_page: 51 --- initiatieven van onderop en werken waar mogelijk samen met buurlanden. Internationaal maken we ons hard voor het strafbaar stellen van (grootschalige) beschadiging, vernietiging of verlies van natuur en ecosystemen. Ecocide wordt strafbaar in Nederland en we streven naar een wereldwijd verbod. Meer natuurinclusieve energie- en landbouw. Omdat zonnepanelen, windmolens, hoogspanningskabels en transformatorstations een groot beslag leggen op de ruimte in ons land, komen er landelijke afspraken over de manier waarop natuur en landschap in de regio het uitgangspunt zijn voor locatiekeuzes. We zorgen ervoor dat de aanleg van energie-infrastructuur samengaat met natuur- en omgevingsversterkende maatregelen. Ook werken we het kwaliteitsfonds uit, zodat natuurversterking rondom energieprojecten wordt gerealiseerd. We passen het bouwbesluit aan, zodat planologisch duidelijk wordt hoe een ontwikkeling de biodiversiteit doet toenemen. Er worden normen voor natuurinclusiviteit vastgelegd in relevante wetgeving. Een nieuwe Nationale Omgevingsvisie. In een nieuwe Nationale Omgevingsvisie werken we uit hoe we de ruimtelijke ontwikkeling van de grote transities waarvoor we staan - zoals de volkshuisvesting, de transitie naar een natuurinclusieve en dierwaardige landbouw, herstel en uitbreiding van de natuur, de energietransitie en duurzame mobiliteit - concreet gaan vormgeven. We werken niet langer met vrijblijvende doelen, maar leggen normeringen en transitiepaden vast in bindende juridische instrumenten. Water en bodem zijn daarbij sturend. De minister van Ruimtelijke Ontwikkeling krijgt doorzettingsmacht om zo nodig de samenhang van het ruimtelijk beleid en de noodzaak van meervoudig ruimtegebruik bij collega-bewindspersonen af te dwingen. Een verbeterde Omgevingswet. We verwachten dat de invoering van de nieuwe Omgevingswet per 1 januari 2024 juridische problemen bij burgers en bedrijven kan veroorzaken met mogelijk onwenselijke vertragingen op belangrijke dossiers. Daar waar uitvoeringsproblemen plaatsvinden, maken we het mogelijk om een exit-strategie toe te passen, zodat onderdelen van de Omgevingswet snel (tijdelijk) buiten werking gesteld kunnen worden. We heroverwegen alle onderdelen van de Omgevingswet op basis van de vraag of ze nog passen bij de toekomstige opgaven. Het uitgangspunt van de Omgevingswet, integraal werken en participatie, blijft behouden. # 4.2 Een toekomst voor natuurinclusieve landbouw en voedsel Een goedbelegde boterham voor boer en consument. We geven prioriteit aan bescherming en herstel van natuur in natuurgebieden, dorpen en steden en rondom agrarische activiteiten. We kiezen voor natuurinclusieve en dierwaardige landbouw en de mogelijkheid voor boeren om voldoende geld te verdienen met activiteiten die bijdragen aan natuurherstel en dierenwelzijn. Door hoge grondprijzen staat het verdienmodel van veel boeren onder druk. Daarom richten we een Nationale Grondbank op die bij bedrijfsbeëindiging het recht op eerste koop krijgt van grond en dieren- en emissierechten, waarna dit verpacht wordt aan boeren om bijvoorbeeld een voedselgemeenschap te starten of voor natuurinclusieve landbouw (zie uitgebreider voorstel bij 'De gemeenschap aan het roer'). Om jonge agrariërs voor te bereiden op een toekomst met perspectief, wordt het agrarisch en groen onderwijs hierop aangepast. Zo zullen stages, lesmateriaal en informatiemomenten gericht zijn op het uitvoeren van duurzame, natuurinclusieve en dierwaardige kringlooplandbouw. We houden daarbij rekening met klimaatverandering en agrarisch handelen in evenwicht met de natuur. --- pdf_page: 52 --- Genoeg voedsel door groene boeren te belonen. We kiezen voor hoogwaardige productie, bestemd voor de Nederlandse consument en de regio, en in balans met de natuur en met respect voor het dier. We stimuleren kennisontwikkeling over biologische, natuurinclusieve, dierwaardige, gifvrije kringlooplandbouw en maken deze kennis beter toegankelijk voor koplopers en boeren die willen omschakelen. Met subsidies stimuleren we de omschakeling naar duurzamere vormen van landbouw, zoals biologische landbouw en dierwaardige natuurinclusieve kringlooplandbouw en activiteiten als voedselbossen, voedselgemeenschappen en korte ketens rond steden en dorpen. We creëren een beter verdienmodel voor boeren, met beloningen voor agrarisch natuurbeheer, landschapsbeheer, CO2opslag en waterberging. De positie van coöperaties en samenwerkingsverbanden van duurzame boeren versterken we ten opzichte van toeleveranciers, voedselverwerkers en supermarktketens. Voor onze internationale agenda geldt dat Nederlandse landbouw wereldwijd koploper is en blijft, maar dan met een nieuwe koers: agrarische sector, agribusiness en wetenschap ontwikkelen een roadmap voor agroecologische landbouw in Nederland en daarbuiten. Geen slot meer op het land. Als de stikstofuitstoot daalt, reserveren we een vast deel van de vrijkomende stikstofruimte voor woningbouw en investeringen in de energietransitie. We onderzoeken de mogelijkheid om voorwaardelijke, gebiedsspecifieke drempelwaardes in te voeren voor essentiële projecten als woningbouw en de energietransitie. We vragen een evenredige bijdrage van alle sectoren bij het terugdringen van stikstofuitstoot en het bijdragen aan het omschakelfonds. We zoeken een oplossing voor de zogenaamde PAS-melders, interimmers, biologische boeren in en nabij natuurgebieden en andere knelgevallen. Gerichte uitkoop. Om de natuur te laten herstellen is het van belang grote vervuilers dichtbij natuurgebieden uit te kopen. We zetten in op een actief uitkoopbeleid. Als niet genoeg boeren op vrijwillige basis meedoen, zijn we ook bereid om boeren verplicht uit te kopen. Als we inzetten op normeren en beprijzen, zijn bovendien minder royale subsidies en uitkoopregelingen nodig. We stoppen met subsidies aan de veehouderij voor onbewezen technologische innovaties. Minder vervuilende landbouw. We kiezen voor de invoering van een graslandnorm en romen dierrechten af. Daarbij concentreren we ons in eerste instantie op overgangsgebieden rondom natuurgebieden en weidevogelkerngebieden. Het uitgangspunt is dat vervuilende boeren betalen voor hun uitstoot. De opbrengsten gebruiken we voor investeringen in verduurzaming. Voor de landbouw wordt uitstoot belast en koolstofvastelegging beloond. De opbrengst vloeit terug naar het transitiefonds voor de verduurzaming van de landbouw. Daarbij willen we boeren de vrijheid geven om zelf te bepalen op welke manier ze hun uitstoot terugdringen. Om natuur, klimaat en grondstoffen te sparen, worden kunstmest en chemische pesticiden zo snel mogelijk uitgefaseerd. De recycling van fosfaat en andere nutriënten uit rioolwaterzuiveringsslib wordt verplicht. We steunen een voortvarende aanpak binnen de EU en voeren een nationale heffing op schadelijke bestrijdingsmiddelen in, waarvan de opbrengst wordt gebruikt om boeren te helpen minder chemische middelen te gebruiken. Zowel de landbouw als overheden en particulieren stoppen met het gif glyfosaat. Meer en betaalbaar biologisch voedsel in de winkel. We zetten supermarkten in beweging om een oplopend percentage producten uit biologische landbouw en andere vormen van duurzaam geproduceerd voedsel te verkopen. We stimuleren de ontwikkeling en de opschaling van de productie van 'cellulaire landbouw' (precisiefermentatie en kweekvlees). We bevorederen de eiwittransitie, met als tussendoel dat in 2030 onze eiwitten voor $60 \%$ uit plantaardige bron komen en voor $40 \%$ uit dierlijke bron. --- pdf_page: 53 --- Een publieke voorziening voor goed eten. We beginnen met de landelijke uitbouw van een nieuwe publieke voorziening voor goed en betaalbaar eten, in lijn met de initiatieven van de Volkskantine. Zoals de bibliotheek lezen toegankelijk maakt, zo maakt deze basisvoorziening goed en gezond eten toegankelijk. Voor snackbarprijzen kunnen mensen hier biologische, plantaardige en verse gerechten kopen met ingrediënten die worden ingekocht bij lokale boeren. Buurtbewoners krijgen zoveel mogelijk zeggenschap en inspraak in de precieze vormgeving per locatie. Een Europees circulair voedselsysteem. We maken ons sterk voor omvorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU tot een Gemeenschappelijk Voedselbeleid. Daarbij zet de EU al haar beleidsinstrumenten in om te bouwen aan een circulair voedselsysteem dat ecologische grenzen respecteert, bodemkwaliteit en biodiversiteit verbetert, anticipeert op klimaatverandering, dierenwelzijn waarborgt, de eiwittransitie versnelt, gezond en betaalbaar voedsel biedt aan consumenten en een eerlijke beloning oplevert voor duurzame en biologische boeren. We bouwen de subsidies voor de productie van dierlijke producten af. De huidige inkomenssteun aan boeren vervangen we door steun aan biologische en natuurinclusieve kringlooplandbouw, beloningen voor de maatschappelijke diensten die boeren leveren en ondersteuning van een gezonde voedselomgeving. We houden vast aan de strenge Europese regels voor transgenetische modificatie van landbouwgewassen. Voor gewassen die gemodificeerd zijn zonder soortvreemd DNA (cisgenese), bijvoorbeeld met de CRISPR-Cas-techniek, bepleiten we een Europese toets op maatschappelijke waarde. Ook zetten we ons in voor handhaving van de etiketteringsplicht. Einde aan de bio-industrie. Alle huisvesting voor landbouwdieren moet uiterlijk in 2030 voldoen aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en volksgezondheid. Kooien worden afgeschaft. Nieuwe stallen staan we enkel toe ter vavanging van oude stallen of als dat nodig is voor verplaatsing van bedrijven, waarbij de nieuwe stallen moeten voldoen aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en het aantal dieren niet toeneemt. In slachthuizen komt verplicht cameratoezicht en de maximale duur van diertransporten wordt verkort. Weidegang voor grazende dieren en uitloop voor varkens en pluimvee worden verplicht. Om het risico op nieuwe zoönosen te verkleinen, worden pluimveehouderijen nabij waterrijke natuur beëindigd of verplaatst. Ook voeren we een afstandscriterium in voor grote concentraties landbouwdieren tot landbouwdieren van een andere soort, of tot woonwijken. Dit alles moet leiden tot een forse verkleining van de veestapel in Nederland. Daar waar mogelijk willen dit borgen in wetgeving. In Europa zet Nederland zich in voor een ambitieuze herziening van de EUdierenwelzijnswetgeving. Handhaving dierenwelzijnsregels. In lijn met de Wet dieren staan we niet langer toe dat dieren worden onderworpen aan lichamelijke ingrepen om ze aan te passen aan het stalsysteem, zoals het couperen van varkensstaarten. We gaan het Beter Leven-keurmerk opleggen aan supermarkten en de industrie, waarbij in 2030 alleen producten in de schrappen liggen met minimaal twee sterren en per 2040 met drie sterren. Dierenfokkers en handelaren mogen alleen werken met een vergunning. We leggen vermaak met dieren, zoals het gebruik van dieren in tentoonstellingen en shows, aan banden en scherpen het toezicht aan om misstanden te voorkomen. De handel en import van dieren die in NEderland niet mogen worden gefokt worden verboden. Het tentoonstellen en verhandelen van honden en katten die in Nederland niet mogen worden gefokt, wordt verboden. Tarieven voor de --- pdf_page: 54 --- behandeling door de dierenarts worden wettelijk gereguleerd. We stimuleren de transitie naar proefdiervrij onderzoek, waarbij dierproeven toegestaan zijn mits het de enige manier is om een substantiële verbetering van de volksgezondheid te bereiken. Voor plezierjacht is geen plaats meer, beheerjacht staan we alleen toe bij bedreiging van de volksgezondheid, veiligheid of biodiversiteit en als bewezen is dat andere diervriendelijke alternatieven niet werken. Overbevissing gaan we wereldwijd tegen, zoveel mogelijk in Europees verband. We faseren zware sleepnetvisserij uit en creëren meer visserijvrije zones. Dierenwelzijnsregels gaan ook gelden voor vissen in kwekerijen en voor de wildvang komt budget oor welzijnsonderzoek. # 4.3 Nederland waterland Betere waterkwaliteit. Om ons te behoeden voor grote problemen met het watersysteem leven we de Europese afspraken na: samen met de waterschappen en natuur- en agrarische organisaties zetten we een kwaliteitsoffensief in, zodat onze wateren in 2027 voldoen aan de Europese normen. Duurzame natuurinclusieve land- en tuinbouw is hiervoor de sleutel. Deelname aan het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en het hebben van een water- en bodemplan wordt verplicht voor alle agrariërs, waarbij zij zelf de voor hun bedrijf best passende maatregelen kunnen bepalen. Ook grote bedrijven als Tata, Chemelot of Chemours vervuilen ons water. We scherpen de regels voor toelating en lozing van stoffen als staalslakken, granuliet en PFAS aan en we laten het voorzorgsprincipe voor natuur en volksgezondheid strenger meewegen in het vergunningenbeleid. Alle vergunningen voor onbepaalde tijd worden uitgefaseerd en we gaan strenger handhaven. We verbieden niet-toetsbare stoffen die pas meetbaar zijn als de toxiciteitsgrens al overschreden is. Alle vormen van onttrekking van grondwater door bedrijven, boeren en burgers worden vergunningsplichtig. We laten de vervuiler betalen. We voeren een eerlijker belastingstelsel in voor waterbeheer, waterwinning en de waterzuivering, zodat de landbouw en industrie een reële prijs betalen voor de maatschappelijke kosten die ze maken. We schaffen de vrijstelling voor grootverbruikers op drinkwaterbelasting af. We zorgen voor strengere normen voor producenten die verantwoordelijk zijn voor medicijnresten, microplastics en chemische stoffen in het water. Ook benutten we de kansen voor het terugwinnen van grondstoffen uit rioolwater en het hergebruik van gezuiverd afvalwater, zodat de waterkringloop wordt gesloten. Goed waterbeleid is goed veiligheidsbeleid. Gemeenten krijgen voldoende middelen in handen voor klimaatadaptatie. We leggen in steden en dorpen extra parken en waterpartijen aan voor verkoeling, verbeteren de opvang van water, vergroenen de daken en tuinen van woningen en planten meer bomen. We helpen huishoudens bij het opvangen van regenwater en het aanleggen van grijswatersystemen en leggen dit, naar Vlaams voorbeeld, als verplichting vast in het bouwbesluit. We stappen over van water afvoeren naar slim water vasthouden, waarbij we maximaal kiezen voor natuurlijke maatregelen: meanderen van beken, natuurlijke klimaatbuffers, en het scheppen van natte natuur en natuurlijke oevers. Bij dijkversterkingsprojecten maken we werk van meekoppelkansen. We ondernemen actie om de grondwatervoorraad en de dijken voor de lange termijn, ook na 2050, te beschermen en reserveren daarvoor voldoende budget. Beregening van landbouw in kwetsbare gebieden gaan we tegen. Ook Bonaire, St. Eustatius en Saba doen mee. Er komt een klimaatadaptatieplan voor Bonaire, St. Eustatius en Saba, net als voor andere Nederlandse gemeenten. Inwoners worden betrokken en er komen voldoende kennis en financiële middelen beschikbaar. --- pdf_page: 55 --- Hoger waterpeil in veenweidegebieden. In de veenweidegebieden (met een maximale drooglegging van- 20 cm waar het kan tot -40 cm waar het moet), voorkomen we de oxidatie van het veen en daarmee bodemdaling en CO2-uitstoot. We geven prioriteit aan de gebieden waar de kosten voor waterbeheer nu al (vrijwel) net zo hoog zijn als de opbrengsten van de landbouw of waar de natuur achteruitgaat. Daar stimuleren we natte natuur en natte landbouw. Passend waterpeil. We passen het uitgangspunt 'functie volgt peil' toe. Dat betekent dat we het waterpeil kiezen dat past bij het bodem- en watersysteem van een gebied en niet het peil dat past bij het huidige grondgebruik. In navolging van de provincie Noord-Brabant, met een grondwaterconvenant tussen alle waterpartners, komt er een nationaal Actieplan Verdroging. Bescherming van onze zeeën. De Waddenzee is onderdeel van het Unesco Werelderfgoed. Ook de Noordzee en kwetsbare mariene natuur in Caribisch Nederland beschermen we als zijnde uniek zeegebied. Voor bescherming van de koraalriffen en de biodiversiteit in Caribisch Nederland blijven we de nodige financiering beschikbaar stellen. Er komt een verbod op diepzeemijnbouw in onze zeeën; zoutwinning in de Waddenzee wordt gestopt. Op de Waddenzee en Noordzee gaat de energietransitie voor wind en zon hand in hand met natuurontwikkeling, met heldere kaders voor de traditionele economie zoals transport en visserij. We gaan verder met opvolging van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad over veilig scheepvaartverkeer boven de eilanden. Langs de gehele Nederlandse kust beschermen we de natuurgebieden beter en wordt er niet onnodig gebouwd. We stimuleren waar mogelijk zachte overgangen tussen zee en achterland voor herstel van biodiversiteit, zoals het leefgebied van migrerende vissen. Bescherming van onze deltanatuur. Net zoals de Waddenzee is de Zuidwestelijke Delta een belangrijk natuurgebied behorend aan onze Nederlandse deltanatuur, met de Westerschelde als uniek estuarium (waar zoet rivierwater en zout zeewater vermengd worden) dat in open verbinding staat met de zee. Behoud en herstel van de estuariene natuur krijgt prioriteit, waarbij natuurlijke processen en verbindingen tussen wateren hersteld worden. Specifiek voor de Westerschelde gaan we meer ruimte geven voor het estuarium. --- pdf_page: 56 --- # 5. Onze publieke voorzieningen op orde ### 5.1 Trots om te werken in de publieke sector Goed werkgeverschap en aantrekkelijk werk in de publieke sector. Goede publieke voorzieningen staan of vallen met voldoende personeel. Het is dus zaak dat we mensen aan de publieke sector weten te binden. Dat begint met een gedegen beloning, maar vergt meer dan dat. Minstens zo belangrijk is dat we het voor professionals in de publieke sector mogelijk maken hun werk effectief en met plezier uit te voeren. De veelheid aan protocollen, richtlijnen en controlesystemen is een belangrijke oorzaak van de huidige personeelstekorten in de publieke sector. Daarom geven we professionals in bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs en bij de politie het vertrouwen en de professionele ruimte en zeggenschap die zij verdienen. Beperking zzp'ers in de publieke sector. Onze publieke voorzieningen functioneren op basis van solidariteit. Dat geldt niet alleen voor de manier waarop ze bekostigd worden, maar ook binnen organisaties zelf. De toename aan zzp-ers holt die solidariteit uit, verlaagt de solidariteit binnen organisaties, drijft de kosten op en verhoogt de werkdruk voor collega's die wel in loondienst blijven werken. Daarom komt er een limiet aan de inzet van zzp'ers in deze sectoren. In een sector als de zorg onderzoeken we de mogelijkheid om zzp-constructies te verbieden. Schaalverkleining. Echte zeggenschap en dienstverlening die dicht bij mensen staat in het onderwijs, de zorg en de volkshuisvesting zijn alleen mogelijk als we de enorme schaalvergroting binnen onze publieke voorzieningen terugdraaien. We starten een proces van schaalverkleining, waarbij we grote koepels zo nodig opknippen. Nieuwe fusies toetsen we nadrukkelijk op de gevolgen voor werknemers en gebruikers. Medezeggenschap. We zorgen dat de professionals die het werk binnen onze publieke voorzieningen daadwerkelijk verrichten hier ook meer zeggenschap over krijgen. In de zorg, het onderwijs en bij de politie voeren we een consultatieplicht in: bestuurders mogen geen besluiten meer nemen die de beroepsuitoefening van professionals binnen hun organisatie raken zonder hen hierover te consulteren. Als ze deze plicht niet nakomen, kan het besluit worden teruggedraaid. Medezeggenschaps- en ondernemingsraden worden beter ondersteund en krijgen instemmingsrecht over de hoofdlijnen van de begroting. Organisaties die het personeel vertegenwoordigen, zoals vakbonden, krijgen een vaste plek aan de tafels waar wordt overlegd over de inrichting van de sector. Naast werknemers krijgen omwonenden en gebruikers van een (semi-) publieke instelling het recht om met voldoende ondertekenaars een onderwerp ter bespreking aan te melden bij het bestuur of de toezichthouder van een instelling. Het bestuur of de toezichthouder is verplicht om hierop binnen een bepaalde tijd publiekelijk te reageren. Toezichthouders. We versterken de band tussen publieke professionals en de toezichthouders van hun organisatie. Ondernemingsraden en medezeggenschapsraden krijgen de ruimte om zonder tussenkomst van bestuurders contact te zoeken met hun toezichtsraden. In de zorg en het onderwijs wordt de helft van raden van toezicht gekozen door professionals. Toezichthouders worden verplicht om in de jaarverslagen verantwoording af te leggen over hun contact met de werkvloer. --- pdf_page: 57 --- # 5.2 Volkshuisvesting als publieke voorziening Volkshuisvesting is een publieke taak. We zien volkshuisvesting nadrukkelijk als een publieke taak. Via een nieuw op te richten Woningbouwfonds zorgen we voor een forse toename in de bouw van betaalbare en duurzame huur- en koopwoningen. De ambitie is dat er jaarlijks 100.000 woningen bijkomen, waarvan minimaal 40.000 sociale huurwoningen en 40.000 woningen in het middensegment (huur en koop). Daarom willen we een minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening met doorzettingsmacht. Het aanpassen van vergunning- en bezwaarprocedures die meer rekening houden met de belangen van woningzoekenden krijgt prioriteit. We stimuleren verdichting in onze dorpen en steden, waar vaak nog veel ruimte is om nieuwe woningen te bouwen. We zetten hierbij in op de ontwikkeling van nieuwe gezamenlijke woonvormen voor alleenstaanden, samengestelde gezinnen, ouderen en mensen met een beperking die zorg nodig hebben. Om te voorkomen dat de bouw tijdens economisch slechte tijden instort, introduceren we een doorbouwgarantie. Hierdoor kunnen bouwprojecten doorgaan, ook wanneer het voorverkooppercentage van $70 \%$ niet gehaald wordt Actieve grondpolitiek voor meer woningen. We versnellen de bouw door weer actief grondpolitiek te voeren. Met de nieuwe Nationale Grondbank brengen we meer grond in publieke handen en helpen we overheden om betaalbare nieuwbouw te realiseren (zie uitgebreider voorstel bij 'De gemeenschap aan het roer'). Bij deze nieuwbouw zorgen we dat de grond in gemeenschapshanden blijft. Daarnaast zorgen we dat de waardestijging van grond door publieke investeren ook ten goede komt aan de samenleving door middel van een planbatenheffing. Bezitters van grond met een bouwbestemming zetten we aan om te bouwen door middel van een bouwplicht: binnen een vaste termijn moeten zij overgaan tot de bouw van een woning. Als ze dat niet doen volgt eerst een boete, en uiteindelijk onteigening. Lokale overheden krijgen daarnaast de mogelijkheid om braakliggende grond te belasten, zodat eigenaren worden aangezet om deze te bebouwen. Woningcorporaties van en voor de samenleving. We bouwen aan volkshuisvesting waar we trots op kunnen zijn: hoogwaardige breed toegankelijke woningen naar Weens voorbeeld. Woningcorporaties krijgen weer de mogelijkheid om ook betaalbare huurwoningen voor middeninkomens te bouwen. Daarnaast verhogen we de inkomensgrenzen voor de sociale huursector zodat meer mensen hier een beroep op kunnen doen. We geven woningcorporaties en wooncoöperaties de middelen om actief woningen van private partijen over te kopen, op te knappen, te verduurzamen en er sociale huur in te realiseren. Woningcorporaties maken we weer sociale instellingen van en voor de gemeenschap: huurders en bewonerscommissies geven we meer zeggenschap over het beleid en de samenstelling van het bestuur. De wettelijke eisen aan de prestatieafspraken tussen gemeenten, corporaties en huurders worden vernieuwd, gemeenten kunnen deze afdwingen, niet-nakoming van de afspraken heeft gevolgen voor de woningcorporaties. Omdat zij een publieke taak vertegenwoordigen, hoeven woningcorporaties per direct geen winstbelasting meer te betalen. Er komt een snelle financiële oplossing voor regio's met armlastige woningcorporaties, zodat zij ook de komende jaren kunnen investeren in wat nodig is: nieuwbouw, verduurzaming en het betaalbaar houden van de woningvoorraad. Einde aan dakloosheid. Het