Home
›
NSC
›
2023
Politiek.ai - NSC 2023
Voor plain text: voeg
/raw
toe aan de URL
Feedback over pdf→tekst fouten of Politiek.AI?
📋 Kopieer Content
💾 Download .txt
--- url: https://politiek.ai/tk/nsc/2023 --- # ═══════════════════════════════════════ # NSC - 2023 # ═══════════════════════════════════════ --- pdf_file: "NSC_Verkiezingsprogramma_TK_2023" pdf_source_url: "https://dnpprepo.ub.rug.nl/87814/" program_title: "Tijd voor herstel. Vertrouwen. Zekerheid. Perspectief." party_full: "Nieuw Sociaal Contract" election_date: "2023-11-22" total_pages: 80 token_count: 49996 pdf_page: 1 --- # Verkiezingsprogramma 2023 ## Tijd voor herstel Vertrouwen. Zekerheid. Perspectief. --- pdf_page: 2 --- # --- pdf_page: 3 --- # Voorwoord ## Tijd voor herstel Nederland is een schitterend land waar onze ouders en wij zorgvuldig aan gebouwd hebben. De afgelopen jaren hebben we die zorgvuldigheid losgelaten en zijn we de lange termijn, de visie vergeten. Het gevolg is dat we van crisis naar crisis gaan, zonder er ooit één helemaal op te lossen. Bekende problemen werden toegedekt, met als schrijnende voorbeelden het toeslagenschandaal, zwarte lijsten bij de Belastingdienst en de schade van de gaswinning in Groningen. Tienduizenden burgers zijn vermalen door de eigen overheid. Wij lezen graag andere landen de les over mensenrechten, maar die elementaire rechten werden langdurig geschonden in ons eigen land We merkten en zagen dat deze manier van politiek bedrijven en de bestaande regeringspartijen geen oplossingen meer brachten. De keuze was eigenlijk heel simpel. Een nieuwe beweging opzetten of een functie elders zoeken na de verkiezingen. Na rijp beraad hebben we acht weken geleden 'Nieuw Sociaal Contract' opgericht. Onze eerste prioriteit is het bestuur van Nederland te veranderen, te herstellen. Ons programma begint niet met oplossingen voor problemen, maar met oplossingen voor het bestuur. Dat klinkt raar met zoveel urgente problemen, maar dat is het niet. We kunnen de problemen namelijk niet oplossen, omdat de huidige technocratische manier van besturen ons juist in de problemen heeft gebracht. We zetten dus een grondwettelijk hof op om grondrechten te verankeren. We voeren een nieuw kiesstelsel in, waardoor volksvertegenwoordigers meer binding hebben met hun eigen regio. We scherpen de integriteitregels voor politici aan met een draaideurverbod en een afkoelperiode. We hervormen de ambtelijke dienst. We beschermen klokkenluiders en laten de inspecties echt onafhankelijk hun werk doen. En we focussen ons in de Tweede Kamer op wetgeving en controle. Deze uitgebreide voorstellen vind je in het eerste hoofdstuk. Daarna lees je onze concrete voorstellen voor Nederland: we focussen ons allereerst op de bestaanszekerheid, op betaalbare en bereikbare eerste levensbehoeftes zoals voedsel, energie en wonen. We krijgen grip op alle vormen van migratie: arbeidsmigratie, studiemigratie en asielmigratie. We zetten de pensioenen niet verplicht en zonder inspraak om naar een nieuw stelsel. We stoppen het doorgeschoten neoliberale marktdenken: een vaste arbeidsrelatie wordt weer de norm. We stoppen met Nederland als doorstroomparadijs van brievenbusfirma's en we zorgen ervoor dat durfkapitalisten niet de baas worden van essentiële publieke diensten zoals huisartsenposten. Ons programma is ambitieus maar biedt andere en echte oplossingen, bijvoorbeeld met een nieuw stikstofbeleid. Het zal meerdere kabinetsperiodes duren voordat we het bestuur op orde hebben en de problemen opgelost zijn, want de problemen zijn structureel en zitten diep. Met deze agenda en met 44 enthousiaste en deskundige kandidaten staan wij klaar om, met jouw steun en stem, deze plannen in Den Haag vorm te geven. Toch zullen wij als volksvertegenwoordigers het werk niet alleen kunnen doen. Je mag van ons een aantal zaken verwachten op het gebied van goed bestuur en wij vinden dat de overheid in de basis veel meer vertrouwen kan geven aan burgers. We geloven dat ieder een persoonlijke verantwoordelijkheid heeft in ons mooie land. Zo begint beter onderwijs niet bij een minister of een Kamerlid, maar bij gedreven en professionele leerkrachten, die hun kennis en vaardigheden overdragen. Wij doen in dit verkiezingsprogramma in elk hoofdstuk dan ook nadrukkelijk een beroep op jou. Ieder van ons heeft zijn eigen waardevolle en verantwoordelijke taak. Tijd om aan de slag te gaan! ## Pieter Omtzigt --- pdf_page: 4 --- # Inhoudsopgave Inleiding ..... 5 Onze boodschap: tijd voor herstel Goed bestuur ..... 6 Bestaanszekerheid ..... 13 Aanpak van de wooncrisis ..... 18 Een houdbare migratie ..... 23 Identiteit en cultuur ..... 28 Goed onderwijs ..... 33 Eerlijk werk in een sterke economie ..... 38 Toegankelijke gezondheidszorg ..... 43 Onze fysieke leefomgeving ..... 51 Onze digitale omgeving ..... 59 Veiligheid en leefbaarheid ..... 64 Nederland in de wereld ..... 70 Overheidsfinanciën op orde ..... 75 --- pdf_page: 5 --- # Inleiding ## Onze boodschap: tijd voor herstel Nederland is een prachtig thuis met vrijheidslievende bewoners. Maar de afgelopen jaren is de gevel van het huis van onze democratie afgebladderd en is de fundering verzakt. Ons land ging van crisis naar crisis. We kregen te maken met een COVID-crisis, een stikstofcrisis, een aardgascrisis en een wooncrisis. De onderzoeksrapporten daarover droegen titels als 'ongekend onrecht' (toeslagenschandaal), spraken over 'stelselmatig miskend leed' (gaswinning-enquête) en zagen 'wanhoop in de ogen van redelijke mensen' (stikstofcrisis). Regering en overheid zijn de afgelopen jaren op een groot aantal dossiers tekortgeschoten tegenover de burgers van Nederland. En de verantwoordelijken namen zelden de verantwoordelijkheid. Het wekt dan ook geen verbazing dat het vertrouwen in de regering en in de overheid zelden zo laag was als op dit moment. Pieter Omtzigt heeft de afgelopen jaren gestreden voor het oplossen van al deze problemen en zich consequent verzet tegen onrecht en bestuurlijke willekeur. Samen met veel gelijkgestemden - bezorgde Nederlanders, vakmensen - richtte hij daarom een politieke partij op: Nieuw Sociaal Contract. Het is een beweging voor verandering en herstel. Samen zijn we het eens over prioriteit nummer één van onze partij: een grondige renovatie van het Nederlandse openbaar bestuur, om te voorkomen dat wanbeleid nieuwe slachtoffers maakt. Er loopt een rode lijn door de verschillende ontsporingen van de afgelopen jaren. Steeds weer was er gebrekkige toevoer van informatie aan de controlerende instanties, inclusief de Tweede Kamer. We zagen ook het gebrek aan grondwettelijke toetsing van wetten en aan rechtsbescherming van de burger. Vaak speelden algoritmen met ondoorzichtige data en aannames een dubieuze rol. Op al deze onderwerpen doen wij concrete en uitvoerbare voorstellen om het bestuur te hervormen en de kansen op het ontstaan van een volgende crisis zo klein mogelijk te maken. In dit programma stellen we een Nieuw Sociaal Contract voor tussen overheid en burger. Met een overheid die het publiek belang dient, haar kerntaken naar behoren uitvoert en leert van fouten. Die eerlijk is over dilemma's en mensen meeneemt bij afwegingen. Die eerlijk toegeeft dat niet alles overal kan, of tegelijk. Een sociaal contract heeft twee partijen. Van de burgers verwachten wij dat zij niet alleen naar de overheid en naar elkaar wijzen, maar zelf de handen uit de mouwen steken. Bij een sociaal contract hoort wederkerigheid. We gaan uit van de verantwoordelijkheid van personen en de gemeenschappen waarin zij leven en werken. Er ligt een grote innerlijke kracht verscholen in onze gezinnen, wijken en dorpen, in onze bedrijven, verenigingen en coöperaties. Een belangrijke voorwaarde daarbij is bestaanszekerheid - een prioriteit in ons programma. Mensen kunnen alleen hun kant van het sociaal contract vervullen (en volwaardig meedoen in de samenleving) wanneer er een stevige bodem onder hun bestaan ligt. In dit programma vind je onze visie op de meest urgente problemen, waarbij we steeds zowel onze verwachtingen van de overheid als onze verwachtingen van de samenleving schetsen. Het is een programma op hoofdlijnen, met een duidelijke politieke richting. De maatregelen zullen uitgewerkt moeten worden binnen de gestelde inhoudelijke en financiële kaders en samen met de politieke en maatschappelijke partners. De noodzakelijke herstelwerkzaamheden zullen inzet en vasthoudendheid vergen - langer dan één Kamerperiode. We willen het huis van de democratische rechtsstaat van binnen en van buiten renoveren. Dat vraagt om veranderingen in zowel de structuur als in de cultuur van de overheid en de politiek. Bovendien vraagt het om betrokkenheid en energie van de samenleving. Maar we zijn ervan overtuigd dat het moet en dat het kan. We nemen als nieuwe partij de verantwoordelijkheid ons hier maximaal voor in te zetten, zodat de Nederlandse burger zijn eigen overheid, onze overheid, weer kan vertrouwen. Het is tijd voor herstel. --- pdf_page: 6 --- # 1 ## Good bestuur --- pdf_page: 7 --- # Wat verwachten we van de overheid Bestuur dat inspeelt op de noden en wensen in de samenleving, de mens centraal stelt en het algemeen belang dient. Bestuur dat oog heeft voor de (on)mogelijkheden van de uitvoeringspraktijk. Bestuur dat transparant, eerlijk en integer is bij moeilijke afwegingen. ## Wat verwachten we van de samenleving Actieve democratische participatie. Aanvaarden van de rechten, plichten en verantwoordelijkheden die bij democratisch burgerschap horen. Een van de oudste niet-religieuze serie muurschilderingen van Italië bevindt zich in het stadhuis van de stad Siena. Ambrogio Lorenzetti schilderde een voorstelling van goed bestuur, waarin hij illustreerde dat deugden als sterkte, voorzichtigheid en rechtvaardigheid leiden tot een samenleving in evenwicht met een bloeiende economie, bedrijvigheid en goede oogsten. Slecht bestuur doet precies het omgekeerde. In de afgelopen decennia hebben we daar legio voorbeelden van kunnen zien. Ons land werd bestuurd alsof het een bedrijf was, met burgers als cliënten en aandacht voor de korte termijn. We namen besluiten op basis van technocratische modellen zonder een duidelijke visie op de toekomst, zoals bij de stikstofcrisis. En té vaak leek er helemaal niemand achter de schermen verantwoordelijk en greep er niemand in, waardoor bijvoorbeeld het toeslagenschandaal meer dan tien jaar kon voortduren. Problemen die zijn veroorzaakt door slecht bestuur moeten we oplossen. Maar nieuwe problemen zullen blijven ontstaan wanneer we niet ook het bestuur en de manier van besluitvorming zelf hervormen. Daarom is het eerste hoofdstuk van ons verkiezingsprogramma volledig gewijd aan voorstellen voor goed bestuur. Dat heeft de hoogste prioriteit. Veel van deze voorstellen hebben een lange adem nodig en zullen niet op korte termijn tot resultaat leiden, maar ze zijn noodzakelijk voor herstel van goed bestuur in Nederland. Aan overheidsbesluiten stellen we de eis dat deze zorgvuldig tot stand komen, consequent worden uitgevoerd en kritisch worden getoetst. Hierbij dient het algemeen belang voorop te staan en de mens centraal. Signalen van burgers die vermalen raakten, drongen de afgelopen jaren niet door, werden onvoldoende op waarde geschat of gewoon terzijde geschoven. Niet alleen door ambtenaren, bestuurders en politici, maar ook door de rechterlijke macht en de media. 'Goed bestuur' betekent vooral dat de mensen die in publieke organisaties en in de uitvoering werken verantwoordelijkheid moeten kunnen nemen voor hun publieke rol en taak. Hiervoor is ruimte en vertrouwen nodig. De publieke sector is de afgelopen decennia echter in de greep geraakt van sturing via prestatie- en marktprikkels en 'objectieve' rekenmodellen. Proces- en omgevingsmanagers, juristen en boekhouders zijn het beleid gaan bepalen, in plaats van deskundigen en mensen met praktijkervaring. Dit is ten koste gegaan van de kwaliteit van wetgeving, van bestuur en van de uitvoering. Een doorgeslagen managementcultuur leidt bovendien tot frustraties op de werkvloer bij de mensen die met passie hun vak willen uitoefenen: lesgeven, zorg verlenen, ondernemen of als agent de orde handhaven. Het aanpakken van maatschappelijke problemen vraagt om goede inhoudelijke doordenking, het doorzien van samenhang tussen vraagstukken en kennis van wat mogelijke maatregelen in de uitvoeringspraktijk --- pdf_page: 8 --- teweegbrengen. Het vraagt ook om inzicht in de effecten van beleid, zowel in de portemonnee als achter de voordeur van mensen. Leiding geven in de publieke sector vereist dus inhoudelijke kennis en expertise in plaats van inwisselbare managers. Het vraagt soms ook om een bewuste keuze om mensen of organisaties hun problemen zelf te laten oplossen. Dingen worden niet per se beter als 'Den Haag' zich ermee bemoeit. Wij willen de komende jaren werk maken van een andere overheid, die de grondrechten, de democratie en de rechtsstaat waarborgt zoals deze waren bedoeld. We zetten in op een stelsel dat democratie en participatie verankert, de (grond)rechten van mensen beter beschermt, macht en tegenmacht in balans brengt, de kloof tussen beleid en uitvoering dicht en decentrale overheden beter in positie brengt. We werken toe naar een lerende overheid die fouten herstelt en daardoor weer te vertrouwen is. # Een lerende overheid Herstel van vertrouwen begint bij het herstel van fouten uit het verleden. We willen recht doen aan mensen die in de verdrukking zijn geraakt of regelrecht slachtoffer zijn geworden van beleid. Dit vraagt de komende jaren om een volhardende inzet van kabinet en Kamer. De lessen van de parlementaire onderzoeken zullen we hierbij ter harte moeten nemen. De gaswinning in het Groningenveld is recent gestopt. In de kabinetsreactie 'Nij Begun' worden 50 maatregelen genoemd die recht moeten doen bij de aanpak van de gevolgen van de aardbevingsproblematiek. Deze maatregelen moeten als handvat dienen en voortvarend worden opgepakt. De behoefte van mensen in het getroffen gebied staan centraal. Ook moet er ruimte zijn om tot nieuwe inzichten te komen over de aanpak. De aanpak van het toeslagenschandaal vraagt vooral om het serieus nemen van gedupeerden. De overheid moet eerlijk zijn over wat er goed en fout is gegaan. De dossiers, de zwarte lijsten en databases moeten zo snel mogelijk openbaar worden, zoals in de wet is vastgelegd. Om recht te doen aan de gedupeerden is ruimte en tijd nodig voor mediation en andere laagdrempelige vormen van belangenbehartiging. Dit moet leiden tot objectieve en onpartijdige besluitvorming met de gebruikelijke rechtsgang op basis van een volledig dossier en belangenbehartiging voor de gedupeerde. We stoppen met tijd- en geldverslindende commissies. We geven prioriteit aan de zwaarst getroffen gezinnen en redeneren vanuit hun behoefte en hulpvraag. Uitgangspunt is herstel en vertrouwen met de mogelijkheid tot herbeoordeling. Regionale verschillen zijn jarenlang stelselmatig genegeerd. De aanbevelingen uit het advies 'elke regio telt', moeten daarom worden opgepakt. Een nieuw kabinet moet investeren in de structurele samenwerking met de regio. We pleiten ervoor dat het kabinet met alle provincies een strategische investeringsagenda opstelt, waarin afspraken staan over economische ontwikkeling, bereikbaarheid en cultuur. Deze afspraken vervangen de bestaande regiodeals en worden leidend voor de toekenning van rijksbudgetten uit de begroting. Het regionale bedrijfsleven, onderwijs, maatschappelijke organisaties en gemeenten worden hierbij actief betrokken. We werken op deze manier aan brede welvaart in alle regio's, in plaats van sterker te maken wat al sterk is. Het overleg met de provincies over de regionale agenda vindt niet in Den Haag, maar in de regio zelf plaats. ## Het beschermen van (grond)rechten Te vaak hebben we gezien dat de overheid haar burgers strikt houdt aan wetten en regels, maar het zelf niet zo nauw neemt met grondrechten. We willen de grondrechten van mensen beter beschermen door overheidsbevoegdheden waar nodig strakker te begrenzen en door de positie van de burger ten opzichte van de overheid te versterken. Wij zijn het enige land in Europa waar de rechter wetten niet kan toetsen aan de Grondwet. Daarom willen wij het verbod op toetsing aan de Grondwet opheffen en een constitutioneel hof instellen dat aangenomen wetten toetst aan de Grondwet. Het vaststellen van wetten is een taak van de regering en de Staten-Generaal. Politieke debatten over wetgeving horen in de Tweede en Eerste Kamer gevoerd te worden. De Kamer heeft de grondwettelijke plicht om wetten te toetsen aan de grondrechten. Dit geven we vorm in een nieuw op te richten algemene commissie voor grondrechten en constitutionele toetsing. Bij het uitvoeren van beleid, wet- en regelgeving kijken we naar de bedoeling van de bepaling; we passen het recht toe en hanteren hierbij rechtsbeginselen die onbedoelde --- pdf_page: 9 --- negatieve effecten voor de burger kunnen bijstellen. Voor burgers moet het eenvoudiger zijn om gemaakte (procedurele) fouten laagdrempelig en in alle fases te herstellen of bijzondere omstandigheden te melden. Wij willen een correctiemogelijkheid (de zogeheten 'burgerlus') opnemen in de Algemene wet bestuursrecht. Het recht moet toegankelijk zijn voor iedereen. Daarom hechten we aan een goede en toegankelijke sociale advocatuur. Deze moet ook toegankelijk zijn voor fiscale zaken. De eigen bijdrage moet stapsgewijs worden afgebouwd. De belangrijkste privacywet is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De overheid moet ervoor zorgen dat deze wordt nageleefd op een manier die recht doet aan de belangen van burgers. # Het waarborgen van de democratie In een democratie bepalen en bewaken burgers de voorwaarden van het sociaal contract primair via de gekozen volksvertegenwoordiging. De stem van de bevolking moet gehoord worden en beter doorwerken in het beleid en de wetgeving. Openheid, transparantie en toegankelijkheid zijn daarnaast belangrijke randvoorwaarden voor een werkende democratie. We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een ander kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten. In dit stelsel wordt een vast aantal (we denken aan 100-125) Kamerzetels aan districten toegedeeld. Elk kiesdistrict stuurt zijn eigen volksvertegenwoordigers naar Den Haag, waarbij districten met veel kiezers meer Kamerleden kunnen afvaardigen dan regio's met minder kiezers. De overgebleven zetels worden zo toegewezen dat er sprake blijft van evenredige vertegenwoordiging. De zorgen van mensen uit alle delen van het land worden zo beter gehoord in het parlement. De regering en het parlement zijn verantwoordelijk voor integrale afwegingen in het algemeen belang van het land. De regering kan en moet uiteraard overleggen met relevante organisaties in de samenleving om goed beleid te kunnen ontwikkelen. Maar het parlement is geen stempelmachine voor akkoorden met sectortafels. Het afwegen van brede maatschappelijke belangen is voorbehouden aan de politiek. De Nederlandse politiek scoort slecht in de internationale vergelijking op integriteitsnormen. We voeren de aanbevelingen van Raad van Europa (GRECO) uit door de initiatiefnota die is opgesteld samen met VOLT om te zetten in wet- en regelgeving. Zo komt er een draaideurverbod, een afkoelperiode voor ministers en een lobbyregister. De Kamer moet meer gebruikmaken van experts, denktanks en mensen met praktijkervaring door hoorzittingen, ronde tafels en eigen onderzoek een vaste plek te geven in het wetgevingsproces. Ook moet het gebruikelijker worden om ambtenaren te raadplegen die belast zijn met de uitvoering. Modellen hebben zowel in de stikstofcrisis, de gascrisis, het toeslagenschandaal als de coronacrisis een dubieuze rol gespeeld. Algoritmes worden steeds vaker ingezet als een zogenaamd objectieve manier van besluitvorming. Maar modellen worden door mensen geprogrammeerd met aannames en 'getraind' met data. Als modellen worden gebruikt om besluiten te nemen en beleid te maken, moeten deze achterliggende data en aannames transparant zijn. Er komt een wetenschappelijke standaard over wanneer modellen gebruikt kunnen worden voor beleid en wanneer niet. We steunen de invoering van een correctief wetgevingsreferendum. We beschouwen zo'n referendum als een aanvulling op de representatieve democratie. Het referendum wordt alleen ingezet om de vraag te beantwoorden of een door het parlement aangenomen wet van kracht moet worden. Een goed lopend en foutvrij verkiezingsproces is belangrijk voor het vertrouwen in de democratie. In 2024 evalueren Rijk en gemeenten de uitvoering van de verkiezingen. Ook maken we afspraken over nieuwe stembussen, die minder op een kliko lijken. ## Macht en tegenmacht Parlementaire onderzoeken laten steeds weer zien dat de balans tussen macht en tegenmacht zoek is wanneer het er echt op aankomt. Signalen over knelpunten in de uitvoering worden op cruciale momenten niet opgemerkt en bereiken de Kamer te laat of helemaal niet. Wij willen het corrigerend vermogen van ons stelsel verbeteren. - De informatie die de regering verstrekt aan de Kamer over beleid en uitvoering moet juist, tijdig en volledig --- pdf_page: 10 --- zijn. De inlichtingenplicht van artikel 68 Grondwet moet in een wet verankerd worden. De uitzonderingsgrond (belang van de staat) wordt in de wet beperkt. Ook de archivering moet op orde worden gebracht. Het onrechtmatig vernietigen van duizenden dossiers, zoals gebeurde bij de Belastingdienst, of het kwijtraken van essentiële stukken, moet gevolgen hebben voor degenen die deze stukken kwijtmaken. Wanneer er geen archief bestaat, is er ook 'geen actieve herinnering'. Dat leidt tot rechteloosheid en willekeur voor de burger. Er komen daarom sancties in de nieuwe Archiefwet voor het niet op orde hebben van de archieven. Ook de sancties in en het toezicht op de Wet open overheid (Woo) worden aangescherpt. De minister-president, oftewel de minister van Algemene Zaken, wordt eindverantwoordelijk voor het borgen van de grondrechten en de democratische rechtsstaat, waaronder de uitvoering van de Wet open overheid en de zorg voor naleving van wetten door de overheid zelf. Wanneer de overheid zich niet aan deze wet houdt, wordt hij of zij hiervoor verantwoordelijk gehouden. We versterken de onafhankelijkheid van de Inspecties bij het toezicht op de uitvoering van taken en naleving van regels. Rapportages van de Inspecties mogen niet blootstaan aan politieke of departementale invloeden. De inspectie moet volledig onpartijdig zijn en bij haar oordeelsvorming niet beïnvloed worden door overheden of andere organisaties. Inhoudelijke kennis van het beleidsterrein, aantoonbare expertise binnen de uitvoering en verbinding met de burger is cruciaal bij de Inspecties. Ambtenaren werken in het algemeen belang voor onze samenleving. In de nieuwe ambtseed die vanaf 1 januari 2024 gaat gelden, zweert of belooft de ambtenaar de koning en de Grondwet trouw te zijn en Nederland als goed ambtenaar te dienen. Deze eed mag niet vrijblijvend zijn. Dat geldt extra sterk voor topambtenaren; er moeten ook consequenties zijn wanneer zij de ambtseed schenden. Als ultimum remedium mogen zij niet langer hun functie uitoefenen. De wetgeving over ambtsmisdrijven door politici en ambtenaren moet worden gemoderniseerd. Ambtenaren, werknemers of anderen die misstanden melden, dienen als klokkenluider te worden beschermd in overeenstemming met de aanbevelingen van de Raad van Europa. De voorstellen in onze initiatiefnota zijn hiervoor leidend. Wij willen de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op een grotere afstand zetten van de afdeling Advisering, met het oog op de onafhankelijkheid. We pleiten voor het afschaffen van dubbelmandaten. En we hervormen de wijze van benoemen van de leden van de afdeling Bestuursrechtspraak, zodat er minder mensen uit het openbaar bestuur en de landsadvocaat lid worden. De overheid borgt haar juridische expertise binnen de eigen organisatie in een eigen juridische dienst. Op de korte termijn zal een ander kantoor optreden als landsadvocaat. # Oog voor de uitvoering Burgers, professionals en ondernemers moeten van de overheid meer ruimte en vertrouwen krijgen, in de overtuiging dat mensen bereid zijn om het goede te doen en om samen te werken. We willen de kloof tussen beleid en uitvoering dichten door betere wet- en regelgeving, die gebaseerd is op kennis van en ervaring met de uitvoeringspraktijk. Een levende democratie vraagt om sterke maatschappelijke organisaties en verbanden waar mensen verantwoordelijkheid nemen voor elkaar en voor hun omgeving. Wij pleiten ervoor om nieuwe wetten te onderwerpen aan een subsidiariteitstoets, waarbij wordt bezien wat burgers en organisaties in hun eigen omgeving samen voor elkaar kunnen krijgen en of overheidsingrijpen echt nodig is. Tevens wordt bezien wat het maatschappelijk effect van regelgeving is op initiatieven in de samenleving en of er onbedoelde neveneffecten voor burgers zijn. Deze analyse wordt een jaar na invoering herhaald. Wij willen de ambtelijke dienst hervormen. De selectie van topambtenaren moet voortaan weer plaatsvinden op basis van affiniteit met en (ervarings)deskundigheid op het betreffende beleidsterrein. We schaffen daarom de Algemene Bestuursdienst (ABD) af. Bij de werving en selectie van topambtenaren wordt gekeken naar zowel de inhoudelijke deskundigheid als de competenties die bij goed ambtenaarschap passen. Wij streven naar een reductie van het aantal ambtenaren bij de rijksoverheid, die tussen 2018 en 2022 met ruim 25.000 mensen is gegroeid. We ontzien hierbij expliciet de uitvoerende organisaties zoals de --- pdf_page: 11 --- Belastingdienst. We koppelen deze taakstelling aan het creëren van ruimte voor uitvoerende organisaties, scholen, zorginstellingen, woningcorporaties en het mkb. Hierbij maken we gebruik van de suggesties van mensen uit de praktijk ('Kafka-brigades'). Het dienen van de publieke zaak als ambtenaar is een grote verantwoordelijkheid en moet uitdagend en motiverend zijn; goede arbeidsvoorwaarden, opleidingen en loopbaanperspectieven zijn daarom cruciaal. We zetten een stevige rem op externe inhuur en nemen waar nodig flexwerkers in vaste dienst, zodat deskundigheid en ervaring binnen de overheidsorganisaties blijven. Communicatie met de overheid dient altijd in begrijpelijk Nederlands opgesteld te zijn. Er komt een direct loket waar burgers onbegrijpelijke brieven naartoe kunnen sturen en dat het bestuursorgaan aanspreekt en kan verplichten een nieuwe brief te schrijven. Formele correspondentie bevat contactgegevens van de behandelend ambtenaar, zodat burgers bij vragen en opmerkingen persoonlijk contact kunnen opnemen. # Een andere politieke cultuur: de Tweede Kamer Goed bestuur vraagt ook om een andere politieke cultuur in de Tweede Kamer. Een cultuur waar de inhoud en de lange termijn weer centraal staan, in plaats van de waan van de dag. Onze Kamerleden zullen zich richten op hun kerntaken: het behandelen van wetten en begrotingen, het controleren van de regering en het vertegenwoordigen van het volk. De Kamer moet de neiging weerstaan om op alle onderwerpen te willen meebesturen en over ieder incident een spoeddebat aan te vragen. Belangrijke wetten zullen in detail behandeld worden en per artikel. Een kleine fout in een wetsartikel heeft immers grote gevolgen. De (Grond)wet zal zo gewijzigd worden dat aangenomen wetten in zijn geheel in werking moeten treden binnen een periode na aanname door de Staten-Generaal en dat suppletoire begrotingen alleen in absolute noodsituaties kunnen leiden tot uitgaven zonder instemming van de Staten-Generaal. Onze Kamerleden zullen ministers en ambtenaren kritisch volgen op inhoud en resultaat, zonder politieke vooringenomenheid. We streven naar een leer- in plaats van een afrekencultuur, maar tillen zwaar aan het nemen van ministeriële verantwoordelijkheid. Onze Kamerleden staan voor een respectvolle omgang met inwoners, collega-parlementariërs, bewindspersonen en ambtenaren. De ambtseed is leidend. Wij willen voorlopig geen uitbreiding van het aantal Kamerleden (150); uitbreiding is niet de goede oplossing bij het huidige probleem. De Kamer stelt simpelweg de verkeerde prioriteiten. Wel pleiten wij voor een uitbreiding van de ondersteuning van de Kamer, onder meer met een Bureau voor Technologie. ## Regeringsvorming Een andere bestuurscultuur vraagt om een nieuwe verhouding tussen regering en Staten-Generaal. Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn om in te spelen op veranderende omstandigheden en signalen van de uitvoeringspraktijk; geen dichtgetimmerde afspraken dus. We streven dus naar een beknopt regeerakkoord. De regering en het parlement verhouden zich anders tot elkaar. De regering regeert en zoekt steun voor voorstellen in een constructieve discussie met het parlement, die verder gaat dan alleen de coalitiepartijen. Een minderheidsregering is een mogelijkheid om een andere politieke cultuur vorm te geven. Het moet normaal zijn voor een regering om ook vakministers te hebben die niet lid zijn van een politieke partij. ## Herstel bestuurlijke verhoudingen Gemeenten, provincies en waterschappen vormen het fundament waarop onze democratie is gebouwd. Onze gedecentraliseerde eenheidsstaat biedt een uitstekende mogelijkheid om burgers en organisaties te betrekken bij kwesties die op lokale en regionale schaal spelen. Deze inrichting van de overheid biedt ook een zekere mate van zelfbestuur aan lokale en regionale gemeenschappen. Te lang hebben we decentrale overheden beschouwd als uitvoeringsinstanties van de centrale overheid. Ook is te makkelijk verondersteld dat decentralisatie van taken (zoals in de jeugdzorg of het openbaar vervoer) tot een sterke kostenbesparing leidt. --- pdf_page: 12 --- Gemeentelijke en provinciale herindeling kunnen alleen plaatsvinden als hiervoor draagvlak bestaat bij de bevolking; schaalvergroting leidt niet per definitie tot beter bestuur en gaat ten koste van de menselijke maat. We schrappen de korting die staat ingeboekt met het oog op een schaalvergroting van gemeenten en provincies (de 'opschalingskorting'). Een goed functionerende lokale en provinciale democratie vraagt om een goede ondersteuning van de volksvertegenwoordiging bij zijn controlerende taak, onder meer door een stevige griffie en onafhankelijke Rekenkamers. Om samen te kunnen optrekken bij het aanpakken van grote problemen hebben decentrale overheden duidelijkheid nodig over hun financiën. Wij maken afspraken over een voorspelbare en stabiele ontwikkeling van het Gemeente- en Provinciefonds. Bij de eerstvolgende evaluatie van de verdeling van het Gemeentefonds moet extra aandacht worden besteed aan de noden van gemeenten buiten de Randstad. We formuleren een duidelijke visie op welke wettelijke taken nu echt bij decentrale overheden thuishoren en wat (meer) passende meerjarige financiering is. We willen een eigen belastinggebied voor decentrale overheden handhaven, zodat zij ook autonoom taken kunnen oppakken en zaken in hun gebied kunnen regelen. Er moet een herbezinning komen op de lappendeken aan regionale hulp- en uitvoeringsstructuren voor gemeenten, die zich aan de directe democratische zeggenschap en controle door gemeenteraden onttrekken. Beleidsrijke taken moeten worden toebedeeld aan gemeenten of provincies, zodat gemeenteraden en provinciale staten op het betreffende schaalniveau integrale afwegingen kunnen maken. Het ligt voor de hand om de rol van provincies in het regionaal bestuur te versterken. Dit uitgangspunt moet ook gevolgen hebben voor de relatie tussen vakdepartementen en decentrale overheden: in wetgeving en bestuur geen uitvoerende taken neerleggen bij regio's. # Het Koningshuis Het Huis van Oranje speelt al eeuwenlang een belangrijke rol in de Nederlandse samenleving. De koning is formeel het staatshoofd van ons Koninkrijk, maar in de praktijk is hij vooral het symbool van onze nationale eenheid. Wij handhaven de constitutionele monarchie als staatsvorm. Wij waarderen de samenbindende rol die de koning speelt in de samenleving en de manier waarop hij ons land vertegenwoordigt in het buitenland en bij handelsmissies. Het is niet meer van deze tijd dat de koning geen inkomstenbelasting betaalt. Deze vrijstelling in de Grondwet wordt opgeheven. ## Goed bestuur in het Koninkrijk Wij voelen een bijzondere band met de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten binnen het Koningrijk der Nederlanden, en met de eilanden Saba, Sint-Eustatius en Bonaire die Caribisch Nederland vormen. De regering moet mede verantwoordelijkheid nemen voor deze gebiedsdelen, die harder worden getroffen door inflatie en klimaatverandering dan elders. Dit betekent niet alleen financiële hulp verlenen, maar vooral ook de voorwaarden voor goed bestuur versterken en ondersteuning bieden bij het creëren van een eigen verdienmodel. Aan het lenen van geld worden strenge eisen gesteld. Een speciale verantwoordelijkheid geldt voor de eilanden van Caribisch Nederland. Een groot aantal inwoners leeft in armoede. In overeenstemming met de conclusies van de Nationale ombudsman en van de commissieThodé moet op Saba, Bonaire en St Eustatius haast gemaakt worden met maatregelen voor bestaanszekerheid. We willen de eilanden helpen met hun 'voortbestaanszekerheid' door actief in te spelen op klimaatverandering. Speciale aandacht verdient het ruimtelijke domein en de bescherming van de unieke onderwaterwereld. --- pdf_page: 13 --- # 2 ## Bestaanszekerheid --- pdf_page: 14 --- # Wat verwachten we van de overheid Het garanderen van de bestaanszekerheid van alle burgers, door het voeren van een rechtvaardig inkomensbeleid en het veiligstellen van de toegang tot essentiële voorzieningen zoals onderdak, energie, voedsel en water. ## Wat verwachten we van de samenleving Meedoen naar vermogen. Solidariteit met mensen die het niet op eigen kracht redden. Het eerste lid van artikel 20 van de Grondwet bevat een duidelijke opdracht: 'de bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid.' Kamerleden en de ministers zweren trouw aan deze Grondwet. De afgelopen jaren is de bestaanszekerheid van veel Nederlanders echter ernstig verwaarloosd. Grote groepen gezinnen en alleenstaanden hebben moeite om te voorzien in hun noodzakelijke levensbehoeftes. Dit lot treft niet alleen mensen die van een bijstandsuitkering, een AOW-uitkering of het wettelijk minimumloon moeten rondkomen. Ook groepen die eerder als 'middenklasse' gezien werden, ondervinden steeds meer problemen, bijvoorbeeld omdat zij geen betaalbare woning kunnen vinden of geen vast contract krijgen. Hoewel de officiële statistieken laten zien dat de armoede afneemt, is er wel degelijk sprake van een fors probleem. Volgens het Rode Kruis worden 400.000 mensen geconfronteerd met onzichtbare voedselnood. Dat was een aantal jaren geleden niet het geval. Het woningtekort is toegenomen tot een recordaantal van 390.000 woningen. Veel mensen kunnen geen betaalbare huur- of koopwoning vinden. En bijna $40 \%$ van de beroepsbevolking is flexwerker. Om de bestaanszekerheid te bevorderen, nemen we een aantal maatregelen, die verder gaan dan alleen aandacht voor een toereikend minimumloon. Het centrale probleem is dat de noodzakelijke kosten van levensonderhoud in Nederland zo hoog zijn. Het neoliberale beleid van de afgelopen decennia heeft de beschikbaarheid en betaalbaarheid van noodzakelijke levensbehoeften overgelaten aan de markt. De overheid dient de productie van basisvoorzieningen niet te nationaliseren, maar wel te reguleren. Wij willen werken aan strategieën voor de betaalbaarheid en beschikbaarheid van voedsel, wonen, energie en andere basisvoorzieningen. ## Toegang tot basisvoorzieningen Het waarborgen van elementaire bestaanszekerheid begint bij toegang tot basisvoorzieningen. Bestaanszekerheid betekent allereerst dat we het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen herijken. Dat doen we in de loop van 2024 bij de implementatie van de Europese richtlijn inzake toereikende minimumlonen. Het inkomen van huishoudens uit arbeid moet volgens deze richtlijn ten minste 'toereikend' zijn om in de basisbehoeften te kunnen voorzien. Bij het bepalen van het niveau houden we rekening met het gegeven dat Nederland reeds in de Europese top 3 staat van EU-landen met het hoogste minimumloon en met de effecten op de werkgelegenheid. We behouden het minimum jeugdloon, maar brengen het niveau dichter bij het volwassen minimumloon. Bestaanszekerheid heeft nadrukkelijk ook betrekking op mensen die niet (meer) kunnen deelnemen aan het arbeidsproces. De AOW en andere uitkeringen blijven daarom gekoppeld aan het minimumloon. Voor mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering bezien we of de normen toereikend zijn, omdat zij vaak niet in aanmerking komen voor de arbeidskorting. Daardoor worden zij jaar na jaar op afstand gezet. We willen onrechtvaardigheden in het stelsel van sociale zekerheid terugdringen die ertoe leiden dat mensen plotseling zonder inkomen komen te zitten of te maken krijgen met hoge boetes of terugvorderingen door een klein foutje. We stellen middelen beschikbaar voor reparaties in de verschillende wetten die de uitkering regelen voor mensen die bijvoorbeeld arbeidsongeschikt zijn (zoals Participatiewet en WIA), ook om deze wetten te laten voldoen aan internationale verdragen (ILO). Bestaanszekerheid betekent in zijn algemeenheid dat basisvoorzieningen voor iedereen betaalbaar en --- pdf_page: 15 --- bereikbaar zijn, zowel in normale tijden als in tijden van schaarste. Zo dient Nederland - samen met zijn buren - een plan te hebben om zelfvoorzienend te zijn in de voorziening van voedsel bij een stilvallende wereldhandel en een voorraad aan te houden voor noodsituaties. Nieuwe plannen, zoals de afbouw van goedkoop gas voor tuinders, dienen expliciet getoetst te worden op de gevolgen voor voedselzekerheid. Bestaanszekerheid betekent ook betaalbare energie: we voeren een sociaal tarief in bij de energiebelasting op gas. Dit betekent dat huishoudens over de eerste 1000 m 3 gas minder belasting betalen dan nu. Het gas dat in de Noordzee gewonnen wordt, moet ook beschikbaar zijn voor Nederlandse huishoudens in tijden van crisis. We herhalen niet de fout van Groningen, waarbij we al het gas verkocht hadden aan het buitenland en Nederlandse consumenten het voor woekerprijzen weer moesten inkopen. Het Noordzeegas zal gebruikt worden om in de overgangsfase naar duurzame energie de leveringszekerheid en betaalbaarheid van Nederlandse gebruikers te garanderen. De regering zorgt voor watervoorraden, voorraden contant geld, voedselvoorraden en andere essentiële voorzieningen voor tijden van schaarste of nood. De aanbevelingen in het rapport van de Algemene Rekenkamer uit 2022 hierover zijn leidend. Toegang tot internet wordt een wettelijke basisvoorziening. Wanneer het internet uitvalt, valt binnen de kortste tijd een groot deel van de samenleving stil. De overheid moet vitale infrastructuur beschermen tegen aanvallen van buiten en eisen stellen aan de beschikbaarheid. Het hebben van onderdak is een basisvoorziening. Het aanpakken van de wooncrisis heeft voor ons een hoge prioriteit en wordt uitgewerkt in een apart hoofdstuk. # Een rechtvaardig inkomensbeleid Het voeren van inkomensbeleid is een taak van de rijksoverheid. De ontwikkeling van het besteedbaar inkomen is enerzijds afhankelijk van de loonontwikkeling in CAO's en anderzijds van de ontwikkeling van de inflatie en de belastingdruk. Wij staan voor het beheersen van de totale lastendruk en hanteren het draagkrachtprincipe bij de toedeling van lasten: de sterkste schouders dienen de zwaarste lasten te dragen. Het is in ons huidige stelsel moeilijk om uit de armoede te raken door (meer) te gaan werken. We hebben een doolhof gecreëerd van belastingen, premies, kortingen, toeslagen en specifieke maatregelen voor huur, energie en zorgkosten die ertoe leiden dat werken voor veel mensen niet loont. In de komende vier jaar willen we een ambitieuze start maken met een hervorming van het belastingstelsel. We doen dit op een zodanige manier dat de marginale druk bij lagere en middeninkomens afneemt en het gaat lonen om (meer) te werken. Een speciale parlementaire commissie gaat deze hervorming, die al zo lang nodig is, voorbereiden. Deze hervorming moet geleidelijk en zorgvuldig worden ingevoerd en vergt dus enige jaren. We beginnen de hervorming met het verlagen van het laagste tarief in de inkomstenbelasting, gelijktijdig met het verminderen en beter vormgeven van een aantal heffingskortingen. Bij de komende belastingherziening herzien we het hele stelsel van toeslagen en premies en verminderen we vooral het beroep op de zorgtoeslag, zonder grote inkomenseffecten. De kinderopvangtoeslag vervangen we door instellingsfinanciering in combinatie met een ouderbijdrage. Dit vermindert problemen met terugvordering. Het kan ons allemaal overkomen dat we ziek worden of arbeidsongeschikt raken. Wij houden vast aan solidariteit in de sociale zekerheid en de gezondheidszorg door een collectieve basisverzekering met een niet-inkomensafhankelijke basispremie, aangevuld met inkomensafhankelijke bijdragen en met bijdragen uit algemene middelen. Inmiddels werkt zo'n 40\% van de beroepsbevolking op basis van een tijdelijk contract, als uitzendkracht of zelfstandige. Voor zelfstandigen bestaan er geen inkomensgerelateerde uitkeringen bij het verlies van werk of bij arbeidsongeschiktheid. Wij willen dat er een publieke basisverzekering voor arbeidsongeschiktheid komt voor alle werkenden, zoals is voorgesteld door de commissie Regulering van Werk (2020). Over de vormgeving en uitwerking vindt overleg plaats met alle betrokken partijen. Wij willen een bredere verkenning naar de vraag of de werknemersverzekeringen nog toereikend zijn als manier om beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare risico's af te dekken, zoals arbeidsongeschiktheid, ziekte en langdurige werkloosheid. Wet- en regelgeving die bedoeld is om mensen bestaanszekerheid te geven gaat er te makkelijk van uit --- pdf_page: 16 --- dat mensen elk detail kunnen doorgronden. Ook gaat wet- en regelgeving te veel uit van het gevaar van fraude en oneigenlijk gebruik. Beleid en regelgeving moeten worden vastgesteld op basis van een reëel mensbeeld. Er moet oog zijn voor wat mensen administratief aankunnen en een foutje moet niet leiden tot buitenproportionele straffen. Het voeren van inkomensbeleid is een kerntaak van de rijksoverheid. Gemeentelijk armoedebeleid is een sluitstuk van dit beleid, bedoeld om in individuele gevallen maatwerk te leveren. De realiteit is echter dat gemeenten met tal van generieke regelingen moeten compenseren wat het rijk onvoldoende heeft geregeld. Wij willen dat landelijke regelingen en voorzieningen weer toereikend worden voor het merendeel van de mensen met een inkomen rond het sociaal minimum. # Aanpak problematische schulden Steeds meer mensen kampen door dalende inkomsten, prijsstijgingen en betalingsachterstanden met problematische schulden. Door boetes en incassokosten belanden veel mensen in een 'schuldenfuik'. Eén op de vijf huishoudens heeft volgens het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) geldproblemen en zo'n 620.000 huishoudens kampen met problematische schulden. Er is veel geld en aandacht beschikbaar voor deze problemen, maar de resultaten blijven achter. We streven naar een significante daling van het aantal huishoudens met problematische schulden op korte termijn en naar een halvering van deze groep in 2030. We ontmoedigen kopen op krediet door betere voorlichting via overheidscampagnes en door strengere regelgeving voor kopen op afbetaling. De wettelijke normen voor de maximale rente en maximale incassokosten worden fors aangescherpt, zodat kleine schulden niet kunnen oplopen tot enorme onbetaalbare schulden. Werkgevers die te maken krijgen met loonbeslagen en die hun werknemers met problematische schulden willen helpen, krijgen meer armslag. Er komen duidelijke regels wanneer hulp niet als belastbaar loon beschouwd wordt. Hierbij kan worden gedacht aan budgetcoaching en juridische hulp. De overheid en semipublieke organisaties zijn grote schuldeisers, maar de afhandeling van schulden, betalingsregelingen en incasso vindt versnipperd plaats. Overheidsorganisaties zorgen ervoor dat mensen op één plek hun schuld afbetalen. De Belastingdienst en andere organisaties houden zich aan de beslagvrije voet, het absolute minimum dat iemand nodig heeft om te kunnen leven. Samen met gemeenten bezien we hoe het bereik en de effectiviteit van de schuldhulpverlening kan worden verbeterd. ## Pensioen Bestaanszekerheid betekent dat iedereen rond moet kunnen komen van zijn of haar pensioen en mee moet kunnen blijven doen met de maatschappij. Dit vraagt om een pensioen dat koopkrachtbehoud centraal zet en voldoende zekerheid biedt. We willen hiertoe de pensioenwetgeving op een aantal belangrijke punten verbeteren. De AOW blijft de basis onder het pensioenstelsel. Wij willen het aantal mensen dat nauwelijks of geen aanvullend pensioen opbouwt terugdringen. We willen duurzame inzetbaarheid stimuleren zodat mensen zinvol en gezond langer aan het werk kunnen blijven. Voor mensen met zware beroepen moet het mogelijk blijven om eerder met pensioen te gaan. We willen hiertoe aanvullende afspraken over regelingen voor vervroegde uittreding (RVU). Wij willen de indexatie- en kortingsregels binnen bestaande aanvullende pensioenregelingen versoepelen, zodat pensioenen eerder omhoog kunnen en minder snel hoeven te worden gekort. Voor pensioenfondsen die overstappen naar een premieregeling vindt nieuwe pensioenopbouw plaats in de vorm van persoonlijke pensioenvermogens. Wij willen dat bestaande pensioenopbouw hierbij in principe gewoon in stand blijft, zodat een nieuwe premieregeling geleidelijk kan toegroeien naar een situatie waarin iedereen tot pensioenleeftijd een persoonlijk pensioenvermogen heeft. Wanneer sociale partners en het pensioenfonds de bestaande pensioenopbouw willen omzetten naar een premieregeling, dan willen we hiertoe instemmingsrecht en keuzemogelijkheden voor de deelnemers, waaronder gepensioneerden, organiseren. In premieregelingen willen we in de uitkeringsfase betere sturing op koopkracht mogelijk maken. --- pdf_page: 17 --- De wetgeving voor aanvullende pensioenen willen we vereenvoudigen en daarbij minder 'blind' op wiskundige modellen sturen. Meer open normen zijn nodig om goed om te kunnen gaan met niet-voorziene omstandigheden. Dit zorgt voor lagere kosten en een betere sturing op een goed pensioen. Het nabestaandenpensioen en de pensioenverdeling bij scheiding willen wij verbeteren. De vormgeving van de wetgeving rondom nabestaandenpensioen werkt pech en geluk in de hand en leidt tot onuitlegbare situaties. De pensioenverdeling bij scheiding is nog niet goed geregeld, het is belangrijk dat hier snel nieuwe wetgeving voor komt. We normeren en maximeren de beheers- en beleggingskosten die een pensioenuitvoerder mag maken om de regeling uit te voeren. We willen de mogelijkheid om een groot bedrag ineens uit te laten betalen op pensioendatum heroverwegen, omdat mensen met een laag inkomen maar 20\% van het bedrag overhouden door belastingen en verminderde toeslagen. Pensioen is slechts één onderdeel van de financiële planning over iemands levensloop. Verbinding tussen domeinen zoals pensioen en eventueel vermogen in een eigen woning (zoals de zogenaamde 'omkeerhypotheek') kan meerwaarde bieden en zijn routes om op termijn verder te verkennen. --- pdf_page: 18 --- # 3 ## Aanpak van de wooncrisis --- pdf_page: 19 --- ## Wat verwachten we van de overheid Een crisisaanpak die is gericht op een betaalbare en passende woning voor iedereen. Het scheppen van de ruimtelijke, procedurele en financiële randvoorwaarden voor meer woningbouw in de sociale huur, middenhuur en vrije sector. ## Wat verwachten we van de samenleving Inzet van provincies en gemeenten voor versnelde plan- en besluitvorming. Investeringen van woningcorporaties om ten minste 350.000 huurwoningen te realiseren. Investeringen van marktpartijen om extra woningen in de middenhuur- en koopsector te realiseren. Participatie van pensioenfondsen in de nationale bouwopgave. Onderdak is, net als water en voedsel, een primaire levensbehoefte. In de Grondwet staat: 'bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid'. De gevolgen van de woningnood zijn niet altijd direct zichtbaar, maar hebben grote gevolgen voor mensenlevens. Door de schaarste aan woningen zijn woonlasten een steeds grotere kostenpost voor huishoudens en een belangrijke oorzaak van armoede. Geen woning hebben zorgt er ook voor dat kinderen in onzekerheid opgroeien. Wij beschouwen het gebrek aan woonruimte als een maatschappelijke crisis. Daar hoort dan ook een crisisaanpak bij. In de afgelopen jaren heeft de nadruk te veel gelegen op de bouw van dure woningen. Ook zijn de huren in de vrije sector soms extreem hoog. We moeten de bouw van woningen in alle segmenten van de volkshuisvesting versnellen: goedkope huur, middenhuur en de vrije sector. De doorstroming van goedkope naar duurdere woningen moet op gang komen - en andersom - zodat mensen ook een passende woning kunnen krijgen. De druk op de volkshuisvesting van buitenaf moet worden verminderd; de sterke toename van de bevolking door verschillende vormen van migratie moet worden afgeremd om te voorkomen dat de tekorten alleen maar groter worden. We moeten ons hierbij bovendien realiseren dat de ruimte in Nederland schaars is en er niet onbegrensd kan worden bijgebouwd. # Regie op de volkshuisvesting Bij woningbouw zijn verschillende overheidslagen en veel partijen betrokken die elkaar niet altijd even goed kunnen vinden. Een goede regie is essentieel. Er zijn ook voorbeelden in het land van plekken waar bouwen wel lukt en de samenwerking tussen partijen soepel verloopt. Dat betekent dat met goede wil en inzet nu al veel mogelijk is. De regering dient met een minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de regie op de volkshuisvesting te voeren en ongewenste situaties te ontmoedigen, dan wel daarop actief te handhaven. De minister krijgt een taakstelling met betrekking tot het jaarlijks aantal te bouwen woningen. Wij zien voor provincies een belangrijke rol weggelegd bij het concretiseren van de woonopgave voor de regio (woondeals), het aanwijzen van locaties voor sociale huur en betaalbare huur en koop, het maken van integrale ruimtelijke afwegingen en het versnellen van de uitvoering (versnellingstafels). ## Meer goedkope en betaalbare woningen De woonlasten nemen een steeds grotere hap uit de portemonnee. Veel huishoudens zijn de helft of meer van hun inkomen kwijt aan woonlasten. Volgens het Nibud houdt ongeveer een kwart van de huurders na aftrek van --- pdf_page: 20 --- de woonlasten onvoldoende over om andere vaste lasten en de noodzakelijke uitgaven te betalen. Het is