is onacceptabel dat mensen onvrijwillig dak- en thuisloos zijn. Het recht op een woning wordt de basis van ons beleid. We blijven vasthouden aan het doel om in 2030 onvrijwillige dakloosheid te beëindigen, zoals afgesproken in de Lissabon Verklaring. In de tussentijd zorgen we dat kwalitatieve en toegankelijke opvang en zorg gegarandeerd zijn, ook voor migranten (of zij nou EU-burgers, asielzoekers of ongedocumenteerden zijn). We zetten in op housing first om --- pdf_page: 58 --- dakloosheid te voorkomen en te verhelpen. We investeren fors in de bouw van basiswoningen. Iedereen die dakloos raakt, krijgt direct zo'n basiswoning toebedeeld. Vervolgens krijgen zij hulp om een nieuwe woning te vinden en hun leven verder op te bouwen. We willen dat alle gemeenten evenredig bijdragen aan de huisvesting van mensen die uistromen uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang. De uitbouw van de sociale huur. Elke gemeenten zorgt ervoor dat minimaal 30\% van de woningvoorraad uit sociale huurwoningen bestaat. We zetten daarom in op ten minste $40 \%$ sociale huurwoningen in de nieuwbouw. Dat zijn betaalbare en kwalitatieve woningen, in principe van woningcorporaties of wooncoöperaties. Gemeenten met een groot tekort aan sociale huurwoningen krijgen de opdracht om extra woningen in dit segment te bouwen. De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening krijgt de mogelijkheid om de bouw van voldoende sociale huurwoningen af te dwingen. We leggen de uitverkoop van sociale huurwoningen aan banden: corporaties mogen alleen nog verkopen als het aandeel sociale huurwoningen in de wijk, of in het geval van kleinere gemeenten in de kern, op peil blijft. Corporatiewoningen worden alleen verkocht aan wooncoöperaties, overheden of andere corporaties. Corporatiewoningen mogen ook aan particulieren worden verkocht, maar alleen met zelfbewoningsplicht. Als particulieren deze woningen vervolgens willen doorverkopen, krijgen woningcorporaties of wooncoöperaties het recht van eerste koop. Betere benutting van bestaande woningen. We stimuleren transformatie, optoppen en splitsen van bestaande woningbouw. Met meer modulaire bouw kunnen woningen sneller aangepast worden aan veranderende omstandigheden. We moedigen mensen actief aan om hun woning met anderen te delen, onder andere door de kostendelersnorm te schrappen. Ook zorgen we ervoor dat iedere gemeente een leegstandsverordening opstelt en geven we gemeenten de mogelijkheid om eigenaren van leegstaande panden te belasten. Om bestaande woningen beter te benutten en de leefbaarheid van een buurt te vergroten mag Airbnb niet langer leiden tot permanente woningonttrekking. Om bestaande woningen beter te benutten en de leefbaarheid van een buurt te vergroten mogen woningen via platforms als Airbnb niet langer dan 90 dagen per jaar verhuurd worden. Platforms gaan voortaan openheid geven over de verhuur die via hen plaatsvindt, zodat gemeenten goed kunnen handhaven. Gebouwen van hoge kwaliteit. Nederland staat voor een enorme bouwopgave. Gebouwen kunnen wel honderden jaren blijven staan. Een gebouw dat niet wordt gesloopt is zelfs het meest duurzaam. Daarom is het essentieel dat wat we bouwen van hoge kwaliteit is. Om daarvoor te zorgen, nemen we de adviezen van het College van Rijksadviseurs over: we verankeren de rol van architecten in de wet, we introduceren de Open Oproep naar Vlaams model om kansen te bieden aan ontwerptalent en we geven gemeentes en provincies de mogelijkheid om een (stads)bouwmeester aan te stellen. Ook zorgen we voor de terugkeer van een Nederlands architectuurinstituut. Diversiteit aan woonvormen. We zorgen ervoor dat gemeenten en provincies actief sturen op het aanbod en de diversiteit aan woonvormen, zoals woonwagenstandplaatsen. We zorgen ervoor dat deze woonvorm verankerd is in gemeentelijke woonvisies. Gelijke kansen op een woning voor jongeren. We bouwen voldoende bij om zowel het woningtekort voor starters als het kamertekort voor studenten aan te vullen. Om jongeren gelijke kansen te geven op de wachtlijst voor de sociale huur, willen we meer gaan experimenteren met toewijzing van woningen via loting. Meer investeren in de huisvesting van ouderen. We maken werk van een integrale aanpak voor ouderen, waarbij wonen, welzijn en zorg samenkomen. Ouderen krijgen via een actieprogramma seniorenwoningen extra ruimte bij de ontwikkeling van nieuwbouwwijken en grootschalige renovatie: alle nieuwbouwwoningen worden goed toegankelijk en levensloopbestendig gebouwd. Bij de bouw van --- pdf_page: 59 --- nieuwe seniorenwoningen, staat in het ontwerp het verlenen van zorg en het contact met de omgeving centraal. Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid om samen met huurders, ouderenorganisaties, woningcorporaties en bewonersinitiatieven een woon-zorgvisie te ontwikkelen waarin zij bindende afspraken maken over het aantal passende woningen voor ouderen. Ouderen die van een grote woning willen doorstromen naar een kleinere (senioren)woning krijgen ondersteuning van de gemeente, die we helpen om deze mensen een verhuiskostenvergoeding, huurprijsbehoud of verdere huurprijsaanpassing aan te bieden. Certificering voor inclusieve ouderenzorg, zoals de Roze Loper, wordt de standaard voor de voorzieningen. Extra aandacht voor kwetsbare wijken. Met het Volkshuisvestingsfonds investeren we structureel extra in wijken en regio's met slechte woningen: renovatie van verouderde woningen en investeringen in verduurzaming. We ontzorgen en begeleiden bewoners om dit te realiseren. Daarnaast zetten we in op een gelijk voorzieningenniveau in heel Nederland. Het Rijksprogramma Leefbaarheid en Veiligheid zetten we structureel voort - met een ontschot budget voor minimaal twintig jaar. Meer zekerheid over de huurtoeslag en het huurcontract. De voorgestelde bezuiniging op de huurtoeslag gaat niet door. Jongeren en huurders met een huur boven de liberalisatiegrens krijgen recht op huurtoeslag. Dat betekent ook dat we de leeftijdsgrens voor de volledige huurtoeslag verlagen van 23 naar 18. De Wet vaste huurcontracten voeren we zo snel mogelijk in, zodat het vaste huurcontract weer de norm wordt. Huurtoeslag wordt ook beschikbaar voor onzelfstandige woonruimte zonder eigen huisnummer. Betaalbare huren in vrije sector. Voor veel mensen die een huis huren in de vrije sector, voelt de hoge huurprijs als een molensteen om de nek. Voor alle huurwoningen in Nederland voeren we een maximale huurprijs in die wordt berekend aan de hand van het puntenstelsel. Daarin gaat de rol van de WOZwaarde minder zwaar meetellen. Er komt een huisjesmelkersboete voor verhuurders die te hoge huren vragen. Gemeenten kunnen op te hoge huurprijzen handhaven en mogen vergunningen intrekken bij herhaaldelijke bestraffing voor te hoge huren. Alle huren stijgen maximaal mee met de inflatie, behalve als de inflatie hoger is dan de loonstijging: dan volgen we de cao-lonen. Als dit ervoor zorgt dat de gewenste investeringen in nieuwbouw en verduurzaming door woningcorporaties in het gedrang komen, maken we afspraken over additionele steun. Fatsoenlijk verhuren. We voeren een landelijke verhuurdersvergunning in die wordt ingetrokken als verhuurders zich misdragen, bijvoorbeeld als ze huurders intimideren of discrimineren of zich niet aan de regels van goed verhuurderschap houden. Als verhuurders zich niet aan de regels houden volgen boetes, met als ultieme sanctie een verhuurverbod. Alle huurders kunnen een beroep doen op de huurcommissie. Gemeenten krijgen een rol in het beslechten van huurconflicten. Ook voor makelaars en verhuurbemiddelaars komt er een vergunningstelsel, om ondermijning, uitbuiting en discriminatie tegen te gaan. We stimuleren huurteams in gemeenten waar dat nodig is, zodat huurders de hulp krijgen die ze nodig hebben. --- pdf_page: 60 --- Sturing op koopwoningen. Via het Woningbouwfonds stimuleren we de realisatie van nieuwe betaalbare koopwoningen, maar wel met de voorwaarde dat de grond onder de koopwoning in handen blijft van een gemeenschappelijke partij en mensen hun koophuis terug verkopen aan die partij als ze verhuizen (zogenaamde Community Land Trusts). Verder geven we gemeenten de mogelijkheid om gebieden aan te wijzen waar mensen met een laag of middeninkomen voorrang krijgen op koopwoningen. Om te voorkomen dat beleggers goedkope woningen kopen om ze duur door te verhuren, krijgen gemeenten de mogelijkheid om voor de gehele woningvoorraad een zelfbewoningsplicht in te voeren voor onbepaalde termijn. We bouwen de hypotheekrenteaftrek stapsgewijs af. Die drijft de prijzen op en vergroot de ongelijkheid. Mensen met de hoogste inkomens en de duurste huizen profiteren het meest van deze miljardensubsidie, terwijl starters er niet meer tussen komen. Ondersteuning wooncoöperaties. We starten een langlopend actieprogramma wooncoöperaties, dat mensen helpt om een wooncoöperatie te starten en dat gemeenten ondersteunt om deze coöperaties te faciliteren. Er komt een nationaal garantiefonds voor wooncoöperaties zodat wooncoöperaties eenvoudiger financiering van de bank krijgen. Het bestaande recht van bewonerscollectieven om een wooncoöperatie te starten in woningen van een woningcorporatie breiden we uit: voortaan zijn corporaties verplicht om voorstellen voor overname te accepteren als deze aan de huidige criteria voldoen. Er komt een onafhankelijke autoriteit om geschillen hierover te beslechten. Wooncoöperaties krijgen daarnaast een voorrangsrecht bij de verkoop van sociale huurwoningen. Stimuleren maatschappelijk vastgoed. We introduceren een nieuwe leegstandsladder: we herstellen panden bij voorkeur in een maatschappelijke bestemming (buurthuis, kantine, etc.). Buurtbewoners krijgen mogelijkheden om gezamenlijk dit soort vastgoed over te nemen. Pas als dat niet lukt, kunnen maatschappelijk relevante woonbestemmingen een plek krijgen, daarna commerciële woonbestemmingen en pas dan kijken we naar commerciële herbestemming. Om langdurige leegstand te voorkomen, verwachten we van gemeenten dat ze binnen drie jaar de ladder doorlopen hebben. # 5.3 Onderwijs voor kansen en ontwikkeling ## Het onderwijs als gelijkmaker Een kansrijke start met publieke kinderopvang. De focus van kinderopvang moet liggen op de pedagogisch-didactische visie in plaats van de functie als arbeidsmarktinstrument. Daarom verschuiven wij kinderopvang met het daarbij behorende budget van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar het ministerie van Onderwijs. Ook herstellen wij de kinderopvang als een publieke basisvoorziening zonder winstoogmerk: stapsgewijs zorgen we ervoor dat alle kinderen alle dagen van de werkweek gratis naar de kinderopvang en de bso kunnen. In de tussentijd zorgen we er met een prijsplafond voor dat kinderopvang voor iedereen toegankelijk is. Kinderen met een taalachterstand, eenoudergezinnen en gezinnen met een sociaal medische indicatie krijgen voorrang en worden passend ondersteund. Om de personeelstekorten tegen te gaan, brengen we de kinderopvang onder in één cao voor het hele funderend onderwijs. Ook bieden we meer ontwikkelmogelijkheden. Pedagogisch medewerkers in opleiding krijgen een minimale stagevergoeding van $€ 750$ per maand. Meer ontwikkelkansen door personeelstekorten op te lossen. Ons doel is dat iedereen in staat wordt gesteld om zich gedurende het leven te kunnen ontwikkelen. Dat begint met kinderopvang als basisvoorziening en eindigt met goede toegang tot mogelijkheden voor een leven lang leren. Een van de grote obstakels om dit te realiseren is het tekort aan leraren, ondersteuners in de klas en pedagogisch medewerkers. We maken daarom het vak van leraar aantrekkelijker door meer zeggenschap te geven op de werkvloer, papierwerk terug te dringen en de arbeidsvoorwaarden aantrekkelijker te maken. In --- pdf_page: 61 --- alle onderwijssectoren, van basis- tot universitair onderwijs, krijgen de mensen die het werk doen het recht om te beslissen over de besteding van de zogenaamde werkdrukmiddelen en krijgen ze meer invloed op het curriculum en de besteding van extra onderwijsgelden. Het salaris van leraren maken we minder afhankelijk van het niveau waarop zij lesgeven. Een leraar op het vmbo is wat ons betreft evenveel waard als een leraar op het vwo of in het speciaal onderwijs. Om het tekort aan schoolleiders terug te dringen, zorgen we ervoor dat schoolbesturen kwalitatief en kwantitatief gaan investeren in schoolleiderschap. We voeren in het hele primair onderwijs een minimale stagevergoeding in van $€ 750$ per maand. Zij-instromers die de overstap naar het onderwijs maken, krijgen daarnaast een overgangsvergoeding als zij terugvallen in inkomen. We zorgen ervoor dat beginnende leraren ook na hun opleiding voldoende begeleiding krijgen en geven alle leraren een permanent recht op bijscholing. Extra aanbod op school. We zetten in op financiering voor gemeenten zodat gratis ontbijt wordt aangeboden en een gratis lunch voor leerlingen die niet naar huis gaan. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat deze taak op het bordje van de leraren terecht komt. In alle scholen is alleen nog maar gezond en verantwoord voedsel te krijgen. Daarnaast kunnen aanvullende taallessen worden aangeboden. We faciliteren de ontwikkeling naar brede scholen en integrale kindcentra. We ondersteunen samenwerking tussen de opvang en scholen door de voorwaarden samen te brengen in één wettelijk kader en één financieringsstructuur. Om de kansen van kinderen te vergroten zijn in verschillende regio's rijke schooldagen ingevoerd: elk kind krijgt een rijk programma met sport, dans, cultuur, techniek, natuur, begeleiding en nabije zorg met een goede balans tussen inspanning en ontspanning. Wij willen deze ontwikkeling van rijke schooldagen doorzetten en op termijn verder uitbreiden in de rest van het land. Echt gelijke kansen. We verhogen de salarissen van onderwijspersoneel op scholen met veel kwetsbare kinderen structureel. Deze scholen krijgen kleinere klassen en we zorgen voor extra klassenassistenten en extra middelen voor ondersteuning in de klas. Ook scholen in krimpregio's kunnen een beroep doen op deze toelage. Op termijn willen we dat alle scholen kleinere klassen hebben. Gemeenten krijgen middelen en ruimte om passende woningen toe te wijzen aan leraren of kunnen aan hen bijvoorbeeld gratis parkeervergunningen verstrekken. We zorgen dat er een eerlijke en transparante plaatsingsprocedure plaatsvindt en onderzoeken de mogelijkheden om gemeenten hierin een sturende rol te geven. Er komen medewerkers die de speciale taak hebben om in het belang van het kind de verbinding te leggen tussen ouders, school, jeugdzorg en armoedebestrijding. Deze 'brugfunctionarissen' kunnen echt het verschil maken en ervoor zorgen dat kinderen mee kunnen blijven doen en hun talenten kunnen ontwikkelen. Bijles gericht op tegengaan achterstanden. Zolang de kwaliteit van het onderwijs niet verhoogd is en achterstanden niet zijn weggewerkt, krijgen scholen ruimte om met eigen (vak)docenten of in samenwerking met maatschappelijke organisaties bijles te organiseren. Publiek gefinancierde scholen mogen niet meer samenwerken met commerciële bijlesorganisaties en we dringen de sponsoring van scholen door commerciële partijen terug. Commerciële bijlesinstituten gaan net als andere bedrijven omzetbelasting betalen. Latere selectie. We geven extra subsidie aan brede brugklassen (brede brugklasbonus) en zorgen ervoor dat lerarenopleidingen beter toegerust worden om leraren hierin te scholen. We werken op termijn toe naar een systeemverandering: pas na de derde klas van de middelbare school krijgt een leerling een definitief schooladvies, zodat kinderen meer tijd krijgen zich te ontwikkelen en langer bij elkaar in de klas zitten. Ook gaat dit de onderadvisering te lijf. Dat betekent niet dat kinderen allemaal op hetzelfde niveau onderwijs moeten krijgen: gedifferentieerd lesgeven in brede brugklassen is een belangrijke vereiste om elk kind, van moeilijk lerend tot hoogbegaafd, het onderwijs te bieden dat hij of zij nodig heeft. --- pdf_page: 62 --- Passend onderwijs. We leggen landelijk vast welke ondersteuning ieder kind minimaal moet krijgen, rekening houdend met regionale en lokale omstandigheden. Leraren moeten in de lerarenopleiding al goed worden voorbereid op de omgang met zorgleerlingen en leerlingen die specifieke ondersteuning nodig hebben. Wij streven naar inclusief onderwijs waarbij kinderen met en zonder beperking samen naar school gaan, zoveel mogelijk in hun eigen buurt. Het is cruciaal dat we thuiszitters helpen om hun weg terug te vinden naar het onderwijs. Hiervoor zorgen wij voor een betere samenwerking en financiële ontschotting tussen onderwijs en zorg, met flexibelere regelgeving en meer mogelijkheden tot maatwerk. Speciale aandacht voor (voorgezet) speciaal onderwijs. Om goede mensen aan te trekken zorgen we dat leraren in het voortgezet speciaal onderwijs meer salaris en bijscholingsmogelijkheden krijgen en een lagere (administratieve) werkdruk. Daarnaast zal op lerarenopleidingen kennis en expertise over lesgeven in het speciaal onderwijs worden verbeterd en vergroot. Jongeren krijgen de mogelijkheid om ook na hun twintigste speciaal onderwijs te blijven volgen als dat nodig is. Ook zij krijgen zicht op een leven lang leren, want we geven sociale werkplekken de ruimte om daarin te voorzien. Een startkwalificatie voor iedereen. We brengen het aantal vroegtijdig schoolverlaters naar beneden. We investeren fors in het praktijkonderwijs en de kwaliteit van het vmbo-onderwijs, onder andere door te investeren in goede studiebegeleiding en de salarisverschillen tussen vmbo's en andere schooltypes aan te pakken. Daarnaast maken we vmbo- en mbo-scholen gezamenlijk verantwoordelijk voor een goede overgang van leerlingen. We verruimen de mogelijkheden om al op het vmbo een startkwalificatie te halen zonder dat leerlingen hiervoor naar een andere school hoeven. Dat doen we desnoods via het verlengen van het vmbo-onderwijs naar vijf jaar. Wanneer bedrijven jongeren vroegtijdig een baan aanbieden, moeten er afspraken komen om alsnog een diploma te halen. Theoretisch en praktisch even belangrijk maken. We schaffen het systeem af waarbij scholen bonus- en strafpunten krijgen als leerlingen van niveau veranderen. We zorgen ervoor dat kinderen niet vroegtijdig worden vastgepind op een praktische of theoretische leerroute. Dat kan door leerlingen op het vwo ook mbo-vakken te geven (en omgekeerd), of door theorie- en praktijkgerichte opleidingen meer te laten samenwerken, bijvoorbeeld in gezamenlijke projecten. Mentale gezondheid in het onderwijs. We blijven scherp letten op de prestatiedruk in zowel het primair als het voortgezet onderwijs en moedigen scholen aan om in gesprek te gaan met leerlingen over mentale gezondheid. Ook gaan we preventieve lessen aanbieden over mentale gezondheid in het PO en VO. # De school en de schoolomgeving Verantwoorde digitalisering op scholen. Onderwijsinstellingen moeten scherp zijn op de digitale kloof. Zij moeten daarvoor garanderen dat elke jongere voldoende geletterd en gecijferd het onderwijs verlaat. We stellen scherpe richtlijnen op over de toegestane soft- en hardware en stimuleren coöperatieve of publieke alternatieven voor digitaal onderwijs die gebasseerd zijn op publieke waarden. Het gebruik van software in het onderwijs die je (on-)opvallend volgt wordt verboden. Mediawijsheid en kennis van digitalisering zijn belangrijke democratische burgerschapsvaardigheden die een essentieel onderdeel vormen van het kerncurriculum van het onderwijs. Daar komt permanent aandacht voor in bijscholing van leraren. Goede omgang met diversiteit in scholen. Alle scholen moeten veilig zijn voor iedere leerling, ongeacht seksuele gerichtheid, genderidentiteit, geloof, huidskleur of beperking. We zorgen dat een goede omgang met diversiteit wordt verankerd in de (bij-)scholing van ondewijspersoneel. We streven --- pdf_page: 63 --- ernaar dat docenten zich bijvoorbeeld bewust zijn van de risico's van school- of loopbaanadvisering op basis van vooroordelen en kennis hebben van pedagogiek en didactiek ten aanzien van neurodiversiteit (autisme, ADHD et cetera). Bij investeringen in nieuwbouw eisen we toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Scholen worden aangemoedigd om stilteruimtes in te richten. Voor het aanpakken en voorkomen van maatschappelijke problemen als racisme, discriminatie en uitsluiting, krijgt burgerschap een prominente rol in het onderwijscurriculum. Alle scholen geven voorlichting over relaties, (online) seksualiteit, het aangeven van wensen en grenzen en sekse-, gender- en seksuele diversiteit. Onderwijsvrijheid voor het kind. Het is hoog tijd om artikel 23 van de Grondwet te moderniseren. Vanzelfsprekend eisen we dat alle scholen de basiswaarden van onze democratische rechtsstaat onderschrijven. Scholen wordt nadrukkelijk verboden om kinderen of leraren te weigeren op basis van hun geloof of achtergrond. Ouders krijgen geen leerplichtontheffing en geen vergoeding voor het leerlingenvervoer meer voor hun kind op grond van geloofsovertuiging. Aanpakken van segregatie. Het categoriale onderwijs in Nederland brengt sociaaleconomisch, maar zeker ook sociaal-cultureel, de werelden niet dichter bij elkaar. We willen dat er door schoolbesturen meer wordt gedaan om segregatie tegen te gaan en geven gemeenten daarom de mogelijkheid om hier sturing aan te geven. Dat betekent: sturing op onderwijshuisvesting, een transparant aannamebeleid, extra investeren in de scholen waar de meeste achterstanden zijn, afschaffen van de ouderbijdrage, inzet op brede schoolgemeenschappen en beloningen voor besturen die het goed doen. Duurzamere scholen. Het verduurzamen en vergroenen van schoolgebouwen en schoolpleinen is een essentieel onderdeel van een goed leerklimaat voor leerlingen en leraren. Daarvoor moeten er voldoende middelen ter beschikking van gemeenten komen. Zo ook voor de gestegen bouwkosten en de moderne eisen die aan schoolgebouwen worden gesteld. De groene buitenruimte die scholen hebben, moet na schooltijd zo mogelijk toegankelijk zijn voor de buurt. Meer samenwerking. We halen alle prikkels uit de bekostiging en de beoordeling van scholen die scholen aanmoedigen te concurreren of te kiezen voor schaalvergroting. Lokale overheden krijgen daarnaast de bevoegdheid om samenwerking tussen schoolbesturen af te dwingen. Samenwerkende scholen gaan gezamenlijke invalpools oprichten, met leraren die inspringen bij ziekte of uitval, zodat we de dure inhuur via commerciële uitzendbureaus kunnen uitbannen. Goede besteding van geld. De onderwijsinspectie krijgt meer bevoegdheden om scholen te controleren en te corrigeren op de besteding van onderwijsgeld. We oormerken onderwijsgeld dat is bedoeld voor onderwijzend personeel, het wegwerken van onderwijsachterstanden en zorgleerlingen. Scholen kunnen rekenen op meer structurele financiering, in plaats van losse tijdelijke subsidies. # Een (h)eerlijke studietijd Gelijkwaardig mbo. Mbo-studenten krijgen dezelfde mogelijkheden als andere studenten als het gaat om bijvoorbeeld de introductieweek en lidmaatschap bij studenten-, sport-, of gezelligheidsverenigingen. We willen daarnaast ook een harmonisatie van de rechten die studenten op het hbo of de universiteit hebben, en betere inspraak van mbo-studenten. We verhogen de beloning van leraren en ondersteunend personeel in het vmbo en mbo. Mbo-docenten krijgen meer tijd voor het begeleiden van stages en het opzetten van praktijkgerichte opdrachten. De stagevergoeding voor bbl-trajecten gaat omhoog, zolang de rechten voor mbo-studenten nog niet hetzelfde zijn als die van andere studenten. --- pdf_page: 64 --- Mbo als maatschappelijke partner. Om zijn maatschappelijke taak serieus op te pakken heeft het mbo meer regelvrijheid nodig om opleidingen flexibel vorm te geven. Nu zitten studenten regelmatig gevangen in een kwalificatiedossier en is er te vaak sprake van een eendimensionale opleiding richting een bepaald beroep. Ook om in te kunnen spelen op de snel veranderende arbeidsmarktbehoeften zoals bijvoorbeeld groene en digitale banen, moet er meer regelruimte worden gecreëerd. Het hbo in positie. Hogescholen spelen een