dus om te beginnen noodzakelijk dat er snel meer betaalbare woningen komen; wij streven naar een aandeel van tweederde bij de totale bouwopgave (sociaal, middenhuur en betaalbare koop). Het Rijk maakt niet-vrijblijvende afspraken met provincies en gemeenten over aantallen te bouwen woningen en ziet erop toe dat in provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies voldoende locaties worden aangewezen waar nieuwbouw kan plaatsvinden. Grote nieuwbouwlocaties worden in beginsel gesitueerd rond de middelgrote en grote steden, op plekken die per trein en via de snelweg goed bereikbaar zijn. In dorpen en kernen moet gebouwd kunnen worden voor de lokale behoefte. Barrières om aan de randen van steden en dorpen 'een straatje erbij' te kunnen bouwen, worden weggenomen. Rijksgronden worden actief ingezet in gebiedsontwikkelingen om woningbouw te versnellen. Momenteel is het niet mogelijk voor gemeenten om grond één op één te verkopen (dit volgt uit het zogeheten Didam-arrest). Wij willen een uitzondering maken voor gebiedsontwikkeling. Gemeenten zouden wettelijk meer ruimte moeten krijgen om contracten aan te gaan zonder aanbesteding. Hierdoor kan gemeentelijke grond of vastgoed sneller herontwikkeld worden. Er komt een gemeentelijke heffing om grondspeculatie tegen te gaan; de waardestijging van grond moet ten goede komen aan de gebiedsontwikkeling of sociale woningbouw. Daarnaast maken we het mogelijk om, na zorgvuldige afweging, verouderde terreinen te onteigenen van het huidige gebruik, zodat zij niet op basis van woekerprijzen van grondspeculanten hoeven te worden aangekocht. We willen ontwikkelaars ruimte geven om, samen met de lokale bevolking, een goed stedenbouwkundig plan te maken. Toetsing van een breed gedragen plan aan het gemeentelijk beleid moet eenvoudiger worden, zodat snel tot uitvoering kan worden overgegaan. Indien een gemeente meer eisen stelt dan vastgelegd in het Bouwbesluit, dient de gemeente hiervoor een sluitende onderbouwing en financiering te leveren. Dit is ter toetsing aan de provincie. In het bouwplan moet ook aandacht zijn voor investeringen in groen en natuur. Indien het plan is opgesteld samen met lokale natuurorganisaties, wordt dit beloond met een vrijstelling van kostbaar en tijdrovend nader ecologisch onderzoek. Locaties die vanwege de wooncrisis om volkshuisvestelijke redenen zeer snel tot ontwikkeling moeten worden gebracht volgen een verkorte (bezwaar)procedure. Provincies krijgen een bepalende stem in het aanwijzen van deze versnellingslocaties. De gemeentelijke goedkeuring van bouwplannen wordt aan strikte termijnen verbonden en de mogelijkheden voor bezwaar en beroep worden via een Crisis- en herstelwet beperkt. Waar nodig ondersteunen we gemeenten met menskracht en middelen om processen te versnellen. Het is van het grootste belang dat marktpartijen in beweging komen om meer (betaalbare) koopwoningen en woningen in het segment van de middenhuur te bouwen. Wij gaan in gesprek met marktpartijen om versnelling van de bouw met inzet van hun kennis en expertise voor elkaar te krijgen. Om de onzekerheid op de woningmarkt niet verder te voeden, verandert er voorlopig niets aan de fiscale behandeling van de eigen woning. Voor mensen met een middeninkomen is het steeds lastiger om een betaalbare huurwoning te vinden. Wij vinden het van belang dat de huurprijsbescherming wordt versterkt en dat het gereguleerde deel van de huursector wordt uitgebreid, zodat de huren van honderdduizenden middenhuurwoningen effectief gereguleerd worden. We zorgen ervoor dat ontwikkelaars voldoende ruimte houden om te bouwen. Het is nodig om meer zorgwoningen te bouwen met voorzieningen zoals ICT, domotica en nabije zorg, waarin senioren zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Gemeenten moeten hiertoe afspraken maken met woningcorporaties en zorgpartijen. Het wordt aantrekkelijk voor pensioenfondsen in Nederland om langjarig in woningen te investeren; op deze wijze kunnen zij bijdragen aan maatschappelijk rendement voor hun verzekerden. Er komt een gelijk speelveld voor investeerders (particulier en institutioneel, binnenlands en buitenlands) op het gebied van belastingen. We stimuleren dat het voor werkgevers, in het kader van goed werkgeverschap, mogelijk wordt om woningen te bouwen voor hun werknemers. --- pdf_page: 21 --- # Ruimte voor woningcorporaties Het is de wettelijke taak van woningcorporaties om huizen te bouwen en te beheren voor mensen met een bescheiden inkomen. Het gaat hierbij zowel om sociale huurwoningen als om woningen in de lage middenhuur. Woningcorporaties worden in de praktijk met tal van kostenverhogende en vertragende belemmeringen geconfronteerd bij het uitvoeren van deze taak. We willen afspraken maken met woningbouwcorporaties zodat zij ten minste 350.000 nieuwe woningen gaan bouwen tot 2031. Gemeenten die minder sociale huurwoningen hebben dan het landelijk gewenste gemiddelde worden gehouden aan een minimum van $\mathbf{3 0 \%}$ sociale huur in hun nieuwbouwprogramma. Locaties die bestemd zijn voor sociale huurwoningen hebben altijd een sociale grondprijs. Dit is een vast percentage van de grondwaarde. Indien nodig worden er locatiegebonden subsidies verstrekt. De financiële armslag van corporaties is verruimd door het afschaffen van de verhuurdersheffing. Om ervoor te zorgen dat woningcorporaties ook in de toekomst een duurzame financiële bedrijfsvoering houden, worden voor commerciële partijen bedoelde fiscale heffingen op termijn verlaagd of afgeschaft. Daarnaast willen we het voor corporaties weer mogelijk maken om, onder heldere condities en met garanties van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), lage middenhuurwoningen te bouwen. ## Betere doorstroming en cohesie Veel mensen wonen in een huis dat niet goed past bij hun wensen en behoeften. Dat geldt zowel voor jongeren, starters, gezinnen als ouderen. De mogelijkheid om door te stromen naar een passende woning en een passende sociale woonomgeving ontbreekt echter vaak. Op het moment dat iemand te groot woont, moet het mogelijk worden om van woning te ruilen met iemand die te klein woont. Dit zien we als een volkshuisvestelijk gewenste woningruil. Wij verwachten van woningcorporaties en gemeenten dat zij dit faciliteren. Om ervoor te zorgen dat mensen die al langer in een buurt wonen en mensen die nieuw komen elkaar kunnen ontmoeten, zijn leefbaarheidsactiviteiten nodig. Gemeenten, woningcorporaties en zorgen welzijnsorganisaties maken hiervoor samen buurtplannen die onderdeel worden van de lokale prestatieafspraken. Voor bepaalde doelgroepen kunnen flexwoningen uitkomst bieden. Op basis van de Crisis- en herstelwet kunnen tijdelijke woningen binnen afzienbare tijd worden gerealiseerd. Wij stellen voor om de terugverdientijd voor tijdelijke woningen op te rekken van maximaal 30 naar 40 jaar, om een betere kwaliteit woningen te kunnen realiseren. Misbruik van het puntensysteem bij kamerverhuur, met astronomische huurprijzen tot gevolg, moet worden tegengegaan. Het wordt eenvoudiger om een lagere huur af te dwingen als de verhuurder zich niet aan het puntensysteem houdt. De huurconstructies voor een kamervergunning worden herzien en de mogelijkheid om gezamenlijke huurcontracten te sluiten die enkel bedoeld zijn om regels te omzeilen wordt geschrapt. Er komen betere mogelijkheden voor hospitaverhuur. Een bepaald deel van de bouwproductie kan daarnaast worden gereserveerd voor collectieve woonvormen zoals wooncoöperaties, collectief particulier opdrachtgeverschap en geclusterde woonvormen voor ouderen. Wij juichen dit soort initiatiefnemers die oog hebben voor de kwaliteit van buurten en samenleven toe. Gemeenten maken afspraken over gemeenschappelijke ontmoetingsplekken, zowel binnen (bijvoorbeeld buurthuiskamers) als buiten (wijktuinen) waar actief ingezet wordt op de preventie van eenzaamheid. Ook recreatief groen in en om steden en dorpen groeit niet vanzelf mee met de grote aantallen woningen die moeten worden gebouwd. Rijk, provincie en gemeenten maken daarom afspraken om bij alle ruimtelijke plannen en gebiedsontwikkelingen de ontwikkeling van groen evenwichtig mee te nemen. We steunen de wijziging van de Huisvestingswet die gemeenten de ruimte geeft om een deel van de beschikbare huur- of koopwoningen toe te wijzen aan mensen met bepaalde beroepen (zoals verpleegkundigen of agenten) of met een sociale binding aan de gemeente. Meer dan 650.000 woningen in Nederland staan op erfpacht. Wie daar woont, moet erfpacht betalen aan de eigenaar van de grond. Erfpacht is in veel gevallen echter complex, duur, onduidelijk en onvoorspelbaar. --- pdf_page: 22 --- Om plotselinge en excessieve stijgingen van de erfpacht te voorkomen en mensen meer zekerheid te geven over hun huidige en toekomstige woonlasten komt er wettelijke consumentenbescherming voor erfpachters. Erfpacht dient tenminste te voldoen aan de NHG-criteria (Nationale Hypotheek Garantie). Bij gebrek hieraan zijn aanpassingen van de canon gemaximeerd op indexatie met inflatie van het oorspronkelijke canonbedrag. We maken ons zorgen over de toename van het aantal daklozen in de crisisopvang. Het probleem van dakloosheid moet volledig onder ogen worden gezien. Iedereen telt mee, ook mensen die nu eufemistisch als 'zelfredzame dakloze' worden gekwalificeerd. Ook is er een grote groep jongere daklozen. Gemeenten krijgen een opgave om deze daklozen op te vangen en te ondersteunen. # Vernieuwing en verduurzaming Overheden en marktpartijen die met vernieuwende ideeën aan de slag willen om het aantal woningen of de kwaliteit van het wonen te verbeteren lopen tegen 'oud denken' in wet- en regelgeving aan. Dankzij innovaties als conceptbouw, fabriekswoningen en modulaire bouw kunnen woningen snel en met veel kwaliteit gebouwd worden. Het is belangrijk om ambtenaren op te leiden en partijen bij elkaar te brengen om nieuwe werkwijzen te verkennen en toe te passen. Het moet eenvoudiger worden om woningen te splitsen. Door de gezinsverdunning is er in veel woningen ruimte om ruimte te bieden aan bijvoorbeeld een student of starter. Dat is goed tegen de woningnood, en interessant voor de zittende bewoner. Het moet eenvoudiger worden om een tijdelijke woonunit te realiseren bij een bestaande woning. Met name voor de zorg voor eigen familie is het wenselijk dat de bestaande sociale netwerken maximaal worden benut. Onder bepaalde voorwaarden wordt het plaatsen van een extra woning bij een particuliere koopwoning vergunningvrij. Het wordt eenvoudiger om leegstaande kantoren om te bouwen tot woningen. We stimuleren gemeenten om creatief en zorgvuldig om te gaan met ruimte door actief op zoek te gaan naar locaties voor het 'inbreiden' van nieuwe woningen en het 'optoppen' van bestaande woningen. Het verduurzamen van woningen is van belang om de energielasten van huishoudens te beperken en om de aarde goed achter te laten voor volgende generaties. De nationale opbrengst van de veiling van $\mathrm{CO}_{2}$-rechten voor de gebouwde omgeving (ETS2), die leidt tot een stijging van de energierekening van met gas verwarmde woningen, moeten met voorrang worden besteed aan de isolatie van huurwoningen. We willen de toepassing van biobased grondstoffen, duurzaam hout en gerecyclede materialen in nieuwbouw stimuleren. --- pdf_page: 23 --- # 4 ## Een houdbare migratie --- pdf_page: 24 --- # Wat verwachten we van de overheid Grenzen stellen aan de toegang tot het land en aan de toelating tot het staatsburgerschap met oog voor het draagvlak in de samenleving en de druk op het voorzieningenniveau. ## Wat verwachten we van de samenleving Solidariteit met en acceptatie van mensen die rechtsgeldig in Nederland verblijven. Inburgering en participatie in de Nederlandse samenleving. ## Wat verwachten we van migranten Actieve deelname aan de Nederlandse samenleving. Nederlands spreken. Onderschrijven van de klassieke grondrechten voor zichzelf en voor anderen. Migratie is van alle tijden. Maar we zijn migratie in Nederland gaan beschouwen als een natuurlijk fenomeen dat ons overkomt, en niets met beleid te maken heeft. Dat is natuurlijk niet zo. Op dit moment schiet ons migratiebeleid ernstig tekort. Sterker nog, het beleid werkt een ongecontroleerde instroom van vooral studenten en arbeidsmigranten in de hand. De grote druk op de woningmarkt is in belangrijke mate het gevolg van het jaarlijkse overschot in het migratiesaldo. Dit betekent concreet dat er in Nederland veel meer mensen bijkomen dan er vertrekken in het kader van werk, studie, asiel of gezinsvorming/hereniging. Het aantal migranten is de afgelopen jaren door het kabinet en planbureaus stelselmatig onderschat. Tussen 2002 en 2015 bedroeg het migratiesaldo gemiddeld 14.000 mensen per jaar. Dit betekent dat er gemiddeld 14.000 mensen meer naar Nederland kwamen dan er naar het buitenland vertrokken. Sinds 2016 is het migratiesaldo niet lager geweest dan 68.000 mensen per jaar. Vorig jaar bereikte het een record van 224.000 mensen (inclusief ongeveer 108.000 mensen uit Oekraïne). Zonder maatregelen blijft het migratiesaldo de komende jaren boven de 100.000 personen per jaar. Het gevolg is dat de bevolking groeit tot ver boven de 20 miljoen inwoners. Dit betekent dat we elke twee jaar een stad met de omvang van Tilburg moeten bijbouwen om nieuwe mensen te huisvesten. De ongecontroleerde toename van de omvang en diversiteit van de bevolking plaatst de samenleving voor grote opgaven. Niet alleen de vraag naar woningen neemt sterk toe. Meer mensen betekent ook: meer vervoer, meer consumptie, een hoger water- en energiegebruik en een groter beroep op onderwijs en gezondheidszorg. Het opleidingsniveau van nieuwkomers bepaalt in belangrijke mate de kansen op de arbeidsmarkt en ook de uitkeringsafhankelijkheid. En dan hebben we het nog niet gehad over de spanningen die culturele en religieuze verschillen tussen migrantengroepen onderling en met de Nederlandse rechtsstaat kunnen veroorzaken. Migratie leidt dus ook tot een forse inspanning op het gebied van taal, scholing en inburgering. Het is van wezenlijk belang om oog te houden voor de migratie die de samenleving aankan. Er is een doordacht migratiebeleid nodig om het sociaal contract te handhaven en om te voorkomen dat spanningen breuklijnen worden. ## Sturen op migratiesaldo Het is een kerntaak van de overheid - en een basis voor het sociaal contract - om migratie in goede banen te leiden. Het voeren van migratiebeleid is het belangrijkste middel dat een land heeft om de omvang en samenstelling van de bevolking te beïnvloeden. Wij pleiten voor een bewust, actief en selectief migratiebeleid, dat rekening houdt met de draagkracht van de Nederlandse samenleving. Hierbij past naar onze mening een richtgetal voor een migratiesaldo van maximaal 50.000 per jaar. Dit aantal omvat dus zowel arbeids-, studie-, asiel- als gezinsmigratie. Hiermee zal de totale omvang van de bevolking rond 2050 onder de 20 miljoen blijven. Om dit beleid vorm te geven en uit te voeren moet er een minister voor Migratiebeleid komen. Deze minister --- pdf_page: 25 --- dient wetgeving en beleid te ontwikkelen dat de regering grip geeft op de migratiestromen, waarbij ook de relatie met buitenlands beleid en ontwikkelingssamenwerking wordt meegenomen. Er komt een Wet verantwoorde migratie die de regering verplicht om aanvullende maatregelen te nemen om de toestroom te verminderen, zodra het maximale migratiesaldo in beeld komt. Er komt een inzichtelijke begroting voor migratiekosten en asielopvang die bij overschrijding aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd. # Arbeidsmigratie Voor arbeidsmigratie geldt dat Nederland heeft ingestemd met het vrije verkeer van werknemers in de EU. De afgelopen jaren zijn te weinig voorwaarden gesteld om dat in goede banen te leiden. Op deze stroom migranten kunnen we vooral grip krijgen door bestaande wet- en regelgeving beter te handhaven. We stellen strikte eisen aan de arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, huisvesting (basisregistratie) van arbeidsmigranten en handhaven deze strikt. We bepleiten een betere regulering van de uitzendsector en een harde aanpak van malafide uitzendconstructies. Een ingroeistelsel voor sociale zekerheid kan noodzakelijk zijn om te voorkomen dat Nederlandse sociale voorzieningen een magneet vormen. We worden selectiever bij de acquisitie van nieuwe bedrijven die een groot beslag leggen op fysieke en milieuruimte (zoals de 'distributiedozen') en waarbij vacatures vooral bezet zullen worden door nieuwe groepen arbeidsmigranten. De toegevoegde waarde voor de brede Nederlandse welvaart moet dus een criterium worden in het vestigingsbeleid. Binnen de EU verkennen we hoe we meer grip kunnen krijgen op arbeidsmigratie, zoals grensoverschrijdende detachering. Onder bepaalde omstandigheden moeten lidstaten weer de mogelijkheid krijgen om de instroom van arbeidsmigranten te reguleren. Arbeidsmigranten van buiten de EU willen we selectief toelaten op basis van wat de Nederlandse arbeidsmarkt nodig heeft. Hiervoor kan een puntensysteem naar het Canadees model worden ingesteld, al dan niet samen met andere landen, waarbij bij de toelating van migranten onder andere hun leeftijd, opleiding, ervaring en talenkennis worden meegewogen. De instroom van expats voor bedrijven wordt zo veel mogelijk beperkt tot specialisten met kennis en expertise die onvoldoende in Nederland aanwezig zijn. We beperken de fiscale voordelen voor expats en andere werknemers die vanuit een ander land in Nederland komen werken (de regeling extraterritoriale kosten en de regeling die 30\% van het loon onbelast laat) sterk in, zonder het aantrekken van buitenlandse investeringen in de reële economie te ondermijnen. ## Studiemigratie Voor studiemigratie geldt dat het belang van de Nederlandse economie, de arbeidsmarkt en de beschikbaarheid van voldoende studentenhuisvesting meer leidend moeten worden voor het toelatingsbeleid. De instroom van buitenlandse studenten wordt gerelateerd aan de beschikbare capaciteit aan woonruimte en opleidingsplaatsen in studentensteden. Hierbij kan worden gedifferentieerd naar regio en naar sector. Bij voorkeur geschiedt dit middels een bindend convenant in het hoger onderwijs (hbo en wo). In enkele sectoren is het van belang om internationaal talent aan ons land te binden; hiermee wordt rekening gehouden bij het maken van afspraken. Opleidingen in het hoger onderwijs worden standaard weer grotendeels in de Nederlandse taal aangeboden; ook dit zal het aantal internationale studenten verminderen. Uitzonderingen voor bepaalde studies blijven mogelijk. Als buitenlandse studenten Nederlands leren spreken, zijn zij ook beter toegerust om in Nederland te werken en een bijdrage te leveren aan de samenleving. Door Europese regels kunnen EU-studenten die hier een dag per week werken vanaf dit jaar ook direct aanspraak maken op de basisbeurs en soms op een aanvullende beurs. Mede hierdoor is het aandeel buitenlandse studenten opgelopen tot $40 \%$ van de eerstejaarsstudenten. We willen een wachttijd instellen voor het recht op een studiebeurs en de regels in de EU zo aanpassen dat er voor EU-studenten pas bij veel meer werkuren recht ontstaat op een Nederlandse beurs. Een aantal buitenlandse studenten krijgt behalve een beurs in Nederland ook financiële steun van hun eigen regering. We willen maatregelen nemen om stapeling tegen te gaan. --- pdf_page: 26 --- Het collegegeld voor studenten van buiten Europa wordt significant verhoogd. Ook hier zijn uitzonderingen mogelijk. # Asielbeleid Het asielbeleid moet worden aangescherpt. We leveren een solidaire bijdrage aan het opvangen van mensen die worden vervolgd of die gevaar of oorlog ontvluchten, maar met oog voor de draagkracht van de samenleving. Opvang in de regio vormt het uitgangspunt. We willen het tweestatusstelsel opnieuw invoeren, ofwel onderscheid maken tussen persoonlijk vervolgden en mensen die tijdelijk humanitaire bescherming zoeken vanwege grootschalig geweld. De eerste groep van vervolgden mag altijd een asielberoep doen. Voor de tweede en verreweg grootste groep, die meestal vanuit een veilig land hierheen komt, willen we een opvang op basis van een 'eerlijk aandeel'. Deze opvang is tijdelijk; de nadruk ligt op terugkeer naar het land van oorsprong zodra dat weer mogelijk is. In Nederland willen we de asielketen beter laten werken waardoor doorlooptijden in asielprocedures worden verkort en er minder rechterlijke dwangsommen verschuldigd zijn. We willen dat er uit oogpunt van goed bestuur onderzoek wordt verricht naar de asielketen door de inspectie J en V. We zetten ons in voor een Europese aanpak van de problematiek, gebaseerd op opvang in de regio, een scherpe controle aan de buitengrens, een gezamenlijke definitie van 'veilige landen' en een eerlijk aandeel in de asielopvang voor iedere lidstaat. Ook onderzoeken we de mogelijkheid om asielprocedures uit te voeren buiten de EU. Veel migranten verblijven in een veilig land voordat ze naar Nederland komen. Dit wordt nadrukkelijker betrokken bij het beoordelen van asielaanvragen. Mocht het niet lukken om tot goede regelgeving te komen die werkt, overwegen wij met andere EU-landen afspraken te maken over binnengrenzen (asiel-Schengen) of zelfs in uiterste geval een 'opt out' van het Europese beleid. Nederland beziet ondertussen met (een voorhoede aan) Europese partners de mogelijkheden van een koerswijziging om te komen tot een humaner, rechtvaardiger en effectiever asielbeleid. Criminele mensensmokkel en -handel moeten harder worden aangepakt en bestraft. Wat betreft de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne geldt dat we Nederland beschouwen als 'regio' en dat we solidair bijdragen aan de opvang van mensen die bescherming zoeken. Van werkende Oekraïense vluchtelingen moet een eigen bijdrage voor de opvang in de gemeente kunnen worden gevraagd. Het gebrek aan opvangcapaciteit voor asielzoekers heeft de afgelopen jaren geleid tot schrijnende situaties. We breiden de capaciteit van het COA voor de eerste opvang structureel uit, zodat er sprake is van een humane opvang, in het bijzonder wanneer het (gezinnen met) kinderen betreft. Er moet een einde komen aan het jojobeleid rond eerste opvang; de asielketen moet ook tijdelijke pieken in de instroom aankunnen. We zijn tegen de voorliggende Spreidingswet; we willen gemeenten pas verplichten om een aandeel te leveren in de eerste opvang van kansrijke asielzoekers als de centrale randvoorwaarden op orde zijn. Het terugkeerbeleid voor afgewezen asielzoekers moet stringenter worden uitgevoerd. Bij onvoldoende medewerking en ongewenst gedrag wordt sneller ingezet op een (zwaar) inreisverbod en detentie. Bij daderschap is intrekking van de verblijfsvergunning onder omstandigheden mogelijk; dit kan wegens gevaar voor de openbare orde en na veroordeling voor (bijzonder) ernstige misdrijven. Wij willen dat hier meer op wordt toegezien. Ook willen wij dat (huiselijk) geweld een grond kan worden voor intrekking van de verblijfsvergunning. Een goed migratiebeleid is tevens een strategisch onderdeel van buitenlands beleid en ontwikkelingssamenwerking. We zijn voorstander van het maken van goede (Europese) afspraken met landen van transit of oorsprong om irreguliere migratie te voorkomen. Een migratiepact met een derde land kan zowel bilateraal als in EU-verband worden afgesloten. Hiervan moet een onderdeel zijn dat asielaanvragen plaatsvinden in veilige derde landen. Indien het richtgetal voor migratie overschreden dreigt te worden, bezien we welke aanvullende mogelijkheden er zijn. Aanpassing van het Unierecht om de instroom te beperken is een optie die verkend moet worden. Samen met gelijkgezinde landen in de EU zetten we ons waar nodig in voor een herziening van internationale afspraken. --- pdf_page: 27 --- # Gezinsmigratie Het recht op gezins- en familieleven weegt voor ons zwaar. Binnen de kaders van het recht zoeken we naar mogelijkheden om meer grip te krijgen op gezinshereniging als vorm van asielgerelateerde migratie. Door de invoering van het twee-status-stelsel zullen voor de categorie vreemdelingen met de status van subsidiair beschermden voortaan voorwaarden aan gezinshereniging worden gesteld in de periode dat sprake is van een verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd. Voor de andere categorie vreemdelingen, die de status van vluchteling hebben, is het recht om familieleden te laten nareizen beperkt tot het kerngezin. Dit kerngezin kan niet bestaan uit meerdere gezinnen. We willen de naleving hiervan en de handhaving hierop versterken. Meer focus is nodig op het huidige jongvolwassenenbeleid. We gaan reëlere eisen stellen aan de 'jong' volwassene waarbij de bewijslast kan worden omgekeerd. In Nederland zien we een toename van alleenreizende minderjarigen (amv-ers) die door criminele smokkelaars op een gevaarlijke reis vooruit worden gestuurd, om als anker te dienen voor gezinshereniging. Dat vinden wij een zorgelijke en onwenselijke ontwikkeling. Als een alleenstaande minderjarige in Nederland een verblijfstitel heeft gekregen en om nareis wordt verzocht, dient de aanvraag daarvoor voortaan niet meer door de minderjarige vanuit Nederland maar door de persoon die wil nareizen te worden gedaan vanuit het land van herkomst of verblijf. Gezinshereniging moet mogelijk blijven voor gezinnen die elkaar op de vlucht zijn kwijtgeraakt. --- pdf_page: 28 --- # Identiteit en cultuur --- pdf_page: 29 --- # Wat verwachten we van de overheid Het actief bevorderen en uitdragen van de waarden die ten grondslag liggen aan de democratische rechtsstaat in het cultuurbeleid, zoals vrijheid, tolerantie, verantwoordelijkheid en het verbod op discriminatie. ## Wat verwachten we van de samenleving Het kennen en waarderen van de eigen geschiedenis en cultuur. Tolerantie en respectvolle omgang met medeburgers. Nederland is een veelkleurig en pluriform land. Dit zien we om te beginnen terug in de verschillen in regionale identiteit, tradities en streektalen, waarmee veel mensen zich verbonden voelen. Onze relatief open en tolerante houding en onze welvaart zijn daarnaast door de eeuwen heen een magneet geweest voor mensen en groepen die om hun geloof of mening werden vervolgd of in ons land bestaanszekerheid zochten. De aanhoudende arbeids-, gezins- en asielmigratie vanaf de jaren '60 van de vorige eeuw heeft ertoe geleid dat onze samenleving veelkleurig werd. Ook het kolonialisme van onze voorouders heeft aan deze veelkleurigheid bijgedragen. Nederlands-Indië was tot 1945 een kolonie en Suriname werd pas in 1975 zelfstandig. En het is goed om nog eens te benoemen dat ons Koninkrijk een Caribisch deel kent. Ook met deze landen identificeren veel Nederlanders zich nog altijd sterk. Niet alleen qua etniciteit, maar ook op het gebied van religie is ons land pluriform geworden. Een groeiende meerderheid rekent zich inmiddels niet langer tot een kerkgenootschap of levensbeschouwing. ## Burgerschap In de samenleving moet aandacht zijn voor de rechten en plichten die samenhangen met het staatsburgerschap. Het gaat dan onder meer om de positieve betekenis van waarden zoals vrijheid, tolerantie, democratie en menselijke waardigheid. We erkennen de vrijheid van ouders en scholen om een eigen levensbeschouwelijke grondslag te kiezen als basis voor de opvoeding en vorming van kinderen, mits hierbij wordt voldaan aan het reguliere curriculum en aan de wet. We willen geen ruimte bieden aan het overdragen van onverdraagzaamheid en ondemocratische opvattingen door leraren of in lesmateriaal. De Onderwijsinspectie moet hierop kunnen toezien. We hechten zeer aan artikel 23 van de Grondwet, maar de vrijheid van onderwijs mag niet worden misbruikt. Het verbod op discriminatie (art. 1 van de Grondwet) is een basiswaarde van de democratische rechtstaat en een waarborg voor menselijke waardigheid. Dit verbod heeft niet alleen betrekking op ras, godsdienst en geslacht, maar ook op seksuele diversiteit en genderdiversiteit. We bestrijden alle vormen van discriminatie en zetten ons in voor een volwaardige acceptatie van LHBTI'ers op school, op het werk en in de samenleving. --- pdf_page: 30 --- We kennen grote waarde toe aan burgerschapsvorming in alle niveaus van het onderwijs. Alle leerlingen dienen mee te krijgen wat het betekent om - vanuit een eigen overtuiging - te leven in een democratische rechtsstaat. Dit vraagt om respectvol omgaan met andere meningen en overtuigingen. Leerlingen zouden op de middelbare in aanraking moeten komen met de volksvertegenwoordiging; dat kan op nationaal niveau maar zeker ook op lokale en regionale schaal. Bij burgerschap hoort ook dat men leert dat mensen in Nederland onderdeel zijn van een gemeenschap, met rechten, plichten en verantwoordelijkheden. Wij vinden het goed dat jongeren leren het belang van deze gemeenschappen in te zien en dat zij in een vroeg stadium worden gestimuleerd hierin een actieve rol te spelen. Dat kan door het vervullen van een maatschappelijke stage of het doen van vrijwilligerswerk. Jongeren die achttien worden en de stemgerechtigde leeftijd bereiken, worden daarmee een volwaardig burger van ons land. Om het besef daarvan te verdiepen en de betekenis te markeren, worden zij op een aansprekende manier geïnformeerd over de rechten en plichten van het democratisch burgerschap en van de betekenis en de ontwikkeling daarvan. De ingrediënten worden aangereikt door een onafhankelijke commissie wetenschappers, met speciale aandacht voor de Grondwet en de geboortepapieren van Nederland. Inburgering is een belangrijke stap richting verdere integratie en participatie in de samenleving. Hierbij speelt de Nederlandse taal een grote rol; taalbeheersing is een voorwaarde voor naturalisatie. Bij de inburgering van nieuwkomers moet er naast het leren van de Nederlandse taal en praktische vaardigheden aandacht zijn voor onze waarden en normen. De vrijheden en plichten van het Nederlands staatsburgerschap krijgen in de cursussen meer aandacht. Bij het verkrijgen van het Nederlanderschap ontvangen mensen een publieksversie van de Grondwet. We trekken een duidelijke grens ten aanzien van fundamentalistische stromingen die de vrijheden en mensenrechten aantasten en van beïnvloeding door buitenlandse regimes. Nederlanders met een migratieachtergrond moeten worden beschermd tegen ongewenste bemoeienis door de regeringen van landen van herkomst. Religieuze instellingen worden verplicht om transparant te zijn over hoe ze worden gefinancierd. En we accepteren geen gedwongen uithuwelijking en vrouwenbesnijdenis. Om een einde te maken aan deze praktijken in Nederland en om meisjes en jonge vrouwen te beschermen bieden we voorlichting, hulp en strafrechtelijke vervolging van daders. Vijf mei wordt voor iedereen een nationale vrije dag, waarop we vieren dat Nederland een democratische rechtsstaat is waarin elke Nederlander, ongeacht zijn of haar godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, etniciteit, geslacht, handicap of seksuele geaardheid, in vrijheid kan leven. # Regionale talen Regionale identiteiten en culturen verdienen erkenning, waardering en bescherming. Hierover zijn concrete afspraken gemaakt in het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden en in het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden. Deze afspraken moeten serieus worden nageleefd. We zetten hierbij in op bewustwording, zichtbaarheid en een stevige wettelijke verankering en naleving van de verdragen. We houden ons aan de verplichtingen uit het Europees Handvest en het Kaderverdrag om in het onderwijs goed aandacht te besteden aan regionale geschiedenis, cultuur en taal, zoals het Fries, Nedersaksisch, Limburgs, Jiddisch en Sinti-Romanes. Wij erkennen het belang van andere Europese (taal)minderheden en bevorderen de samenwerking tussen de verschillende taalregio's. Het Fries is een officiële taal in Nederland en moet in de Grondwet worden erkend. Dat geldt ook voor de Nederlandse taal zelf en voor de Nederlandse Gebarentaal. Wij werken vanwege de relatie met de eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao actief mee aan het verbeteren van de taalpositie van het Papiaments. ## Cultuurbeleid De democratische rechtsstaat, die is gebaseerd op een vrije samenleving, is met vallen en opstaan tot stand gekomen. Veel mensen hebben hiervoor inzet gepleegd en offers gebracht. Wij willen dat er meer aandacht komt in het cultuurbeleid voor (regionale) geschiedenis en voor mensen die zich hebben ingezet voor vrijheid --- pdf_page: 31 --- en verdraagzaamheid. Musea, tentoonstellingen en openbare archieven verdienen financiële steun in het cultuurbeleid. Hier worden de verhalen verteld en gedeeld van mensen en groepen die nu land- en lotgenoten zijn. Er komt een nationaal historisch museum dat alle facetten van onze nationale en regionale geschiedenis tot uitdrukking brengt. Het cultuurbeleid ondersteunt de instandhouding van nationaal cultureel erfgoed, musea en tentoonstellingen. Via archieven worden collecties ook digitaal ontsloten voor de bevolking. Kolonialisme en het slavernijverleden verdienen een duidelijke en vaste plek in ons geschiedeniscurriculum en in het cultuuraanbod, naast andere vormen van onderdrukking die onze samenleving uiteindelijk heeft overwonnen zoals feodaliteit, beperkt kiesrecht, vrouwendiscriminatie, kinderarbeid en uitbuiting. Er komt een nationaal slavernijmuseum. We hebben oog voor de betekenis van moderne kunst en cultuur voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van steden en dorpen. Hedendaagse kunstenaars inspireren hun omgeving met schoonheid en een creatieve blik op de toekomst. We erkennen het belang van cultuureducatie en -participatie en stimuleren dat jongeren al op school in aanraking komen met kunst en cultuur waarbij naast basisvorming ook nadrukkelijk ruimte moet zijn voor het ontwikkelen van talent. Kunstenaars moeten in staat worden gesteld om een eerlijke boterham te verdienen. Om kunstenaars te laten profiteren van hun eigen werk moeten onlineplatforms en streamingsdiensten meer bijdragen aan het verdienmodel van de culturele sector. Om de totstandkoming van nieuwe nationale en streekproducties in toneel, musical en film te bevorderen, moet er een apart stimuleringsfonds komen. Cultuur moet in iedere regio bereikbaar zijn; we pleiten voor een herverdeling van middelen voor kunst en cultuur waarbij er extra inzet nodig is in het landelijk gebied. De bibliotheek is een belangrijke basisvoorziening en is gratis voor kinderen. Naast leesbevordering, bevorderen van leesplezier en digitalisering heeft de bibliotheek een belangrijke rol in het aanjagen van cultuur en het zijn van een ontmoetingsplaats. # Mediabeleid De samenleving moet beschikken over een goed en pluriform media-aanbod. Het publieke omroepbestel is een waarborg dat de diversiteit van de samenleving ook tot uitdrukking komt in het programma-aanbod. De betekenis van de klassieke media - televisie en radio - neemt echter af, in het bijzonder voor jongere generaties. We willen de financiering van de nationale publieke omroep (NPO) beperken tot twee zenders. De vrijkomende middelen zetten we in om producties te stimuleren op het gebied van nieuws, achtergronden, geschiedenis, film, kunst en cultuur. Deze producties kunnen langs diverse kanalen onder de aandacht worden gebracht van een breed publiek (publieke zenders, commerciële zenders, social media). We hechten zeer aan pluriforme media. We stellen strengere voorwaarden aan fusies en overnames in de mediasector, waaronder kranten. We steunen lokale en regionale omroepen. Voor de rechtsstaat is het van belang dat de gehele publieke sector, inclusief de lokale en provinciale democratie, gevolgd wordt door een kritische en onafhankelijke journalistiek. Ook stimuleren we samenwerking tussen regionale, lokale en nationale omroepen. ## Gastvrij toerisme Van de Zaanse Schans tot de hunebedden, van Rembrandt tot Eise Eisinga en van de Deltawerken tot de historische zeilvaart. Het landschap, de cultuur en geschiedenis van de lage landen trekken jaarlijks vele miljoenen bezoekers uit binnen- en buitenland. We willen hen gastvrij ontvangen, goed spreiden over het land en deelgenoot maken van onze cultuur en natuur. We pleiten voor actief rijksbeleid om het verhaal van Nederland en haar regio's te vertellen en toerisme goed gespreid te faciliteren, samen met gemeenten, provincies en het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC). Dit alles binnen de grenzen van wat steden en dorpen duurzaam aankunnen. We koesteren onze nationale parken en stellen middelen beschikbaar om deze duurzaam te beheren. --- pdf_page: 32 --- Wildgroei aan particuliere vakantiewoningen moet beteugeld worden, zodat het niet nog meer ten koste gaat van woongelegenheid of van de reguliere toeristenaccommodaties. Ook de steeds verdere toename van het aantal vakantieparken willen we een halt toeroepen, met name in kwetsbare kustgebieden. Wij zorgen ervoor dat de gegevens van verhuurplatforms (zoals AirBNB) uitgewisseld worden met de Belastingdienst, zodat er ook effectief belasting op de inkomsten geheven kan worden. --- pdf_page: 33 --- # 5 ## Good ## onderwijs --- pdf_page: 34 --- # Wat verwachten we van de overheid Afspraken met scholen over de besteding van middelen, zodat leraren/docenten meer tijd en aandacht kunnen besteden aan leerlingen. Faciliteren van een goede zorgstructuur op scholen. Voldoende financiële middelen en minder administratieve lasten, zodat leraar/docent een aantrekkelijk beroep blijft. ## Wat verwachten we van de samenleving Blijven investeren in het op peil houden van vakmanschap en kennis. Helpen inspelen op het lerarentekort en schooluitval. Goed onderwijs ligt aan de basis van bestaanszekerheid. Onderwijs draait niet alleen om het overdragen van kennis, maar vooral ook om het ontdekken en ontwikkelen van talenten en het aanleren van vaardigheden. Daarvoor moet alle ruimte zijn in het onderwijsleerproces. De overheid kan en moet hiervoor de juiste voorwaarden scheppen en zorgen voor een betrouwbare structurele bekostiging van het onderwijs. Niet het aantal leerlingen, maar (kunnen) leveren van kwaliteit moet hierbij centraal staan. Het is vervolgens aan de onderwijsbesturen, de schoolleiding en leraren/docenten om te zorgen voor onderwijs van hoge kwaliteit. We willen dat leraren/docenten voldoende ruimte hebben om hun werk professioneel en met passie te kunnen doen. Dit betekent dat we met hen kritisch zijn op de toegenomen administratieve lasten, vergadercultuur en overhead. We willen terug naar de basis: de leerkracht/docent moet leerlingen de aandacht kunnen geven die ze verdienen en goed onderwijs kunnen bieden. Dat geldt voor alle niveaus en leerjaren. Om het lerarentekort terug te dringen is niet alleen een goede beloning nodig, maar ook aandacht voor de omstandigheden op school. Wij mogen niet van het onderwijs verwachten dat zij ook alle maatschappelijke en sociale problemen oplossen. Leraren worden in de klas echter wel met deze problemen geconfronteerd. Het is dan ook van groot belang dat er op scholen voldoende zorg en ondersteuning beschikbaar is, waarbij zorginstellingen en de gemeente een rol spelen. ## Basis- en voortgezet onderwijs De kwaliteit van het basis- en voortgezet onderwijs is gediend bij sterke onderwijsgemeenschappen die aansluiten bij de menselijke maat, met aandacht voor de individuele leerling. Docenten en schoolleiding organiseren als collega's samen het onderwijs en betrekken ouders actief hierbij. Leraar/docent moet een aantrekkelijk beroep zijn, met voldoende tijd om lessen voor te bereiden en mogelijkheden voor het ontwikkelen van de eigen professionele vaardigheden. Adequate beloning en waardering zijn hierbij randvoorwaarden. We willen met de sector verkennen wat er voor nodig is om meer mensen voltijds ( 4 tot 5 dagen per week) te laten werken. De regeldruk en administratieve lasten voor de leraar moeten afnemen. We zijn geen voorstander van onderwijsvernieuwingen die onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd zijn. Er komen geen nieuwe 'potjes' (extra tijdelijke middelen), maar alleen structurele bekostiging waarmee scholen vooruit kunnen. Wij pleiten ervoor om de rol van schoolbesturen te respecteren door middel van de structurele (lumpsum) bekostiging. Schoolbesturen moeten er wel voor zorgen dat de middelen besteed worden in de klas. We stellen een norm voor de hoeveelheid onderwijsgeld aan het primaire proces, maximeren de overhead en willen dat leraren actief worden betrokken bij de besteding van de middelen. --- pdf_page: 35 --- Het basisniveau van rekenen en lezen moet omhoog. Nieuwe - soms ouderwetse - lesmethoden moeten het plezier in lezen terugbrengen. Daarnaast is het van belang dat er een goede balans is tussen cognitieve ontwikkeling, kennis van de wereld en het ontwikkelen van creativiteit. Dit is noodzakelijk om later als burger in onze maatschappij te kunnen functioneren. We willen de kansen vergroten van leerlingen die van huis uit minder meekrijgen, met een achterstand beginnen of gewoon laatbloeier zijn. Daarom proberen we over- of onderadvisering zo veel mogelijk te voorkomen met een goed onderbouwd schooladvies door de leraar en door scholen meer ruimte te bieden om laatbloeiers te helpen hun weg te vinden. Steeds meer kinderen krijgen bijles. Dat is nadelig voor kinderen waarvan ouders dat niet kunnen betalen. Daarom dient er een goed aanbod van huiswerkbegeleiding beschikbaar te zijn bij de school zelf. Het is noodzakelijk om de lerarenopleidingen te verbeteren en onderling beter te laten samenwerken. De lat moet omhoog. We investeren in de kwaliteit van zowel de voltijdopleidingen als in deeltijd- en zijinstroomopleidingen. We stimuleren effectieve programma's die de diversiteit in het basisonderwijs vergroten. We pleiten voor een fijnmaziger functiehuis, zodat er meer ruimte komt voor mbo'ers, zijinstromers en herintreders. Bij de omgang met schaarste wordt het solidariteitsprincipe gehanteerd: scholen met het grootste aandeel kwetsbare kinderen krijgen de meeste middelen om beperkingen in onderwijsaanbod en -tijd te vermijden. Wij zijn voorstander van stimuleringsregelingen (financieel en/of middels urgentieverklaringen in huisvesting) om goede docenten te kunnen aantrekken op scholen met veel kwetsbare leerlingen. Scholen met veel leerlingen van minder draagkrachtige ouders hebben moeite om activiteiten als schoolkampen en schoolreisjes te bekostigen. Wij willen het voor scholen niet geheel onmogelijk maken om een vrijwillige ouderbijdrage voor bepaalde activiteiten te vragen, maar pleiten wel voor een verruiming van de activiteiten in het basisaanbod van scholen (zoals digitale leermiddelen, of een periodiek schoolreisje). Om kinderen te helpen zichzelf te concentreren, zijn mobiele telefoons en andere digitale communicatieapparatuur op school alleen toegestaan wanneer deze nodig zijn voor de les. Het streven naar passend onderwijs voor kinderen met problemen op een reguliere school leidt in de praktijk nog te vaak tot overbelasting van leraar/docent én klas en tot thuiszittende leerlingen, wat effect kan hebben op de motivatie, het gedrag en de schoolprestaties van leerlingen. Schoolbesturen moeten voldoende middelen krijgen om te zorgen voor preventieve jeugdhulp op school. Het speciaal onderwijs voor leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben, moet in een aantal regio's meer plekken krijgen. Dit geldt ook voor hoogbegaafde leerlingen. Te grote afstanden dragen niet bij aan het welzijn van leerlingen, we stellen een bereikbaarheidsnorm in van maximaal 45 minuten reistijd. We willen een evaluatie van het leerlingenvervoer; het vervoer van kwetsbare kinderen moet gegarandeerd zijn en mag niet leiden onder de tekortkomingen van gemeentelijke aanbestedingen. Gemeenten dragen zorg voor adequate onderwijshuisvesting. Er moet een inhaalslag worden gemaakt op het gebied van renovatie, onderhoud en verduurzaming van gebouwen. We verwachten van gemeenten dat zij duidelijke afspraken maken met schoolbesturen over verantwoordelijkheden en geldstromen. Aanbod van verschillende soorten scholen door verschillende scholenverenigingen, is goed voor de kwaliteit. We ontmoedigen de vorming van te grote koepels waardoor één scholenvereniging een hele regio of stad beheerst. # Beroepsonderwijs We moeten méér investeren in vakmanschap bij de Nederlandse bevolking. Het beroepsonderwijs verdient hiervoor meer erkenning. Hier worden de vakmensen van de toekomst opgeleid die we hard nodig hebben in onder meer de bouw, techniek, bij de energietransitie en in de zorg. Het is tevens dé sector die een belangrijke rol speelt in het om- en bijscholen van volwassenen; dit is van groot belang om werkenden duurzaam inzetbaar te houden. We willen het beroepsonderwijs als een volwaardige beroepsroute naast de academische lijn positioneren. Dit betekent dat er een vloeiende overstap mogelijk moet zijn van het vmbo naar mbo, en van mbo/havo/vwo naar hbo en de beroepspraktijk. --- pdf_page: 36 --- Samen met het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven, zowel landelijk, sectoraal als regionaal, maken we afspraken voor doelmatig en kansrijk opleiden en ontwikkelen van meer beroeps- en praktijkgerichte (Ad-) trajecten. Met de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) maken we actieplannen voor voldoende stages en leerwerkplekken. We verhogen de belastingvrije stagevergoeding bij beroepsopleidingen naar 450 euro per maand. Dit is tevens het minimum voor een fulltimestage. Mkb'ers met een klein budget kunnen hiervoor ondersteuning aanvragen. We maken ons zorgen over de toename van het voortijdig schoolverlaten in met name het (v)mbo. We streven ernaar dat leerlingen minimaal een startkwalificatie (mbo2) halen. Wij steunen het aanvalsplan om schooluitval terug te dringen, maar willen de effectiviteit verhogen door beperkingen in de regelgeving te doorbreken en het onderwijsaanbod beter te laten passen bij de leerling/student. Er moet ruimte komen voor de docent en de scholen om een persoonlijk en passend aanbod vorm te geven. Dit kan ook betekenen dat de jongere zonder diploma aan het werk wordt geholpen. In deze gevallen kan worden toegewerkt naar het halen van een deelcertificaat, onder toezicht en met begeleiding. Het tekort aan docenten in het beroepsonderwijs is groot. We ondersteunen een maatwerkleerpad om ervaren vakmensen toe te rusten met didactische vaardigheden en te enthousiasmeren voor het (v)mbo. In veel regio's is de reistijd voor studenten in het (v)mbo te lang. We stimuleren de spreiding van (v)mboonderwijs middels regiotoeslagen. De norm voor vmbo-basis/kaderschool (zorg, administratief en techniek) wordt gesteld op max. 45 minuten reistijd. # Hoger onderwijs Het hoger onderwijs (hbo, universiteit) is van belang voor het opleiden van vakmensen en experts, maar ook voor het verrichten van praktijkgericht en fundamenteel onderzoek. De toegankelijkheid van het hoger onderwijs moet worden gewaarborgd, daarom zijn we blij met de herinvoering van de basisbeurs. We hebben oog voor de 'pechgeneratie' die in de periode van 2015/16 tot 2023/24 een studieschuld heeft opgebouwd dankzij het leenstelsel. Voor deze specifieke groep studenten willen we de rente tien jaar lang zeer laag houden. We bezien de mogelijkheden om deze studenten nog verder tegemoet te komen. We willen af van het streven om zo veel mogelijk (internationale) studenten aan te trekken en opleidingen aan te bieden. Dit is het gevolg van de huidige concurrentie en bekostiging op basis van studentenaantallen. Voor de bekostiging van universitaire en beroepsopleidingen wordt (deels) overgestapt op capaciteitsbekostiging. Opleidingen worden voortaan in beginsel weer aangeboden in de Nederlandse taal. Gerichte uitzonderingen zijn mogelijk in de masterfase en voor bepaalde studies. Ook bij die uitzonderingen krijgt Nederlands een plek in het curriculum, zodat studenten ook deel gaan uitmaken van de Nederlandse samenleving. Huisvesting van studenten is een groot probleem, we steunen regio's met plannen voor 'betaalbaar wonen op de campus'. Dit heeft tevens een positief effect op de beschikbaarheid van woningen in de stad. Om de positie van Nederland als kennisland te behouden is een substantieel budget voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en kennisvalorisatie van belang. We steunen de versterking van de primaire geldstroom ('sectorgelden') voor universiteiten en de startersbeurzen om jonge onderzoekers in staat te stellen hun eigen onderzoekslijn uit te bouwen. Samen met de inzet van het bedrijfsleven op het gebied van R\&D versterken we onze toppositie in Europa op kennisgebieden zoals fotonica, quantumtechnologie, kunstmatige intelligentie, klimaat- en medische technologie. Het is onacceptabel dat we veel hoogleraren hebben die zich bezighouden met winstbelasting (vpb), maar geen enkele leerstoel over de toekomst van het toeslagenstelsel. We versterken het onderzoek dat gericht is op relevante Nederlandse beleidsvraagstukken. Het gaat bijvoorbeeld om sociologische vraagstukken, openbaar bestuur, fiscaliteit en welzijnswerk. Veel wetenschapsbekostiging vereist dat wetenschappers samenwerken met andere organisaties, zodat onderzoeksresultaten zo veel mogelijk van waarde zijn. Onderzoekers moeten volstrekt transparant zijn wanneer leerstoelen bekostigd worden door bedrijven of een buitenlandse mogendheid, zoals voorgeschreven in de gedragscode. Er komt extra aandacht voor het loket kennisveiligheid en - indien nodig - een meldplicht. --- pdf_page: 37 --- # Een leven lang ontwikkelen Je bent nooit klaar met leren. Een 'leven lang ontwikkelen' moet het nieuwe normaal worden; werkenden zullen de ontwikkelingen op hun vakgebied actief moeten volgen en hun vaardigheden en kennis moeten bijspijkeren. We hebben iedereen nodig en werkenden moeten duurzaam inzetbaar blijven. Alle werkenden krijgen daarom een persoonlijk ontwikkelbudget, dat hen in staat stelt om zich persoonlijk te blijven ontwikkelen. Dit vraagt om een leercultuur binnen bedrijven en instellingen en om concrete afspraken over de voeding van het persoonlijke ontwikkelbudget voor training en scholing (bijvoorbeeld in plaats van de verplichte afdrachten aan O\&O-fondsen). Het beroepsonderwijs zal een scholingsaanbod moeten ontwikkelen dat goed aansluit op de behoefte van de werkvloer. Transitievergoedingen worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn, te weten de transitie van werk naar werk, en worden daarom gestort in het persoonlijk ontwikkelbudget. Dit budget is inzetbaar voor omscholing, verdieping en begeleiding. Het STAP-budget komt niet meer terug. Scholingsvouchers van het UWV/gemeenten kunnen gericht worden ingezet als het persoonlijk ontwikkelbudget niet toereikend is. Samen met de bibliotheken en maatschappelijke organisaties geven we een (financiële) impuls aan de aanpak van laaggeletterdheid en digitale vaardigheden onder volwassenen, van