cruciale rol in de opgaven waar Nederland voor staat. Ook dragen zij, binnen het hoger onderwijs, als geen ander bij aan emancipatie. Daarom investeren wij in het praktijkgericht onderzoek, omdat dat onder andere bijdraagt aan de oplossing van maatschappelijke problemen. We erkennen en ondersteunen een rol van het hbo in de regio. In samenwerking met andere partijen, zoals O\&O-fondsen en arbeidsmarktregio's, krijgen het mbo, hbo en wo onderwijs een formele rol in leven lang ontwikkelen. Betere stageplaatsen. Het stagesysteem gaan we versoepelen zodat studenten makkelijker terecht kunnen bij een leerbedrijf in een andere sector. Stagediscriminatie bestrijden we door onderwijsinstellingen te verplichten om stageplekken toe te wijzen in plaats van studenten te laten solliciteren. Voor alle stages, ook voor hbo'ers of de universiteit, voeren we een minimale stagevergoeding in. Een fijne studietijd. Het terugdringen van de enorme prestatiedruk onder studenten maken we de komende jaren topprioriteit. Dat doen we onder meer door van het bindend studieadvies een niet bindend advies te maken. Het profileringsfonds, dat studenten ondersteunt die vertraging oplopen door ziekte, zwangerschap of lidmaatschap van een medezeggenschapsorgaan, breiden we uit. We roepen een halt toe aan hogere collegegelden voor zogenaamde honours-programma's. We richten een landelijk Eerste Generatie Studiefonds op voor studenten die de eerste in hun gezin zijn die een theoretische opleiding volgen. Middels dit fonds worden zij ondersteund in het overbruggen van klassenverschillen. Dat kan door materiële hulp zoals geld voor een laptop of een onderzoeksverblijf in het buitenland, of immateriële hulp als coaching en lotgenotencontact. Hulp voor jongeren met studieschuld. We komen jongeren tegemoet die grote schulden als gevolg van het leenstelsel zijn aangegaan tijdens hun studietijd. Door de stijgende rente kost dit maandelijks steeds meer geld en dit heeft grote invloed op het kunnen kopen van een woning. We geven jongeren meer zekerheid door de rente te maximeren. Ook trekken we het verschil in rente tussen mbo en hbo/ wo gelijk. Mensen die door hun inkomen moeite hebben met terugbetalen, hoeven minder af te lossen. We zorgen dat de studieschuld geen belemmering meer mag zijn bij het aangaan van een hypotheek en dat hypotheekverstrekkers daarvoor meer ruimte krijgen voor maatwerk. Grip op internationalisering. We herbezien de huidige bekostigingssystematiek, zodat instellingen een hoger vast bedrag krijgen en de financiering op basis van studentenaantallen wordt verlaagd. Vluchtelingenstudenten mogen niet geconfronteerd worden met hogere collegegelden dan studenten die behoren tot de landen binnen de Europese Economische Ruimte. We scherpen de Wet op hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek aan, zodat de keuze voor Engelstalige opleidingen beter onderbouwd wordt. Van de minister verwachten we strenger toezicht. Meer evenwicht op universiteiten en hogescholen. We maken de financiering van het onderwijs op universiteiten en hogescholen minder afhankelijk van aantallen uitgereikte diploma's, zodat er meer rust ontstaat bij onderwijsinstellingen en er een kleinere prikkel is om zo veel mogelijk diploma's uit te reiken. Verder creëren we meer zekerheid in de financiering zodat universiteiten en hogescholen sneller vaste contracten kunnen aanbieden en onderzoekers niet voortdurend bezig zijn om te --- pdf_page: 65 --- concurreren voor onderzoeksgeld. We onderzoeken hoe we tot meer evenwicht kunnen komen in de onderzoeksfinanciering tussen de verschillende wetenschapsgebieden. Het aanpakken van de grote maatschappelijk problemen van onze tijd, zoals de klimaat- en biodiversiteitscrisis en de armoede en sociale ongelijkheid, vergen een interdisciplinaire aanpak waarvoor de wetenschapsfinanciering beter in balans moet zijn. Meer toegankelijk en onafhankelijk onderzoek. 'Open science' wordt op termijn de norm voor al het onderzoek dat met gemeenschapsgeld wordt gefinancierd. In plaats van onderzoek te voeren in opdracht van één of meerdere bedrijven, richten we een fonds op waar bedrijven aan kunnen doneren waarna zij in overleg met het fonds een onderzoeksopdracht formuleren. Het fonds houdt toezicht op de maatschappelijke waarde van dit onderzoek en de onafhankelijke uitvoering hiervan. Meer medezeggenschap in het onderwijs. Inspraak van studenten moet beter geregeld worden. We breiden de bevoegdheden van studentenraden en opleidingscommissies uit en scherpen de verantwoordingsplichten van besturen aan. We introduceren een duidelijke richtlijn voor onderwijsinstellingen, van mbo tot de universiteit, hoe zij de medezeggenschap actief moeten faciliteren. Basis- en middelbare scholen gaan we actiever houden aan hun plicht om een leerlingenraad te hebben. Op basis- en middelbare scholen zal ook de leerlingenraad actief betrokken moeten worden bij besluitvorming. We zetten ons in voor het vormgeven van leerlingeninspraak op scholen via leerlingenraden en zullen deze ondersteunen. Een eerlijke basisbeurs. Studenten die onder het leenstelsel hebben gestudeerd verliezen hun jaren basisbeurs niet. Zij maken dus aanspraak op de basisbeurs, ook als zij onder het leenstelsel studiefinanciering hebben ontvangen. De tijdelijke verhoging van de basisbeurs om inflatie te compenseren wordt permanent. Daarnaast stijgt de beurs jaarlijks mee met de inflatie. # Persoonlijke ontwikkeling houdt nooit op Iedereen kan een leven lang leren. ledereen die zestien jaar wordt krijgt een ontwikkelingsbudget dat het hele leven gebruikt mag worden om een opleiding of cursus te volgen. We leren van de ervaringen met het STAP-budget door alle opleidingen en cursussen vooraf te toetsen op hun professionele en maatschappelijke waarde. Toegankelijk publiek volwassenonderwijs. Bij het terugdringen van ongeletterdheid en laaggeletterdheid, het aanleren van digitale vaardigheden maar ook bij onze moderne samenleving die vraagt om steeds langer te werken, hoort een aanbod waarmee mensen zich een leven lang kunnen blijven ontwikkelen en dus om- en bijscholen. Opleidingsorganisaties zonder winstoogmerk krijgen een centrale rol in het aanbieden van cursussen en opleidingen. Gemeenten en het nieuw op te richten Huis van de Arbeid krijgen meer ruimte om mensen actief scholing aan te bieden, waarbij onderwijs in basisvaardigheden gratis wordt aangeboden. We stellen eisen aan gesubsidieerde scholingstrajecten bij private onderwijsbedrijven. Inburgeringsonderwijs als basis. Bij voorkeur organiseren we het inburgeringsonderwijs op reguliere onderwijsinstellingen, waarbij we zorgen voor structurele financiering van de onderwijsroute. Enkel erkende taalbureaus of instellingen mogen taalonderwijs geven. De kwaliteit van het taal- en inburgeringsonderwijs wordt gecontroleerd door de Onderwijsinspectie of een andere daartoe gekwalificeerde instantie. We zorgen ervoor dat NT2-docenten betere arbeidsvoorwaarden krijgen. Ook verbeteren we de erkenning van diploma's die in het buitenland zijn behaald. --- pdf_page: 66 --- # 5.4 Betaalbare en bereikbare zorg ## Toegankelijke zorg voorop Betaalbare zorg. We schaffen het eigen risico stapsgewijs af. Het vrijwillig eigen risico verdwijnt helemaal. De nominale zorgpremie wordt verlaagd voor iedereen, zodat we ook de zorgtoeslag kunnen afschaffen. Mondzorg, fysiotherapie en andere vormen van noodzakelijke zorg brengen we stapsgewijs terug in het basispakket zodat iedereen daar weer toegang toe heeft. De eigen bijdrage voor kraamzorg of een poliklinische bevalling schaffen we af. Zo krijgt elk kind, arm of rijk, dezelfde kans op een goede start. Zorg waarvan zorgverleners zeggen dat het niet werkt, halen we uit het pakket. We zorgen dat alle professionals in de zorg en het sociaal domein snel een tolk in kunnen schakelen wanneer dat nodig is om goede zorg te bieden aan mensen die de taal niet machtig zijn. De zorgverlener als spil. We investeren structureel in de opleidingen, het salaris, de werkomstandigheden, zeggenschap en het perspectief van alle verpleegkundigen, verzorgenden en andere directe zorgmedewerkers in de ziekenhuiszorg, de thuiszorg, de gehandicaptenzorg, de jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg en de verpleeghuiszorg. We stellen een grens aan het aantal zzp'ers dat een zorginstelling maximaal mag inhuren. De medisch specialisten komen in loondienst en dat onder de Wet normering topinkomens (Wnt). De huisartsen werken in niet-commerciële groepspraktijken en in samenwerking met nabije ziekenhuizen voor hun ondersteuning. Gezamenlijke regie. Zorginstellingen moeten makkelijker kunnen samenwerken en de overheid moet de regie nemen waar dat nodig is. We ondersteunen zorginstellingen in de omvorming tot zorgcoöperaties en ondersteunen burgers en zorgverleners in de vorming van nieuwe zorgcoöperaties. We halen stapsgewijs de concurrentie en doorgeslagen marktwerking uit ons zorgstelsel en vormen zorgverzekeraars zodra dit mogelijk is om tot publieke zorgfondsen. In de overgangsfase van zorgverzekeraars naar zorgfondsen krijgt in iedere regio één zorgverzekeraar de taak om regionale zorgafspraken te maken met zorgaanbieders, die alle verzekeraars in die regio moeten volgen. Deze verzekeraar draagt zorg voor mens en milieu. Andere financiering. Op dit moment wordt de zorg grotendeels gefinancierd op basis van 'productie'. Dat maakt samenwerking moeilijk, leidt tot veel bureaucratie en maakt investeren in preventie onaantrekkelijk. Daarom kiezen we ervoor om de bevolking en de zorgvraag als uitgangspunt te nemen voor de financiering (populatiebekostiging), te beginnen met de eerstelijnszorg en de ouderenzorg. Een brede eerstelijnszorg. In de eerste lijn worden zorg, preventie en het sociaal domein veel nadrukkelijker aan elkaar verbonden. In de buurten en wijken wordt meer gezamenlijk ingezet op de brede gezondheid van burgers, bijvoorbeeld via het opzetten van brede gezondheidscentra. Deze inzet wordt deels gefinancierd uit de zorgfondsen en deels door de gemeenten, onder andere vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In de centra is de rol van praktijkmanagers en -ondersteuners cruciaal. Meer ruimte voor de huisarts. Goedlopende huisartsenzorg is cruciaal voor de hele zorg in Nederland. Maar veel huisartsen hebben het zwaar door administratie, weinig tijd met de patiënt en dure huisvesting. Daarom dringen we de administratielast voor huisartsen terug, komt er structurele bekostiging voor meer tijd voor de patiënt en werken we samen met gemeenten aan betaalbare huisvesting voor huisartsenpraktijken. Het aan banden leggen van de opkoop van huisartsenposten door buitenlandse beleggingsfondsen is voor ons een speerpunt. Als de inspectie onderzoek doet naar opkooppraktijken, krijgt de betrokken partij een tijdelijk verbod op verdere overnames. --- pdf_page: 67 --- De maatschappelijke waarde van zorgcoöperaties. Juist in de zorg, met haar grote personeelstekorten, zijn burgerinitiatieven onmisbaar. Via het actieprogramma voor de coöperatieve samenleving en via de vernieuwde wijkteams gaan we zorgcoöperaties veel actiever aanmoedigen. We zorgen dat burgerinitiatieven gebruik kunnen maken van het initiatiefrecht, waarbij inwoners samen kunnen bepalen hoe ze de zorg en hulp in hun wijk kunnen regelen en we zorgen dat zij daar voldoende onafhankelijke ondersteuning bij krijgen. Acute zorg en basiszorg voor iedereen. Waar je ook woont, de ambulance moet je altijd op tijd kunnen bereiken om je naar een ziekenhuis in de buurt te brengen. We gaan de verschraling van zorgvoorzieningen actief tegen en zetten in op het behoud van streekziekenhuizen. Door de basiszorg en diagnosecapaciteit goed te spreiden houden we de zorg voor iedereen toegankelijk. We zijn voor de samenwerking en de bundeling van expertise tussen ziekenhuizen en specialistenteams waar het gaat om de hoog-specialistische zorg. We stimuleren kennisdeling zodat patiënten in elk ziekenhuis toegang hebben tot de beste kennis en therapieën. De acute zorg gaan we financieren op basis van beschikbaarheid en niet langer per verrichte handeling. We geven de regionale en lokale politiek een belangrijke stem in de besluitvorming over de beschikbaarheid en zorgen dat hulpposten en basiszorg ook goed bereikbaar zijn voor mensen zonder auto in heel Nederland. Dit zal volgens landelijke normen gebeuren. Hervorming jeugdzorg. We maken haast met het doorvoeren van de plannen van de Hervormingagenda Jeugd en houden daarbij de kwaliteit van de zorg en financiële effecten voor gemeenten scherp in de gaten. Specialistische zorg voor jongeren met de meest complexe problemen, jeugd-ggz en jeugdbescherming gaan we regionaal en soms nationaal regelen. We zetten de belangen van jongeren centraal door ze meer zeggenschap en eigen regie te geven over hun behandeling. We organiseren een jongerenberaad dat een zwaarwegend advies geeft bij de hervorming van de jeugdzorg. Ook bieden we ze het recht op een zelfgekozen vertrouwenspersoon. We voorkomen uithuisplaatsingen, zodat ze alleen plaatsvinden in het uiterste geval dat het kind niet veilig en/of gezond thuis kan blijven wonen. Ook zetten we in op kleinschalige en betere ondersteuning voor pleegouders. Veel jongeren komen in de problemen bij de overgang van jeugdzorg naar volwassenzorg. Daarom versoepelen we de leeftijdgrens van 18 jaar, zodat jongeren nog tot minstens 21 jaar gebruik kunnen maken van jeugdhulp die ze al hebben, als ze dat willen. Daarna komt er een overgangstraject waar de benodigde zorg op maat wordt ingericht. We draaien de ingeboekte extra bezuiniging terug en het plan voor een eigen bijdrage in de jeugdzorg gaat van tafel. We zetten ons in voor eerlijke en gelijke tarieven in het hele land. Grip op geestelijke gezondheidszorg. Ook in de ggz komt er coördinatie via regionale zorgtafels. We zorgen dat er voldoende zorg wordt ingekocht zodat lange wachtlijsten worden teruggedrongen. Voor de meest complexe ggz-behandelingen gaan we landelijke centra oprichten en breiden we het aantal plekken voor crisisopvang uit. We zorgen voor de uitwisseling van praktijkkennis tussen ggz, het sociale domein en politie-en hulpdiensten om te voorkomen dat personen met verward gedrag onnodig in de cel of op straat belanden. Voor de behandeling van psychische problemen, zoals PTSS, depressie en trauma, maken we meer ruimte voor behandeling in combinatie met MDMA en psychedelica, waarbij wetenschappelijke inzichten leidend zijn. We zorgen voor een landelijk dekkend netwerk en structurele financiering van zelfregie-en herstelorganisaties, die ervoor kunnen zorgen dat mensen laagdrempelig en dicht bij huis kunnen werken aan hun herstel. Wij zijn tegenstander van therapievormen die specifiek gericht zijn op het veranderen van gedrag of identiteit. Na uitkomst van het onderzoek naar ABA (Applied Behavourial Analysis) bekijken we welke wettelijke stappen mogelijk en wenselijk zijn. --- pdf_page: 68 --- Betere toegang tot ondersteuning thuis. Gemeenten moeten meer ruimte en middelen krijgen om de uitvoeringspraktijk van de Wmo te vereenvoudigen en te verbeteren. Voor mensen met een laag inkomen of een levensbrede en levenslange beperking komt er geen eigen bijdrage voor Wmo-hulp. Zorg voor mensen met een beperking. In de zorg creëren we binnen de verschillende zorgwetten een aparte status voor mensen met een levensbrede en levenslange beperking. Binnen de Wet langdurige zorg (Wlz) schaffen we de eigen bijdragen af voor mensen met een levenslange en levensbrede beperking en we zorgen dat (sport)hulpmiddelen ruimhartig worden toegekend. Ook krijgen mensen recht op een gespecialiseerd vertrouwenspersoon die regelmatig langskomt. Meer regie met een persoonsgebonden budget. We hervormen het persoonsgebonden budget (pgb) en gaan ook hier uit van vertrouwen. Mensen krijgen een onafhankelijke langdurige indicatie, hoeven minder administratie bij te houden en de informele tarieven worden verhoogd zodat de zorgverleners weer een fatsoenlijk loon kunnen krijgen. Daar waar zorgorganisaties pgb's beheren, controleren we op fraude. Een inclusiever zorgstelsel. We maken een einde aan de discriminatie in de zorg, zowel voor patiënten als professionals. We investeren daarom in cultuur- en gendersensitieve zorgverlening. Daarnaast lanceren we een breed onderzoeks- en voorlichtingsprogramma om de kennisachterstand in de zorg weg te werken waar het gaat om aandoeningen of klachten die vooral voorkomen bij vrouwen of mensen van kleur. We maken werk van de wachtlijsten in de transgenderzorg en zorgen dat deze zorg zoveel mogelijk regionaal beschikbaar wordt, met goede ondersteuning in plaats van poortwachterpsychologen. We verbieden medisch niet-noodzakelijke behandelingen van intersekse personen zonder hun eigen toestemming. We investeren in meer gender en genetische diversiteit in medisch onderzoek. We stellen eisen aan de deelnemers aan deze onderzoeken zodat de uitkomsten meer representatief zijn. Niet langer een aanbestedingscircus. Door de gecoördineerde inkoop van zorg kunnen we stoppen met het verplicht Europees aanbesteden in gemeenten. We richten ons op samenwerking tussen aanbieders om een zo breed mogelijk palet aan zorg en ondersteuning te kunnen bieden waarmee langdurig wordt samengewerkt. De kwaliteit van zorg en ondersteuning is daarbij bepalend, en dus scherpen we de criteria aan om zorgaanbieder te worden, waarmee we de wildgroei aan nieuwe kleine aanbieders in delen van de eerstelijnszorg afremmen. Invoeren winstverbod. Voor de hele gezondheidszorg voeren we een verbod op winstuitkering in. Zorgfraude en misbruik pakken we keihard aan. Het uitkeren van salaris aan zorgondernemers valt onder de regels van de Wnt. Positieve financiële resultaten worden in de eigen organisatie geïnvesteerd om de kwaliteit te verhogen en voldoende personeel beschikbaar te hebben. Betere beschikbare geneesmiddelen. Op Europees niveau gaan we ons inzetten om geneesmiddelen gezamenlijk in te kopen, het bestaande patentrecht voor geneesmiddelen te herzien en een publieke infrastructuur op te zetten om nieuwe medicijnen, vaccins en hulpmiddelen te ontwikkelen. Wij staan voor een versimpeling van farmaceutische wetgeving zodat het makkelijker wordt geneesmiddelen tussen apotheken uit te wisselen en uit andere Europese landen te importeren. Wij bieden apothekers en andere bedrijven middels dwanglicenties de mogelijkheid om dure medicijnen goedkoop na te maken. Verder introduceren we een nationaal fonds voor geneesmiddelenonderzoek en leggen we de toe-eigening van publiek gefinancierd geneesmiddelenonderzoek door private bedrijven aan banden. We introduceren een verplicht transparantieregister voor financiële transacties tussen de industrie en zorgverleners. We stimuleren apotheken om de verspilling van geneesmiddelen terug te dringen. --- pdf_page: 69 --- Meer buffers in de zorg. We werken toe naar een gezondheidszorg die snel opschaalbaar is. Dit betekent voldoende reservemiddelen, crisisbudgetten en regionale crisisteams die in actie komen bij een grote gezondheidscrisis. Effectieve behandeling voor post-covid. Voor effectieve behandeling en diagnostiek van postcovid (of long covid) is een forse en langjarige investering in onderzoek van groot belang. Op de korte termijn moeten patiënten toegang hebben tot post-covid expertisecentra. We breiden deze expertisecentra zo mogelijk uit voor ook andere post-infectieuze aandoeningen. Daarnaast zetten we in op betere bekendheid over post-covid onder artsen, burgers, scholen, werkgevers en andere relevante instellingen en organisaties. Voor werknemers met een cruciaal beroep die tijdens de coronacrisis door hun werk long-covid hebben opgelopen moet de beoogde financiële regeling worden verruimd, verhoogd en vereenvoudigd. Snellere uitwisseling van zorggegevens. Wanneer het nodig is en toegestaan door de patiënt, moeten zorggegevens snel gedeeld kunnen worden tussen zorgverleners en verschillende aanbieders. Dit geldt binnen het zorgdomein, maar ook tussen het zorgdomein en het sociaal domein. Voor acute zorg van groot gezondheidsbelang krijgen zorgverleners inzage in informatie, tenzij je aangeeft toestemming te onthouden (opt-out). Voor alle andere zorg geef je actief toestemming voor inzage door zorgverleners. Je moet op elk moment kunnen bekijken welke zorgverleners informatie van je hebben ingezien, en wanneer dat was. Terugdringen administratieve lasten. We maken een einde aan het verantwoordingscircus waarbij zorgverleners aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, aan de Nederlandse Zorgautoriteit en aan de verschillende verzekeraars eindeloze verantwoording moeten afleggen. Enkel verantwoording die nodig is voor het tegengaan van ernstige zorgfraude en voor de kwaliteit van zorg blijft bestaan. Meer duurzaamheid in de zorg. Meer dan 7\% van de totale CO2-uitstoot in Nederland wordt veroorzaakt door de zorgsector. Veel zorgverleners en zorgaanbieders willen verduurzamen maar lopen tegen belemmeringen aan. Wij zorgen daarom voor goede ondersteuning bij het verduurzamen van de zorg. Organisatie, invloed en zeggenschap van zorggebruikers. Aan beleid, regelgeving én uitvoering wordt altijd gewerkt met input van ervaringsdeskundigen en zorgvragers. Dit wordt een vereiste en er worden middelen, ook in de uitvoering, voor beschikbaar gesteld. In alle lagen van de zorg - van de jeugdzorg tot de verslavingszorg - komen onafhankelijke patiëntenverenigingen die worden betrokken bij het beleid en die inspraak en zeggenschap krijgen. Patiënten(organisaties) die inbreng leveren bij de verbetering van zorg, deelnemen aan verbetertrajecten voor organisatie- of overheidsbeleid en meedoen aan onderzoek, moeten kunnen rekenen op een financiële tegemoetkoming in de vorm van vacatiegeld of middelen om de achterban te raadplegen. # Samen ouder worden Regie terugpakken op de ouderenzorg. De ouderenzorg piept en kraakt en de problemen dreigen groter te worden in plaats van kleiner. Veel ouderen en hun naasten raken verdwaald in het zorgstelsel of staan lang op een wachtlijst voor het verpleeghuis. Een groeiende tweedeling tussen welgestelde ouderen en ouderen met een kleine portemonnee is het gevolg. Daarom bouwen we extra verpleeghuisplekken. En pakken we de complexiteit van de ouderenzorg aan, die wordt veroorzaakt door een grote wettelijke versnippering en doorgeschoten marktwerking. Voor ouderen die lange tijd ziek zijn, brengen we alle langdurige ouderenzorg - of het nu gaat om verzorging, (wijk-)verpleging, dagbesteding of huishoudelijke hulp - onder in de Wet langdurige zorg. De zorgkantoren krijgen de taak om samen met de zorgaanbieders in de regio de langdurige zorg in samenhang te organiseren --- pdf_page: 70 --- en om de zorg te bekostigen op basis van het aantal hulpbehoevende ouderen in de regio. De wijkverpleegkundige krijgt een belangrijke rol in de vaststelling van de benodigde zorg en ondersteuning in de thuissituatie. Zorg en ondersteuning voor ouderen thuis en in de wijk. Eén wettelijk kader en één bekostiging voor verpleging, verzorging en ondersteuning maakt het voor ouderen aantrekkelijker thuis te wonen. Het is daardoor ook makkelijker voor zorgverleners en sociaal werkers om samen te werken en in te zetten op preventie. De wijkverpleegkundige krijgt een leidende rol bij de indicatie van de zorg- en sociale vraag van de thuiswonende oudere en vervult daarmee een spilfunctie in de wijk. Bij een complexe zorgvraag kan ook de specialist ouderengeneeskunde inspringen vanuit de wijk en zo de huisarts ontlasten. Voor initiatieven die gericht zijn op het bieden van (medisch-specialistische) ouderenzorg in de wijk zoals de WijkKliniek is financiering beschikbaar. Investeren in verpleeghuizen. Als de zorgvraag te zwaar wordt om thuis te kunnen opvangen, moet er ruimte zijn in een verpleeghuis. We gaan de komende jaren investeren in de uitbreiding van het aantal verpleeghuisplekken. We blijven toezicht houden op de kwaliteit van de zorg in verpleeghuizen, verzorgingshuizen en hospices. Verzorging wordt weer een aantrekkelijk vak. De loonachterstand van verpleegkundigen maken we ongedaan door de salarissen in de verpleeghuizen en de thuiszorg op zijn minst weer aan te sluiten bij andere sectoren. We maken het werk aantrekkelijker door ervoor te zorgen dat zorgverleners niet langer dertig procent van hun tijd hoeven te besteden aan de verantwoording van hun 'productie'. Zij krijgen de ruimte om zelf in te schatten wat nodig is voor de mensen die zij verzorgen. Zorgzame gemeenschappen. Zorgen voor elkaar doen we met elkaar. Ook voor en met ouderen. En dat gebeurt al op allerlei plekken in het land. Burgerinitiatieven en informele netwerken verdienen betere ondersteuning. Zij moeten aanspraak kunnen maken op financiering. Dat geldt ook voor mantelzorgers. We breiden het mantelzorgverlof uit. Het kortdurend zorgverlof verlengen we naar twee weken, waarbij we zorgen dat mensen met een laag inkomen deze volledig vergoed krijgen. Het langdurige zorgverlof gaat voortaan deels vergoed worden, afhankelijk van het inkomen. Verder maken we het mogelijk om zorgverlof aan te vragen om voor een buurtbewoner te zorgen. # Gezondheid is breder dan de zorg De gezonde samenleving. De zorg voor onze gezondheid begint bij het organiseren van een gezonde samenleving. Of het nu gaat om schulden, geestelijke gezondheid of problematisch overgewicht, het is cruciaal om problemen aan te pakken voordat mensen gezondheidsproblemen krijgen. Daarom investeren we in publieke voorzieningen, zorgen we dat iedereen kan rondkomen en garanderen we dat iedereen toegang heeft tot schone lucht, schoon water, goed voedsel en een fijne leefomgeving. Meer aandacht voor collectieve preventie. De regionale zorgfondsen worden gestimuleerd om 5\% van hun budgetten te besteden aan preventie. Ook het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaat meer geld uitgeven aan preventie. Preventie is vaak gericht op individuele leefstijlveranderingen, maar wij willen ook meer aandacht voor collectieve preventie. Daarom verankeren we een integrale aanpak van suïcidepreventie in de wet. Daarnaast formuleren we, analoog aan de klimaatdoelen, wettelijke gezondheidsdoelen die richtinggevend zijn voor landelijke, regionale en lokale partijen. De inzet van culturele participatie in de vorm van muziek, theater of schilderen zijn hierbij beproefde middelen. Ook voor jongeren zijn er langs deze weg mogelijkheden als alternatief voor uitgaan. --- pdf_page: 71 --- De sportende samenleving. In een nieuwe Sportwet leggen we wettelijk vast dat iedere gemeente voldoende sportverenigingen en faciliteiten moet hebben. Gemeenten vergoeden lidmaatschapskosten voor mensen met een laag inkomen. De leeftijdsgrens in het Jeugdfonds Sport en Cultuur verhogen we naar 21 jaar. Sport en beweging wordt een standaard onderdeel van de inrichting van onze openbare ruimte. Verder zorgen we dat er op iedere school weer gymles wordt gegeven door een gecertificeerde leraar en is ons doel dat ieder kind een zwemdiploma haalt. We zorgen voor vitale verenigingen en en bieden ondersteuning, ook aan de 'kleine' verenigingen. Grotere rol voor de GGD. De GGD's hebben een cruciale rol in de preventie van ziekten en het stimuleren van de publieke gezondheid. Hun belangrijke consultatietaak voor baby's en jonge kinderen wordt uitgebreid naar jongvolwassenen en volwassenen. Er komt een landelijke basisfinanciering voor de GGD voor een publieke gezondheidszorg die overal op peil is. De GGD gaat een grotere ondersteunende rol spelen voor gemeenten en aansluiten op de beweging van de brede eerstelijnszorg in buurten en wijken. Terugdringen ongezonde reclame. We stellen een verbod in op reclames voor ongezonde zaken als (online) gokken, alcohol en fastfood. Ook richten we ons op de marketing van ongezonde producten via sociale media. Waar het gaat om de gezondheid van kinderen, treden we hard op tegen influencers die bewust schadelijke producten aanprijzen. Terugdringen schadelijke producten. We breiden het aantal rookvrije omgevingen uit en zetten de verhoging van de accijnzen door, ook voor e-sigaretten. Ook zetten we de afbouw van het aantal verkooppunten door en gaan we streng handhaven op de verkoop aan minderjarigen en illegale reclame op sociale media. Ontmoedigingsbeleid wordt vooral via wetgeving geregeld in plaats van vrijblijvende afspraken met belanghebbende industrieën. Het is voor winkeliers verboden om alcohol te schenken. We stellen grenzen aan de maximale hoeveelheid suiker in producten. Jongeren moeten kunnen uitgaan. We willen geen samenleving waar jongeren onder de 18 jaar, die geen alcohol mogen drinken, alleen maar in de schaduw kunnen samenkomen en er geen sociale controle is. We bevorderen daarom dat er in steden en dorpen meer uitgaansmogelijkheden voor jongeren komen. In buurthuizen, sportverenigingen of gewoon horeca die wel toegankelijk voor jongeren is. Voorkomen van gokverslavingen. Net als in België voeren we een limiet in van maximaal € 200 die mensen per week mogen inzetten via gokwebsites. Het preventiebeleid van gokbedrijven maken we minder vrijblijvend: vanuit de overheid krijgen de gereguleerde websites een onafhankelijke deskundige toegewezen die het preventiebeleid van de bedrijven controleert. Bedrijven worden verplicht data te delen over problematische spelers. We trekken de licentie van bedrijven in als zij de regels overtreden. We zorgen bovendien dat alle loterijen in Nederland proportioneel gaan bijdragen aan de belastingen. We verhogen de afdracht van de Staatsloterij en zorgen dat de kansspelbelasting voortaan op alle loterijen van toepassing is. Een veilige en goede seksuele gezondheid. Anticonceptie, zoals de pil en het spiraaltje, komen in het basispakket. Voor jongeren tot 25 jaar maken we condooms gratis beschikbaar bij de apotheek en de soatest bij de huisarts zonderen we uit van het eigen risico. We versoepelen de criteria voor gratis en anonieme soa-tests via de GGD's en verminderen daarmee de werkdruk voor de huisartsen. We verruimen het budget voor aanvullende seksuele gezondheidszorg en daardoor de capaciteit bij de --- pdf_page: 72 --- GGD. Zo kunnen mensen hier makkelijker terecht, komt er meer tijd en capaciteit vrij voor outreach en preventie en wordt op termijn de reguliere zorg ontlast. De hiv-preventiepil PrEP en bijbehorende zorg worden laagdrempelig verstrekt en vergoed. Alle scholen geven voorlichting over relaties, (online) seksualiteit, het aangeven van wensen en grenzen en sekse-, gender- en seksuele diversiteit. We herintroduceren grote publiekscampagnes om jongeren en anderen voor te lichten over prettige en veilige seks. Menstruatieproducten gaan we gratis aanbieden op scholen en in overheidsgebouwen. Een versterkt recht op abortus. We maken ons hard voor het verwijderen van abortus uit het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast willen we investeren in goede hulpverlening en nazorg voor mensen die een abortus laten verrichten en treden we streng op tegen intimidatie bij abortusklinieken. Zelf beschikken over het levenseinde. Wie ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, ongeacht of dat lichamelijk of geestelijk is, kan een beroep doen op het recht op zelfbeschikking. Daarom halen we euthanasie uit het strafrecht. # 5.5 Veiligheid is bestaanszekerheid ## Veiligheid is nodig voor leefbaarheid Meer leefbare en dus veilige wijken. De komende twintig jaar investeren wij met het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid in kwetsbare wijken om inwoners weer perspectief te geven. We investeren in woningen, leefomgeving, ontmoetingsplaatsen, werk, talentontwikkeling en veiligheid. Bewoners weten het beste wat er mis is in hun wijk en ervaren zelf wat ze onveilig vinden. Daarom maken we het mogelijk dat bewoners de prioriteiten voor de inzet van handhaving en politie in hun wijk deels gaan meebepalen. Dat doen we door ervaringskennis onderdeel te laten zijn van aanbestedingen. Jongeren weerbaar maken. Al op jonge leeftijd worden jongeren met weinig bestaanszekerheid en toekomstperspectief geronseld voor kleine klusjes, wat de eerste stap kan zijn naar een 'carrière' in de criminaliteit. Eenmaal in het criminele circuit, komen ze daar moeilijk weer uit. Wij vinden dat we als samenleving deze jongeren niet aan hun lot mogen overlaten, om pas naar ze om te kijken wanneer criminele activiteiten hun levens al hebben verwoest. Binnen het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid geven we extra aandacht aan het onderdeel Preventie met Gezag. We nemen de voedingsbodem voor criminaliteit weg door jongeren perspectief te bieden: toegang tot goed onderwijs, een dak boven hun hoofd, financiële zekerheid en kans op een baan. De meest kwetsbare jongeren beschermen we tegen de verlokkingen van criminele organisaties door samen met ouders, gemeenten, scholen, jeugdzorg, (specialistische) jongerenwerkers, rolmodellen en politie beschermende netwerken om ze heen te bouwen. Naast sport is de inzet van culturele participatie in de vorm van muziek, theater of schilderen, hierbij een beproefde methode. Jongeren die de fout in zijn gegaan, helpen we terug op het rechte pad. Meer politie in de wijk. We investeren in meer wijkagenten en rechercheurs voor de basisteams van de politie in de wijk. Politiemensen moeten een eerlijke beloning krijgen die recht doet aan hun belangrijk werk. De personele bezetting dient een zo goed mogelijke afspiegeling te zijn van de sociale context waarin wordt gewerkt. Ook zorgen we dat de politie in alle kwetsbare focuswijken een vaste, veilige en zichtbare plek krijgt om bewoners te helpen. We maken een eind aan onnodige bureaucratie en dringen de regeldruk terug. Verslaglegging van verhoren wordt voortaan digitaal gedaan en de afhandeling van eenvoudige zaken gebeurt met de politie-app. --- pdf_page: 73 --- Een politie voor iedereen. De politie moet voor alle groepen in onze samenleving een betrouwbare partner zijn. Er komt meer aandacht voor diversiteit in de werving en selectie van agenten. Ook worden agenten bewuster gemaakt van hun vooroordelen en ze worden beter toegerust om met diversiteit om te gaan. Dat begint met meer aandacht voor deze thema's in de politieopleiding, maar moet navolging krijgen op de werkvloer. Meer begeleiding en ruimte voor reflectie zijn daarbij cruciaal. Het verbod op religieuze uitingen bij de politie schaffen we af. We versterken de interne netwerken zoals Roze in Blauw en borgen dat hun uren en werk betaald gaan worden. Verder moedigen we de samenwerking aan tussen de politie en organisaties die discriminatie tegengaan. Politiegeweld en verantwoording. Agenten krijgen meer trainingen in de-escalerend optreden. We verbieden het gebruik van de nekklem en evalueren in samenwerking met de ggz de inzet van het stroomstootwapen. De ambtsinstructie voor agenten moet in lijn zijn met de daarvoor opgestelde richtlijn van de Verenigde Naties. We handhaven het bestaande beleid waarbij agenten ontslagen kunnen worden bij bewezen machtsmisbruik, waarbij onafhankelijk onderzoek ingesteld wordt en de politie hier volledig en transparant verantwoording over aflegt. Harde aanpak criminele organisaties. We pakken de criminele organisaties die zich bezighouden met drugscriminaliteit, mensenhandel en gedwongen prostitutie hard aan. Daarbij richten we ons op de topcriminelen die deze organisaties aansturen en de financiële stromen waar het ze om te doen is. Politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst, FIOD, gemeenten en woningcorporaties werken daarvoor samen in een langjarige aanpak. We vergroten daarom de (financiële) kennis en slagkracht van opsporingsdiensten, het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht. Tegengaan van witwassen. Het bestaande register van aandeelhouders en belanghebbenden van bv en niet beursgenoteerde nv's (het zogeheten UBO-register) wordt openbaar voor ngo's en onderzoeksjournalisten. Zo kunnen ook zij controleren op duistere geldstromen. Het 'shoppen' tussen banken van malafide partijen wordt tegengegaan. Aan de rol van de Zuidas als doorvoerhaven van internationale criminele geldstromen maken we een einde en we verlagen de wettelijk toegestane limiet voor contante betalingen van $€ 10.000$ naar $€ 1.000$. Afpakken van crimineel geld. We draaien de bewijslast om: bij serieuze verdenking is het aan de verdachte om te bewijzen dat de opbrengsten een legale oorsprong hebben. Een deel van de gelden waarop beslag is gelegd, wordt terug geïnvesteerd in de wijk waar de criminaliteit is gepleegd. Ook willen we buiten de strafprocedure om ontneming via de civiele rechter mogelijk maken. Strenger optreden tegen malafide ondernemers in kwetsbare wijken. Er komt betere regelgeving voor gemeenten om malafide ondernemers uit wijken te kunnen weren. Gemeenten die hiertegen willen optreden, worden te vaak teruggefloten door de rechter. Aanpak online misdaad en criminaliteit. Online criminaliteit moet als 'high impact crime' kunnen worden geclassificeerd en behandeld. Zo blijven online overtredingen niet ongestraft en worden de daders van online haat en bedreigingen, de verspreiders van wraakporno, van kindermisbruikmateriaal en cyberoplichting eerder opgespoord en effectief aangepakt. Delen van informatie in zorg- en veiligheidsnetwerken. Om de samenwerking in veiligheidsnetwerken te faciliteren, moeten gemeenten, scholen, jeugdzorg jongerenwerk, politie en andere instanties in zorg- en veiligheidsnetwerken onderling informatie op een veilige en verantwoorde manier met elkaar kunnen delen. We passen het huidige Wetsvoorstel gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden aan zodat onschuldige burgers beschermd worden tegen misbruik. Automatische profilering door algoritmen en massasurveillance worden uitgesloten. --- pdf_page: 74 --- Bewaken \& Beveiligen. Vanwege de bedreigingen aan het adres van onze democratie en hoeders van de rechtsstaat, is bezuinigen op de capaciteit voor het stelsel Bewaken \& Beveiligen geen optie. Wel verkennen we de mogelijkheid om een groter deel van deze taak bij de Koninklijke Marechaussee neer te leggen. Niet langer geweld en discriminatie in het voetbalstadion. Supporters die zich misdragen of discrimineren pakken we aan. Voetbalclubs gaan meer (financiële) verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid in en om het stadion. We treden hard op tegen kwetsende spreekkoren. Veilig vuurwerk. We vervangen consumentenvuurwerk door professionele vuurwerkshows of innovatieve spektakelshows met bijvoorbeeld drones of lasers. We voeren een landelijk algemeen vuurwerkverbod in. Hiermee komen we tegemoet aan de signalen van burgemeesters die wettelijke duidelijkheid willen hebben in verband met het handhavingsbeleid en aan de dringende vragen vanuit oogartsen, die met de jaarwisseling geconfonteerd worden met de behandeling van veel oogklachten. Eenduidig drugsbeleid. We legaliseren softdrugs en drugs zoals MDMA, paddo's en andere middelen met aantoonbaar weinig risico. Regulering, legalisering en verantwoorde recreatie is niet voor niets ook wereldwijd de trend. We houden de huidige categorisering in soft -en harddrugs tegen het licht. Tegelijkertijd zorgen we voor betere voorlichting over drugs, net als over roken en alcohol. Door legalisering ondermijnen we het verdienmodel van de georganiseerde misdaad, beperken we slachtoffers door foute drugs, pakken we brandgevaarlijke drugs en wietplantages aan en beperken we de milieuschade van afvaldumping. # Recht spreken en recht doen Demonstreren is een grondrecht. Wij staan pal voor het recht op demonstratie. Intimidatie is daar geen onderdeel van. Het openbaar gezag gaat zich meer faciliterend opstellen bij demonstraties. Uitgangspunt moet zijn dat demonstranten worden behandeld als burgers die gebruikmaken van hun grondwettelijk recht op vrijheid van meningsuiting, in plaats van als potentiële relschoppers. Dat betekent een minder prominente aanwezigheid van politie bij demonstraties. Ook betekent dat een uiterste terughoudendheid met betrekking tot de digitale surveillance van organisatoren en hun familieleden. Iedereen heeft toegang tot het recht. We trekken voldoende geld uit voor de sociale advocatuur zodat iedereen die een advocaat nodig heeft daar een beroep op kan doen. De hoogte van de griffierechten de kosten die moeten worden betaald aan de rechtbank bij het begin van een procedure - worden lager voor gewone burgers. We stellen geen extra eisen aan maatschappelijke belangengroepen die naar de rechter stappen namens alle Nederlanders of een grote groep Nederlanders. Mediation en herstelrecht als oplossing. We investeren in professionele mediators en geven ze een plaats in de justitiële keten. Met herstelrecht kunnen slachtoffer en dader onder professionele begeleiding werken aan het herstellen van de materiële of immateriële schade die het slachtoffer van een misdrijf is aangedaan. --- pdf_page: 75 --- Jongerenrechtbanken op scholen en wijkrechtspraak. Door leerlingen hun problemen zelf onderling op te laten lossen is de kans op herstel van de beschadigde relaties het grootst. Daarom gaan we jongerenrechtbanken structureel inzetten en uitbreiden. De succesvolle voorbeelden van wijkrechtspraak gaan we introduceren in buurten waar dit kan bijdragen aan meer leefbaarheid en veiligheid. Herhaling voorkomen bij jonggestraften. Jonggestraften worden nu te vaak naar de gevangenis gestuurd, waar zij door gebrek aan begeleiding snel in recidive vervallen. We gaan jeugdstraffen daarom anders vormgegeven: voor alle jonggestraften stelt de rechter een individueel Jeugdstrafen Herstelplan vast. Dat plan bestaat uit een combinatie van straf, resocialisatiemaatregelen en herstelrecht. Bij het opstellen van het plan worden alle relevante partijen betrokken: reclassering, ouders, kinderbescherming, onderwijs, en specialistische jongerenwerkers. Zinvolle en gepaste straffen. We gaan bij kortdurende gevangenisstraffen meer gebruikmaken van elektronische detentie (enkelbanden), taakstraffen en andere herstelgerichte interventies. Mensen die hun boete niet kunnen betalen krijgen een vervangende taakstraf. Snellere behandeling voor veroordeelden met tbs. De re-integratie van (ex-)gevangenen is van cruciaal belang voor de maatschappelijke veiligheid. Daarom laten we mensen met psychiatrische problemen die veroordeeld zijn voor gevangenisstraf met tbs sneller beginnen met hun behandeling. Kleinschalige detentievormen. Kleinschalige detentievormen krijgen de voorkeur boven megagevangenissen. Zo kunnen we beter differentiëren in het niveau van beveiliging en krijgen gedetineerden de begeleiding die zij nodig hebben. Met name bij jongeren is dit essentieel. # 5.6 Een veilige digitale wereld met privacy Minister voor Digitale Zaken. We stellen een minister voor Digitale Zaken aan met de aanwijzingsbevoegdheid om voor alle lagen van de overheid digitalisering te coördineren, op zowel bedrijfsvoering als ook het gebruik van digitalisering ten behoeve van maatschappelijke opgaven. Deze minister is verantwoordelijk voor het verhogen van de digitale kennis en weerbaarheid van ambternaren en het moderniseren van ICT-systemen van de overheid. Daarnaast krijgt deze minister de verantwoordelijkheid om in alle delen en sectoren van de samenleving digitalisering die werkt voor iedereen te stimuleren en maatschappelijke schade te voorkomen en bestrijden. Ook is deze minister eindverantwoordelijk voor de Nederlandse positionering bij Europese en Internationale zaken inzake digitalisering. Een publieke digitale ruimte. Nederland moet digitaal autonoom worden. Dat wil zeggen dat de publieke sector haar eigen publieke infrastructuren beheert en niet afhankelijk is van grote techbedrijven. Zowel ons internet als de hard- en software die we gebruiken worden gedomineerd door een handjevol, veelal Amerikaanse bedrijven met foute verdienmodellen. Wij zorgen dat Nederland samen met Europese partners gaat bouwen aan een alternatief digitaal ecosysteem: een veilige publieke digitale ruimte zoals nu ook wordt verbeeld door de coalitie PublicSpaces. De publieke waarden die we daarbij centraal zetten zijn transparantie, democratie, gelijke behandeling, privacy, menselijke waardigheid, betrouwbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid. Democratisering van soft- en hardware. Door middel van aanbestedingen en subsidies ondersteunen we de ontwikkeling van betrouwbare opensourcesoftware en -hardware, met broncodes die iedereen kan controleren, aanpassen en verbeteren. We investeren in publiek-civiele alternatieven voor commerciële sociale media, platformdiensten en cloudopslag. We zorgen dat die nieuwe soft- en --- pdf_page: 76 --- hardware zuinig omspringt met data, energie en grondstoffen. Daarnaast bevorderen we open data die voor iedereen beschikbaar is en open standaarden, wat er onder andere voor zorgt dat je nooit volledig afhankelijk wordt van één ICT-leverancier. De digitale voetafdruk is ook een ecologische voetafdruk. Daarom dient digitale apparatuur repareerbaar te zijn en dienen software-updates en ondersteuning lang beschikbaar gesteld te worden. We pleiten ervoor om software op te nemen in de Europese richtlijn verweesde werken, zodat ook digitaal cultureel erfgoed in het publieke domein terechtkomt als het niet langer wordt ondersteund of aanzienlijk verouderd is (abandonware). Bescherming van onze persoonsgegevens. We bouwen aan een internet waar je niet de hele tijd wordt gevolgd en waar je persoonlijke gegevens niet worden verkocht aan de hoogste bieder. Binnen de EU maken we ons hard voor een verbod op de handel in en met persoonsgegevens en de daarop gebaseerde profielen. Daarop vooruitlopend verbieden we gepersonaliseerde politieke advertenties, met een uitzondering voor selectie op taal en kiesgebied. De Nederlandse overheid geeft geen steun aan bedrijven die van persoonsgegevens een verdienmodel maken. Zij herinnert bedrijven en instellingen aan de verplichting tot dataminimalisatie. Zo is het registreren van het geslacht van klanten en gebruikers in veel gevallen overbodig; ook is het onwenselijk als zij gedwongen worden om te kiezen tussen 'dhr.' en 'mw.' Meer grip op kunstmatige intelligentie. Al-systemen moeten veilig en transparant zijn, de mensenrechten respecteren, menselijke controle waarborgen en zo zuinig mogelijk omspringen met energie en grondstoffen. We stimuleren nieuwe technologie en innovatie, maar niet ten koste van mensen. We verbieden daarom riskante Al-systemen, zoals systemen die voor realtime gezichts- of emotieherkenning. Daarnaast komen er strengere eisen voor Al-systemen, waaronder verplichte (mensenrechten-) toetsen voor systemen die geautomatiseerde beslissingen nemen die invloed hebben op mensen. Etnisch profileren en discriminatie zijn onacceptabel in een democratische rechtsstaat. Voor nieuwere toepassingen, zoals generatieve Al die tekst, beeld en geluid kan creëren, komen duidelijke regels. Zo moet gegenereerde content altijd zodanig herkenbaar zijn en moet maatschappelijk onwenselijk gebruik zoveel mogelijk worden uitgesloten, evenals auteursrechtenschendingen bij het trainen van de Al. Geen desinformatie meer op sociale media. Met de uitvoering en strikte handhaving van nieuwe Europese wetgeving voor digitale platforms maken we een einde aan de polariserende algoritmen van socialmediaplatforms die mensen tegen elkaar opzetten en de verspreiding van haat en desinformatie in de hand werken. Desinformatie dient weersproken te worden, onder meer door het inschakelen van fact checkers. Het bewust verslavend ontwerpen van sociale media leggen we aan banden. Toezichthouders met tanden. We zorgen ervoor dat onze privacy goed wordt beschermd en de digitalisering in goede banen wordt geleid door het budget van de Autoriteit Persoonsgegevens, de privacy-toezichthouder én algoritmewaakhond, te verhogen. Ook de Rijksoverheid zet zich in om naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming te verbeteren, met name in de publieke sector. Digitale duurzaamheid en datacentra. De Rijksoverheid toetst plannen voor nieuwe datacentra op nut en noodzaak, rekening houdend met de binnenlandse behoefte. Er is geen plaats voor 'hyperscale datacentra' die bijdragen aan de marktmacht van Big Tech. We stellen strenge eisen aan datacentra om een zuinig gebruik van stroom, grondstoffen, water en ruimte af te dwingen en hergebruik van restwarmte te bevorderen. We voeren