alle leeftijden. Wij steunen de invoering van een vrijwillige maatschappelijke diensttijd waarin jongvolwassenen een jaar het algemeen belang dienen. Afhankelijk van ieders talenten en ambitie kan dit jaar worden ingevuld met een bijdrage in sectoren zoals zorg voor ouderen en gehandicapten, hulpverleningsdiensten (politie, brandweer en ambulance) en Defensie. Door kennismaking met dit werk beogen we meer mensen te verleiden te kiezen voor een baan in deze werkvelden, die essentieel zijn voor ons land. ## Kinderopvang Een goede opvang van jonge kinderen draagt zowel bij aan de ontwikkeling van kinderen als aan de arbeidsdeelname van ouders. Voorschoolse educatie moet met voorrang toegankelijk blijven voor kinderen die hiervoor een indicatie hebben van het consultatiebureau vanwege een extra hulpbehoefte of een kwetsbare thuissituatie. Voor deze groep blijft bekostiging door de gemeente beschikbaar. Maatwerk in het aantal af te nemen uren moet mogelijk zijn. Wij pleiten voor een goede regeling voor de rijke schooldag. Dit biedt mogelijkheden voor samenwerking tussen basisscholen en instellingen/verenigingen die buitenschoolse activiteiten aanbieden op het gebied van sport, cultuur en huiswerkbegeleiding. Scholen hebben momenteel een wettelijke zorgplicht voor vooren naschoolse opvang, maar ontvangen hiervoor niet de financiële middelen. Wij willen het opzetten van integrale kindcentra voor kinderen van 0-12 jaar vergemakkelijken door financieringsarrangementen te creëren die de samenwerking tussen scholen, kinderopvang en andere instellingen belonen. Voor ouders met een parttimebaan wordt het hierdoor eenvoudiger om meer uren te gaan werken. We draaien het voornemen om de kinderopvang gratis te maken terug. Deze maatregel pakt vooral gunstig uit voor hogere inkomens, terwijl het effect op de arbeidsdeelname zeer beperkt is en er geen gunstig effect wordt verwacht op de ontwikkeling van kinderen. Informele opvang zou worden vervangen door betaalde krachten, wat in de huidige krappe arbeidsmarkt zal leiden tot prijsstijgingen, wachtlijsten en kwaliteitsvermindering. Wij pleiten ervoor om de belangrijke rol van informele opvang door grootouders en kleinschalige gastouderopvang - naast het aanbod van professionele kinderopvang - te erkennen en te omarmen. We willen de toetreding tot de sector van ouderen, zijinstromers en praktisch geschoolden vergemakkelijken. Bij de formele kinderopvang stappen we over op instellingsfinanciering. De kinderopvangtoeslag wordt vervangen door een inkomensafhankelijke bijdrage, die wordt geïnd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Dit vermindert problemen met terugvordering. --- pdf_page: 38 --- # 7 ## Eerlijk werk in een sterke economie --- pdf_page: 39 --- # Wat verwachten we van de overheid Het terugdringen van de tweedeling op de arbeidsmarkt tussen beschermde 'vaste banen' en onzekere 'flexibele arbeid'. Het aantrekkelijker maken van werkgeverschap voor ondernemers in het mkb. Aandacht voor een goed vestigingsklimaat en een strategisch industriebeleid. ## Wat verwachten we van de samenleving Werken naar vermogen. Ondernemerschap. Het betrekken van kwetsbare groepen in bedrijven en organisaties (inclusie). Betaald werk is voor veel mensen dé manier om een beter bestaan te krijgen. Maar werk is meer dan geld verdienen. Wij beschouwen individuen niet enkel als een 'productiefactor' in dienst van de groei en winst van bedrijven. We zijn doorgeschoten in een neoliberaal model waarin het rendement van aandeelhouders allesbepalend lijkt te zijn. Werkenden, werkgevers en ondernemers zouden zich moeten verbinden aan de 'brede welvaart' van onze samenleving op de lange termijn met waardering voor kennis en vakmanschap. Het is hoog tijd om het 'Rijnlands model' opnieuw te ontdekken en vorm te geven, waarin de markt dienstbaar is aan de mens - en niet andersom. Om te voorkomen dat bedrijven landen tegen elkaar uitspelen, vergt dit op een aantal terreinen ook vergaande internationale samenwerking. ## Een eerlijke en inclusieve arbeidsmarkt De eenvoudigste route naar bestaanszekerheid is via de route van werk. We streven naar een economie en een arbeidsmarkt waaraan iedereen naar vermogen bijdraagt. Daar past geen tweedeling bij tussen goed verzekerde mensen met een arbeidscontract en een schil van onderverzekerde flexibele arbeidskrachten zonder perspectief. Werkzekerheid vraagt bovendien om een sterke economie met een florerend midden- en kleinbedrijf en een duurzame industrie. Dit betekent dat we ook het ondernemerschap in de samenleving moeten koesteren. De weg naar een toekomstbestendige en eerlijke arbeidsmarkt is gewezen door de commissie Regulering van Werk (2020). Wij beschouwen deze adviezen als de basis voor een nieuw sociaal contract tussen werkgevers, werknemers en zelfstandigen. Dit betekent dat normale dienstverbanden de norm worden. Uitzendarbeid is voorbehouden voor 'piek en ziek' en zelfstandigen krijgen duidelijkheid over de kaders waarbinnen zij kunnen ondernemen. De fiscale en sociale behandeling van werknemers, uitzendkrachten en zelfstandigen wordt zo veel mogelijk gelijkgetrokken, zodat uitzendbureaus en zelfstandigen niet met werknemers concurreren op arbeidsvoorwaarden. Het ontslagrecht wordt toekomstbestendig en rechtszekerheid geborgd voor werkenden en werkgevers. De bestaande Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) moet van tafel, omdat het stelsel om verkapte dienstverbanden tegen te gaan in de praktijk niet werkt. Er moeten heldere en meetbare criteria komen voor de relatie tussen zelfstandigen zonder personeel en hun opdrachtgevers. Deze criteria moeten zekerheid bieden voor alle betrokken partijen en handhaafbaar zijn voor toezichthoudende instanties (Belastingdienst, Arbeidsinspectie). Werkgevers en werknemers zijn samen verantwoordelijk voor het op peil houden van kennis en vakmanschap en voor 'van werk naar werk'-trajecten bij ontslag. De transitievergoeding wordt meer gericht op het faciliteren van een overstap naar nieuw werk en daarom voortaan gestort in het persoonlijk ontwikkelbudget van werkenden. We pleiten ervoor om (naar Deens model) 'leerpaden' te ontwikkelen voor de top 10-functies met een groot personeelstekort. Het UWV en de gemeentelijke diensten stellen middelen ter beschikking voor de bekostiging --- pdf_page: 40 --- van deze leerpaden, indien het persoonlijk ontwikkelbudget van mensen niet toereikend blijkt te zijn. Kies je voor één van de leerpaden, dan wordt de sollicitatieplicht in de WW opgeschort. We verruimen de mogelijkheid voor asielzoekers met een zeer grote kans op een verblijfsstatus om aan het werk te gaan. We willen de baankansen voor statushouders samen met werkgevers, het onderwijs en de gemeenten vergroten, onder meer door combinaties van leren en werken in de praktijk aan te bieden. Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (langdurig werklozen, gedeeltelijk arbeidsgeschikten) komt er een hernieuwd aanvalsplan. Het moet voor werkgevers veel aantrekkelijker en eenvoudiger worden om mensen uit deze doelgroep in dienst te nemen (door omscholing, no-riskpolis, loonkostensubsidie, jobcoaching, etc.). Het aantal beschutte plaatsen in de sociale werkvoorziening wordt uitgebreid. # Mkb- en familiebedrijven We beschouwen het midden- en kleinbedrijf (mkb) en familiebedrijven als de hoeksteen van onze economie. Vaak innovatief, internationaal opererend, met oog voor hun omgeving en hun medewerkers. Het zijn bovendien de ondernemers die permanent investeren in de ontwikkeling van hun bedrijf met het oog op de lange termijn. Dit in tegenstelling tot bedrijven die - aangemoedigd door fiscale regelingen - door private equity worden volgeladen met schulden en hoge winsten uitkeren aan hun aandeelhouders. Het moet aantrekkelijker worden voor kleine werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen. We willen hiertoe de administratieve lasten voor mkb'ers verminderen, onder meer door bestaande prikkels tegen het licht te houden en bij nieuwe wetgeving een mkb-uitvoeringstoets in te voeren. Papieren tijgers moeten worden geschrapt, zoals de rapportageplicht werkgebonden mobiliteit. De voor werkgevers verplichte loondoorbetaling bij ziekte gaat naar één jaar. Indien werkgevers hun re-integratieverplichtingen onvoldoende zijn nagekomen, kan het UWV een jaar langer loondoorbetaling opleggen. We hebben oog voor de ondernemers die tijdens de coronalockdowns in grote problemen zijn geraakt en die moeite hebben met het terugbetalen van leningen en tegemoetkomingen. Invorderen zonder oog te hebben voor de gevolgen getuigt niet van goed openbaar bestuur; voldoende coulance is nodig met betrekking tot terugbetalingstermijnen. Wij onderschrijven de bevinding van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap dat de Nederlandse economie gebaat is bij versterking van het eigen vermogen van het mkb. We doen een gericht onderzoek en vergelijken de fiscale en andere mogelijkheden van private equity en traditionele stabiel en conservatief gefinancierde familiebedrijven. We zorgen ervoor dat er een gelijk speelveld ontstaat tussen deze twee groepen en zullen dus een aantal belastingvoordelen van private equity terugdringen. De fiscale Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) voor familiebedrijven wordt behouden als waarborg voor de continuïteit van werkgelegenheid en bedrijvigheid. In het onderzoek naar de rol van private equity en buitenlandse ketens in de economie nemen we mee hoe we deze rol kunnen terugdringen in essentiële publieke dienstverlening, zoals huisartsenpraktijken en andere eerstelijnszorg, kinderopvang, dierenartsen. Op basis hiervan scherpen we relevante (belasting)regels en toezicht aan. Omdat de grote banken vaak niet thuis geven wat betreft leningen aan het mkb, bevorderen we de toegang tot non-bancaire financiering zoals crowdfunding, kredietunies en de microfinanciering door Qredits. Voor het kleine mkb wordt op nationaal niveau een duurzaamheidslening geïntroduceerd. ## Vestigingsklimaat en innovatie Om het verdienvermogen van Nederland op lange termijn zeker te stellen is een gezond vestigingsklimaat van belang. Het gaat hierbij niet in de eerste plaats over fiscale faciliteiten, maar vooral om de beschikbaarheid van talent, het scheppen van voorwaarden voor innovatie en groei en goede regionale samenwerkingsverbanden. We zien het belang van regionale broedplaatsen voor startups en scale-ups, waar startende, groeiende en gevestigde ondernemers samen met onderwijs- en kennisinstellingen werken aan doorbraken op het gebied van technologie en duurzaamheid. Bijzondere aandacht moet er zijn voor de risicovolle beginfase, het doorgroeien naar een volwaardig bedrijf --- pdf_page: 41 --- en het voorkomen van weglekken van kennis en bedrijvigheid. Hiervoor moeten voldoende fondsen beschikbaar zijn. Wij willen regionale samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en decentrale overheden (de zogenaamde triple helix) versterken. Naast financiering gaat het hierbij vooral om gezamenlijke inzet op strategie, internationalisering en digitalisering. In het nationale innovatiebeleid willen we een hervorming doorvoeren. De overheid verstrekt via het Groeifonds nu miljarden aan innovatiesubsidies, zonder de noodzaak en het doel van een bijdrage uit de belastingmiddelen scherp af te wegen. Meer regie is gewenst. We voegen daarom het Groeifonds en onderdelen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) samen met InvestNL tot een Nationale Ontwikkelingsmaatschappij die risicovolle private investeringen kan uitlokken op het gebied van onder meer verduurzaming, digitalisering en strategische infrastructuur. De Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de Innovatiebox zijn instrumenten die het voor grotere bedrijven aantrekkelijk maken om hun innovaties en R\&D in Nederland te concentreren. We handhaven deze fiscale faciliteiten. In het vestigingsbeleid richten we ons op de bedrijven die een bijdrage leveren aan de reële economie en de brede welvaart van Nederland - en niet op brievenbusfirma's. We steunen het voornemen om internationaal een minimale winstbelasting van $15 \%$ in te voeren voor bedrijven, om de 'race naar de bodem' tussen landen tegen te gaan. Voor het innovatieve mkb blijven de regionale ontwikkelingsmaatschappijen het eerste aanspreekpunt. We handhaven de fiscale faciliteiten voor innovatie en de aftrek voor milieu-investeringen en zijn terughoudend met subsidies. We vinden het wenselijk dat bestuurskamers en Raden van Toezicht van grote bedrijven en instellingen een afspiegeling zijn van de Nederlandse samenleving. # Industriebeleid Innovatieve Nederlandse bedrijven zijn van oudsher actief op internationale markten. De realiteit is dat protectionisme, staatssteun en (het ontbreken van) regelgeving op het gebied van milieu en arbeidsomstandigheden in andere werelddelen, maar ook binnen de EU, het speelveld sterk beïnvloeden en leiden tot oneerlijke concurrentie. De coronacrisis en de toenemende geopolitieke spanningen hebben ons bovendien met de neus op de feiten gedrukt: het is essentieel om als land zelf producten te kunnen maken. De toegang tot grondstoffen, technologie en energie bepaalt onze 'strategische autonomie'. Zowel met het oog op de concurrentiepositie als de verduurzaming van onze bedrijven is strategische autonomie noodzakelijk. We ontwikkelen - zowel op nationaal niveau als in Europees verband - een strategisch industriebeleid om onze bedrijven minder kwetsbaar en meer zelfvoorzienend te maken op het gebied van schaarse grondstoffen, energie en sleuteltechnologieën. We definiëren welke industrieën en andere productiefactoren (zoals vruchtbare landbouwgrond, havens of de opwekking van elektriciteit) cruciaal voor Nederland zijn en nemen maatregelen dat deze in Nederlandse en/ of Europese handen blijven. Hierbij hoort ook een actief beleid ten aanzien van economische veiligheid; we beschermen onze industrie tegen vijandige overnames. We zetten samen met ondernemers in op strategische voorraden en productielijnen die snel opgeschaald kunnen worden ten behoeve van kritische producten. De coronacrisis heeft ons geleerd dat we voor de productie van bijvoorbeeld mondkapjes afhankelijk zijn geworden van andere landen. Wij geloven dat op de fundamenten van de oude maakindustrie een nieuwe economie kan ontstaan, waarbij we minder of geen nieuwe grondstoffen nodig hebben en vooral gebruikmaken van biobased en hergebruikte materialen. We werken aan een circulaire economie door het modulair en reparabel ontwerpen van producten te stimuleren; dit wordt onderdeel van het innovatiebeleid. Door de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid verplichten we het bedrijfsleven tot het opzetten van systemen voor inzameling, hergebruik en recycling van materialen en onderdelen. Er komen bindende doelen voor het gebruik van gerecycled materiaal in productieprocessen en tegengaan van verspilling. Knelpunten in wetgeving rond het benutten van 'afval' als grondstof worden weggenomen. --- pdf_page: 42 --- Voor de consument en bedrijven moet de keuze voor het circulaire alternatief aantrekkelijker worden gemaakt. We willen afspraken maken met elektronica-, meubel- en kledingzaken over het aanbieden van tweedehands/ refurbished producten. Het statiegeldsysteem werkt op dit moment onvoldoende. We zorgen ervoor dat het bedrijfsleven veel meer inleverpunten realiseert. Daarnaast zetten we in op meer en betere nascheiding van huishoudelijk en bedrijfsafval om waardevolle reststromen terug te winnen en materialen opnieuw te kunnen gebruiken. --- pdf_page: 43 --- # 8 ## Toegankelijke gezondheidszorg --- pdf_page: 44 --- ## Wat verwachten we van de overheid Voorwaarden scheppen voor een goede, betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg voor jong en oud. Een zorgstelsel dat de relatie tussen arts/ verpleegkundige en patiënt centraal stelt. Op regionale schaal en de belangrijke rol van mantelzorgers bevorderen. Goede arbeidsvoorwaarden voor de professionals in de zorg en minder bureaucratie. Terugdringen van (gereguleerde) marktwerking. ## Wat verwachten we van de samenleving Aandacht voor bewegen en gezond leven: individueel, op school en op het werk. Oog en zorg voor elkaar in gezin/familie, buurt en dorp. Solidariteit via betaling van premies en belastingen, zodat goede zorg toegankelijk is en blijft voor arm en rijk, ziek en gezond, jong en oud. Ons uitgangspunt is dat gezondheidszorg, welzijn en jeugdzorg beschikbaar zijn voor iedereen die het nodig heeft. Wij streven naar een goede gezondheid van de Nederlandse bevolking door preventie van ziekte en goede zorg gedurende de gehele levensloop. We willen een gezondheidsstelstel waarin de mens centraal staat, er minder marktwerking is en het nijpende personeelsprobleem wordt bestreden. We streven naar het zo lang mogelijk behouden van eigen regie en autonomie van mensen; daarvoor richten we ons op het ondersteunen van belangrijke bronnen van mensen zoals hun zelfzorgvermogen, hun sociale netwerk, hun inkomen en hun mobiliteit. Noaberschap en mienskip zijn waarden die steeds belangrijker zullen worden voor stad en platteland. Daarnaast zal gezondheidzorg niet alleen in termen van kosten moeten worden benaderd, maar ook in termen van kwaliteit van leven en levensplezier van mensen. # Preventie Een goede gezondheid begint met preventie waarvoor we een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben. Veel (chronische) gezondheidsproblemen hebben een maatschappelijke component, bijvoorbeeld armoede, schulden en gebrekkige huisvesting. Het bevorderen van bestaanszekerheid heeft daarom ook positieve gevolgen voor de gezondheid. Preventie gaat daarnaast ook over de leefomgeving, de leefomstandigheden van burgers en meedoen in de samenleving. Wij willen investeren in preventie voor alle mensen in Nederland, maar willen extra aandacht voor preventie voor burgers in regio's en steden waar veel mensen met een lage sociaaleconomische status wonen. Wij streven naar gezondheid in alle beleidsdomeinen. Dit betekent concreet dat alle sectoren (en niet alleen de gezondheidszorg) moeten samenwerken om de gezondheid te verbeteren, bijvoorbeeld door een omgeving te creëren die bewegen, lopen en fietsen (bij voorkeur op een niet-elektrische fiets) stimuleert, ervoor te zorgen dat onze lucht en water schoon zijn en ervoor te zorgen dat kinderopvang en onderwijs van goede kwaliteit zijn. Al op jonge leeftijd moet geïnvesteerd worden in de juiste voeding, mentale gezondheid, goede mondhygiëne, sport en bewegen, het tegengaan van alcohol-, drugs- en tabaksgebruik, een veilig (t)huis en inkomenszekerheid. Met elkaar zullen we ons als samenleving verantwoordelijk moeten voelen voor een gezonde leefstijl van de jeugd, zeker waar het gaat over drank, drugs en mentale weerbaarheid. Wij kiezen ervoor om reclames die verleiden tot kopen op afbetaling, gokken en ongezond eten te --- pdf_page: 45 --- verbieden. Ook willen we gezonde voeding relatief betaalbaarder maken, door ongezonde producten zoals suikerhoudende dranken zwaarder te belasten. Ongezonde producten op scholen (in kantines en via verkoopautomaten) moeten vervangen worden door een gezond aanbod. We streven naar afspraken met supermarkten over het aanbieden van gezonde producten in het assortiment, reclames en aanbiedingen. We streven naar een rookvrije generatie in 2030 door extra maatregelen, zoals het zo snel mogelijk beperken van verkooppunten (ook voor vapes) tot tabaksspeciaalzaken en het invoeren van een accijns op e-sigaretten. We zetten in op een ambitieus sportbeleid. Er komt een nationaal programma om sport en bewegen te stimuleren. Onze doelstelling is dat elke jongere en volwassene deelneemt aan sport en in beweging komt, of dat nu door voetbal, hardlopen of judo is. Gemeenten en lokale organisaties krijgen middelen om het lokale sportaanbod te bevorderen. In het bijzonder besteden we ook aandacht aan de gehandicaptensport en aan goede faciliteiten voor sporttalenten. # Toegankelijke en beschikbare zorg voor iedereen in elke regio Iedereen heeft recht op toegankelijke, beschikbare en betaalbare zorg, ongeacht inkomen, opleiding of de regio waar iemand woont. We keren ons tegen de tendens van steeds verdere concentratie en schaalvergroting in de zorg waardoor systemen heersen over de menselijke maat. Daar passen nieuwe burgerinitiatieven bij, zoals zorgcoöperaties geleid door burgers en gebruikers als leden in plaats van door financiers en professionele zorgverleners. Niet-complexe ziekenhuiszorg, zoals de meeste spoedeisende hulp, verloskunde en poliklinieken, kan het meest doelmatig op regionale schaal worden georganiseerd. We zetten ons daarom in voor het behoud van streekziekenhuizen. Waar nodig passen we de financiering aan op de beschikbaarheid van regionale zorgvoorzieningen. Voor topklinische laagfrequente behandelingen kan centralisatie verdedigbaar zijn. Bestaanszekerheid betekent dat mensen zorg krijgen als dat nodig is. Nog steeds worden er soms onverzekerde patiënten geweigerd in zorginstellingen. Het gaat vaak om kwetsbare mensen zoals dak- en thuislozen of uitgeprocedeerde asielzoekers. De acute zorgverlening blijft ook voor hen beschikbaar. We zorgen ervoor dat het eigen risico voor mensen minder belastend is door hen niet te dwingen om het volledige eigen risico in één keer te betalen, maar per behandeling een deel van het eigen risico. De optie om het eigen risico te verhogen ondermijnt de risicosolidariteit in de zorg en willen we schrappen. ## Zorg voor elkaar Familie en vrijwilligers zijn essentieel voor de houdbaarheid van de gezondheidszorg. We hechten aan een samenleving waarin mensen oog hebben voor elkaar en waar mogelijk voor elkaar zorgen; mantelzorg verdient daarom een volwaardige plek in het zorgbeleid. De zorg voor een naaste moet gecombineerd kunnen worden met betaalde arbeid. Dit vraagt om flexibiliteit in de arbeidsrelatie tussen werkgever en werknemer. We evalueren de Wet flexibel werken en bekijken hoe de effectiviteit kan worden vergroot. We pleiten daarnaast voor het verlengen van het wettelijk recht op langdurig mantelzorgverlof, waarbij ook aandacht is voor de uitvoerbaarheid voor werkgevers. Het moet makkelijker worden om ouderen dicht bij hun volwassen kinderen te laten wonen door tijdelijke woonunits te plaatsen. Dit mag geen gevolgen hebben voor de uitkering. De bekendheid over voorzieningen voor hulp bij mantelzorg moet beter, zodat meer mantelzorgers ook daadwerkelijk hulp en ondersteuning krijgen. ## Samenwerken in en versterken van de eerste lijn We werken toe naar een eerstelijnszorgstelsel dat georganiseerd is rond integrale gezondheidscentra in de wijk, waarbij huisartsenzorg, (wijk)verpleegkundigen, ambulante ggz, consultatiebureau, buurtteam en andere disciplines onder één dak samenwerken. Dit zal in samenhang met het gemeentelijke sociaal domein gerealiseerd moeten worden. De gemeente is medeverantwoordelijk voor de huisvesting van de gezondheidscentra. Het moet gemakkelijk gemaakt worden dat de medisch specialist, waaronder de specialist ouderengeneeskunde, bij patiënten thuiskomt en de huisarts adviseert. --- pdf_page: 46 --- # Mentaal welzijn Mentale gezondheid is een opgave voor de hele maatschappij en vraagt om een samenleving waarin we meer naar elkaar omkijken. De toegang tot ggz-zorg is slecht geregeld. Mensen met een eenvoudige hulpvraag worden doorgaans nog relatief snel geholpen, terwijl mensen met complexe problemen lang moeten wachten of zelfs geweigerd worden. Er zijn lange wachtlijsten en dit zorgt ervoor dat reeds bestaande problemen verergeren. Er is brede aandacht in de samenleving nodig voor neerslachtigheid en depressies onder tieners en jongvolwassenen en voor eenzaamheid onder ouderen. Door sneller vast te stellen wie zorg nodig heeft en wie niet, kunnen wachtlijsten afnemen. Er moet direct een juiste beoordeling van de hulpvraag plaatsvinden. Ernstige psychiatrische aandoeningen met veel impact voor patiënt en samenleving krijgen prioriteit. Grote ggz-instellingen dienen de menselijke maat terug te brengen door hun zorg weer kleinschalig te organiseren. De uitvoering van de Wet verplichte ggz brengt te veel administratieve lasten met zich mee; dit moet omlaag. Er moet meer aandacht komen voor suïcidepreventie. Wij streven ernaar om structurele suïcidepreventie als publieke taak in de wet op te nemen. ## Passende zorg Veel zorgaanbieders worden nu vooral betaald voor het volume van behandelingen en dat belemmert passende zorg. Sommige behandelingen of diagnostiek zijn weinig zinvol. We willen patiënten geen zorg onthouden, maar vinden wel dat patiënten, naasten en betrokken professionals het gesprek moeten aangaan over wel of niet (door)behandelen. Om passende zorg te geven moet de prikkel tot behandelen minder worden en moet tijd voor de patiënt om behandel- en diagnostiekgrenzen te bespreken worden beloond. Financieel kan het samen bespreken van passende zorg nadelig zijn voor zorgaanbieders omdat het leidt tot minder inkomsten vanwege minder behandelingen. Zorgaanbieders moeten beloond worden als zij inkrimpen qua behandeling en diagnostiek. Regionale afspraken zijn daarvoor nodig, onder leiding van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Bij passende zorg hoort ook de de-medicalisering. Bij medicijngebruik geven we de apotheker meer ruimte voor gesprekken over afbouw of stoppen van medicatie. Vanwege duurzaamheid en kostenbesparing mag de apotheek