duurzaamheidsstandaarden in voor digitale toepassingen om te voorkomen dat de mondiale groei van datacentra door het dak gaat. Op Europees niveau maken we ons sterk voor ecodesignregels die het gebruik van data en rekenkracht voor kunstmatige intelligentie (AI), online advertenties, video's en games, slimme apparaten en cryptomunten aan banden leggen. --- pdf_page: 77 --- In lijn met de komende Europese Al-wet ontwerpt de Nederlandse overheid een meetlat voor de ecologische voetafdruk en rekenintensiteit van Al-modellen. De score op deze meetlat weegt mee bij de aankoop van Al door overheden. Digitale inclusie. We maken ons sterk voor een overheidsbrede aanpak van digitale inclusie, met maatwerk voor verschillende kwetsbare groepen. Daaronder valt ook de bevordering van mediawijsheid bij jong én oud en de beschikbaarheid van digitale middelen als laptops, computers en smartphones. Openbare bibliotheken vervullen daarbij structureel een ondersteunende en instruerende rol. Digitaal briefgeheim. Wij leggen het recht op end-to-end encryptie vast. Nederland neemt geen wetten aan die achterdeurtjes in encryptie inbouwen en komt ook in internationaal verband op voor de vertrouwelijkheid van communicatie en het recht op encryptie. Aanpak cybermisdaad. De politie krijgt meer capaciteit om cyberoplichting, online haat en bedreigingen, de verspreiding van beelden van seksueel misbruik, kindermisbruik, wraakporno en andere vormen van digitale criminaliteit aan te pakken. Bedrijven die de maatschappij in gevaar brengen door hun IT-producten of diensten onvoldoende tegen misbruik te beveiligen, worden daarvoor verantwoordelijk gehouden. De overheid investeert in defensieve capaciteiten om onze vitale infrastructuur te beschermen tegen cyberaanvallen. Terrorismebestrijding via gerichte aanpak. Bij de bestrijding van terrorisme ligt de nadruk op het verzamelen van inlichtingen uit menselijke bronnen en gerichte digitale surveillance in plaats van massasurveillance. De inlichtingen- en veiligheidsdiensten zetten hun bevoegdheden gericht in en publiceren jaarlijks het aantal taps dat ze hebben geplaatst. Ze beoordelen de gegevens die ze verzamelen zo snel mogelijk op relevantie. Dit alles vraagt om een stevige rol van zowel de toetsingscommissie als de commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De commissie van toezicht krijgt de mogelijkheid om samen te werken met andere toezichthouders in betrouwbare Europese landen. # 5.7 Een rijk aanbod aan kunst en cultuur De waarde van kunst en cultuur. Kunst en cultuur is van onschatbare waarde voor onze samenleving. Het bereiken van groepen, die nu nog nauwelijks toegang hebben tot kunst en cultuur is van het grootste belang. Juist in een samenleving waar onderling vertrouwen en respect in zwaar weer verkeert is kunst en cultuur uiterst belangrijk als stimulator van geloof in en respect voor wat mooi en goed is. Kunst en cultuur moet naast overdracht van cultureel erfgoed ook ruimte geven aan kunst, die schuurt en uitnodigt tot debat. Ruim aanbod van culturele voorzieningen. We investeren in de culturele en creatieve sector, niet alleen via het Rijk, maar ook via gemeenten en provincies. Cultuurparticipatie, amateurkunst en muziekverenigingen ondersteunen we extra. Wij hechten grote waarde aan regionale spreiding van culturele voorzieningen en subsidies. We zetten in op een toereikend veld van kleinere laagdrempeligere productiehuizen, die naast grote instellingen essentieel zijn voor de vitaliteit van de cultuursector en voor de toegankelijkheid voor het (regionaal) publiek. De bibliotheek voor iedereen. Wij stellen de toegankelijkheid, bereikbaarheid en kwaliteit van de bibliotheek voor de langere termijn veilig. We maken het basisabonnement van de bibliotheek gratis voor iedereen. Bibliotheken gaan samenwerken met scholen om daar een wisselende en hoogwaardige collectie boeken te garanderen. We houden vast aan de plannen om een zorgplicht --- pdf_page: 78 --- voor gemeenten in te voeren die voorschrijft dat in iedere kleine gemeente of grootstedelijke buurt met kansenongelijkheidsproblemen een bibliotheek moet zijn. Een eerlijkere beloning voor makers. Wij willen fair pay \& fair practice als norm hanteren binnen de culturele sector. Bij het verstrekken van subsidies, zowel door de rijksoverheid, provincies als gemeenten, zal fair pay \& fair practice een bindende voorwaarde zijn. Subsidies moeten zodanig geoormerkt worden dat deze direct terechtkomen bij makers en uitvoerenden. Een eerlijke beloning voor cultuurwerkers, docenten, kunstenaars, scheppend en uitvoerend, staat hoog op onze agenda om de sociale positie van de kunstenaars te versterken. Zoals in hoofdstuk 2 aangegeven, creëren we een collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioen voor alle werkenden, waar ook culturele zelfstandige (zzp'ers) onder vallen. Eenvoudigere en langetermijnsubsidies. We gaan uit van vertrouwen en creatieve vrijheid. We versoepelen de voorwaarden en verantwoordingseisen van projectsubsidies, verlagen en verkorten de aanvraagprocedures en breiden de mogelijkheden uit om mondeling subsidie aan te vragen. We willen dat fondsen de mogelijkheden uitbreiden om bij kleinere bedragen direct kunstenaars laagdrempelig te financieren. Voor structurele financiering maken we het mogelijk om voor acht jaar - in plaats van vier jaar - subsidie aan te vragen. We creëren in de subsidieregelingen ruimte voor experiment in de cultuursector en geven kunstenaars de vrijheid en de kans om te experimenteren en te innoveren. Investeringen in Nederlandse culturele producten. We stimuleren de Nederlandse creatieve maakindustrie met fiscale voordelen en een fonds dat leningen verstrekt aan Nederlandse producties. Voor commerciële online-exploitanten voeren we een exploitatieheffing in over de inkomsten van onder meer streamingsabonnementen. We houden vast aan het lage btw-tarief van 9\% voor cultuur en media. Wij willen de culturele sector ondersteunen bij het benutten van digitale mogelijkheden voor kunstproductie, -verspreiding en -beleving. Tegelijkertijd zullen we aandacht besteden aan de bescherming van auteursrechten en de privacy van kunstenaars en consumenten. Wij willen vaste plekken door het hele land realiseren waar we makers van kunst en cultuur tegen een betaalbare prijs kunnen ondersteunen. Wij waarborgen dat deze plekken - ook op termijn - bereikbaar blijven voor de makers van kunst en cultuur. Rijksmusea één dag per maand gratis. Om iedereen kans te geven om onze Rijksmusea te bezoeken, worden ze één dag per maand gratis toegankelijk. Inclusieve cultuur. We willen alle mensen, alle inkomensgroepen, alle leeftijden en alle levensovertuigingen bereiken. Wij voeren actief beleid om diversiteit binnen culturele instellingen en organisaties te bevorderen. We maken de naleving van de Code Diversiteit en Inclusie een voorwaarde voor het ontvangen van subsidie. Daarnaast streven we naar een culturele sector die een afspiegeling is van alle culturele stromingen en daarbij toegankelijk is voor iedereen. Wij bevorderen de culturele uitwisseling met ander landen en culturen om diversiteit te vieren en gezamenlijke uitdagingen aan te gaan. We zorgen dat musea zich actief inzetten om roofkunst uit hun collectie terug te geven. Hierbij is onderhandeling mogelijk, maar moeten de wensen van de rechtmatige eigenaars leidend zijn., Talentontwikkeling en perspectief voor jonge kunstenaars beleid. Jonge kunstenaars verdienen de kans om hun talenten te ontwikkelen en door te groeien. Overheden en productiefondsen gaan talentontwikkeling stimuleren door jonge kunstenaars opdrachten aan te bieden. Wij bevorderen samenhangende lokale talentroutes, zodat jongeren de weg naar het professionele podium (muziek, dans, theater, beeldende kunst) kunnen bewandelen. Om te voorzien in lokale cultuureducatie en participatie bevorderen we de heroprichting van publiek gesubsidieerde muziekscholen en centra voor kunstzinnige vorming. Het onderwijs hier wordt gegeven door gekwalificeerde (vak)docenten die in loondienst zijn. --- pdf_page: 79 --- Meer cultuuronderwijs voor scholieren. We zorgen ervoor dat kinderen veel in contact komen met cultuur, zoals theater, dansvoorstellingen en concerten. Dat doen we door een verhoging van het budget voor de cultuurkaart. Scholen krijgen middelen om vakleraren in te zetten voor cultuuronderwijs en we versterken de samenwerking van scholen en kunstopleidingen met de culturele sector. Geen winst op doorverkoop tickets. We verbieden de bedrijfsmatige doorverkoop van tickets en we leggen de variabele beprijzing aan banden. Aandacht voor regionale cultuur. We investeren in instituten voor de bescherming en bevordering van regionale talen en dialecten. Daarnaast geven we provincies de opdracht om onderwijsrichtlijnen te ontwikkelen met betrekking tot de regionale taal, cultuur en geschiedenis. Deze richtlijnen moeten ruimte laten voor scholen om een lokale invulling aan te geven. We zorgen voor cultuur erfgoed. Wij hechten waarde aan het behoud van ons cultureel erfgoed. Door extra middelen vrij te maken voor, en te investeren in, restauratie en behoud van monumenten, historische gebouwen en archeologische vindplaatsen, kunnen we - vanuit dit historisch besef - ons rijke verleden behouden en beschermen voor toekomstige generaties. Wij garanderen het voortbestaan van Nederlandse topinstellingen in de culturele sector, waaronder de symfonische orkesten. We verrijken de openbare ruimte. Kunst in de openbare ruimte verrijkt onze leefomgeving en draagt bij aan de identiteit van onze steden en dorpen. Wij willen de kunst in de openbare ruimte bevorderen. --- pdf_page: 80 --- # 5.8 Wij investeren in alle regio's. Overal in Nederland willen we investeren in goede voorzieningen. De wensen en uitdagingen verschillen per regio en de landelijke politiek moet daar oog voor hebben. Dat heeft lang niet altijd te maken met de veelbesproken tegenstelling tussen stad en platteland. Als je goed kijkt zie je dat problemen die zich buiten de Randstad voordoen - zoals buslijnen die zijn wegbezuinigd - ook in bijvoorbeeld een stad als Rotterdam actueel zijn: tramhaltes verdwijnen uit arme wijken waardoor mensen het centrum nauwelijks meer kunnen bereiken. Zonder de belangen van stedelijke en landelijke gebieden tegenover elkaar te zetten, is het belangrijk oog te hebben voor de specifieke uitdagingen die spelen in verschillende delen van Nederland. ## Landelijke aanpak voor sterke regio's: Gemeenten en provincies voldoende geld. Sommige regio's groeien, andere gemeenten hebben met krimp te maken. Wel hebben alle gemeenten één ding gemeen: ze hebben te weinig geld om hun taken te kunnen uitvoeren. Daarom investeren we in gemeenten en provincies, zodat zij kunnen zorgen voor voldoende goede voorzieningen. De groei van het Gemeentefonds moet voldoende zijn om de kosten te dekken die gemeenten maken. Dit geldt ook voor het provinciefonds. Hiermee houden we de basis op orde en kunnen we stoppen met de beauty contest tussen regio's in de vorm van regiodeals. Spreiding Rijksdiensten. De overheid is van ons allemaal. We spreiden Rijksdiensten, zoals uitvoeringsorganisaties, de Belastingdienst, gevangenissen, DUO en UWV zoveel mogelijk over het land. Zo neemt de werkgelegenheid in de regio toe en bovendien zijn grond en gebouwen buiten de Randstad vaak goedkoper. Ook investeren wij in kennis, overal in Nederland, door de samenwerking tussen mbo/hbo en wo te stimuleren en de regiorol van het mbo en het hbo te bekostigen. Extra aandacht voor regionaal cultureel aanbod. Culturele voorzieningen moeten niet alleen in de Randstad van hoge kwaliteit zijn en gesubsidieerd worden maar door heel Nederland. We zullen extra investeren om zo een breed publiek te bereiken en culturele rijkdom te verspreiden over het hele land. Beschermen en bevorderen regionale of minderheidstalen. We zetten ons in voor behoud en bevordering van door Nederland erkende (streek)talen zoals het Frysk, Nedersaksisch, Jiddisj, Sinti-Romanes, en de op de BES-eilanden erkende talen Engels en Papiaments. We streven naar ambitieuzere naleving van het door Nederland geratificeerde Europees Handvest voor Regionale of Minderheidstalen. Er wordt in het bijzonder meer geïnvesteerd in het behouden en bevorderen van de Nedersaksische taal. Met betrekking tot het Frysk hebben we bijzondere aandacht voor de positie van het Frysk in de rechtbank en bij de overheid. --- pdf_page: 81 --- # Onze speerpunten per provincie In Groningen is onverminderde inzet nodig voor de afhandeling van de schade als gevolg van gaswinning. Dit moet milder, menselijker en makkelijker. We investeren in Groningen als belangrijke speler in de transitie naar waterstof, via omscholingsfondsen en brede mbo-, hbo- en woscholingsprogramma's. Met de Lelylijn komt er een betere bereikbaarheid per openbaar vervoer. De verbinding tussen de Waddenzee en het Lauwerskustgebied maken we meer open, zodat zoet en zout water zich daar kunnen mengen. Ter Apel wordt ontlast door meer aanmeldcentra voor asielzoekers elders in het land te openen. Drenthe profiteert van de aanleg van de Nedersaksenlijn die de economische ontwikkeling versterkt en Noord- en Oost-Nederland via de grensregio verbindt. Investeringen in het Noordelijk Innovatielab Circulaire Economie zorgen voor een bloeiende lokale economie en werkgelegenheid. Flevoland ligt in het hart van Nederland en een goede ov-verbinding met de omringende provincies is essentieel. We maken ons sterk voor de Lelylijn, een ondergrondse verbinding met Noord-Holland (de IJmeerverbinding), een busverbinding tussen Lelystad en Enkhuizen over de Houtribdijk en een intercity-verbinding met Utrecht. Verder moet snel een goede alternatieve bestemming worden gevonden voor de gebouwen en terreinen van Lelystad Airport. We realiseren het OostvaardersWold, zodat een ecologische verbindingszone ontstaat tussen de Oostvaardersplassen en het Horsterwold. In Friesland beschermen we het unieke Waddengebied, dus geen gas- of zoutboringen, en we volgen de aanbevelingen van de Onderzoeksraad over veilig scheepvaartverkeer boven de eilanden voortvarend op. Samen met de provincie Fryslân richten we het Veenweidegebied in als Nationaal Park. Dat vermindert de uitstoot van CO2 en stikstof en behoudt het prachtige authentieke landschap. Ook Friesland profiteert van de Lelylijn. In Utrecht gaat de verbreding van de A27 niet door. Daarmee behouden we het landschap Amelisweerd. We zorgen voor een robuuste ecologische verbindingszone tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. We leggen de Noordelijke Randweg Utrecht ondergronds aan voor de leefbaarheid van Overvecht. Utrecht krijgt een 24-uurs OV-netwerk vergelijkbaar met de metro. We zijn tegen de komst van de nieuwe vliegroute (de vierde route) boven de provincie Utrecht. In Zeeland wordt de Westerscheldetunnel per direct tolvrij voor personenvervoer. We willen dat de Westerschelde een schone rivier is voor mens en natuur, dus ook zonder vervuiling van PFAS. Ook in Zeeland blijven voorzieningen, waaronder goede zorg, dichtbij en goed bereikbaar voor alle Zeeuwse inwoners. Het recent opgericht Delta Climate Centrum krijgt een structurele financiering, zodat dit kenniscentrum voor water, voedsel en energie toekomstbestendig is. In Noord-Brabant investeren we in een duurzaam verdienmodel voor lokale boeren en woningbouwers door te stimuleren dat bouwmaterialen van de toekomst geteeld worden rond verdroogde natuurgebieden (zie programma Building Balance). Tussen Eindhoven en het Duitse ICE-netwerk komt er een snelle treinverbinding. Omdat Brainport Eindhoven belangrijk is voor Nederland en Europa versterken we hier de nieuwe en schone economie. De inzet van het Brainport-bedrijfsleven voor sociale opgave zoals schulden en analfabetisme wordt geïntensiveerd. In Gelderland gaan we despeculatie met vakantieparken actief tegen. Met het Nationaal Programma Veluwe pakken Rijk, provincie, gemeenten en waterschappen regie op de ruimtelijke ontwikkeling in en om het natuurgebied. Gezien de Veluwe het grootste Natura2000-gebied is op land, is voor het behalen van de stikstofdoelen een stevige gebiedsaanpak noodzakelijk. --- pdf_page: 82 --- Limburg krijgt spoorverbindingen naar Düsseldorf, Aachen en Hamont. De Maaslijn wordt toegevoegd aan het hoofdrailnet, het spoor wordt hier verdubbeld en door de aanleg van bovenleidingen verdwijnt de dieseltrein. Verder wordt er meer geïnvesteerd in de Limburgse taal en komt er specifiek aandacht voor de aanpak van georganiseerde, grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit. Noord-Holland kent een groot landelijk gebied, dat vaak wordt vergeten omdat het gezien wordt als Randstad. De leefbaarheid en mobiliteit hebben hier een impuls nodig. Zo moet de snelle treinverbinding tussen de Kop van Noord-Holland en Zuid-Holland snel terugkomen. Wat betreft leefbaarheid moet de geluidsoverlast van Schiphol verminderen en moet de omgeving van alle door de industrie hoogbelaste gebieden beschermd worden. Dat is breder dan alleen Tata Steel en de IJmondregio. In Zuid-Holland gaan we veel woningen bijbouwen. We zorgen daarbij voor extra groen in en om de stad, zoals in het Nationaal Park Hollandse Duinen, Midden-Delfland en het Weizigtpark in Dordrecht. We verbeteren en vergroten de bestaande natuur- en recreatiegebieden, en deze blijven vrij toegankelijk. We herstellen het Haringvliet als riviermonding. Er worden voldoende middelen ter beschikking gesteld om het volledige Nationaal Programma Rotterdam Zuid uit te voeren. In Overijssel investeren we sterk in bereikbaarheid via het openbaar vervoer. We vervangen het enkel spoor tussen Deventer en Zwolle door dubbelspoor. Dat doen we ook voor het spoor van Zwolle naar Enschede (en Munster). De drie dieselsporen Zutphen-Oldenzaal, Almelo-Mariënber en EnschedeMunster worden ge-elektrificeerd. Ook aan het spoor tussen Zwolle en Meppel wordt achterstallig onderhoud verricht. De afvalwaterinjecties van de NAM in Noordoost Twente worden definitief gestaakt. Vliegveld Twente wordt niet uitgebreid voor de (commerciële) burgerluchtvaart. --- pdf_page: 83 --- # Het Caribisch deel van het Koninkrijk We gaan in het hele Koninkrijk verder met de gesprekken over het koloniale- en slavernijverleden, de doorwerking hiervan en het nodige herstel. Ook investeren we in versterking van de democratische rechtsorde in het hele Koninkrijk. Zo creëren we een solide basis voor vertrouwen in de overheid, diversiteit in de samenlevingen en rechtszekerheid door gelijkheid van de wet in ons Koninkrijk. In de Caribische landen binnen ons Koninkrijk zetten we in op het verbeteren van de situatie van de burgers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten met hulp en geld. We gebruiken de door de Verenigde Naties ontwikkelde Sustainable Development Goals (SDG's) als leidraad. De machtsbalans tussen Nederland en de Caribische landen binnen ons koninkrijk wordt rechtgetrokken en het democratisch tekort wordt opgelost. Onze rijkswetten worden door het Nederlandse parlement behandeld. Gevolmachtigde ministers van de Caribische landen en gedelegeerde Statenleden van de parlementen van deze landen hebben nu weliswaar de mogelijkheid van inspraak, maar kunnen niet zelf een rijkswet indienen en niet stemmen. Het is hoog tijd om het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden aan te passen zodat dit wel mogelijk wordt. Daarnaast schaffen we de registratieplicht voor verkiezingen bij inwoners van Curaçao, Aruba en Sint Maarten af. We zorgen ervoor dat de toegang tot de Europese Parlementsverkiezingen voor kiesgerechtigden op deze eilanden even eenvoudig wordt als in Nederland. We zijn voor het invoeren van een geschillenregeling tussen de landen van het Koninkrijk met een 'rechter' die bindende oordelen kan geven. We stimuleren de ontwikkeling van twee regio's (bovenwinden en benedenwinden) waarbij we zoveel mogelijk voorbijgaan aan de staatsrechtelijke structuren die hieraan in de weg staan. We laten bedrijven zoveel mogelijk profiteren van Nederlandse regelingen als garantiebepalingen, milieusubsidies en investeringsfondsen. We ondersteunen studenten uit Caribische landen in Nederland met huisvesting, aanpassing aan taal en cultuur, studiekeuze en begeleiding en terugkeer na de studie. Het onderwijs in de Caribische landen ondersteunen we financieel en met kennis. We versterken en ondersteunen digitalisering met nadruk op veiligheid en vaardigheid voor iedereen. Voor de inwoners van de bijzondere gemeenten van Nederland Bonaire, St. Eustatius en Saba stellen we een sociaal minimum in en voeren we maatregelen in die garanderen dat niemand onder dit minimum leeft. Samen met de eilanden werken we aan een stevige aanpak om de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan en investeren we in het beschermen van de kwetsbare natuur op en rond de eilanden. We bieden de samenlevingen de nodige ruimte en ondersteuning om naar eigen inzicht richting en invulling te geven aan hun toekomst. De klassieke en sociale grondrechten gelden onverkort voor de inwoners van dit Caribische deel van Nederland. We ondersteunen de wens tot het versterken van de eigen identiteit en cultuur. We zorgen dat er ruimte komt voor een op ieder eiland toegesneden aanpak. Maatregelen worden alleen genomen in samenspraak met vertegenwoordigers en deskundigen van deze eilanden, rekening houdend met hun prioriteiten en beperkte capaciteit. We ondersteunen actief de (vervolg)opleiding en indienstneming van lokale mensen. De financiering van het lokale bestuur moet afdoende zijn. We organiseren extra tegenmacht, zoals bijvoorbeeld een gezaghebbende adviescommissie, die de rol op zich neemt van organisaties zoals VNG en IPO. Op St. Eustatius herstellen we zo snel mogelijk de volledige democratie. We nemen alle belemmeringen voor de handel tussen de landen en eilanden van het Koninkrijk weg, al dan niet door invoering van een Douane-Unie. --- pdf_page: 84 --- # 6. Een sterk Europa in een veilige wereld ### 6.1 Een solidair en daadkrachtig Europa De EU moet socialer. Wij willen dat sociale rechten in de EU gelijkgesteld worden aan economische vrijheden. Nederland spant zich in Europa in voor hogere sociale standaarden en het versterken van de rechten van werknemers. We willen dat het Europees economisch en interne marktbeleid de publieke sector steunt in plaats van aanspoort tot marktwerking. Landen moeten vrij zijn om collectieve voorzieningen, zoals zorg en openbaar vervoer, niet aan te besteden op de markt. We zetten ons in voor een sociale vooruitgangsclausule in Europese verdragen, die sociale rechten beschermt tegen de negatieve effecten van economische vrijheden. De EU moet groener. Voortbouwend op de Europese Green Deal werken we aan een Europa waar productie en consumptie de grenzen van de draagkracht van de aarde niet langer overschrijden. In 2040 moet de EU klimaatneutraal zijn en voornamelijk gerecyclede en biobased grondstoffen gebruiken. De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie kan alleen slagen als sociale rechtvaardigheid daarbij verzekerd is. De Europese Commissie moet erop toezien dat subsidies voor de transitie, bijvoorbeeld uit het Sociaal Klimaatfonds, bij voorrang ten goede komen aan de meest kwetsbare gebieden en huishoudens. De transitie moet ook voor werkenden rechtvaardig verlopen, bijvoorbeeld door ons voorstel voor een omscholingsfonds. Uitbreiding EU. De toekomst van Oekraïne en Moldavië ligt in de EU. De landen op de Westelijke Balkan moeten eveneens een realistisch uitzicht hebben op lidmaatschap. Ook Moldavië krijgt perspectief op lidmaatschap. Met het Turkije van Erdogan moeten de onderhandelingen bevroren blijven. In alle gevallen kan EU-toetreding pas plaatsvinden als landen voldoen aan de voorwaarden, waaronder op het gebied van mensenrechten, democratie en rechtsstaat, en ze in lijn handelen met het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU. Om de bevordering van deze voorwaarden te stimuleren zijn sterke banden met omringende buurlanden nodig, dit kan bereikt worden via een vernieuwing van de European Neighbourhood Policy (ENP) die op dit moment onderbenut wordt. Dat betekent dat we echte hervormingen