weer medicijnen en zorgmaterialen terugnemen voor gebruik bij andere patiënten. Voor innovaties die de zorg aantoonbaar kwalitatief verbeteren en goedkoper maken moet sneller structurele financiering komen. Goede ICT en technologie moeten ruim baan krijgen waarbij duidelijk moet zijn wie deze ICT-voorzieningen en technologie financiert. Belangrijk is dat de eindgebruiker, de patiënt en/of zorgprofessional, wordt betrokken bij de ontwikkeling van innovaties. ## Zorg voor mensen is geen markt Wij willen een solidair systeem voor zorgverzekeringen. We maken ons zorgen over de financiële prikkels in de zorg die concurrentie aanwakkeren en die samenwerking en passende zorg belemmeren. De zorgverzekeraar heeft een dienende rol en mag niet op de stoel van de zorgprofessional zitten. Het oordeel van de arts/ verpleegkundige is leidend. Wij hechten zeer aan het behoud van solidariteit in de bekostiging van de gezondheidszorg via premies en belastingen, zodat goede zorg bereikbaar en betaalbaar is en blijft voor jong en oud, arm en rijk, ziek en gezond. Voor een verzekerde is het op dit moment vaak volstrekt onduidelijk welke zorg gecontracteerd is onder een natura- of combinatiepolis. Voor 1 december van het jaar voorafgaand aan het verzekeringsjaar moet de verzekeraar duidelijk maken welke zorgaanbieders gecontracteerd zijn en hoeveel de verzekerde zelf moet betalen bij de keuze voor een niet-gecontracteerde aanbieder. Het aanbod dient groot genoeg en dekkend te zijn. Als dat niet het geval is, dan mag de NZa de naturapolis omzetten in een restitutiepolis. De toezichthouder ziet er scherp op toe dat er in elke regio voldoende zorg gecontracteerd is en dat duidelijk is waar iemand terechtkan voor een second opinion. Een jaarlijkse controle door de tandarts komt weer in het basispakket. Bezien wordt of de maximum --- pdf_page: 47 --- tandartstarieven verlaagd kunnen worden. We zoeken een manier om de toegang tot anticonceptie drempelloos te maken. De eigen bijdrage voor kraamzorg wordt afgeschaft. Daarnaast wordt bekeken welke niet-bewezen zorg uit het basispakket gehaald kan worden. Wij willen de groeiende greep van commerciële investeerders op huisartsenpraktijken, tandartspraktijken, apotheken, verpleeghuizen, fysiotherapieketens en privéklinieken terugdringen. Er moet onderzocht worden hoe dit gerealiseerd kan worden, zodat de patiënt en het maatschappelijk belang het best gediend worden. We stimuleren dat medisch specialisten in loondienst komen. De toetsing aan Wet normering topinkomens geldt voor iedereen in de zorg. We bouwen voort op het Integraal Zorgakkoord (IZA). Wij ondersteunen dat er een regionaal samenhangend zorgaanbod komt, waarbij zorgaanbieders, zorgverzekeraars, welzijnswerk en overheden bindende afspraken maken over de toegankelijkheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid. Bij regionale afspraken moeten ook de langdurige zorg en gehandicaptenzorg betrokken worden. Voorkomen moet worden dat mensen klem komen te zitten tussen 'zorgproducten'. Cliënten en patiënten mogen geen last hebben van de bureaucratische schotten in de organisatie en financiering van de zorg. Zorgaanbieders bieden daarom integraal zorg aan, over de grenzen van de verschillende wetten en financieringsbronnen heen. Samen organiseren zij een knooppunt waar alle woon- en zorgvragen uit de regio voor jeugd en volwassenen bij elkaar komen. Dit ongeacht of het gaat om uit- en instroom vanuit psychiatrie, forensische zorg, verslavingszorg of beschermd wonen. Van levensbelang is dat essentiële medicijnen beschikbaar blijven en dat we minder afhankelijk worden van de internationale markt. Het preferentiebeleid zal losgelaten moeten worden. We geven apothekers meer professionele autonomie om de tekorten tegen te gaan. Tevens stellen wij scherpe voorwaarden voor het toelaten en het gebruik van nieuwe, dure geneesmiddelen. We gaan Europees samenwerken om dure medicijnen in te kopen zodat we onze marktmacht verstevigen en lagere prijzen kunnen bedingen. # Jeugdzorg Al veel decennia zetten wij ons in Nederland in voor zorg aan kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen. Het blijkt een ingewikkelde opgave om hulp aan te bieden die vanuit het perspectief van het kind of gezin als passend ervaren wordt. Het komt zelfs voor dat de aangeboden hulp of het toepassen van jeugdbeschermingsmaatregelen de problemen alleen maar groter maken. Dat ligt niet aan de inzet van de betrokken hulpverleners, maar aan ons systeem. Wij vinden het, als het om het welbevinden van kinderen, jongeren en gezinnen gaat, belangrijk om oorzaken aan te pakken, in plaats van symptomen te bestrijden. Daarnaast moet het leveren van niet-passende, onnodige of onbewezen zorg teruggedrongen worden en moet de regeldruk omlaag, om de jeugdzorg ook in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden. Wij volgen de kritiek van de Raad van State en de Algemene Rekenkamer op de recent gepresenteerde 'Hervormingsagenda Jeugd'. Wij willen fundamentele aspecten van het jeugdzorgstelsel opnieuw bezien: wie is waarvoor verantwoordelijk, welke bevoegdheden zijn nodig en hoe wordt de zorg betaald? Onze prioriteit is om wettelijk vast te leggen waarop een kind met een jeugdbeschermingsmaatregel minimaal recht heeft. Het welzijn van het kind dient het uitgangspunt te zijn en niet de bestuurlijke modellen en systemen. Het toezicht door de Inspectie (IGJ) en het interbestuurlijk toezicht moeten effectiever gemaakt worden en voldoen aan duidelijke en heldere kwaliteitseisen. De stem van het kind moet worden gehoord en meegewogen in alle besluiten die over het kind en het gezin gaan. Om te komen tot afspraken die aansluiten bij de dagelijkse praktijk, is actieve betrokkenheid van kinderen, jongeren en hun omgeving en samenwerking met het werkveld en met de lokale overheden cruciaal. De juridische positie van het kind wordt versterkt. Wij willen uithuisplaatsing zo veel mogelijk voorkomen en een betere jeugd- en rechtsbescherming realiseren. We voeren de voorstellen van de initiatiefnota 'recht doen waar recht ontbreekt' uit. Daarnaast willen wij dat meldingen of klachten die binnenkomen bij het Landelijk Meldpunt Zorg (IGJ) of Jeugdstem (AKJ) adequaat afgehandeld worden en dat ouders en kinderen hierin worden bijgestaan. Binnen gezinnen is vaak sprake van meerdere en complexe problemen. Hulpverlening is pas effectief als het probleem ook integraal wordt aangepakt. Directe en vroegtijdige deskundige beoordeling van de hulpvraag --- pdf_page: 48 --- door een professional zoals een psycholoog of psychiater is van belang om samen met het gezin te komen tot de juiste zorg op de juiste plek. In de uitvoering wordt gebruikgemaakt van effectieve interventies. De noodzakelijke transformatie van (hoog)specialistische jeugdzorg naar zo ambulant mogelijke zorg vergt langdurig (financieel) commitment van gemeenten. Landelijke sturing op dit proces is nodig om deze transitie kans van slagen te geven. De huidige versnipperde inkoop leidt tot hoge uitvoeringskosten. Gezien de bestuurlijke legitimatie heeft provinciale inkoop onze voorkeur boven regionale inkoop; deze keuze is onderdeel van de gewenste bezinning op de verdeling van verantwoordelijkheden. Voor een kleine groep kinderen en jongeren is het soms tijdelijk niet mogelijk om thuis te wonen. Wij vinden het belangrijk dat er voldoende kleinschalige voorzieningen (die voldoen aan heldere kwaliteitseisen waarop getoetst wordt) voorhanden zijn, zoals gezinshuizen of pleeggezinnen, om kinderen en jongeren een tijdelijk thuis te kunnen bieden. Uitgangspunt moet zijn dat het kind opgevangen wordt in de buurt van het eigen gezin en dat het kind met regelmaat wordt gehoord en dat zijn of haar belangen worden meegewogen. De mogelijkheid om jeugdhulp ook in te zetten voor jongeren van 18 tot 23 jaar staat in de Jeugdwet. Uit de praktijk blijkt dat veel gemeenten de hulp aan jongeren stopzetten zodra zij 18 worden. Wij vinden dat niet leeftijd, maar zelfstandigheid het criterium moet zijn om een jeugdzorgtraject af te ronden. Om te voorkomen dat jongeren geen hulp krijgen, terwijl dit wel nodig is, moet verlengde jeugdhulp tot 23 jaar in alle gemeenten van Nederland tot de mogelijkheden behoren. # Ouderenzorg Nederland vergrijst; de levensverwachting neemt toe en de meeste ouderen worden relatief gezond oud. Ouderen dragen op veel gebieden actief bij; als mantelzorgers en vrijwilligers zijn zij het cement dat onze maatschappij bijeenhoudt. Ook zorgen veel ouderen voor de opvang van kleinkinderen, waardoor meer mensen kunnen deelnemen aan het arbeidsproces. Ouderen zijn geen last, maar een onmisbaar onderdeel van onze samenleving. - In de ouderenzorg hanteren we als uitgangspunt dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig wonen en de regie over hun leven houden. Hiertoe moeten de eerstelijnszorg en de thuiszorg goed gefaciliteerd worden. Wij willen burgerinitiatieven steunen om woonzorgvormen te realiseren in de eigen wijk en dorpen. Er moet een landelijke investeringsfaciliteit komen voor dergelijke burgerinitiatieven die de financiering moeilijk rondkrijgen. Het scheiden van wonen en de ouderenzorg, met name het Volledig Pakket Thuis (VPT), heeft geleid tot een versnipperde financiering. Onderdelen van de zorg worden betaald uit diverse wetten, uit diverse eigen bijdragen en uit het eigen risico. Deze financiering is voor de ouderen en hun mantelzorgers onnavolgbaar en moet vergaand vereenvoudigd en waar nodig heroverwogen worden. We willen verpleeghuizen weer de mogelijkheid bieden om meer bedden vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) aan te bieden. De groei zal moeten aansluiten op de demografische ontwikkelingen. Daarnaast is structurele financiering voor de wijkklinieken noodzakelijk. ## Ruimte voor de zorgprofessional De komende jaren zal naar verwachting het tekort aan zorgprofessionals in de directe zorg in alle domeinen toenemen. Door de bureaucratie drastisch te verminderen, willen we het aantal professionals dat niet in de directe zorg werkt verminderen en ruimte geven aan de zorgprofessionals die in de directe patiëntenzorg werken. We willen dat onderwijsprogramma's van hbo- en wo-opleidingen beter aansluiten op de beroepspraktijk. Ook moet er een sectorbreed opleidingsaanbod komen ten behoeve van de continue ontwikkeling van professionals, beleidsmakers en onderzoekers in de sector. Door middel van inzet van opleidingsfondsen en het persoonlijk ontwikkelbudget stimuleren we zijinstroom en herintreders in de zorg. De drempel om in te stromen moet lager worden door meer gebruik te maken van deelcertificaten en vrijstellingen vanwege kennis en ervaring op andere gebieden. Ook willen we een eenvoudiger erkenning van buitenlandse diploma's en een betere begeleiding van statushouders. De uitstroom van verpleegkundigen en verzorgenden willen we verminderen door hen meer loopbaanperspectief te bieden, meer waardering voor hun grote verantwoordelijkheid, meer opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden (ten behoeve van duurzame inzetbaarheid), meer zeggenschap in hun werk en ruimte voor zelfstandige professionaliteit. --- pdf_page: 49 --- De uitstroom van zorgmedewerkers naar flexarbeid wordt tevens ontmoedigd door het opvolgen van de aanbevelingen van de commissie-Borstlap, waardoor arbeidscontracten de norm worden. Flexwerkers worden ook in de zorg louter voor 'piek en ziek' ingezet. Zorgfuncties komen in de top 10 schaarsteprofielen van het UWV. Een opleiding tot een functie uit die top 10 mag tijdens een WW-uitkering of met behoud van bijstand gevolgd worden, waarbij de sollicitatieplicht wordt opgeschort. Zorg- en welzijnsaanbieders en de regio's zullen beleid moeten hebben voor goed werkgeverschap en werkplezier om personeel te behouden, door meer te investeren in bij- en nascholing van de medewerkers in lage functiegroepen, ziekteverzuim te verminderen, instroom te verbeteren en meer uren te werken, met name voor de schaarse beroepen zoals verpleegkundigen en verzorgenden. Daarnaast moet er aandacht zijn voor goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. # Verminderen bureaucratie en registratielast Een overcontrolerende houding van de overheid, zorgverzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft ertoe geleid dat de zorgprofessional steeds minder uren met de patiënt bezig is en er onnodig veel mensen in de overhead werken. Dit zien we terug in onnodige registraties voor kwaliteitskeurmerken, aanbestedingen, tijdschrijven of aanvraagformulieren voor medische materialen of hulpmiddelen. Een overdaad aan controle leidt niet tot betere uitvoering. De registratielast moet drastisch verminderd worden en het vertrouwen moet teruggegeven worden aan de zorgprofessional. Bij nieuw overheidsbeleid op het gebied van de zorg wordt getoetst hoeveel regeldruk een nieuwe wet of beleidsregel oplevert. We nemen de voorstellen van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) over uit het rapport 'Is dit wel verantwoord?' (2023), om de zorgbureaucratie in 5 jaar te halveren. Registraties moeten krachtig worden verminderd of gestopt, te beginnen met de kwaliteitskeurmerken en accreditaties. Hiertoe wordt een deskundige commissie met doorzettingsmacht aangesteld. Ook komt er meer aansturing om uniformiteit van formulieren, kwaliteitsuitvragen en aanbestedingen bij gemeenten en zorgverzekeraars te realiseren. We zijn kritisch over informatieaanvragen van de Nederlandse Zorgautoriteit waarbij zorgverleners hun beroepsgeheim moeten doorbreken. Elektronische patiëntendossiers (EPD's) communiceren niet met elkaar, waardoor zorgprofessionals informatie moeten overtypen of op zoek moeten gaan naar informatie, ook bij acute zorg. De overheid legt de landelijke standaarden van het EPD vast, samen met zorgprofessionals en patiëntenorganisaties. De patiënt is uiteindelijk eigenaar van het eigen dossier en geeft hiervoor toegang. Mensen die door een ongeluk of door ziekte blijvend zijn aangewezen op langdurige zorg krijgen een integrale keuring voor alle voorzieningen: van wonen, thuishulp, zorgverlening, aanpassingen aan de woning en inkomen tot mobiliteit. ## Pandemie De COVID-19-pandemie heeft een grote impact gehad op de gezondheid van mensen en het welzijn van de samenleving. Wij willen dat de parlementaire enquête over COVID snel start, zodat wij lessen kunnen trekken uit hetgeen wel of niet heeft gewerkt en op welke wijze wij in de toekomst willen omgaan met een acute volksgezondheidscrisis. Wij willen meer onderzoek naar de oorzaken van long-COVID en effectieve behandelingen. Er moet ook betere toegang tot zorg zijn voor patiënten. Nederland moet voorbereid zijn op een langdurige grootschalige epidemie. Hiervoor moeten medische en operationele diensten hun paraatheid vergroten en regelmatig oefenen. Tevens is het belangrijk dat de impact van de genomen maatregelen in zijn totaliteit beter wordt gewogen naast de medische infectiebeheersing. De toegang tot medische hulpmiddelen, geneesmiddelen en apparatuur moet worden verzekerd door de productie opschaalbaar te maken. --- pdf_page: 50 --- # Medische ethiek Het maatschappelijke en politieke debat over medische ethiek en over beginnend en eindigend leven moet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid worden gevoerd. We investeren in de kennis van zorgprofessionals over het tijdig spreken met de patiënt en de familie over wensen nabij het levenseinde zoals het stoppen van levensverlengende behandeling, palliatieve zorg, palliatieve sedatie en euthanasie. Ook willen we hospices voldoende financiering bieden. De huidige wetgeving over abortus en euthanasie is evenwichtig en behoeft geen wijziging. Wel zijn wij kritisch over euthanasie bij wilsonbekwame patiënten, we gaan hierover in gesprek met zorgverleners en ethici. We steunen de Wet voltooid leven niet. We hebben oog voor de worsteling die jongeren kunnen hebben met identiteit en gender. Er moet een laagdrempelig aanbod zijn waar zij terechtkunnen voor advies en hulp. Wij willen een grondig wetenschappelijk advies over genderbehandeling op jonge leeftijd zoals vermeld in het 'Dutch protocol' over onder meer puberteitsremmers. Wij vinden het goed dat transgenders hun geslacht kunnen veranderen, maar zijn tegen de voorgestelde verruiming van de Transgenderwet die de deskundigenverklaring schrapt. De ontwikkeling van medische technologie roept nieuwe ethische dilemma's op rond onder meer embryoselectie en de aanpassing van DNA. De onderzoeks- en medische praktijk moet nauwkeurig gecontroleerd worden om te waarborgen dat deze binnen ethische grenzen blijft. We zijn principieel tegen aanpassingen van het menselijk erfelijke materiaal waarbij deze aanpassingen ook worden doorgegeven aan volgende generaties (de zogeheten kiembaanmodificatie). --- pdf_page: 51 --- # Onze fysieke leefomgeving --- pdf_page: 52 --- # Wat verwachten we van de overheid Zorg voor de bewoonbaarheid en leefbaarheid van het land. Ruimtelijke keuzes maken: niet alles kan meer overal. Verantwoordelijkheid nemen voor het terugdringen van $\mathrm{CO}_{2}$-uitstoot en andere emissies die de gezondheid en het milieu schaden. ## Wat verwachten we van de samenleving Zorgvuldig omgaan met schaarse ruimte en hulpbronnen. Rekening houden met schadelijke effecten van je gedrag op anderen en de omgeving. De bewoonbaarheid van ons land en de kwaliteit van het leefmilieu zijn essentiële onderdelen van de bestaanszekerheid op langere termijn. Nederland is een dichtbevolkt land waar ruimte moet zijn voor huizen, natuur, landbouw, industrie, energieopwekking, waterwinning, afvalverwerking, recreatie en mobiliteit. De overheid moet in het nationale omgevingsbeleid actief de voorwaarden scheppen voor nieuwe ontwikkelingen, maar ook heldere keuzes maken om de gezondheid van mens en natuur te beschermen en het mooie landschap te behouden. Niet alles kan meer overal. Wij verwachten van een nieuw kabinet dat het actief inspeelt op de ruimtelijke noden van de samenleving, met name de aanpak van het woningtekort, het waarborgen van voedselen energiezekerheid en het klimaatbeleid. Ook willen we dat alle landsdelen goed bereikbaar en leefbaar zijn. ## Water De Nederlandse rivierdelta ligt voor een belangrijk deel beneden de zeespiegel. Klimaatverandering kan grote gevolgen hebben voor de bestaanszekerheid van ons land doordat de zeespiegel stijgt, rivierafvoeren sterker zullen fluctueren en het weer verandert. Er is een nieuw Deltaplan nodig om het land te beschermen tegen overstroming en om in te spelen op wateroverlast, bodemdaling én droogte. De beschikbaarheid van zoet water moeten we hierbij vergroten door water langer vast te houden en meer ruimte te creëren voor waterberging. In landsdelen die kwetsbaar zijn voor overstroming vanuit zee en rivieren, concentreren we geen functies meer die vitaal zijn voor het land. We spreiden grootschalige nieuwbouwprojecten over het land. We koesteren de waterschappen; zij waarborgen de bestuurlijke aandacht voor veiligheid tegen overstroming en waterbeheer. Dit is een bestaansvoorwaarde voor ons land. Om de waterkwaliteit op orde te brengen, moeten emissies en lozingen van industrieel en huishoudelijk afvalwater verder worden teruggedrongen. Ook de uitspoeling van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlakte- en grondwater moet worden verminderd. We willen strengere afspraken maken met buurlanden over de waterkwaliteit van de Rijn, de Maas en de Schelde. De toegang tot schoon en betaalbaar drinkwater moet gegarandeerd zijn. Hiervoor is het niet alleen van belang om voldoende bronnen voor publieke drinkwaterwinning veilig te stellen. We moeten het watergebruik verminderen en met name nieuwe grootschalige winningen voor de industrie (zoals datacenters) goed afwegen. Er moet meer aandacht komen voor de funderingsproblematiek die op steeds meer plekken in Nederland speelt door bodemdaling en verlaging van de grondwaterstand. De omvang van het probleem wordt al jarenlang bestudeerd, maar een overtuigende aanpak ontbreekt tot dusverre. Wij willen een start maken met een nationale aanpak van het probleem, gebaseerd op een heldere verdeling van private en publieke verantwoordelijkheden. --- pdf_page: 53 --- # Beschermen natuur- en cultuurlandschap Ons land is door de eeuwen heen via landaanwinning/inpoldering gevormd; oorspronkelijke natuurwaarden hebben deels plaatsgemaakt voor cultuurgrond en landschappen. De kwaliteit van ons landschap dient voor huidige en toekomstige generaties te worden bewaard. We beschermen natuur en biodiversiteit door de kwaliteit van water, bodem en lucht te verbeteren. We zetten ons in voor robuuste natuurgebieden en het in stand houden van bedreigde dieren en planten. Hierbij koesteren we ook landschapselementen zoals houtwallen, hagen en kwelders. We zetten ons in om de biodiversiteit in Nederland te behouden en te herstellen. Dit doen we zowel op land als op zee. Natuurversterkend bouwen wordt de nieuwe norm, zowel op bedrijventerreinen als bij nieuw te ontwikkelen woonwijken. Het redden van een 'snipper'natuur moet, mede in het licht van het veranderende klimaat en toenemende verdroging, ruimtelijk kunnen worden afgewogen tegen nieuwe sociale en maatschappelijke opgaven. Een voorwaarde is dat de instandhoudingsdoelen worden gerespecteerd en dat er in een ander gebied natuurcompensatie plaatsvindt. Dit vraagt om meer flexibiliteit in Europese en nationale regelgeving. Na 150 jaar is de wolf terug in Nederland. Ruimte is echter schaars. Waar wolven een bedreiging vormen voor mens en dier, moet het worden toegestaan om ze te verjagen en de populatie actief te beheren. De verantwoordelijkheid voor deze afweging ligt bij provincies. ## Voedselzekerheid Voedselzekerheid vraagt om voldoende ruimte om gewassen te telen en dieren te houden. Het vraagt van boeren, tuinders en vissers die elke dag weer hard werken om gezond en veilig voedsel te produceren. Overheid en banken hebben de schaalvergroting, innovatie en mechanisering in de sector jarenlang gestimuleerd. De beschikbaarheid van voldoende voedsel tegen een redelijke prijs stond centraal. Nu we aanlopen tegen de grenzen van de groei moet er een nieuw en helder toekomstperspectief worden geboden dat de sector voldoende zekerheid biedt. Wij zien een belangrijke, blijvende rol weggelegd voor de vruchtbare Nederlandse delta om voedsel te produceren. Voor de akkerbouw en veeteelt wijzen we daarom geschikte gronden aan als agrarische hoofdstructuur. In dit gebied wordt landbouwgrond beschermd en krijgen innovatieve gezinsbedrijven ruimte om duurzaam te produceren voor de nationale en internationale markt. We willen de unieke mondiale kennispositie van Nederland op het gebied van agrofood benutten en uitbouwen om onze rol als producent van veilig, gezond en duurzaam voedsel verder te versterken. Er komt een strategie voor het waarborgen van de voedselzekerheid op nationaal niveau. We willen jonge boeren die het bedrijf van hun ouders willen overnemen duidelijkheid en perspectief bieden. De basis is een goed verdienmodel. Dat begint ermee dat boeren en tuinders een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Daarom zijn langjarige afspraken nodig die financiële zekerheid bieden, met name voor agrarisch natuurbeheer en 'groene en blauwe diensten' die een bijdrage leveren aan waterbeheer, landschap, cultuurhistorie of recreatief medegebruik. We blijven ruimte bieden aan innovatie en ondernemerschap van boeren zelf. De overheid onthoudt zich van gedetailleerde voorschriften over de bedrijfsvoering, zoals ten aanzien van het voerbeleid en de oogstperiode. In de veeteelt zetten we verdere stappen richting een toekomstige landbouw, die meer in evenwicht is met de omgeving. De hoeveelheid vee moet beter afgestemd worden op de milieugebruiksruimte en de beschikbare grond in Nederland. Wij kiezen voor een meer grondgebonden melkveehouderij die op regionaal niveau zo veel mogelijk circulair is en de drager is van ons weidelandschap. De omvang van de melkveestapel zal iets kleiner worden dan nu het geval is, maar zal ruimte geven voor jonge boeren om hun bedrijf duurzaam te ontwikkelen. Voor intensieve varkens-, geiten-, kalver- en kippenhouderij zal minder ruimte zijn, vanwege de grootschalige import van veevoer en afvoer van mest. Ook deze sectoren zullen meer grondgebonden en circulair moeten worden, meer moeten bijdragen aan biodiversiteit, landschap en dierenwelzijn en aan verminderde risico's voor de volksgezondheid. In het opkoopbeleid wordt de focus verlegd naar de intensieve veehouderij in de concentratiegebieden. Er komen geen nieuwe vergunningen voor megastallen. In de akkerbouw is duurzaam bodemgebruik leidend. We steunen de sector bij innovaties om met minder --- pdf_page: 54 --- water, energie, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen een goede productie te halen. Ook stimuleren we de teelt en toepassing van plantaardig eiwit en vezelgewassen in eigen land. Dit draagt bij aan het verminderen van grondstoffen voor onder meer de bouw en de textielsector, en aan een nieuw verdienmodel voor de landbouw. De tuinbouw en sierteelt in Nederland zijn van economische betekenis. De reeds ingeslagen weg van verduurzaming moet voortgezet worden. De sierteelt moet de komende jaren stevige stappen zetten op het terugdringen van pesticidengebruik en de vervanging door middelen die vriendelijker zijn voor insecten en minder risico voor de volksgezondheid opleveren. We zien erop toe dat de