aanmoedigen, belonen en actief ondersteunen, en tegelijk dat we landen die zich niet houden aan de basisregels van de democratie, zoals de huidige regering Servië, harder aanpakken. Stapsgewijze toetreding. We pleiten voor stapsgewijze toetreding. Landen worden bijvoorbeeld eerst alleen lid van de douane-unie. Dat vergroot de motivatie van regeringen om moeilijke hervormingen door te zetten, en geeft de EU tegelijk de mogelijkheid om toe te zien dat hervormingen ook blijvend zijn voordat een land volwaardig lidmaatschap krijgt. We willen subsidies uit het toetredingsfonds sterker koppelen aan democratische en rechtsstatelijke hervormingen en het maatschappelijk middenveld een grotere rol geven in het toetredingsproces. Hervorming van de EU. Nederland heeft groot belang bij een democratische en besluitvaardige EU. Zeker met het oog op mogelijke uitbreiding zijn hervormingen nodig. We zetten ons in voor terugdringing van het vetorecht in de Raad van Ministers, onder meer bij buitenlandbeleid en belastingen, en voor versterking van het Europees Parlement als medewetgever en controleur. We willen een gemoderniseerde EU-begroting, die zich meer richt op de groene en sociale uitdagingen van de toekomst; de begrotingsregels moeten een krachtiger optreden tegen corruptie en aantasting van de rechtsstaat mogelijk maken. Wij willen dat EU-instellingen hard optreden tegen corruptie, fraude, buitenlandse beïnvloeding, ondoorzichtige lobby's en grensoverschrijdend gedrag tegenover personeel. Allereerst zoeken we mogelijkheden binnen het huidige EU-verdrag, maar waar nodig zijn we voorstander van verdragswijziging. --- pdf_page: 85 --- Europese begroting. De EU krijgt steeds meer belangrijke taken. Ook voor de steun aan Oekraïne is voldoende budget nodig. Daarom steunen wij een hoger Meerjarig Financieel Kader. Sancties tegen ondermijnende lidstaten. De Europese Unie moet pal staan voor haar waarden en sneller en harder optreden tegen lidstaten die de rechtsstaat, democratie en mensenrechten ondermijnen. De Europese Commissie dient deze lidstaten tot de orde te (blijven) roepen door middel van rechtszaken en het opschorten van subsidies. Wij willen de artikel 7-procedure, die kan leiden tot schorsing van het stemrecht van een lidstaat, verbeteren door onder andere de vereiste van unanimiteit te laten vallen. Zo kunnen bijvoorbeeld landen zoals Hongarije en Polen elkaar niet meer de hand boven het hoofd houden. Invoering Europese wet voor mediavrijheid. Deze wet moet de redactionele en journalistieke onafhankelijkheid waarborgen en mediapluralisme bevorderen. Journalisten mogen niet bespioneerd worden bij hun werk. Publieke omroepen mogen geen propagandakanaal zijn. We pleiten ervoor dat de EU-initiatieven voor onafhankelijke kwaliteitsmedia steunt in landen waar de mediavrijheid onder druk staat. Europese antidiscriminatiewet. Voor discriminatie, racisme, islamofobie, antisemitisme, anti-zwart racisme en xenofobie mag geen plaats zijn in de EU. Wij zetten ons daarom in voor een nieuwe, overkoepelende Europese antidiscriminatiewet. Deze breiden we uit naar sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidszorg en de markt voor goederen en diensten. Deze wet moet ook discriminatie op grond van genderexpressie en genderidentiteit verbieden en het ouderschap binnen niet-traditionele gezinnen beschermen. Technologie en onderzoek. Wij zetten ons in voor forse EU-investeringen in fundamenteel onderzoek en technologieontwikkeling. Daarbij zijn Europese waarden en maatschappelijke behoeften leidend. Denk aan het vergroten van de strategische autonomie van de EU. Aan innovatiesteun worden voorwaarden verbonden op het gebied van duurzaamheid, maatschappelijke participatie en het delen van kennis en data. Digitale infrastructuur. Samen met Europese partners investeert Nederland in een Europese digitale infrastructuur. Deze omvat publiek-civiele alternatieven voor de platforms en diensten van Big Tech en een veilige cloud. Met de inkoopkracht en technologiesubsidies van overheden wordt opensourcesoftware en -hardware gestimuleerd. We willen dat Nederland zich in Europa hard maakt voor een public tech fonds om Europese verantwoorde digitale technologie aan te jagen. Het uitgangspunt is dat code, ontwerpen en datasets die met publiek geld zijn ontwikkeld voor iedereen beschikbaar moeten zijn. Om de privacy en autonomie van burgers te beschermen, pleit Nederland voor een Europees verbod op de handel in en met persoonsgegevens. Iedereen moet zich veilig voelen om hun meningen en politieke overtuigingen te kunnen uiten, dus moet Nederland zich in de EU inzetten voor het recht op pseudonimiteit: het behouden van online anonimiteit, mits je niet verdacht wordt van een strafbaar feit. Ook moet de EU, middels een aangescherpte fusierichtlijn, meer doen tegen agressieve overnames en misbruik van dominante posities door techgiganten. Europese Al-autoriteit. We pleiten voor een snelle afronding en invoering van de Europese wet over kunstmatige intelligentie (AI), die onze mensenrechten beschermt. We steunen de inzet van het Europees Parlement om taalmodellen zoals ChatGPT en andere systemisch relevante Al-systemen binnen de reikwijdte van de wet te laten vallen. Deze wet moet profilering voor het voorspellen van fraude en criminaliteit verbieden, realtime gezichtsherkenning verbannen uit de openbare ruimte en --- pdf_page: 86 --- bindende milieustandaarden invoeren voor AI. We willen een Europese autoriteit die toeziet op Al in de EU. Nederland loopt voorop in Europese en wereldwijde samenwerking rond verantwoorde Al, neemt het voortouw bij internationaal, publiek gefinancierd onderzoek naar de risico's van geavanceerde Al en ijvert voor de totstandkoming van internationale normen. Streefdoel is een bindend wereldwijd verdrag. Meer strategische autonomie. Wij steunen het streven van de EU om haar risicovolle afhankelijkheden van derde landen kritisch door te lichten en waar nodig af te bouwen. Dat vraagt ook om een zuiniger gebruik van energie en grondstoffen en om diversificatie van toeleveringsketens. De EU dient meer onmisbare goederen, zoals groene technologie en medicijnen, te produceren binnen haar grenzen. Ook bevorderen we de verantwoorde winning en raffinage van kritieke grondstoffen zoals lithium en kobalt binnen Europa en waar mogelijk binnen Nederland. Daarbij stellen we strenge eisen aan mensenrechten, milieuvervuiling en bescherming van natuur en biodiversiteit. Permanent karakter Europees Herstelfonds. Het Europees Herstelfonds stimuleert hervormingen en vergroot de stabiliteit van de eurozone. Bij de herziening van het Stabiliteitspact letten we erop dat lidstaten investeren in de ecologische transitie, daartoe de aansporing en ruimte krijgen, en daarbij niemand achterlaten. # 6.2 Actief buitenlandbeleid voor veiligheid, internationaal recht en mensenrechten Actief buitenlandbeleid. We voeren een actieve diplomatie om op te komen voor - onder meer - vrede en veiligheid, de internationale rechtsorde, mensenrechten, democratie, ontwapening, klimaat en biodiversiteit. We zetten ons in voor de vervolging van oorlogsmisdadigers. We zullen onze positie in de internationale politiek gebruiken om druk te zetten op de Iraanse autoriteiten om alle veroordelingen en doodvonnissen die verband houden met politieke uitingen onmiddellijk nietig te verklaren. We blijven aandringen op een onderzoek naar de misdrijven die zijn gepleegd door de Iraanse autoriteiten tijdens en in de nasleep van de recente massale demonstraties en stellen alles in het werk om de Islamitische Revolutionaire Garde op de Europese terreurlijst te plaatsen. Ook beperken we onze export naar Iran tot consumentengoederen, medicijnen en medische apparatuur ten behoeve van de burgerbevolking. Een sterker Europa in de wereld. We bevorderen dat Europa zijn geopolitieke invloed in de wereld versterkt door met één mond te praten. We pleiten voor versterking van de Europese diplomatie en voor het activeren van de EU-verdragsclausule die meerderheidsbesluitvorming mogelijk maakt op onderdelen van het buitenlands beleid. Investeren in defensie. Het is onvermijdelijk dat Nederland en Europa een grotere verantwoordelijkheid nemen voor de eigen veiligheid. Daarom voldoen we vanaf 2024 structureel aan de afspraak binnen de NAVO om minstens $2 \%$ van het bruto nationaal inkomen te besteden aan defensie. We gebruiken deze middelen om de basisgereedstelling, slagkracht en capaciteiten te versterken. We voeren niet opnieuw een opkomstplicht in, maar vergroten wel de mogelijkheden voor jonge mensen om kennis te maken met defensie. We hebben extra aandacht voor goede arbeidsvoorwaarden, opleidingen en hun diversiteit, een veilige werkomgeving en goede zorg voor veteranen. NAVO. We versterken via onze defensie-investeringen de Europese pijler van de NAVO en zo ook het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU. We zetten ons in voor een transAtlantisch bondgenootschap dat goed let op democratische waarden binnen de NAVO zelf. We zetten ons in voor snelle toetreding van Zweden en Oekraïne houdt uitzicht op toetreding. --- pdf_page: 87 --- Sterke VN. We willen de Verenigde Naties en internationale instellingen ondersteunen en waar mogelijk versterken: ze blijven het beste perspectief bieden op samenwerking aan wereldwijde vraagstukken en behouden wereldwijd een grote aantrekkingskracht. We mogen ze niet prijsgeven aan autocratische regimes die ze verzwakken of overnemen. Nederland zet zich in voor versterking en hervorming van de VN, als de belangrijkste instelling voor de aanpak van urgente mondiale en regionale veiligheidsvraagstukken. Ook zetten we ons in voor een meer democratische VN, die vrede en democratie in de wereld actief stimuleert. Nederland wil een meer democratische en representatieve Veiligheidsraad met een EU-zetel. In Europees verband blijven we zoeken naar mogelijkheden om organisaties die vrede en recht belichamen te versterken, zoals de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Internationale steun aan Oekraïne. Het beschermen van zijn grenzen, vrijheid en democratie kan Oekraïne niet alleen. Wij willen dat Nederland een leidende rol speelt in het bieden van omvangrijke militaire, humanitaire en economische steun. We bieden steun bieden bij versterking van de democratie, het bestuur, de rechtspraak en het terugdringen van corruptie. Bij steun voor de wederopbouw van Oekraïne hebben we oog voor het herstel van de ecologische schade en de opschaling van hernieuwbare energie. Nederland werkt ook actief (mee) aan vervolging van oorlogsmisdadigers. We reserveren voor de gehele kabinetsperiode een steunpakket voor Oekraïne. Rusland. Het Russische regime vormt onmiskenbaar het meest acute gevaar voor de Europese veiligheid. De illegale en gewelddadige invasie van Oekraïne is daarvan de ernstigste illustratie. We zetten ons over de volle breedte in om de Europese veiligheid en de internationale rechtsorde te verdedigen tegen Russische agressie. Onder meer via sancties, het afbouwen van afhankelijkheden, het wereldwijd isoleren van Rusland, het versterken van de veiligheid van buurlanden van Rusland, en het aanhoudend steunen van veranderingsgezinde Russische krachten. We blijven tegelijkertijd de hand uitreiken naar goedwillende Russische burgers. En we zoeken, indien Rusland van koers verandert, altijd naar mogelijkheden om tot rechtvaardige vrede en ontwapening te komen. Daarnaast erkent de Nederlandse staat de Holodomor als een genocide door hongersnood. MH17. De veroordeelden voor het neerhalen van vlucht MH17 moeten hun straf ondergaan. Hiervoor benutten we alle mogelijke diplomatieke en juridische kanalen. We blijven Rusland staatsaansprakelijk stellen. China. We maken ons sterk voor een eensgezind Chinabeleid van de EU. We blijven samenwerken en handeldrijven met China waar dit in ons belang is, maar doen tegelijkertijd meer om onze veiligheid en eerlijke handel te waarborgen; we versterken onze weerbaarheid en autonomie. We stellen concrete doelen voor diversificatie van toeleveringsketens en het beëindigen van ongewenste Chinese invloed binnen bedrijven en kritieke infrastructuur. We monitoren de voortgang en nemen zo nodig hardere maatregelen. We werken mee aan nieuwe EU-instrumenten om machtsmisbruik door China en andere handelspartners tegen te gaan, waaronder een verbod op de import van producten die zijn geproduceerd met dwangarbeid. We blijven China aansprakelijk stellen voor mensenrechtenschendingen, waaronder de genocide op de Oeigoerse minderheid. We maken, samen met Europese en wereldwijde bondgenoten, aan China duidelijk dat steunverlening aan de Russische oorlog in Oekraïne of een aanval op Taiwan ernstige consequenties zal hebben. --- pdf_page: 88 --- Israël - Palestina. In het Israëlisch-Palestijnse conflict streven we naar een rechtvaardige tweestatenoplossing. Alle vormen van geweld veroordelen we: ze brengen in dit asymmetrisch conflict de oplossing niet dichterbij. We verzetten ons tegen de bouw van Israëlische nederzettingen op Palestijns grondgebied en tegen de economische belemmeringen die de Palestijnen hard raken en duurzame vrede in de weg staan. Dit doen we door de relatie met Israël afhankelijk te maken van respect voor internationaal recht, zoals de EU-Israël asscociatieovereenkomst voorschrijft. Nederland bepleit dat de visumvrijstelling voor het Schengengebied wordt opgeschort voor kolonisten uit de nederzettingen. We staan niet toe dat producten die geproduceerd worden door kolonisten in de bezette gebieden hier verhandeld worden en bepleiten een verbod op economische relaties met illegale nederzettingen. Nederland levert een actieve bijdrage bij de VN en aan het Internationaal Gerechtshof in de lopende zaak aangaande de legaliteit van de bezetting. Bij het niet-naleven van VN-resoluties en het verder schenden van mensenrechten, neemt Nederland de nodige maatregelen zoals het opschorten van de EU-Israël associatieovereenkomst en het stopzetten van militaire samenwerking. Nederland roept de Israëlische regering op om een einde te maken aan de militaire detentie van kinderen. Waar de Internationale Gemeenschap nog steeds pleit voor een onafhankelijke Palestijnse Staat, laat diezelfde gemeenschap nog steeds toe dat deze steeds meer onmogelijk wordt gemaakt door de Israëlische nederzettingenpolitiek. Nederland komt ook actief op voor de rechtsstaat en het democratisch bestel in Israël en de Palestijnse Gebieden, waarbij gelijke rechten van alle bevolkingsgroepen worden gewaarborgd. Nederland dringt er bij het Israëlische en Palestijnse leiderschap op aan om vrije verkiezingen te organiseren waarbij deze gelijke rechten worden gewaarborgd. Internationaal Strafhof Den Haag. Samen met de EU ijveren we ervoor dat meer landen, waaronder de Verenigde Staten, zich aansluiten bij het Internationaal Strafhof, en dat verdachten tegen wie een arrestatiebevel is uitgevaardigd - waaronder de Russische president Poetin - worden uitgeleverd aan het Hof. Universele mensenrechten. De universele rechten van de mens zijn en blijven een hoeksteen van onze internationale inzet. We voeren daarom een ambitieus en effectief mensenrechtenbeleid. We wegen de mensenrechtensituatie sterk mee in al onze inzet, bilateraal en multilateraal. We zijn transparant in de afwegingen die we maken in de samenwerking met bijvoorbeeld autocratische staten of wanneer we wapens leveren aan democratieën. We zetten ons in voor het naleven van het VN-Kinderrechtenverdrag. Een sterke civil society. Ter bevordering van mensenrechten en democratie steunen we het maatschappelijk middenveld wereldwijd. Ngo's, democratische vakorganisaties, activisten en mensenrechtenverdedigers zijn vaak de enigen die intern een dam kunnen opwerpen tegen aantasting van de rechtsstaat en het afglijden naar dictatuur. Ook beschermen we het recht op protesteren, en steunen we initiatieven die de democratische deelname van jongeren aanmoedigt. Nederlandse ambassades en maatschappelijke organisaties rusten we beter toe om hen te ondersteunen en we trekken hiervoor meer middelen uit. We gaan in onze inzet sterk af op hun inschatting van wat ter plaatse effectief is. Gezien de conclusies van mensenrechtenorganisaties zoals Human Rights Watch en Amnesty International, ondersteunen wij het uitvaardigen van arrestatiebevelen voor verdachten van misdaden tegen de menselijkheid die gepleegd zijn door sleutelfiguren binnen autoritaire regimes. Gendergelijkheid en minderheden. We zetten ons over de volle breedte in voor gendergelijkheid. We willen een feministisch buitenlandbeleid met niet alleen woorden maar ook daden, inclusief de inzet van concrete hulp, handelsafspraken, inspraak of sancties die gendergelijkheid ten goede komen. Bij al het externe beleid hebben we oog en oor voor de meest kwetsbare groepen, waaronder seksuele en genderminderheden en inheemse gemeenschappen. --- pdf_page: 89 --- # 6.3 Sterkere defensie voor een vreedzaam Europa Militaire samenwerking. We stemmen onze defensie-investeringen (naar 2\% in 2024) goed af met bondgenoten. Onze krijgsmacht werkt zoveel mogelijk samen met die van landen om ons heen, onder meer door taakspecialisatie. We ijveren ook voor Europese samenwerking bij de ontwikkeling en aanschaf van nieuwe wapensystemen. We gaan overwinsten van de defensie-industrie tegen, zodat gemeenschapsgeld terug naar de staatskas vloeit. Streng wapenbeleid. We voeren daarbij een streng wapenexportbeleid. Binnen de EU pleiten we ervoor dat de Europese Commissie erop gaat toezien of lidstaten de afgesproken wapenexportregels naleven. Nederland ijvert voor naleving en aanscherping van afspraken over conventionele en nucleaire wapenbeheersing. Nederland steunt de oproep van de VN secretaris-generaal om autonome wapens bij verdrag te verbieden, en vergaart hier actief steun voor. Ook willen we aanscherping van de afspraken tegen militarisering van de ruimte en een gedragscode tegen digitale oorlogsvoering. Ons land bevordert de ondertekening en ratificatie van de verdragen die landmijnen en clustermunitie verbieden en wapenhandel aan banden leggen. Kernwapens de wereld uit. Nucleaire risico's staan weer volop op de agenda. Verdediging en afschrikking door de NAVO zijn cruciaal, maar niet genoeg: we willen dat Nederland met gelijkgezinde landen onderhandelingen start over (kern)wapenbeheersing en over een nieuwe Europese veiligheidsstructuur, waarin de rol van kernwapens gefaseerd wordt beëindigd. Dat betekent dan ook dat Nederland kernwapenvrij wordt. Nederland en Europa zetten zich ook krachtig in tegen de proliferatie van kernwapens wereldwijd en voor wereldwijde wapenbeheersingsafspraken. Samen voor bescherming. Samen met bondgenoten werken we aan de bescherming van fysieke en digitale infrastructuur tegen sabotage, aan de afweer van spionage en desinformatiecampagnes en aan de versterking van cyberveiligheid. Vredesmissies. Nederland blijft, bijvoorbeeld in VN-kader, bijdragen aan vredesmissies voor handhaving of herstel van de internationale rechtsorde. Vredesmissies gaan hand in hand met langdurige en effectieve diplomatie, humanitaire hulp en wederopbouw, waarbij we lessen uit Afghanistan trekken: realistische verwachtingen en openheid over wat wel en niet het doel is. Ook willen we meer vrouwen en vertegenwoordigers van gemarginaliseerde groepen aan de onderhandelingstafel. Missies vereisen een mandaat vanuit het internationale recht, bijvoorbeeld via de VN. We willen ook dat Nederland bijdraagt aan internationale inspanningen om stabiliteit in fragiele staten te bevorderen. Daarmee zijn ook risico's en ingewikkelde dilemma's gemoeid: Nederland formuleert daarom in navolging van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk een verklaring die heldere richtlijnen stelt welke risico's we wel en niet accepteren. ### 6.4 Internationale samenwerking voor bestaanszekerheid en verduurzaming Internationale klimaatrechtvaardigheid. Landen die het hardst getroffen worden door de gevolgen van klimaatverandering, zijn vaak de landen die zelf het minst aan het probleem hebben bijgedragen én die het minst in staat zijn zichzelf ertegen te beschermen. Nederland zet zich actief in voor klimaatrechtvaardigheid en houdt zich in ieder geval aan de gemaakte afspraken over de betalingen aan landen in het mondiale zuiden om klimaatverandering en de gevolgen daarvan tegen te gaan. Nederland --- pdf_page: 90 --- gaat additioneel geld vrijmaken voor het klimaatschadefonds dat is afgesproken bij de klimaattop in 2022. Ook gaat Nederland een leidende rol spelen in de overdracht van duurzame technologie naar ontwikkelende landen. De vraag naar grondstoffen en groene energie in Nederland en Europa mag zuidelijke landen niet ondermijnen in het behalen van sociale- en milieudoelstellingen, waaronder de lokale energietransitie. Vergroening buitenlands beleid. Vergroening van het buitenlands beleid krijgt hoge prioriteit. De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor het internationaal klimaat- en biodiversiteitsbeleid. Nederland stelt bovenop de 0,7\% bnp voor ontwikkelingssamenwerking additioneel financiële middelen beschikbaar ter ondersteuning van klimaatbeleid in landen wereldwijd. Deze financiële middelen gaan met prioriteit naar de meest kwetsbare landen en groepen. Met het oog op een rechtvaardige klimaattransitie haalt Nederland de banden aan met landen wereldwijd. Winning en verhandeling van strategische grondstoffen vindt plaats tegen eerlijke prijzen en binnen in internationale verdragen vastgelegde normen voor de bescherming van mens en milieu. Nederland speelt bij de totstandkoming van dergelijke afspraken een voorhoederol. Gelijkwaardige partnerschappen. We moderniseren de ontwikkelingssamenwerking, zodat deze past bij een nieuwe wereld met gelijkwaardige partnerschappen. We gaan sterker af op de behoeften van landen zelf en praten daarbij niet alleen met regeringen, maar ook met het maatschappelijk middenveld en de meest kwetsbare groepen. We zetten ons in voor het maken van afspraken over kwijtschelding van de torenhoge schuldenlast van de armste landen, waaraan we wel voorwaarden verbinden. Ontwikkelingsbudget op peil. We besteden minstens 0,7\% van ons bruto nationaal inkomen aan internationale samenwerking, conform de internationale norm. We zorgen voor meer zekerheid over het budget dat werkelijk aan internationale samenwerking ten goede komt, en voorkomen zo de huidige praktijk dat ieder jaar een fors en wisselend deel uit het budget wordt besteed aan andere doelen, zoals de eerstejaarsopvang van asielzoekers in Nederland. Het budget ontwikkelingssamenwerking wordt daarom losgekoppeld van fluctuaties in het budget voor asielopvang. Klimaatsteun voor ontwikkelende landen en compensatie voor klimaatschade komen uit additioneel klimaatbudget, niet uit het internationale samenwerkingsbudget. Binnen de EU ijveren we voor een solidariteitspact waarin wordt vastgelegd dat lidstaten niet alleen hun defensie-uitgaven, maar ook de bestedingen aan internationale samenwerking, internationale klimaatsteun en compensatie voor klimaatschade laten stijgen totdat de EU en de lidstaten aan de internationale afspraken voldoen. Zo dragen we bij aan het aanpakken van de grondoorzaken van conflicten, instabiliteit en gedwongen migratie. We moedigen aan dat Nederlandse en Europese bedrijven bijdragen aan ontwikkeling van arme landen, maar we stoppen met het beleid ontwikkelingsgeld in te zetten om het Nederlands bedrijfsleven te spekken. We geven alleen ongebonden hulp. Geen economische zonder sociale ontwikkeling. We voeren om sociale ontwikkeling te bevorderen een breed en geïntegreerd beleid, met internationale samenwerkingsmiddelen als belangrijk instrument. Belangrijke prioriteiten waar we via die brede inzet aan willen bijdragen zijn: armoedebestrijding en versterking van de positie van vrouwen en LHBTQIA+-mensen (incl. seksuele en reproductieve rechten) en andere gemarginaliseerde groepen; voedselzekerheid, aanpassing aan klimaatverandering en hernieuwbare energie; opvang en perspectief voor vluchtelingen en humanitaire hulp om tegemoet te komen aan de toenemende noden wereldwijd. We trekken lessen uit decennia ontwikkelingswerk: we zetten in op maximale effectiviteit, verminderen de versnippering en letten scherper op onbedoelde neveneffecten van ontwikkelingsprojecten. We streven naar bredere coalities: overheid, maatschappelijke spelers, bedrijven en andere stakeholders werken samen om maximale synergie te creëren voor ontwikkelingsdoelen. --- pdf_page: 91 --- Over de domeinen heen. We maken meer werk van beleidscoherentie voor ontwikkeling. We toetsen het beleid van alle ministeries aan de VN ontwikkelde Sustainable Development Goals (SDG's) en passen het zo nodig aan. Wat we met de ene hand geven, mogen we niet met de andere hand wegnemen. Daarom zorgen we er onder andere voor dat Nederland niet langer een draaischijf is voor belastingontwijking door multinationals. Voorbereiden op pandemieën. We maken ons sterk voor een eerlijke toegang tot geneesmiddelen en vaccins, onder meer door het opschorten van octrooien, het delen van kennis en technologie in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het verlenen van steun aan de opbouw van productiecapaciteit in het mondiale Zuiden. Dit is ook onze inzet bij de onderhandelingen over een internationaal pandemieverdrag. Dit verdrag moet tevens het risico op overdracht van besmettelijke ziekten van dier op mens verkleinen, op basis van de one health-benadering: de gezondheid van mensen is verweven met die van dieren en ecosystemen. Ook pleiten we binnen de EU voor een solide uitwerking van het noodplan voor voedselvoorziening en -zekerheid in tijden van crises, zoals pandemieën. Bij het bestrijden van pandemieën dient een zorgvuldige en transparante afweging van mensenrechten te worden gemaakt. (Inter)nationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame handel. Bedrijven worden geacht te opereren binnen de grenzen van onze planeet en te voldoen aan mensen- en kinderrechten verdragen. Om bedrijven te stimuleren meer inzicht te krijgen in hun waardeketens en eventuele misstanden daarin te voorkomen, komt er een Nederlandse wet voor internationaal duurzaam en verantwoord ondernemen. Deze wet dient in lijn te zijn met de door de OESO opgestelde richtlijn voor de zorgplicht van bedrijven. Dat doen we door de initiatiefwet waar het parlement zich momenteel over buigt zo snel mogelijk aan te nemen. Ook zetten we ons in voor vooruitstrevende Europese regelgeving op dit gebied. We stoppen met fossiele exportsteun en diplomatieke steun aan fossiele projecten. De EU bevordert dat bedrijven die EU-steun ontvangen verduurzamen. We blijven ons ervoor inzetten dat de EU uit het Energiehandvestverdrag stapt. Daarnaast voert Nederland nationale IMVO-wetgeving invoeren om bedrijven te verplichten de schadelijke impact op mensenrechten en kinderrechten aan te pakken. Deze wetgeving moet in lijn zijn met internationaal afgesproken normen van de OESO en de Verenigde Naties. Er mogen geen uitzonderingen zijn voor bepaalde bedrijfssectoren, zoals de financiële sector. Vernieuwde handelsverdragen. We zetten ons in voor de ontwikkeling van een nieuw EUhandelsbeleid, dat eerlijke en groene voorwaarden stelt aan handelsafspraken, in lijn met de Parijsdoelen. We staan open voor nieuwe EU-handelssamenwerking met landen wereldwijd. Verdragen moeten afdwingbare bepalingen over democratie, mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu, klimaat, natuur, voedselstandaarden en eerlijke belastingafdrachten een stap dichterbij brengen. Investeerders krijgen geen speciale behandeling. Handel met opkomende economieën. We willen landen wereldwijd meer kansen geven om zelf waarde toe te voegen aan hun grondstoffen en zo ook onze eigen handelsstromen diversifiëren. Op basis van kennisdeling wordt het mondiale Zuiden bijvoorbeeld in staat gesteld om zelf batterijen of vaccins te produceren. De grondstoffenpartnerschappen die de EU sluit moeten de binnenlandse verwerking van grondstoffen en de daarmee samenhangende ontwikkeling van hernieuwbare energie en verantwoorde recycling bevorderen, lokaal eigenaarschap versterken en fatsoenlijke banen scheppen. Importheffingen mogen bewerkte producten niet zwaarder belasten dan onbewerkte producten. Winning en verhandeling van strategische grondstoffen vindt plaats tegen eerlijke prijzen en binnen in internationale verdragen vastgelegde normen voor de bescherming van mens en milieu. Nederland speelt bij de totstandkoming van dergelijke afspraken een voorhoederol. --- pdf_page: 92 --- Hervorming WTO. We zetten ons in voor het hervormen van de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank, zodat de belangen van multinationals, de rijkste landen en grootgrondbezitters in het mondiale Zuiden niet langer domineren. Er komt meer ruimte voor landen in het mondiale Zuiden om hun eigen economieën beschermd te ontwikkelen. Milieu- en natuurbescherming, fundamentele arbeidsnormen, mensenrechten, voedselzekerheid, voedselveiligheid en dierenwelzijn worden beter verankerd in de WTO-regels. Biodiversiteit in internationaal verband. Nederland maakt actief werk van de uitvoering van het vorig jaar gesloten biodiversiteitsakkoord (Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework) en het akkoord ter bescherming van de oceanen. In nationale actieplannen wordt opgenomen hoe Nederland wil gaan voldoen aan de afspraken. Nederland neemt internationale initiatieven ter bescherming van het regenwoud, voor het behoud van wereldwijde biodiversiteit en bij het tegengaan van verwoestijning. Er moet een Europees verbod komen op investeringen die biodiversiteit en ecosystemen hier of elders in de wereld ernstige schade toebrengen. We willen de voedselmarkt beter reguleren zodat er minder waarde verloren gaat aan tussenpersonen en biodiversiteit en milieu beter beschermd worden. Strijd tegen ontbossing. De Europese ontbossingsverordening gaat voortaan ook gelden voor financiële instellingen. De verordening moet uitgebreid worden zodat producten die leiden tot ernstige natuurverwoesting en schending van de daarmee gepaarde mensenrechten, waar dan ook ter wereld, verboden worden op de EU-markt. Nederland maakt strikte afspraken over het stoppen van overmatige houtkap, de bescherming van oude bomen in een natuurlijker bos en het stoppen van bodemverstoring. Ook erkennen we ecocide in het nationale en internationale strafrecht. We investeren internationaal in formalisering van landrechten van inheemse en lokale bevolking en bevorderen bosbeheer door deze gemeenschappen als invulling van klimaat- en biodiversiteitsdoelen. # 6.5 Grip op arbeidsmigratie Arbeidsmigratie: van uitbuiting naar sturing. Onze keuze voor hogere lonen en goede arbeidsvoorwaarden betekent dat het overschot aan slecht betaald, vies en gevaarlijk werk verdwijnt. We koesteren het individuele recht om binnen de EU in een ander land te werken als een groot goed, maar maken een einde aan de uitbuiting van arbeidsmigranten als verdienmodel voor werkgevers. Deze vorm van arbeidsmigratie zal dus afnemen. Bovendien staan we niet langer toe dat werkgevers de kosten en risico's van ongereguleerde arbeidsmigratie afwentelen op de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan de leefbaarheid van wijken die onder druk staat omdat werkgevers hun arbeidsmigranten onder erbarmelijke omstandigheden huisvesten. We gebruiken de bestaande Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs om werkgevers te verplichten $85 \%$ van de werknemers in dienst te nemen. Zo krijgen arbeidsmigranten eerder een vaste baan. Om onwenselijke constructies met de vaak kwetsbare groep derdelanders te voorkomen nemen we in de wet op dat het verplicht is dat zij een direct contract hebben met de materieel werkgever waar zij het werk verrichten. Voor werk achter de voordeur in private huishoudens geldt ook dat dit onder overheidstoezicht valt. Ook maken we arbeidsmigranten minder afhankelijk van hun opdrachtgevers door hun werk los te koppelen van hun vervoer, zorgverzekering en huisvesting. Voor huisvesting van arbeidsmigranten moet een doelgroepenbeleid worden ingesteld. We regelen dat arbeidsmigranten huurbescherming en huurprijsbescherming krijgen, waardoor huisvesting geen verdienmodel meer is voor uitzendbureaus om arbeidsmigranten naar Nederland te halen. Daardoor wordt ook de draagkracht van arbeidsmigratie van de omgeving door middel van een bedrijfseffectrapportage onderzocht. Ook pleiten we voor een sociaaleffectrapportage voor arbeidsmigratie. We informeren arbeidsmigranten proactief over hun rechten op de Nederlandse arbeidsmarkt. --- pdf_page: 93 --- Gelijke arbeidsvoorwaarden. De aanbevelingen van het rapport-Roemer om de uitbuiting van arbeidsmigranten te stoppen voeren we versneld uit, maar we gaan een stap verder. We verhogen het minimumloon naar $€ 16$ per uur. Sectoren die draaien op onderbetaling zullen krimpen. We verminderen de maximumduur van onzekere contracten, en schaffen uitzonderingen voor uitzendwerk af. Werkgevers gaan minstens $85 \%$ van hun werknemers in dienst te nemen. Daardoor kunnen werkgevers niet langer gebruik maken van speciale constructies om sociale zekerheidskosten te omzeilen. Met een Europees sociaal zekerheidsnummer kunnen we controleren of werkgevers voldoende premies afdragen. Er komt een vergunningsplicht voor uitzendbureaus. We trekken de vergunning in als ze de wet overtreden. In heel Europa komen er normen voor uitzendbureaus, door de uitzendrichtlijn te herzien. Aanpak sociale dumping en schijndetachering. We hebben grip op migratie nodig en zijn geen voorstander van ongereguleerde arbeidsmigratie van buiten de EU. Mits gereguleerd en onder fatsoenlijke voorwaarden van eerlijk, veilig en goed (betaald) werk, erkennen we dat arbeidsmigratie voor essentiële sectoren, zoals de zorg en rondom de energietransitie, een belangrijke bijdrage kan leveren aan arbeidstekorten. Misbruik door werkgevers willen we echter op geen enkele wijze faciliteren. Sommige werkgevers kiezen ervoor om arbeidsmigranten in te lenen via een uitzendbureau elders in Europa. Het gaat hierbij steeds vaker om mensen van buiten de EU. Inleenkrachten krijgen dan hun loon via het buitenlandse bedrijf en de sociale premies worden afgedragen in dat land. Werkgevers maken zich zo schuldig aan oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden, want er wordt hier gewerkt met het lage loon van elders (sociale dumping). Met de invoering van een Europees sociaal zekerheidsnummer gaan we deze praktijk tegen. Dan kan direct gecontroleerd worden waar iemand sociaal verzekerd is en of de werkgever überhaupt premies afdraagt. Aanpak malafide uitzendbureaus. Malafide uitzendbureaus hebben geen plek in Nederland. We voeren een vergunningplicht voor uitzendbureaus in waarbij de vergunning wordt verleend door een publieke instelling en jaarlijks moet worden vernieuwd. Uitzendbureaus die arbeidsmigranten blijken uit te buiten of uitzendkrachten inzetten onder illegale arbeidsomstandigheden, verliezen hun vergunning. Daarnaast zetten we ons in voor herziening van de Europese uitzendrichtlijn, zodat ook in Europa betere regels komen voor internationale opererende uitzendbureaus. Inleners die met een uitzendbureau zonder vergunning werken kunnen boetes verwachten. In sectoren waarin de grootste misstanden voorkomen, verbieden we de inhuur van uitzendkrachten, naar Duits voorbeeld. We zorgen ervoor dat uitzendkrachten die voor zichzelf opkomen, niet direct voor ontslag hoeven te vrezen. Dat doen we door het inroepen van het uitzendbeding in die gevallen aan banden te leggen. Taalonderwijs voor perspectief. Veel arbeidsmigranten blijven langer dan ze van tevoren hadden gedacht. Arbeidsmigranten die zich langdurig in Nederland vestigen moeten de taal kunnen leren. Kennis van de Nederlandse taal is goed voor het welzijn van arbeidsmigranten, hun veiligheid op de werkvloer en de sociale cohesie in Nederland. Werkgevers worden verplicht om taallessen te faciliteren onder werktijd. Wonen en leefbaarheid. Arbeidsmigranten worden vaak gehuisvest onder erbarmelijke omstandigheden. Slecht voor de arbeidsmigrant en onwenselijk voor kwetsbare wijken waarin dit gebeurt. Bovendien legt arbeidsmigratie extra druk op het tekort aan betaalbare woningen. We voeren een vergunningplicht in voor de verhuurder. Gemeenten gaan een leefbaarheidstoets uitvoeren bij het toelaten van nieuwe bedrijvigheid, waarbij ook wordt gekeken naar de gevolgen voor huisvesting in omringende gemeenten. De mogelijkheid voor werkgevers om huisvestingskosten in te houden op het loon verdwijnt. Daardoor nemen we ook de mogelijkheid weg voor werkgevers om hier geld mee te verdienen. Ook voor arbeidsmigranten gaat het gewone huurrecht gelden. We komen met een aanpak om dakloosheid van arbeidsmigranten tegen te gaan, en maken hierover ook afspraken binnen de EU en landen van herkomst. --- pdf_page: 94 --- Handhaving. Om effectief te kunnen handhaven geven we de Arbeidsinspectie meer middelen en meer bevoegdheden. De Arbeidsinspectie moet handhaven als daar de geringste aanleiding voor is. Die aanleiding kan bestaan uit een melding van een vakbond of andere belangenbehartiger. Onder het motto 'comply or explain' voor de Arbeidsinspectie, het UWV en de Belastingdienst. We verbeteren de samenwerking tussen de Arbeidsinspectie, de Belastingdienst, de FIOD, het UWV, gemeenten en de politie en zetten integrale inspectieteams in. Er komt ook meer samenwerking met buitenlandse handhavingsorganisaties. Werkgevers die zich niet houden aan de wettelijke normen voor goed werkgeverschap krijgen hoge boetes én moeten gedupeerde werknemers financieel compenseren bij misstanden. We kijken kritisch naar het (nieuw in te voeren) strafrechtelijk artikel voor de aanpak van arbeidsuitbuiting. Afschaffen belastingvoordeel expats. Sommige buitenlandse werknemers krijgen nu een belastingkorting van $30 \%$. We vinden het onwenselijk als buitenlandse werknemers vanwege belastingvoordelen naar Nederland komen. Daarom schaffen we het belastingvoordeel voor expats af. Dat geldt ook voor de ET-regeling, die een oneigenlijk kostenvoordeel oplevert voor werkgevers die buitenlandse werknemers in dienst nemen. # 6.6 Goed georganiseerd asielbeleid in Nederland Menswaardig en duidelijk asielbeleid in Europa en Nederland. Om migratie naar Europa in goede banen te leiden, willen we inzetten op meer veilige routes voor migratie, terwijl we gelijktijdig mensen ontmoedigen om een gevaarlijke overtocht te maken. Dat is rechtvaardiger, omdat vluchtelingen die onze bescherming het hardst nodig hebben al in de regio geselecteerd kunnen worden door de VN en op veilige wijze naar Nederland en Europa kunnen komen. We willen jaarlijks een grote groep kwetsbare vluchtelingen (zoals LHBTQIA+-personen, mensenrechtenverdedigers, oorlogsslachtoffers en slachtoffers van vervolging) opnemen, als onderdeel van afspraken om irreguliere migratie te ontmoedigen. Aan de buitengrenzen van Europa krijgen mensen uit veilige herkomstlanden vroeg duidelijkheid door een korte en eerlijke procedure, en we bevorderen de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. Binnen Nederland gaan we de chaos binnen de asielketen te lijf. Goede opvang vereist een eerlijke spreiding van asielzoekers over het hele land. Daarom willen we dat alle gemeenten evenredig bijdragen aan de opvang van asielzoekers. Ze krijgen een wettelijke taak om voldoende kleinschalige opvangvoorzieningen te realiseren, met voorzieningen voor gezondheidszorg en onderwijs. We richten financiering van asielopvang meer op de lange termijn en stellen gemeenten in staat om een buffervoorraad aan te houden. Daarbij hanteren we realistische prognoses. Zo voorkomen we dat vluchtelingen buiten moeten slapen, zoals vorig jaar in Ter Apel. Bovendien is de samenleving minder geld kwijt aan onnodig dure noodopvang. Vluchtelingen niet in de steek laten. Dat geldt voor vluchtelingen uit Oekraïne, net zo goed als voor vluchtelingen uit andere landen. We staan voor het VN-Vluchtelingenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees asielrecht als basis voor het verlenen van internationale bescherming. Mensen hebben altijd het recht om op Europees grondgebied asiel aan te vragen. ledereen heeft recht op een individuele beoordeling. We sturen niemand terug naar een onveilig land. We staan voor het recht op gezinsleven. Dat betekent dat we niet meewerken aan het scheiden van kinderen en ouders. Het bij elkaar houden en herenigen van gezinnen is een kwestie van beschaving en medemenselijkheid. Daar doen we geen afbreuk aan. Juridisch kwetsbare voorstellen voor vluchtelingenbeleid, die mensenrechten schenden, kunnen niet op onze steun rekenen. --- pdf_page: 95 --- Oog voor draagkracht. Goede opvang van vluchtelingen vraagt veel van onze samenleving, bijvoorbeeld als het gaat om het organiseren van opvanglocaties en toegang tot zorg en onderwijs. Daarom willen we oog houden voor de draagkracht van de samenleving. Het waarborgen van draagkracht en een goede opvang van vluchtelingen vraagt om verantwoordelijkheid en solidariteit, ook van gemeenten. Dat betekent dat we investeren in snelle en zorgvuldige procedures, asielzoekers eerlijk spreiden over het land, kiezen voor kleinschalige opvang en dat we hen snel helpen met werk en taal. Het vraagt ook om de snelle terugkeer van mensen die geen recht hebben op asiel en om een effectief Europees asielbeleid, waarmee we reguliere migratie bevorderen en irreguliere migratie ontmoedigen. Daarnaast is communicatie met de inwoners van gemeenten essentieel. We moeten hun zorgen serieus nemen men bespreken. Maar het is nog meer van belang om te benadrukken dat vrijwilligers en buurtbewoners een cruciale rol kunnen spelen in het proces van sociale inclusie van nieuwkomers. Hun betrokkenheid en steun zijn onmisbaar bij het verwelkomen van vluchtelingen in onze samenleving. $\quad$ Snelle procedures. We investeren in de Immigratie- en Naturalisatiedienst, zodat die betere besluiten kan nemen en aanvragen sneller kan verwerken. Zo kunnen we achterstanden inlopen en voorkomen we nieuwe achterstanden en onnodige uitgaven aan dwangsommen. Asielzoekers krijgen sneller uitsluitsel over hun asielaanvraag. Veilige opvang en goede zorg. We versterken de positie van LHBTQIA+-personen door het uitbreiden van het aantal LHBTQIA+ units en een apart asielzoekerscentrum exclusief voor LHBTQIA+vluchtelingen. Ook besteden we extra aandacht aan de veiligheid van niet-begeleide minderjarigen in de procedure en de opvang. Er wordt zoveel mogelijk voorkomen dat asielzoekers tijdens de asielprocedure moeten verhuizen, zeker als het om kinderen gaat. De medische screening bij de start van de procedure wordt niet langer door een commerciële partij gedaan, maar door reguliere artsen. We investeren in een groter aanbod aan tolken. De toegang tot gespecialiseerde psychische en lichamelijke zorg voor asielzoekers, in het bijzonder voor kinderen, wordt sterk verbeterd door de zorg via het reguliere systeem van huisartsen en medische instellingen te organiseren. Laagtalige en toegankelijke informatie over mentale gezondheid en de jeugd-ggz moet beschikbaar worden gesteld. Ook zorgen we voor uitbreiding van het cultuursensitieve Zorgcafé. We zetten daarnaast alles op alles om te voorkomen dat kinderen en volwassenen uit de opvang verdwijnen en slachtoffer worden van mensenhandel en uitbuiting, bijvoorbeeld via AMBERT-alert. Naar een coherent migratiebeleid. Eén coördinerend bewindspersoon wordt verantwoordelijk voor alle vormen van migratie. De discretionaire bevoegdheid keert terug. We zoeken voortdurend naar mogelijkheden om het beleid rechtvaardiger en menswaardiger te maken. Daarom komt er een Staatscommissie rechtvaardig en menswaardig migratiebeleid, die ook kijkt naar onbedoelde effecten van beleid. Werk en taallessen voor vluchtelingen. We willen zorgen dat vluchtelingen die uiteindelijk in Nederland zullen blijven tijdens hun procedure niet alleen maar hoeven te wachten, maar sneller kunnen meedoen in de samenleving. Asielzoekers die na meer dan zes maanden nog in de procedure zitten, mogen volledig aan het werk. Asielzoekers waarvan perspectief op inwilliging eerder duidelijk is, mogen binnen een maand volledig aan het werk. Samen met werkgevers organiseren we banen voor asielzoekers en inburgeraars. Er is geen tewerkstellingsvergunning meer nodig, net als bij Oekraïense ontheemden. Daarnaast schrappen we voor alle asielzoekers de beperking van maximaal 24 weken per jaar werken. Zo faciliteren we de integratie van nieuwkomers én verlichten we de krapte op de arbeidsmarkt. De lessen van de manier waarop Oekraïense vluchtelingen zijn opgevangen passen we toe bij alle andere vormen van integratie en inburgering. Daarnaast is voor alle asielzoekers van belang --- pdf_page: 96 --- dat er in afwachting van de uitkomst van de procedure de mogelijkheid is tot zinvolle dagbesteding en zelfontplooiing. Daarom geven we alle asielzoekers zo snel mogelijk toegang tot taalonderwijs. Hiermee willen we bijdragen aan het welzijn van asielzoekers die in afwachting zijn van hun beslissing. Onderwijs voor kinderen van vluchtelingen en migranten. Kinderen die niet in Nederland zijn geboren, maar later naar ons land zijn gekomen, op de vlucht of voor werk, verdienen goede kansen in ons onderwijs. Daarvoor is het heel belangrijk dat zij een goede start maken in het (nieuwkomers) onderwijs, waar zij goed Nederlands leren, en dat we voorkomen dat zij thuis zitten. Om de rechten van het kind in asielopvang te waarborgen wordt er een Nationaal Programma Asielopvang gerealiseerd, waarin de belangen van het kind en het recht op bijvoorbeeld onderwijs en zorg zijn verankerd gebaseerd op het Internationaal Verdrag voor de rechten van het Kind. Door de oorlog in Oekraïne en de grote toestroom van Oekraïense vluchtelingen was het noodzakelijk om het nieuwkomersonderwijs uit te breiden met tijdelijke voorzieningen waar er minder onderwijstijd is en niet elke leraar bevoegd is. Deze tijdelijke voorzieningen zijn er alleen wanneer het echt niet anders kan. We zetten in op echte gelijke kansen en passend onderwijs: we leggen landelijk vast welke ondersteuning ieder kind moet krijgen en zetten in op cultuursensitieve begeleiding voor kind en ouder. Internationale schakelklasleerlingen krijgen ten opzichte van het Nederlands gemiddelde vaker een te laag schooladvies door taalachterstanden en omdat er te veel wordt gesteund op IQ-testen. Wij onderzoeken manieren waarbij we het leervermogen beter in beeld krijgen. We zorgen voor een beter structureel aanbod voor leerlingen van 16+ die te oud zijn voor een internationale schakelklas maar niet toegelaten worden op het mbo. Om te zorgen dat leerlingen voldoende tijd krijgen in het nieuwkomersonderwijs, moet de bekostiging van dit type onderwijs gelijklopen met het moment dat de leerling daadwerkelijk onderwijs krijgt en niet met het moment dat de leerling in Nederland arriveert, zoals nu het geval is. We kijken streng toe op de gemeenteverplichting om ervoor te zorgen dat kinderen binnen drie maanden na aankomst in Nederland naar school kunnen. Bij de opening van een opvanglocatie moet er van tevoren gekeken worden hoe het onderwijs daar structureel geregeld wordt. Inburgering vraagt om tweerichtingsverkeer en maatwerk. Inburgering begint ermee dat nieuwkomers en bestaande bewoners elkaars achtergrond en gewoonten leren kennen. We gaan gemeenten stimuleren om het inburgeringsproces op deze manier vorm te geven. Daarbij is het belangrijk dat gemeenten maatwerk leveren en aansluiten bij de wensen en capaciteiten van onze nieuwe inwoners. Voor vluchtelingen uit oorlogsgebieden of met andere trauma's moet geestelijke verzorging beschikbaar zijn. Opvang Oekraïense vluchtelingen. We zullen vluchtelingen uit Oekraïne blijven opvangen, ook als de oorlog langer duurt. We geven mensen de kans om een bestaan op te bouwen en verlengen hun speciale status waarmee ze aan het werk kunnen blijven. Uit de opvang van Oekraïense vluchtelingen vallen goede lessen te trekken voor hoe we andere vluchtelingen beter kunnen opvangen en integreren. Die lessen willen we toepassen. Effectief terugkeerbeleid. Om draagvlak te behouden voor de opvang van vluchtelingen, is het van belang dat mensen die na de procedure geen recht hebben om hier te blijven snel terugkeren naar het land van herkomst. Daarom willen we serieuzer werk maken van overeenkomsten met herkomstlanden, bij voorkeur in EU-verband. Door te investeren in goede relaties en samenwerking bereiken we betere onderhandelingsresultaten met landen van herkomst over terugkeer. Deze landen bieden we een overtuigend aanbod waarvan beide landen profiteren, zoals werkvisa voor legale migranten of studievisa en beurzen voor studenten. Daarbij kijken we samen met sociale partners naar de behoeften van de Nederlandse arbeidsmarkt in essentiële sectoren (zoals de zorg of de installatietechniek). Zo kunnen we tegelijk perspectief bieden in herkomstlanden en ontmoedigen we irreguliere migratie. --- pdf_page: 97 --- Overlast aanpakken. De kleine groep overlastgevende asielzoekers ondermijnt het draagvlak voor goede asielopvang. Het gaat vaak om asielzoekers die geen enkel perspectief hebben op asiel. We willen overlast beter aanpakken, en zorgen dat overlastgevende asielzoekers die geen kans maken op asiel zo snel mogelijk terugkeren. Overlast kan ook worden voorkomen en geminimaliseerd door onze voorstellen om onder meer in te zetten op kleinschalige opvang, snelle procedures en meer perspectief en zorg voor asielzoekers. We geven gemeenten met aanmeldcentra een aparte status onder de politiewet om te zorgen voor voldoende politiecapaciteit. Zo hoeven gemeenten niet langer te bedelen bij buurgemeenten voor extra ondersteuning. Recht op eerste levensbehoeften. In sommige gevallen is terugkeer niet mogelijk. We voorkomen dat deze mensen zonder papieren en perspectief op straat moeten leven. Mensen die buiten hun schuld niet terug kunnen keren naar hun land van herkomst krijgen een buitenschuldvergunning. We zijn tegen de strafbaarstelling van illegaliteit en ieder mens dat in Nederland verblijft heeft recht op eerste levensbehoeften als zorg, onderdak, voedsel en rechtsbijstand. Mensen die niet kunnen terugkeren, kunnen terecht bij de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen, waarbij we zorgen voor een dekkend landelijk aanbod en structurele financiering. De bestaande pilots die mensen werk en onderwijs bieden vormen we om tot regulier beleid en we bieden gemeenten meer ruimte om zelf te experimenteren met stadspassen die deze mensen uitzicht bieden op werk en opleiding. De regie, voorwaarden voor verblijf en de besluitvorming over vervolgtrajecten komen bij de uitvoerende gemeenten te liggen. Een duurzame oplossing, waaronder het recht op verblijf, wordt het beoogde doel van de ondersteuning. We willen onder voorwaarden een regeling om de kleine groep van mensen die al langdurig als ongedocumenteerde in Nederland werkt en kinderen die zonder documenten in Nederland zijn opgegroeid perspectief te bieden: we vragen een commissie van wijzen om de inzet van de discretionaire bevoegdheid te onderzoeken. Vreemdelingendetentie mag alleen onder strikte voorwaarden en als ultieme maatregel, in lijn met Europese regelgeving en we blijven zoeken naar alternatieven. Voor gezinnen komen speciale gezinsvriendelijke locaties. De verblijfsvergunning humanitaire aard op grond van huiselijk en seksueel geweld wordt verbeterd en in lijn gebracht met het Istanbul Verdrag. # 6.7 Effectief en rechtvaardig Europees asielbeleid Meer gezamenlijkheid. Omdat Europa één buitengrens deelt is een meer gezamenlijk asielbeleid gewenst. Dat beleid behelst onder andere meer gelijkheid tussen lidstaten als het gaat om de behandeling van en verantwoordelijkheid voor asielzoekers, duidelijke afspraken over een evenredige verdeling van vluchtelingen en afspraken over terugkeer met herkomstlanden. We steunen de inspanningen van de Europese Commissie hiertoe. Het is echter onwenselijk als lidstaten deze verplichting kunnen afkopen. We spreken ons uit tegen de mogelijkheid om verplichtingen af te kopen, mensen in maandenlange procedures aan de Europese buitengrens vast te zetten en kinderen in detentie terecht te laten komen. Meer gelijkheid lidstaten. Als onderdeel van het Europees asielbeleid, willen we meer gelijkheid tussen lidstaten als het gaat om de behandeling van asielzoekers. Zo voorkomen we een 'race naar de bodem', waarbij lidstaten asielzoekers slechter behandelen in de hoop dat ze in een ander land asiel aanvragen. Daarbij kijken we goed naar het landenbeleid, zodat we ons kunnen richten op de vluchtelingen die onze hulp het hardst nodig hebben. Daarbij kijken we ook goed naar betere afstemming in Europees verband over het landenbeleid. --- pdf_page: 98 --- Snelle duidelijkheid voor veiligelanders. Mensen uit veilige landen zonder kans op asiel krijgen een snelle procedure aan de buitengrens. Opvang dient plaats te vinden met respect voor mensenrechten. Tijdens de procedure hebben asielzoekers recht op rechtsbijstand. We zullen mensen niet terugsturen naar gevaarlijke gebieden. Een snelle en eerlijke procedure aan de buitengrens moet de vluchteling duidelijkheid geven over de kans op asiel. Elke asielzoeker heeft daarbij recht op rechtsbijstand, op respect voor ieders mensenrechten wordt streng gehandhaafd en niemand wordt teruggestuurd naar een land waar het onveilig is. Wie veilig terug kan en geen recht heeft op asiel, wordt ondersteund bij terugkeer naar het land van herkomst. Tegengaan pushbacks. Lidstaten mogen nooit mensen terugduwen. Nederland zal actief pushbacks en andere mensenrechtenschendingen aan de buitengrenzen tegengaan, door landen erop aan te spreken en de Europese Commissie aan te sporen op handhaving. We willen geen EU-financiering voor grensbeleid dat mensenrechten schendt. Nederland detacheert alleen grenswachten voor Frontexoperaties die geen risico lopen op medeplichtigheid aan mensenrechtenschendingen, en pleit actief voor afschaffing van Frontex-operaties waar structurele schendingen worden gerapporteerd. Coalition of the willing. Als het niet lukt om overeenstemming te bereiken in Europa over een rechtvaardig en effectief asielbeleid, zullen we met een 'coalition of the willing' afspraken maken. Gevaarlijke reis voorkomen. Mensen die geen kans maken op asiel, proberen we eerder te weerhouden van het maken van een gevaarlijke reis. We dragen bij aan projecten in herkomst- en doorreislanden om mensen zonder kans op asiel op te vangen, ondersteuning te bieden en zo te helpen met opgeheven hoofd terug te keren. De EU moet mensensmokkel binnen en buiten de EU tegengaan. Perspectief in de regio. Zo'n 86\% van de vluchtelingen wereldwijd wordt opgevangen door landen nabij conflictgebieden. Zowel die landen als de vluchtelingen die daar worden opgevangen verdienen meer steun. Goede opvang in de regio kan helpen voorkomen dat mensen de gevaarlijke oversteek naar Europa maken. Daarom investeren we extra in goede opvang, met perspectief op een betere toekomst. We willen mensen die worden opgevangen in staat stellen een toekomst op te bouwen, inclusief werk, onderwijs en deelname aan de samenleving. Hulp voor mensen in nood. Mensen zullen de gevaarlijke oversteek naar Europa blijven wagen, op de vlucht voor geweld, oorlog en vervolging of gedreven door armoede en klimaatverandering. Als zij op zee in gevaar komen, mogen we hen niet aan hun lot overlaten. Het redden van mensen in nood is een verantwoordelijkheid van Europa, die we niet mogen afschuiven op goedbedoelende ngo's. We gaan ngo's die mensen redden niet criminaliseren: een helpende hand slaan we niet in de boeien. Mensen zonder recht op asiel, brengen we terug na een snelle en zorgvuldige procedure. We zien het als een gezamenlijke Europese verantwoordelijkheid om het aantal doden op deze gevaarlijke reis terug te dringen en maken ons in Europa hard voor grotere reddingscapaciteit op zee. Voorwaarden derde landen. Om vluchtelingen in buurlanden beter te beschermen, veilige routes mogelijk te maken, terugkeerafspraken te maken of irreguliere migratie te ontmoedigen kunnen migratie-afspraken met derde landen nodig zijn, mits aan strikte voorwaarden is voldaan. Zulke afspraken maken we alleen als vluchtelingen in deze landen veilig zijn, hun mensenrechten worden gerespecteerd en zij een bestaan kunnen opbouwen. Hiervoor is onafhankelijk toezicht en een mensenrechtentoets vooraf nodig. Deals waarbij asielzoekers worden weggestuurd om te creperen in de woestijn kunnen niet aan de orde zijn. De afspraken met Tunesië moeten van tafel. Daarnaast zet Nederland zich in Europees verband in voor het stopzetten van de migratiesamenwerking met Libië totdat de detentiecentra van migranten zijn gesloten en er harde garanties zijn voor de adequate bescherming van de rechten van migranten. --- pdf_page: 99 --- Perspectief bieden in herkomstlanden. We investeren extra in het tegengaan van de grondoorzaken van migratie. Met klimaatbeleid gaan we de opwarming van de aarde tegen, en daarbij ondersteunen we minder welvarende landen. We investeren in ontwikkelingssamenwerking, conflictpreventie, eerlijke handel, vredesopbouw en in noodhulp aan mensen in nood. Zo bieden we mensen meer perspectief op een betere toekomst in het land van herkomst. Nederland behoudt psychosociale steun als prioriteit in noodhulp en breidt deze plannen uit naar vredesopbouw en ontwikkelingssamenwerking. --- pdf_page: 100 --- # 7. Hoe gaan we dit betalen? We zijn ambitieus en realistisch: de hersteloperatie die we aangaan en ons streven naar een hoopvolle toekomst hebben een prijs. Onze investeringsagenda levert veel op in termen van onze eigen welvaart en bestaanszekerheid nu en in de toekomst. We vragen daarbij een redelijke bijdrage van de allerrijksten en van bedrijven die hoge winsten maken. Dat maakt onze samenleving eerlijker. Alle cijfers laten zien dat zij het gemakkelijk kunnen opbrengen én bovendien ook flink meeprofiteren van investeringen in publieke voorzieningen en het waarborgen van een gezonde samenleving en planeet. De kracht van onze samenleving staat of valt bij de kracht van het collectief. We doen het samen. ### 7.1 Financiële uitgangspunten Investeren in een sterke samenleving. De uitdagingen van deze tijd vragen om investeringen in een sterke samenleving. Daarom komen we met een ambitieuze investeringsagenda in een duurzame economie, goede publieke voorzieningen en bestaanszekerheid voor iedereen. De rijksbegroting staat ten dienste van die agenda. Brede welvaart is ons kompas, we staren ons niet blind op het begrotingstekort op korte termijn. Bij economisch slechte tijden investeren we anticyclisch in behoud van baan en inkomen. Op Prinsjesdag verantwoorden we niet alleen de overheidsinkomsten en uitgaven, maar willen we ook laten zien wat we daar als samenleving voor terugkrijgen. Verantwoord begrotingsbeleid. We voeren een trendmatig begrotingsbeleid om de economie te stabiliseren. Financiële meevallers geven we niet zomaar uit; bij tegenvallers hoeven we niet te bezuinigen. Bij het begrotingsbeleid kijken we vooral naar de lange termijn, niet naar het begrotingssaldo op de korte termijn. Voor het oplossen van budgettaire opgaven kiezen we een verantwoord tijdpad. De miljardenrekening van Rutte IV. We kopen geen problemen af met grote sommen geld en schuiven financiële problemen niet vooruit. Bovendien loopt de overheid al jarenlang miljarden mis door mazen in de wetten en door verkeerde keuzes. Denk aan de $€ 26$ miljard die de Belastingdienst is misgelopen door dividendstrippen en de keuze om vervuilers niet stelselmatig te belasten maar juist met miljarden te subsidiëren. Het volgende Kabinet moet de komende jaren daarom verstandiger omgaan met belastinggeld. Stabiliteit in het begrotingsbeleid. De afgelopen decennia heeft Nederland een begrotingsbeleid gevoerd dat schade deed aan de maatschappij: te hard op de rem met bezuinigingen in slechte tijden, te hard op het gas met uitgaven in goede tijden. Wij willen meer stabiliteit en Nederland kent een goede uitgangspositie waardoor we geen haast hoeven te hebben. Op lange termijn moet de schuld draagbaar zijn. Op korte termijn hard bezuinigen is onverstandig en leidt tot grote economische en maatschappelijke schade. Investeringen - zoals in onderwijs en klimaat - kunnen weliswaar op korte termijn zorgen voor een slechter saldo maar maken ons op lange termijn als samenleving sterker. Er moet dus ruimte worden gemaakt voor investeringen die onze samenleving en economie verduurzamen en versterken. Dat doen we met hogere lasten op vervuiling en door een eerlijke bijdrage te vragen van topinkomens, vermogenden en multinationals. Voor ons geldt altijd: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Nieuwe Europese begrotingsregels. De afgelopen jaren laten zien dat het niet eenvoudig is om lidstaten te houden aan gemaakte begrotingsafspraken. Tegelijkertijd werden lidstaten soms gedwongen tot bezuinigingen die zowel hun economie als sociale stelsel verder verzwakten. We zijn voorstander van de vernieuwing van de Europese begrotingsregels, waarbij meer nadruk komt te liggen op duurzame investeringen en hervormingen die het perspectief op aflossing van schulden op de lange termijn vergroten. We willen tegelijkertijd bevorderen dat lidstaten nationale hervormingen doorvoeren --- pdf_page: 101 --- die we breed beoordelen: vanuit economisch maar ook vanuit duurzaam, sociaal en rechtsstatelijk perspectief. We willen dat Europa daaraan ook financiële consequenties verbindt, en maken ons daarvoor sterk in onderhandelingen over Europese financiën. # 7.2 Onze financiële keuzes Werken moet lonen. Over inkomen waarvoor je hebt gewerkt, zou je minder belasting moeten betalen dan inkomen waarvoor je niets hebt hoeven doen. We maken werken lonend, door de belasting op inkomen uit arbeid te verlagen. Dat betalen we met een eerlijke bijdrage van mensen met veel vermogen en bedrijven die winst maken. Een simpeler en eerlijker belastingstelsel. Jaarlijks deelt de Belastingdienst $€ 150$ miljard uit aan fiscale kortingen. Die maken het stelsel complex en onrechtvaardig. Want vooral vermogenden en grootverdieners profiteren hiervan. We gaan deze aftrekposten en kortingen sterk vereenvoudigen, afbouwen of afschaffen. Denk bijvoorbeeld aan de expatkorting, de innovatiebox, de bedrijfsopvolgingsregeling, of de hypotheekrenteaftrek. Met de opbrengsten kunnen we de lasten verlagen voor mensen met een laag- en middeninkomen. Progressieve inkomstenbelasting. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. We maken de tarieven in de inkomstenbelasting weer progressief. Als je meer verdient, kun je relatief ook meer bijdragen aan voorzieningen die belangrijk zijn voor ons allemaal. Lagere inkomens gaan minder bijdragen. We introduceren een hoger toptarief voor topinkomens. Er komt een onderzoek naar een progressiever belastingstelsel met een zeer hoog tarief voor de hoogste vermogens. Eerlijke bijdrage vermogenden. Mensen die veel bezitten, worden rijker door te beleggen of te speculeren. Mensen die weinig hebben, werken hard, maar zien dat de tweedeling steeds groter wordt. Een kleine groep bezit een groot deel van het vermogen. Een grote groep heeft heel weinig spaargeld, of zelfs (problematische) schulden. We zorgen dat mensen eerlijk belasting gaan betalen over hun inkomen uit vermogen. Ook voeren we een miljonairsbelasting in voor mensen met vermogens boven $€$ 1 miljoen (waarbij de waarde van het eigen huis niet wordt meegerekend). Koning betaalt belasting. De koning, koningin en oud-koningin gaan net als de rest van Nederland belasting betalen over hun inkomsten en vermogen. Eerlijke bijdrage winstgevende bedrijven. De afgelopen decennia daalde de financiële bijdrage van het bedrijfsleven aan onze samenleving. We vinden dat bedrijven die winst maken meer kunnen bijdragen aan onze collectieve voorzieningen. Ook het bedrijfsleven profiteert van veilige straten, goede spoorverbindingen en investeringen in onderwijs en onderzoek. Daarom verhogen we de bijdrage die we vragen van bedrijven die winst maken. Financiële transactietaks. De speculatieve handel in financiële 'producten' is de afgelopen decennia sterk gegroeid. Veel van deze producten hebben als doel om belasting te ontwijken of te speculeren op schommelingen in de markt. Dat levert handelaren en andere partijen in de financiële sector flinke winsten op, maar zorgt voor instabiliteit in het financiële stelsel. Met een internationale financiële transactietaks willen we de uitwassen van de handel in financiële producten ontmoedigen en de financiële sector een eerlijke bijdrage laten leveren. Techreuzen dragen bij. Terwijl techgiganten veel verdienen in Nederland, betalen ze nu te weinig belasting omdat ze hier geen kantoor hebben. We voeren een belasting in over de digitale omzet van techbedrijven, zodat ze eerlijk bijdragen aan de samenleving. --- pdf_page: 102 --- Eerlijke erfbelasting. We willen de erf- en schenkbelasting eerlijker maken. Nu ontvangt één procent van de mensen bijna dertig procent van het geld. We zorgen ervoor dat mensen die een bescheiden erfenis ontvangen geen belasting betalen. Voor grote vermogens gaat de belasting omhoog. Daarnaast schaffen we constructies af die het mogelijk maken om erfbelasting te ontwijken. Afbouw fossiele subsidies. Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie bouwen we af. De miljarden die nu vanuit de schatkist naar vervuilende bedrijven vloeien gaan we voor andere dingen gebruiken. Grote vervuilers betalen mee. We laten grote vervuilers een eerlijke bijdrage leveren aan de kosten van de duurzaamheidstransitie. Dat doen wij door het principe van 'de vervuiler betaalt' centraal te stellen in al ons klimaatbeleid. Dat bedrijven die veel CO2 uitstoten meer gaan meebetalen aan de kosten van de duurzaamheidstransitie is wat ons betreft niet meer dan logisch. Bovendien stimuleert het ze om hun bedrijfsprocessen zo snel mogelijk te verduurzamen. Zo zorgen we dat onze bedrijven en sectoren vooroplopen in de transitie naar de economie van de toekomst. Overwinsten belasten. Olie- en gasbedrijven hebben enorme winsten gemaakt door de oorlog in Oekraïne. We belasten dit soort overwinsten voortaan voor een groot deel weg en gebruiken dit geld voor bijvoorbeeld het compenseren van energiearmoede of voor de verduurzaming van huizen. --- pdf_page: 103 --- # Verantwoording en woord van dank Dit is het eerste gezamenlijke programma van GroenLinks en de PvdA voor de Tweede Kamerverkiezingen. Het programma is tot stand gekomen dankzij de ideeën en betrokkenheid van velen. Op het moment dat het kabinet viel, zaten we in de eindfase van een reeks ledengesprekken over de inhoudelijke verkenning van de linkse samenwerking. Op basis van de gespreksverslagen konden we de ambitie, dromen en zorgen meenemen van meer dan 1.200 leden. Daarnaast hebben we veel input mogen ontvangen van onze leden in de vorm van mails, inbreng van werkgroepen en toevallige ontmoetingen die gedurende het proces plaatsvonden. We waren blij verrast met de grote hoeveelheid inbreng die we ontvingen in de gezamenlijke inbox. Dat waren mails van leden, (ervarings)experts en belangenorganisaties. Zo'n 1.900 mails hebben we allemaal tot ons genomen. Gezien de korte tijd die we hadden, was het onmogelijk om overal op in te gaan. Velen zullen hun inbreng deels herkennen in het conceptprogramma. Daarnaast zijn we de afgelopen weken actief met (ervarings)experts in gesprek gegaan, waaronder vertegenwoordigers van jongerenorganisaties, vakbonden, werknemersorganisaties, actievoerders en decentrale overheden. Ook hebben we verschillende rondetafelgesprekken georganiseerd over thema's zoals onderwijs, asiel en migratie en duurzaamheid. Gedurende het schrijfproces hebben we continu om feedback gevraagd op conceptteksten bij professionals, wetenschappers, (lokale) politici en bestuurders, fractiemedewerkers, belangenorganisaties en ervaringsdeskundigen. Dat er ook een B1-versie van de visietekst is, hebben we te danken aan Daniel Boomsma, Kim Denie, Tijmen de Vries en Willemijn Zwart. We zijn iedereen die een bijdrage heeft geleverd, in welke vorm dan ook, zeer dankbaar voor hun tijd, eerlijkheid en betrokkenheid. Een speciaal woord van dank gaat uit naar alle medewerkers van het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks en de Wiardi Beckman Stichting en aan Richard Wouters, Patricia Dinkela en Annemarieke Nierop in het bijzonder. Samen voor een hoopvolle toekomst. ## De Programmacommissie 2023-2028: Arjan Reurink (secretaris), Bram van Ojik, Carine Bloemhoff, Esmah Lahlah (vicevoorzitter), Hans Rodenburg (secretaris), Jan Ravensbergen (secretaris), Luc Stultiens, Mariëtte Hamer (vicevoorzitter), Matthijs van Neerbos, Michiel Emmelkamp, Noortje Thijssen (voorzitter), Rik Thijs en Tim 'S Jongers (voorzitter). --- pdf_page: 104 --- # BIJLAGE: onderzoeken en adviezen die ons inspireren Hiervoor putten we uit het rapport Betrokken burgers onmisbaar voor een toekomstbestendige leefomgeving van het Planbureau voor de Leefomgeving. Alleen met de inbreng, ideeën en inzet van burgers en de steun voor en acceptatie van beleid door de samenleving kunnen we de grote veranderopgaven aangaan om Nederland toekomstbestendig te maken; of het nu om fossielvrije energie, klimaatadaptatie, de grote woningtekorten of een natuurvriendelijker landbouw gaat. We laten ons inspireren door het Sociaal en Cultureel Planbureau. Door het leven van burgers centraal te stellen, voorkomen we dat mensen ondanks hard werken steeds de nadelen van beleid ervaren en niet verder komen in de maatschappij. Dat versterkt de legitimiteit van het overheidshandelen en het vertrouwen in de democratie. Hiermee sluiten we aan bij de inzichten van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. In zijn rapport Weten is nog geen doen stelt de WRR dat niet iedereen in staat is doelen te stellen, in actie te komen, vol te houden en om te kunnen gaan met verleiding en tegenslag. Overheidsbeleid op het gebied van gezondheid, persoonlijke financiën en de arbeidsmarkt moet daar rekening mee houden. Inspiratie halen we uit het advies Elke regio telt van onder andere de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Onderwerpen die urgent en van groot belang zijn in de regio's, zoals openbaarvervoerverbindingen, het op peil houden van het onderwijsaanbod en het aanbod van zorg, krijgen nu te weinig aandacht. We onderstrepen de bevindingen van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), opgericht door de Verenigde Naties, volledig. Dat wil zeggen dat de wetenschappelijke onderbouwing van de klimaatcrisis voor ons niet ter discussie staat. Ook het Centraal Bureau voor de Statistiek monitort al langer op brede welvaart in Nederland. Deze monitor laat niet alleen zien hoe het met de brede welvaart en de kwaliteit van leven 'hier en nu' is gesteld en hoe deze welvaart is verdeeld over bevolkingsgroepen. De monitor kijkt ook naar de effecten van dit welvaartsstreven op volgende generaties ('later') en mensen in andere landen ('elders'). Deze immateriële aspecten dragen allemaal bij aan onze kwaliteit van leven en zetten we dan ook voorop in het economisch beleid. In navolging van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, maken wij een belofte van bestaanszekerheid. Hiervoor is een grondige aanpassing nodig van hoe het sociale vangnet in Nederland is geregeld. We maken het toeslagensysteem op termijn overbodig door een eerlijkere verdeling van inkomen en belastingen. We dragen het advies van de Commissie Sociaal Minimum een warm hart toe, zodat iedereen de huur, energierekening, schoolkosten, goed eten en een uitstapje kan betalen. We brengen de participatiewet in balans, zodat hulp zich niet alleen richt op betaald werk, maar ook op gezondheidsproblemen of eenzaamheid. We laten ons hiervoor inspireren door de adviezen van de commissie-Borstlap uit haar rapport In wat voor land willen wij werken? Om de grote verschillen tussen kansen en toerusting op de arbeidsmarkt te verkleinen is een grondige herziening nodig. De huidige wet- en regelgeving zijn onvoldoende toekomstbestendig. We volgen de adviezen op van de commissie Roemer en de Adviesraad Migratie en scharen ons achter de notitie van GroenLinks/PvdA 'Waardevol werk. De economie van de uitbuiting moet stoppen' --- pdf_page: 105 --- # GROESPA
⚠️ Voor AI gebruikers:
Kopieer de content hierboven en plak in je AI chat voor analyse.