toelatingscommissie van gewasbeschermingsmiddelen (Ctgb) de gebruikte middelen, de combinaties en concentraties hiervan kritisch en onafhankelijk blijft volgen. We geven geen steun aan handelsverdragen die de afspraken over de productie van duurzaam voedsel in ons eigen land en de EU ondermijnen. We bevorderen dat er in de keten afspraken worden gemaakt over een betere toegang van consumenten tot biologische en streekproducten. De voorwaarden waaraan boeren moeten voldoen om eigen producten op eigen erf te verkopen moeten worden versoepeld. De overheid geeft in eigen restaurants en bij het inhuren van catering als consument het goede voorbeeld door te kiezen voor duurzaam en regionaal geproduceerd voedsel. Nederland moet op EU-niveau streven naar een aanscherping van de eisen met betrekking tot dierenwelzijn, veilige stalinrichting, voorkomen van dierziekten en transport van dieren, zodat in de gehele EU een diervriendelijkere en duurzamere veehouderij ontstaat. We streven op EU-niveau naar meer natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen en een verdere vermindering van antibioticagebruik. De Noordzee is een grote voedselbron voor schaal- en schelpdieren en vis. Om ook in de toekomst te kunnen blijven vissen, is een goede balans met de natuur belangrijk. We zetten in op het verminderen van bijvangst, handhaven quota voor commerciële soorten en zetten ons in voor quota voor nieuwe commerciële soorten zoals de sepia, zodat vissen voor latere generaties mogelijk blijft. We steunen de visserijsector bij het toekomstbestendig maken van de vloot en bij het toewerken naar een duurzaam verdienmodel. We zullen ons op Europees niveau inzetten voor het vissen met puls. # Aanpak stikstofcrisis De stikstofcrisis verlamt de economie, remt de woningbouw en vertraagt door de impasse ook het natuurherstel. Er is een doorbraak nodig. De stikstofemissies moeten omlaag, maar we willen af van de aanpak op basis van rekenmodellen. De Europese eis van instandhouding van Natura-gebieden is door Nederland ingevuld met een modelmatige detailsturing op de maximale hoeveelheid stikstof die per hectare natuur mag neerdalen. Als deze grenswaarde is overschreden, wat in veel natuurgebieden het geval is, krijgen activiteiten met de geringste stikstofuitstoot geen vergunning meer. Dit heeft een desastreus effect op gemeenschappen, agrarische bedrijven en mensenlevens in het landelijke gebied. De uitstoot van stikstof moet significant zijn teruggedrongen in 2035. Daartoe vervangen wij de normen voor stikstofdepositie in de wet door reductiedoelen voor stikstofuitstoot, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitstoot van ammoniak $\left(\mathrm{NH}{3}\right)$ en stikstofoxiden $\left(\mathrm{NO}{3}\right)$. Deze uitstoot wordt gemeten en beperkt bij de bron. Alle sectoren - industrie, verkeer, zee- en luchtvaart en landbouw - dragen bij aan de doelstelling en nemen maatregelen. We houden in de wetgeving oog voor de sociaaleconomische gevolgen van maatregelen, zoals ook de EU-richtlijn bepaalt. Dit betekent dat er bestuurlijke afwegingsruimte hoort te zijn bij het vergunnen van activiteiten met een beperkte stikstofemissie. We introduceren een wetenschappelijk onderbouwde en juridisch houdbare grenswaarde, die in lijn ligt met de grenswaarde in de ons omringende landen. Boeren krijgen meer ruimte om te bepalen hoe zij de emissienormen halen, op basis van een afrekenbare stoffenbalans. We stoppen met de huidige aanpak en opkoop van piekbelasters die gebaseerd is op het neerslagmodel Aerius. Toekomstige opkoopprogramma's spitsen zich toe op concentratiegebieden, stoppers en verouderde bedrijven. Voor jonge boeren, duurzame boeren en bedrijven moet er een toekomst zijn; zij worden met een transitieplan ondersteund. De legalisatie van de PAS-melders en interimmers die al jarenlang in een schrijnende positie verkeren, --- pdf_page: 55 --- krijgt de hoogste prioriteit. Bij de inspanningen voor natuurbehoud en -herstel laten we ons leiden door onderzoek en monitoring, onder de verantwoordelijkheid van terreinbeheerders en met de Ecologische Autoriteit als toezichthouder. Hierbij wordt niet alleen naar stikstof gekeken, maar naar de actuele staat van de natuur. In en rond Natura 2000-gebieden nemen we gebiedsgerichte maatregelen voor het behoud of herstel van de natuur. Het rijk maakt in dit kader afspraken met de provincies over agrarisch natuurbeheer, ecosysteemdiensten en het extensiveren of verplaatsen van bedrijven. We hanteren een integrale benadering in een regionaal gebiedsproces, waarbij naast doelen op het gebied van stikstof, water, natuur en klimaat ook de leefbaarheid en het perspectief voor de landbouw wordt meegenomen. We houden rekening met de specifieke problemen in grensgebieden. We faciliteren regionale grondmobiliteit, waarbij we de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor grondeigenaren borgen. We zijn tegen gedwongen uitkoop. Er komt een 'right to challenge' voor agrarische collectieven om het beheer van kleinere natuurgebieden over te nemen van beheerders van natuurterreinen. # Energiezekerheid en klimaatbeleid Continuïteit en betaalbaarheid van energie zijn voor de economie en de samenleving essentieel. Tegelijkertijd zullen alle sectoren in de economie een bijdrage moeten leveren aan het verminderen van de $\mathrm{CO}_{2}$-uitstoot. We committeren ons aan het Klimaatakkoord van Parijs om de economie klimaatneutraal te maken. Met het oog hierop bouwen we onze afhankelijkheid van fossiele bronnen in een ambitieus maar verantwoord tempo af. Zon, wind, geothermie, groen gas, waterstof en kernenergie hebben de toekomst. De overheid dient de regie te voeren over de energietransitie ten behoeve van haar inwoners en ondernemers. De overheid treft de nodige ruimtelijke reserveringen voor windparken en waterstofproductie op de Noordzee, kerncentrales, warmte/geothermie en voor waterstof en ammoniak als opslag/drager van energie. Windparken worden op zee niet in ecologisch waardevolle gebieden gebouwd. Ook wordt rekening gehouden met vaarroutes en visserijgebieden. Door ecologische criteria standaard mee te nemen bij (proef)boringen en tenders werken we niet alleen aan het opwekken van duurzame energie, maar ook aan het versterken van de biodiversiteit. Kernenergie levert een onmisbare bijdrage aan een continue en $\mathrm{CO}_{2}$-vrije energievoorziening. We treffen voorbereidingen voor de bouw van ten minste twee nieuwe kerncentrales en verkennen daarnaast actief de mogelijkheden voor Small Modular Reactors (SMR's). Er is een herbezinning nodig op de rol van de overheid in de productie en distributie van energie. Dit betreft zowel de gas-/oliewinning als de productie van duurzame energie (zon, wind, waterstof, warmte). Door de juiste investeringscondities te bieden stimuleren we het aanbod door private partijen. Waar nodig neemt de overheid deel, bijvoorbeeld via Energiebeheer Nederland. De rol van de overheid is erop gericht om een stabiel aanbod van energie te verzekeren, met een aanvaardbaar prijsniveau en zonder private overwinsten. Het gasverbruik zal de komende jaren geleidelijk dalen. In de overgangsfase moet de overheid langetermijncontracten faciliteren voor de import van gas en LNG om de gasprijs te stabiliseren. Daarnaast moeten kleine velden op de Noordzee (niet de Waddenzee) in exploitatie worden genomen. Dit gas komt beschikbaar voor de leveringszekerheid van Nederlandse huishoudens. Vergunningen worden maximaal tot 2040 afgegeven. Ook de productie van groen gas moet daarnaast worden opgeschaald. Het energienetwerk moet worden verzwaard met het oog op de voortgaande elektrificatie van huishoudens en het bedrijfsleven, zowel (inter)nationaal als regionaal. Op het tempo en de volgorde van investeringen moet meer landelijke en provinciale regie komen. Om de tariefstijging als gevolg van de forse investeringen in netverzwaring voor burgers en bedrijven te beperken, besteden we de opbrengsten van de verkoop van het Duitse deel van Tennet (deels) aan dit doel. We zijn tegen de aanleg van zonnevelden op goede landbouwgronden en in natuurgebieden en tegen grote windparken op land. Zonnepanelen kunnen het best op daken en langs infrastructuur worden opgesteld. Bij windturbines op land stellen we een heldere afstandsnorm. We steunen het vormen van lokale energiecoöperaties voor kleinschalige energieopwek in wijken, dorpen en op bedrijventerreinen. --- pdf_page: 56 --- Steeds meer woonwijken worden aangesloten op een warmtenet. Omdat betaalbare energie een basisbehoefte is, moet de overheid invloed kunnen blijven uitoefenen op het aanbod en de tarieven. Warmtenetten moeten daarom overwegend in publieke handen zijn. We stimuleren de toepassing van biobased grondstoffen - zoals hout en vezels - voor hoogwaardige toepassingen in onder meer de bouw en de chemie. We staan zeer kritisch tegenover het verbranden van biomassa om energie op te wekken. Voor de transitie van de industrie, de energiesector, de maritieme sector en de luchtvaart is het Europese emissiehandelssysteem (ETS) het beste systeem, waardoor de uitstoot van $\mathrm{CO}_{2}$ een oplopende prijs krijgt. Vanaf 2026 zullen veel vrije rechten vervallen en zal de uitstoot door de industrie snel duurder worden. Hiermee worden ook de belastingkortingen op fossiele brandstoffen deels afgebouwd. Met de opbrengsten kunnen private investeringen in energiebesparing en hernieuwbare energie in eigen land gestimuleerd worden. We willen verdragen heronderhandelen die ervoor zorgen dat de vervuilende uitstoot door de luchtvaart en scheepvaart deels is uitgezonderd van belastingen en we zien erop toe dat deze sectoren de komende jaren volledig onder ETS vallen. Het afvangen en opslaan van $\mathrm{CO}_{2}$ (CCS) mag niet afleiden van de noodzaak om het gebruik van fossiele grondstoffen af te bouwen. We accepteren dat CCS de komende jaren onderdeel is van de maatregelen die nodig kunnen zijn om de klimaatdoelen te halen. We beperken de nationale 'koppen' op de Europese aanpak als het gaat om reductiedoelen, tempo, subsidies en belastingen. We willen ervoor waken dat het effect van een maatregel is dat de $\mathrm{CO}_{2}$-emissies zich naar een ander land verplaatsen. De nationale 'fossiele subsidies' die grote bedrijven ontvangen in de vorm van vrijstellingen en degressieve tarieven in de energiebelasting willen we in Europees verband afbouwen. We vinden het van belang dat de energietransitie zowel voor huishoudens als voor bedrijven uitvoerbaar en betaalbaar is. We schrappen het Klimaatfonds en bezien via de Rijksbegroting welke slimme investeringen nodig zijn om de transitie te ondersteunen en waar nodig te versnellen. We zetten hierbij in op normeren en beprijzen en minder op subsidiëren. Financiële steun kan nodig zijn als private investeringen een te lange terugverdientijd hebben of niet van de grond komen, zoals bij huurwoningen, publieke gebouwen, de energieintensieve industrie en het mkb. Door minder energie te verbruiken, dalen de kosten voor huishoudens en bedrijven en daalt de $\mathrm{CO}_{2}$-uitstoot. Er moet een nationaal programma energiebesparing komen. Voor slecht geïsoleerde woningen moet een lagere huurprijs gaan gelden. De hybride warmtepomp wordt bij het vervangen van cv-ketels de nieuwe norm, maar met oog voor uitvoerbaarheid (flats, appartementen) en betaalbaarheid. Steeds meer mensen krijgen door de sterk stijgende energieprijzen te maken met energiearmoede. De overheid moet bij een sterk stijgende energieprijs kunnen ingrijpen (prijsplafond) en inkomenssteun geven aan kwetsbare huishoudens. Veel mensen kunnen de verwarming simpelweg niet nóg lager zetten en veel simpele besparingsmaatregelen zijn in de praktijk al getroffen. We gaan energiearmoede tegen door gemeenten in staat te stellen om energiebesparende maatregelen te vergoeden. # Ruimtelijke economie In het ruimtelijk-economisch beleid is van oudsher veel oog voor betekenis van de mainports Rotterdam, Schiphol en Brainport Eindhoven. Wij willen dat er daarnaast meer oog komt voor de sterke regionale clusters van kennisinstellingen, onderwijs, bedrijfsleven en overheden in de verschillende regio's, zoals Food Valley, Twente of Chemelot. Vaak vormen deze clusters afzonderlijk en tezamen cruciale schakels in de nationale of Europese maakindustrie. De economie van regio's moet versterkt worden. De bereikbaarheid van werklocaties is een integraal onderdeel van het ruimtelijk-economisch beleid; het gaat hierbij zowel om de regionale bereikbaarheid van bedrijven voor werkenden als om de onderlinge verbinding van regionale clusters via weg en spoor. Bij de acquisitie en vestiging van nieuwe bedrijven zijn we kritisch over de toegevoegde waarde voor de reële economie; we wegen deze af tegen het ruimtebeslag, effecten op de leefomgeving, energie- en waterverbruik en het verwachte beroep op arbeidsmigranten. Grote nieuwe distributiecentra worden alleen nog toegestaan --- pdf_page: 57 --- op een beperkt aantal locaties in Nederland. We zijn kritisch op het toevoegen van nieuwe datacentra aan het Nederlandse landschap. Naast de maatschappelijke meerwaarde (eigen behoefte), letten we scherp op de impact op de leefomgeving en het energie- en waterverbruik. Datacentra dienen zo ontworpen te worden dat de restwarmte gebruikt kan worden om nabijgelegen woonruimte of kantoorpanden te verwarmen. Het is een grondwettelijke taak van de overheid om de volksgezondheid te bevorderen. We kunnen de ogen niet sluiten voor de schadelijke effecten van de uitstoot en afvalstromen door de industrie van onder meer $\mathrm{NO}_{\mathrm{x}}$, benzeen, PFAS, PAK's en fijnstof. Het is een taak van de overheid om mensen te beschermen tegen een ongevraagde aantasting van hun gezondheid. Wij pleiten voor het aanscherpen en handhaven van emissienormen en het nemen van maatregelen om afvaldumping te stoppen. Het criterium 'best beschikbare technologie' moet zo worden gedefinieerd dat het geringste effect op de gezondheid en het milieu daarvan een integraal onderdeel is. Ook tussentijds moet worden getoetst aan de meest recente inzichten over gezondheids- en milieurisico's. Toezicht en handhaving moeten door omgevingsdiensten en de ILT serieuzer worden opgepakt, mede op basis van signalen en klachten. We willen een aangescherpt plan van aanpak om plastic afval verder terug te dringen. Hierbij kijken we naar de basisgrondstof voor de industrie (plastic pellets), maar ook naar zaken zoals consumentenafval en peuken. We betrekken hierbij ook de effecten van de plasticbelasting voor wegwerpbekers en -bakjes. # Bereikbaarheid De mobiliteitsbehoefte zal toenemen door de groei van de bevolking, nieuwe woonlocaties en economische activiteiten. Mobiliteit heeft daarnaast een belangrijke sociale functie; mensen hebben vervoer nodig om naar hun werk, familie en vrienden te gaan. Goede mogelijkheden om de fiets te pakken dragen bij aan bereikbaarheid, gezondheid en duurzaamheid. Tussen en in de grote steden worden goede fietsroutes aangelegd, zodat de fiets een realistisch alternatief wordt voor de auto en het openbaar vervoer. Er komen meer fietsenstallingen bij OV-knooppunten en het aantal OV-fietsen op stations wordt uitgebreid. Op het platteland is er voor de auto vaak geen alternatief om grote afstanden af te leggen. We zijn daarom tegen het voorstel voor een kilometerheffing. Binnen de beschikbare budgetten voor wegenbouw geven we prioriteit aan groot onderhoud en het verbeteren van verkeersonveilige wegen. We handhaven de afspraken met mede-overheden over het ontsluiten van nieuwe woonwijken. Met het oog op een goede doorstroming is het nodig om een aantal knelpunten gericht aan te pakken. We willen ruimte bieden voor een alternatief voor de verbreding van de A27 bij Amelisweerd, binnen de budgettaire en verkeerskundige randvoorwaarden. En we bezien hoe we alsnog aan de slag kunnen met de 17 projecten die recent zijn 'gepauzeerd', waaronder de N35, de A1 en A58. De Westerscheldetunnel wordt zoals eerder afgesproken in 2025 tolvrij gemaakt. De maximale snelheid moet gerespecteerd worden, zeker binnen de bebouwde kom. Er wordt streng opgetreden tegen telefoongebruik in de auto en tegen rijden onder invloed van alcohol en drugs. We willen investeren in hoogfrequent openbaar vervoer van en naar de grotere steden, waar mogelijk met snelheden van 160-200 km/uur, zodat ten opzichte van de auto duidelijk sprake is van reistijdwinst. We zijn geen voorstander van een spitsheffing om reizen per trein in de spits te ontmoedigen; dit moet juist aantrekkelijk worden gemaakt. We verkennen de invoering van een ticket voor onbeperkt reizen door het hele land in de daluren voor een bedrag per maand, naar Duits voorbeeld. Met aanleg van de Lelylijn versterken we de bereikbaarheid en het vestigingsklimaat van het noorden. Bij de definitieve keuze kijken we naast financiële aspecten ook naar effecten op de brede welvaart. De bereikbaarheid van het noordoosten van het land krijgt een impuls door de aanleg van de Nedersaksenlijn. Het hoofdrailnet blijft in handen van de Nederlandse Spoorwegen (NS). Bij regionale trein- en busdiensten krijgen provincies de mogelijkheid om de exploitatie te gunnen aan een publiek OV-bedrijf; de winsten vloeien nu weg naar OV-bedrijven die in buitenlandse staatshanden zijn. We zetten in op een betaalbaar en toegankelijk Europees HSL-treinnetwerk. De verbinding met de grote steden in Europa wordt verbeterd, zodat het aandeel korteafstandsvluchten tot 750 km vanaf Schiphol kan worden --- pdf_page: 58 --- beperkt. Vanaf Amsterdam/Schiphol lopen er lijnen naar het buitenland via Breda, Zwolle/Hengelo, Arnhem en Groningen. Het moet eenvoudiger en goedkoper worden om een internationale (nacht)treinreis te boeken. Schiphol ontwikkelt zich binnen strakke lokale normen voor geluid en luchtkwaliteit tot een internationaal knooppunt voor trein/luchtvaart. We herbeoordelen kritisch hoeveel vluchten er echt nodig zijn voor het behoud van de 'netwerkkwaliteit'. Het vaststellen van geluidhinder en luchtkwaliteit vindt plaats op basis van metingen in de omgeving in plaats van theoretische modelberekeningen. We steunen het voornemen van Schiphol om 's nachts geen vluchten meer toe te staan. De voorkeursbeslissing voor een vierde naderingsroute wordt heroverwogen in het licht van het voorgenomen plafond van 452.500 vluchten, de doelen voor milieu- en omgevingskwaliteit en de regionale ambities op het gebied van woningbouw. We betrekken omwonenden en maatschappelijke organisaties actief bij het verdere herstel van de balans tussen vliegverkeer en leefkwaliteit. Lelystad Airport gaat niet open voor de commerciële burgerluchtvaart; wij vinden de economische baten niet opwegen tegen de maatschappelijke kosten en investeringen die nog gedaan moeten worden. De luchtvaartsector wordt scherp uitgedaagd om stiller en zuiniger te vliegen. In internationaal verband pleiten we voor btw op vliegtickets, accijns op kerosine en een afstandsafhankelijke vliegbelasting voor intercontinentale vluchten. We spannen ons in voor een hogere Europese ambitie m.b.t. bijmenging van duurzame vliegtuigbrandstof (SAF) in 2030. We stimuleren innovaties op het gebied van elektrisch vliegen en waterstof. In het kader van het beperken van niet-noodzakelijk vliegverkeer beschouwen we de extra's die werknemers bij zakelijke vluchten ontvangen op basis van frequent flyerprogramma's als belastbare inkomsten. De overheid geeft als werkgever het goede voorbeeld door met werknemers af te spreken dat credits die met zakelijke vluchten zijn gespaard niet voor privédoeleinden worden gebruikt. We bevorderen het goederenvervoer via de binnenvaart, short sea en spoor en versterken het landelijk netwerk van binnenhavens en overslagfaciliteiten. Het beheer en onderhoud van vaarwegen, bruggen en sluizen verdient meer prioriteit. Om binnenvaart aantrekkelijk te houden wordt daarnaast ook gekeken naar de zaken die voor schippers belangrijk zijn, zoals goede ligplaatsen. Ons uitstekende uitgebreide vaarwegennet biedt een goed alternatief voor vervoer over de weg. Ook de binnenvaart zal een aandeel moeten leveren in het verminderen van de uitstoot van schadelijke stoffen; we stellen hiervoor samen met de sector een ambitieus maar realistisch transitiepad op. Vanwege de mogelijke toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de energietransitie (ammoniak) wordt het vervoer door buisleidingen als volwaardig alternatief ontwikkeld. --- pdf_page: 59 --- # 10 ## Onze digitale omgeving --- pdf_page: 60 --- ## Wat verwachten we van de overheid Duidelijke spelregels in wetgeving voor het verzamelen, opslaan, gebruiken en delen van onze data en het beschermen van de privacy. Geen surveillancestaat. Een goede beveiliging van digitale infrastructuur voor vitale overheidsdiensten. ## Wat verwachten we van de samenleving Aandacht voor digitale geletterdheid bij burgers en bedrijven. Alertheid en weerbaarheid bij het verstrekken en delen van persoonsgegevens. Reduceren van digitale kwetsbaarheid door een goede beveiliging van computers en IT-systemen. Meer oog voor elkaar en minder voor de smartphone. # De mens in de digitale wereld De snelle opkomst van digitale technologie heeft onze samenleving enorm veranderd. Smartphones, sociale media, sensoren en camera's hebben zich in de samenleving genesteld zonder dat hier een maatschappelijk debat aan vooraf is gegaan. De gevolgen zijn niet louter positief. Er zijn veel aanwijzingen dat digitale technologie een negatief effect heeft op de geestelijke gezondheid, de concentratie en de psychosociale ontwikkeling van mensen. Het verslavende effect van smartphones is moeilijk te ontkennen. Het is vooral aan de samenleving zelf om het debat te voeren over de grenzen van technologie. Maar het is een taak van de overheid om kwetsbare mensen te beschermen tegen schadelijke praktijken en te zorgen voor het algemeen welzijn van de bevolking. We willen daarom de digitale geletterdheid van de samenleving versterken en spelregels opstellen voor een gezond gebruik van de digitale ruimte. Vanwege de opkomst van telewerken en omdat chatapplicaties als Whatsapp vaak op privé-apparaten ook voor werkdoeleinden gebruikt wordt, blijkt werk en privé de afgelopen jaren voor veel mensen steeds moeilijker te scheiden. Een werknemer krijgt (uitzonderingen daargelaten) het recht om buiten werktijd niet door zijn werkgever gestoord te worden. Al vanaf de basisschool is er aandacht voor digitale vaardigheden. Ook voor volwassenen en bedrijven moet er educatie beschikbaar zijn, onder meer via openbare bibliotheken, om de digitale vaardigheden te vergroten. De digitale weerbaarheid van de samenleving moet worden versterkt. Bedrijven en burgers zijn te kwetsbaar voor aanvallen van hackers en cybercriminelen. Samen met regionale ontwikkelingsmaatschappijen willen wij het mkb beter toerusten op het gebied van digitale weerbaarheid. Veel ouderen en mensen uit kwetsbare groepen hebben door digitale ongeletterdheid last van een vorm van digi-stress. Het is onredelijk om te verwachten dat alle mensen volledig mee kunnen komen in de digitale samenleving. Daarom moeten er bij elke vorm van overheidsdienstverlening niet-digitale contactmogelijkheden blijven. ## De digitale openbare ruimte Nu een steeds groter deel van ons leven online plaatsvindt, vraagt de interactie tussen mensen en organisaties om duidelijke spelregels, vooral op het gebied van data. De afgelopen twintig jaar hebben we onszelf afhankelijk gemaakt van grote Amerikaanse techbedrijven die de digitale markt domineren en daardoor bij nagenoeg elke vorm van verwerking en opslag van Nederlandse data betrokken zijn. Er zijn ingrijpende maatregelen nodig om Nederlandse burgers een gepaste vorm van autonomie over hun data te geven. Het moet makkelijker worden om een overzicht te krijgen van wie welke gegevens voor welke doeleinden --- pdf_page: 61 --- verwerkt. We bepleiten de toepassing van het 'once only'-principe naar Ests model: persoonsgegevens van burgers worden slechts eenmaal opgeslagen in een database van de overheid, en nergens anders. Wanneer een entiteit deze gegevens wil opvragen, wordt de zoekvraag geregistreerd en gemeld bij de burger. Burgers kunnen dan zien wie hun data gebruikt en kunnen er eventueel een klacht over indienen. We hanteren het principe dat de burger zo veel mogelijk zeggenschap moet krijgen over de data die over hem of haar wordt verzameld en verwerkt. Daarom willen we verkennen of er bij digitale dienstverlening gebruikgemaakt kan worden van een persoonlijke digitale kluis in beheer van de burger zelf. Dit levert mogelijk zowel een betere waarborg van de privacy als een betere informatie-uitwisseling tussen burger en dienstverlener op. Ondanks dat Nederland wereldwijd bekendstaat om zijn goede en betrouwbare digitale infrastructuur, krijgen Nederlandse clouddienstverleners in de huidige markt geen voet aan de grond. Dit maakt dat er wat betreft dataopslag en -verwerking in de cloud een onwenselijke afhankelijkheid bestaat van grote Amerikaanse techbedrijven die de markt domineren. Eenzelfde afhankelijkheid bestaat ook wat betreft AI-modellen, software en cybersecuritymaatregelen. In Nederland en de EU moet de techindustrie worden gesteund om deze afhankelijkheid te verminderen. Het opstellen en handhaven van spelregels voor de techindustrie vraagt om internationale coördinatie binnen de EU. Zo gaan we machtsconcentratie tegen en voorkomen we dat landen tegen elkaar worden uitgespeeld bij het lobbyen voor belastingvoordelen, de vestiging van datacenters of uitzonderingen op privacywetten. We willen werk maken van een betere digitale opsporing. Steeds meer mensen krijgen te maken met digitale oplichting via phishing. We willen de capaciteit van de digitale recherche vergroten om misdrijven te bestrijden en ervoor te zorgen dat digitale criminaliteit niet loont. Ook bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen bij de bestrijding van digitale criminaliteit. Grote techplatforms worden verplicht om de werkelijke identiteit achter accounts in hun administratie vast te leggen, op straffe van forse boetes. Bij een schending van richtlijnen/wetgeving, zoals discriminerende of haatzaaiende content, worden zij beboet en verplicht om de identiteit te delen met de politie. We pleiten voor een verplichting op Europees niveau voor ontwikkelaars van kunstmatige intelligentie om zichtbare en onzichtbare watermerken toe te voegen wanneer hun software wordt gebruikt om bestaande mensen na te bootsen. Er moet een makkelijke manier komen voor consumenten om geschillen met grote techbedrijven volledig digitaal en in hun eigen taal aan een rechter voor te kunnen leggen. Online rechten voor burgers moeten worden versterkt en vereenvoudigd. # De digitaal acterende overheid De overheid gebruikt op grote schaal onze gegevens. De bedoelingen zijn vaak goed. Zo kunnen administratieve lasten worden verlaagd en burgers en bedrijven beter geholpen worden als niet iedere keer om dezelfde informatie hoeft te worden gevraagd. In de gezondheidszorg, het onderwijs en op het gebied van veiligheid worden volop data verzameld, AI-bewerkingen toegepast en verdere innovaties verkend. Hoe het mis kan gaan, bleek onder meer bij het toeslagenschandaal. Met een 'zwarte lijst' met vermeende fraudesignalen werden gezinnen uitgesloten van tal van voorzieningen, doordat instanties deze informatie ongecontroleerd bleven delen en bleven gebruiken. Gegevens kunnen een eigen leven gaan leiden en mensen worden als verdachte aangemerkt, zonder ook maar iets verkeerd te hebben gedaan. Het primaat van de wetgever - in het bijzonder de Kamer - over de toepassing van nieuwe technologieën moet worden versterkt. Bij de wetgeving moeten de AVG, het EVRM en Handvest nauwkeurig worden gevolgd. We willen naar buitenlands voorbeeld binnen de Kamer een Bureau voor Technologie oprichten ter ondersteuning van de wetgevende en controlerende taak. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) moet beschikken over voldoende ruimte en budget om de rol als onafhankelijke waakhond goed te vervullen. De overheid mag de privacy van burgers met het oog op het algemeen belang beperken, maar alleen als de noodzaak wordt aangetoond, als de privacyinbreuk in verhouding staat tot het doel, en alleen op de minst ingrijpende manier, met een sterk onafhankelijk toezicht. Bij voorstellen met een 'hoog risico' voor wat betreft de inbreuk op grondrechten wordt in de wetgeving een horizonbepaling toegepast. Bij bestaande wetgeving bezien we of de invoering van een horizon met terugwerkende kracht gewenst is. --- pdf_page: 62 --- Het gebruik van algoritmen en automatische beoordelingen kan leiden tot ernstige en onherstelbare fouten. Een mens is meer dan zijn gegevens, en algoritmen maken geautomatiseerde fouten. Openheid en transparantie over digitale systemen en beslisregels (algoritmen) moeten daarom gegarandeerd zijn bij overheidsdiensten. We steunen de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren en zijn voorstander van strakke wetgeving rondom algoritmes en AI. Het huidige Algoritmeregister moet beter worden ingevuld; veel registraties bevatten nu geen zinvolle informatie over de werking van algoritmen. Algoritmen ten behoeve van de handhaving worden niet van het register uitgezonderd. De Nederlandse regering moet zich op Europees niveau blijven verzetten tegen deze ontwikkeling van een Europese Digitale Identiteit. Indien deze Digitale Identiteit er toch komt, moet de inbreuk op de privacy minimaal blijven en moeten zo min mogelijk diensten toegang krijgen. Ook moet het systeem maximaal worden beveiligd en geen aantasting betekenen voor de Nederlandse DigiD. De Europese Commissie wil een verregaande vorm van berichtenscreening (client-side-scanning) invoeren. Hierbij worden techbedrijven verplicht om de versleuteling van berichten zoals bij WhatsApp te omzeilen door alle foto's en berichten te scannen op mogelijk bekende en onbekende strafbare content (zoals grooming en kinderporno). Deze massasurveillance betekent een aanzienlijke inbreuk op de privacy, is niet proportioneel en de gebruikte algoritmes vertonen grote gebreken. Nederland moet zich hard maken tegen de invoering van deze omzeiling van het digitale briefgeheim. Onze smartphone mag geen afluisterapparatuur worden. Door middel van spionagesoftware ('spyware') zoals Pegasus en Predator kan bij iedereen zonder medeweten toegang verkregen worden tot de telefoon. Hiermee kunnen hackers appgesprekken volgen. Ook kunnen de camera en microfoons van de telefoon op afstand bestuurd worden. Telefonische spyware is een zeer ingrijpend middel dat alleen in gevallen van direct gevaar voor de nationale veiligheid ingezet mag worden door Nederlandse opsporings- en inlichtingendiensten, onder strikt rechtsstatelijk en democratisch ingebed toezicht. Hierbij moet ook de aard van de producenten meegewogen worden en het democratisch kader van de landen aan wie zij hun diensten nog meer leveren. Hoewel digitaal stemmen tijdens verkiezingen makkelijk lijkt, is het niet voldoende te beveiligen zonder het stemgeheim aan te tasten. Ook kan buiten het stemhokje druk worden uitgeoefend om een bepaalde stemkeuze te maken. Daarom blijven wij in Nederland fysiek stemmen. Het moet mogelijk blijven om betalingen te verrichten zonder dat commerciële bedrijven of overheden bij iedere transactie meekijken. De huidige transactiemonitoring kost burgers, bedrijven en overheid veel geld en privacy, maar levert weinig op. We willen toewerken naar proportionele methoden van financiële opsporing. Samen met andere EU-lidstaten willen we de huidige antiwitwasaanpak herzien en grondrechtenvriendelijker maken voor het deel van de bevolking dat nergens van wordt verdacht. # De digitaal weerbare overheid De verantwoordelijkheid voor de informatiebeveiliging van de Nederlandse overheid is sterk gefragmenteerd en onoverzichtelijk. Dit levert substantiële risico's op voor vitale overheidsdiensten (zoals op het gebied van het waterbeheer en elektriciteit) en voor de bescherming van gegevens van burgers. Digitale overheidssystemen zijn bovendien vaak zo verouderd dat het ten koste gaat van de digitale veiligheid én de kwaliteit van de dienstverlening. De informatiebeveiliging bij de landelijke en lokale overheid en bij vitale nutsbedrijven moet naar een hoger niveau getild worden. Ook onder burgers en bedrijven moet er meer aandacht komen voor dataveiligheid en cybersecurity. Het stelsel voor informatiebeveiliging moet worden herzien. Momenteel zijn er drie verschillende overheidsdiensten die onder drie afzonderlijke ministeries vallen, namelijk het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), het Nationaal Bureau voor Verbindingsbeveiliging (NBV) en de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI), die deels overlappende taken en rollen hebben rondom de weerbaarheid van overheidssystemen. Daar komt bij dat ieder ministerie zelf verantwoordelijk is voor de inrichting van haar informatiebeveiliging. Er moet een centrale autoriteit komen die regie neemt over de bescherming en beschikbaarheid van gegevens binnen de landelijke en lokale overheid en in de vitale sectoren, evenals het --- pdf_page: 63 --- bevorderen van de digitale weerbaarheid van Nederland in algemene zin. Om onze overheidsgegevens beter te beschermen, moet de overheid weten waar de digitale infrastructuur staat, wie de eigenaar is en hoe data worden beveiligd - en hierop ook toezicht houden. Gevoelige overheidsdata worden zo veel mogelijk lokaal (on premise) opgeslagen of in specifieke gevallen bij nationale clouddienstaanbieders die onder rijkstoezicht staan. Voor het delen en verhandelen van deze data tussen verschillende overheidsorganisaties moeten strenge kaders gelden. Experts achten de kans aanzienlijk dat een krachtige quantumcomputer over een aantal jaar de huidige vormen van encryptie kan breken, wat zou betekenen dat alle systemen in Nederland gecompromitteerd kunnen worden en alle overheidsgegevens zouden kunnen uitlekken. De overheid moet werk maken van de migratie van overheidssystemen naar quantumveilige cryptografie, met bijzondere aandacht voor verouderde systemen die een lange levensduur hebben en onze vitale processen waarborgen. We moeten accepteren dat elk systeem dat op enige wijze aan het internet hangt, hoe goed beveiligd ook, in potentie vatbaar is voor hacks. Dit maakt dat in het geval van zeer gevoelige gegevens, zoals biometriegegevens voor paspoorten, de keuze gemaakt moet worden om additionele maatregelen te treffen om de kans op of impact van een eventuele hack te verkleinen. Hierbij is te denken aan decentrale opslag, geïsoleerde netwerken of zelfs fysieke kluizen. --- pdf_page: 64 --- # 11 ## Veiligheid en leefbaarheid --- pdf_page: 65 --- # Wat verwachten we van de overheid Investeren in politie, Openbaar Ministerie en de rechtspraak om de samenleving veiliger te maken. Een harde aanpak van ondermijning en georganiseerde criminaliteit. Bij lichtere vormen van criminaliteit is naast vergelding ook preventie van belang, onder meer om herhaling te voorkomen. ## Wat verwachten we van de samenleving Handhaving van waarden en normen lukt alleen als we deze ook hoog houden in de opvoeding, het onderwijs en ons dagelijks leven. De internationaal georganiseerde misdaad is diep doorgedrongen in ons land. Criminelen ontwrichten de samenleving op ongekende wijze. Het gaat hierbij niet alleen om internationale drugshandel, maar ook om bijvoorbeeld cybercrime, mensenhandel en de handel in kinderporno. De ondermijning door deze zware criminelen is in wijken en buurten steeds directer merkbaar: bomaanslagen op woningen, schietpartijen op straat, de moord op een advocaat en op een journalist. Dat zijn regelrechte aanslagen, niet alleen op deze mensen en hun families, maar ook op onze veiligheid en de rechtsstaat. Hier past alleen hard straffen en maximale inzet op het afpakken van crimineel geld, goederen en vastgoed. Het overgrote deel van alle criminaliteit betreft echter veel minder zware delicten: (winkel-/auto-/fiets)diefstal, vernieling, licht geweld, belediging, bedreiging of verduistering. Ook dit knaagt aan de leefbaarheid van de samenleving. De ervaring leert dat deze criminaliteit effectiever kan worden bestreden met een bredere aanpak dan alleen maar berechten en straffen. Daarom zetten we in op lokale preventieve programma's en het voorkomen van nieuwe misdrijven. Het is heel belangrijk om te weten wat er in de wijk speelt, om te voorkomen dat mensen afglijden in de criminaliteit of dat verward gedrag tot onaanvaardbare overlast gaat leiden. Voorkomen is beter dan genezen. Organisaties zouden samen met de dader en zijn omgeving moeten werken aan gerichte straffen, die naast vergelding ook bijdragen aan resocialisatie. Daarom moeten we stoppen met organisaties alleen afrekenen op het aantal behandelde zaken en moet de inzet worden gericht op het bereiken van het gewenste maatschappelijk effect. Ook hier geldt: de mens moet centraal staan, niet de statistieken. ## Een goed functionerende strafrechtketen De strafrechtketen piept en kraakt in zijn voegen. De professionals binnen de strafrechtketen hebben te maken met capaciteitstekorten en een hoge werkdruk. Een goed functionerende keten is een gezamenlijke taak en verantwoordelijkheid van de daarin samenwerkende instanties, waaronder de rechtspraak. Het is belangrijk dat de keten meer ruimte krijgt om tijdig en adequaat haar taken uit te voeren en te doen wat nodig is. We willen investeren in preventie en in een uitbreiding van de capaciteit van de justitiële keten. Daarbij moeten de politie, het Openbaar Ministerie, de rechtspraak en de reclassering kunnen rekenen op een meerjarige financiële zekerheid, zodat niet hoeft te worden bezuinigd op personeel. Voor het rechtsgevoel van mensen is het van groot belang dat aangiftes van misdrijven ook daadwerkelijk leiden tot opsporing en vervolging. De strafrechtketen presteert op dit punt onder de maat. Personeelstekorten, onvoldoende functionerende ICT-systemen en gebrekkige afstemming leiden ertoe dat te veel zaken worden geseponeerd of laat voor de rechter komen. Er is bovendien sprake van grote verschillen in doorlooptijden tussen regio's. De huidige financiering van organisaties in de strafrechtketen vindt grotendeels plaats op basis van het aantal zaken en de budgetten worden toegekend per organisatie. We werken toe --- pdf_page: 66 --- naar een financieringsstelsel dat ondersteunend is aan goede prestaties van de keten als geheel en dat samenwerking beloont. De overbelasting van de strafrechtketen is mede het gevolg van de hoge mate van recidive. Wij zetten daarom ook in op het bevorderen van slimmer straffen. Daders moeten niet opnieuw de fout in gaan en de inspanningen in de strafrechtketen moeten mede daarop gericht worden. Ook van daders en hun omgeving wordt actieve inzet verwacht. De toepassing van mediation in strafzaken en herstelbemiddeling wordt gestimuleerd. Dit draagt bij aan de verwerking, waardoor betrokkenen de gebeurtenissen beter achter zich kunnen laten. De toegankelijkheid voor slachtoffers en verdachten tot deze voorzieningen wordt verder ontwikkeld. Professionele mediators krijgen een plaats in de justitiële keten. De afhandeling van geschillen en conflicten en het behandelen van veelvoorkomende criminaliteit via wijkrechtspraak wordt gestimuleerd om maximaal maatschappelijk effect te realiseren. Het uitwisselen van informatie is van belang voor een effectieve samenwerking. Door de regelgeving rondom privacy mogen (semi)overheidsinstanties slechts onder strenge voorwaarden informatie met elkaar delen. Daardoor blijven stukjes informatie over hetzelfde misdrijf of dezelfde misdadiger verspreid bij verschillende instanties zonder dat die dat van elkaar weten. Instanties moeten - onder duidelijke wettelijke voorwaarden - privacygevoelige informatie met elkaar kunnen delen als dat van belang is voor de aanpak van criminaliteit en overlast. We pleiten voor een evaluatie van de aanpak via expertisecentra (RIEC, LIEC) voor de bestrijding van ondermijnende criminaliteit. Er gaat veel geld naar deze aanpak, en de doelen zijn ambitieus, maar de effectiviteit is amper te controleren. Het is belangrijk om te evalueren of de doelen worden gehaald en hoe de effectiviteit van de expertisecentra kan worden vergroot. In een democratische rechtsstaat bepaalt alleen de rechter welke straf passend is en het beste effect heeft op de dader en de samenleving. De praktijk waarbij het Openbaar Ministerie zaken afdoet met strafbeschikkingen (en een straf wordt opgelegd buiten de rechter om) moet kritisch worden gevolgd. Toegankelijkheid van het recht is een cruciale voorwaarde voor een rechtsstaat. Het is onaanvaardbaar dat burgers die een strafbeschikking afwijzen, lang moeten wachten op een behandeling van de zaak bij de rechtbank. Verzet tegen een strafbeschikking moet voortaan binnen een termijn van drie maanden door de rechtbank worden behandeld. Ook moet de strafbeschikking minder worden ingezet. De praktijk waarbij de officier van justitie en de verdachte procesafspraken maken, heeft een wettelijke basis nodig. Ook moet worden afgebakend voor welke strafbare feiten procesafspraken kunnen worden gemaakt. Het tegengaan van discriminatie, uitsluiting en onveiligheid op de werkvloer is een belangrijk thema, ook bij de politie en justitiële diensten. De overheid moet als werkgever zelf laten zien dat zij de kernwaarden van de rechtsstaat serieus neemt. De overheid is neutraal en straalt dat uit in woord en gedrag. Wij zijn voor het verbod op zichtbare uitingen van geloofs- of levensovertuiging bij het dragen van een uniform. Onze aanpak is mensgericht. Dit betekent ook: aandacht voor slachtoffers. Zij willen gehoord worden en verwachten een snelle behandeling van hun zaak. We zetten ons in voor voldoende, passende en bereikbare opvangplaatsen voor slachtoffers van geweld achter de voordeur, waaronder kinderen, en verbeterde bereikbaarheid van hulplijnen. # Georganiseerde ondermijnende criminaliteit repressief aanpakken De georganiseerde misdaad maakt een ongekende inbreuk op de rechtsorde en ondermijnt de rechtsstaat. Het verstoren en bestrijden van de georganiseerde misdaad vraagt om een intensieve samenwerking tussen alle partijen in en rondom de strafrechtketen. Wij willen de slagkracht van politie en justitie vergroten, zodat zij in staat worden gesteld om de zware georganiseerde criminaliteit grondig aan te pakken, zowel lokaal, nationaal als internationaal. Het voortzetten van criminaliteit vanuit gevangenschap is volstrekt onacceptabel en moet leiden tot hoge straffen en vervolging van de faciliteerders. De minister van Rechtsbescherming moet de bevoegdheid krijgen om aan kopstukken van criminele organisaties in detentie tijdelijk zeer vergaande beperkingen op te leggen bij het contact met de buitenwereld. --- pdf_page: 67 --- Uiteraard verliezen wij de grondrechten van mensen hierbij niet uit het oog. Het doorbreken van het criminele verdienmodel en het terugdringen van criminele geldstromen moet een speerpunt zijn van het beleid. Financieel gewin vormt zowel het onderliggende motief als een belangrijk machtsmiddel van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit; met geld worden steeds weer nieuwe drugs, wapens en handlangers gekocht. Door criminele geldstromen te verstoren en terug te dringen nemen de ondermijnende effecten van dat geld af. Wij zijn voorstander van het maatschappelijk herbestemmen van afgepakt crimineel vermogen. Geld, goederen of vastgoed afkomstig uit criminele activiteiten moet worden afgepakt en de opbrengst moet zichtbaar worden geïnvesteerd in de samenleving - liefst in kwetsbare wijken, die veel te lijden hebben gehad van criminaliteit. Corruptie doet afbreuk aan het vertrouwen van burgers en leidt tot maatschappelijke verontwaardiging. Door corruptie blijft zware criminaliteit bestaan en worden bedrijven, overheden en de samenleving benadeeld. Het bestrijden van corruptie moet veel hoger op de agenda. Bij sommige beroepen lopen overheidsfunctionarissen verhoogd risico om betrokken te raken bij criminele netwerken. Verhoogde bewustwording, verplichte training en continue VOG-screening zijn nodig, onder meer bij de Douane. Criminelen houden geen rekening met landsgrenzen. Door internationaal te opereren zorgen criminelen ervoor dat opsporing, vervolging en berechting worden bemoeilijkt. Ook maken zij vaak meer winst bij internationale activiteiten. Daarom willen wij inzetten op slimmere en intensievere, creatieve internationale samenwerking om grensoverschrijdende criminele netwerken op te rollen. De criminaliteit verschuift van de echte wereld naar de digitale wereld. Steeds vaker worden strafbare feiten gepleegd via internet, zoals phishingmails, diefstal van klantgegevens en dreigen met het publiceren van via internet gestolen foto's. Wij willen dat er meer wordt geïnvesteerd in de aanpak van digitale criminaliteit en strafbare feiten via internet en e-mail. Politie en justitie moeten ruimere mogelijkheden krijgen om criminaliteit te kunnen aanpakken en de schade daarvan te beperken. Op het platteland worden drugslabs aangetroffen in schuren en boerderijen. Drugsafval in de vorm van vaten, jerrycans en verpakkingen wordt op grote schaal in de natuur gedumpt. Giftig afvalwater wordt op het riool of direct in de sloot geloosd. Dit is zeer schadelijk voor mens en milieu. De opruimkosten zouden niet gedragen moeten worden door de maatschappij, maar moeten worden verhaald op de criminele veroorzakers. We handhaven een regeling voor gedupeerde grondeigenaren en gemeenten. Het blijft verboden om drugs te bezitten, verkopen of te produceren. We handhaven het huidige softdrugsbeleid. De minimumleeftijd voor prostitutie wordt verhoogd naar 21 jaar. We intensiveren de bestrijding van mensensmokkel en dwang en voeren een pooierverbod in. Exploitanten van bordelen en klanten hebben een zware verantwoordelijkheid om misstanden te signaleren en voorkomen. Wij willen dat bij de aanvraag voor een wapenvergunning alle relevante medische en andere informatie over de aanvrager beschikbaar is voor de politie. Dit geldt ook met betrekking tot houders van reeds afgegeven wapenvergunningen. Naast ondermijnende criminaliteit vragen ook radicalisering en de dreiging van terrorisme om permanente alertheid. Het stelsel voor het bewaken en beveiligen van personen en objecten moet worden versterkt. Dit alles vraagt om adequaat toegeruste inlichtingen- en veiligheidsdiensten (AIVD, MIVD) met goed toezicht en borging in de rechtsstaat. # Veelvoorkomende criminaliteit anders aanpakken Een andere aanpak is nodig bij veelvoorkomende criminaliteit, gericht op preventie en het voorkomen van herhaling door gerichter te straffen en te werken aan resocialisatie. We zien dat jongeren steeds vaker en op jongere leeftijd in aanraking komen met criminelen, zwichten voor de verleiding van geld en strafbare feiten plegen. Het wapenbezit en -gebruik onder jongeren is enorm toegenomen. Een wijkgerichte, preventieve aanpak samen met ouders, scholen, sportverenigingen, politie en andere instellingen, moet uitkomst bieden. Wij willen daarom het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid voortzetten en de aanpak van de jeugdcriminaliteit uitbreiden. Er is een persoonsgerichte aanpak nodig met aandacht voor de participatie van ouders en de sociale netwerken van jongeren. Ook het betrekken --- pdf_page: 68 --- van ervaringsdeskundigen (ex-slachtoffers, ex-daders, praktijkkennis) kan een goede rol spelen in preventie en het voorkomen van herhaling. Stapeling van urgentiegroepen in kwetsbare wijken is onwenselijk vanuit het oogpunt van leefbaarheid en veiligheid. Selectieve woningtoewijzing door gemeenten, als onderdeel van een integrale gebiedsaanpak, moet daarom mogelijk blijven. Gemeenten worden ondersteund bij de uitvoering en betrokken bij het verkennen van uitbreiding en vernieuwing van de bestaande wet- en regelgeving. Burgemeesters blijven de spil in het handhaven van de openbare orde. Zij moeten beschikken over voldoende wijkagenten die zich inzetten voor de leefbaarheid en veiligheid van wijken en dorpen. We bevorderen een eerlijke spreiding van de politiecapaciteit over het land; de politie moet in alle steden en dorpen in voldoende mate aanwezig, zichtbaar en benaderbaar zijn. Wijkagenten moeten minimaal 80 procent van hun tijd daadwerkelijk aan hun wijk kunnen besteden. Wij willen ook dat lokale prioriteiten op het gebied van leefbaarheid en veiligheid een grotere rol krijgen bij de toedeling en inzet van de politiecapaciteit, bijvoorbeeld via een sterkere rol van gemeenteraden bij het opstellen van capaciteitsplannen. De openbare orde gaat tegenwoordig verder dan de fysieke wereld. Als mensen op internet oproepen tot rellen en geweld in hun gemeenten kunnen burgemeesters geen dwangsom opleggen. Wij vinden het van belang dat ook bij online dreiging de openbare orde kan worden gehandhaafd. Hiervoor is aanvullende wetgeving nodig. De capaciteit van de politie staat permanent onder druk door - naast de inzet bij voetbalrellen en demonstraties en dergelijke - het toenemende aantal incidenten met personen met verward gedrag. Het beslag op de politiecapaciteit kan worden verminderd als gemeenten, zorginstellingen en anderen hun verantwoordelijkheid (kunnen) nemen voor zorg en hulpverlening aan mensen die zorg mijden en veel overlast veroorzaken. Personen met verward gedrag of een persoonlijkheidsstoornis moeten zo veel mogelijk uit het strafrecht worden gehouden en indien zij in het strafrecht terechtkomen, verdienen zij op basis van hun veroordeling soms straf, maar altijd verplichte hulp. In iedere veiligheidsregio moet (weer) een structurele opvang voor personen met verward gedrag beschikbaar komen. Gemeenten moeten meer ruimte krijgen om buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA's) in te zetten voor de aanpak van overlast en kleine verkeersovertredingen. De samenleving verhardt en geweld tegen overheidspersoneel neemt toe. Deze beroepsgroep moet hiervoor ook voldoende worden toegerust (o.a. opleiding, geweldsmiddelen). BOA's moeten veilig kunnen werken, zich professioneel kunnen verweren en het onderscheid in taken en bevoegdheden met de politie moet voor iedereen helder zijn. Om relschoppers goed te kunnen herkennen en op te pakken moet in de voetbalstadions een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding worden ingesteld en gehandhaafd. Ook moet onderzocht worden in hoeverre zo'n verbod rondom voetbalstadions kan worden ingevoerd tijdens wedstrijden of bij demonstraties waarbij wanordelijkheden worden verwacht. Wij zijn daarnaast voorstander van het invoeren van een digitale meldplicht bij een opgelegd stadionverbod. Wij zijn voor het invoeren van elektronische detentie als een nieuwe zelfstandige hoofdstraf en steunen het daartoe ingediende burgerinitiatiefwetsvoorstel. Deze straf is geschikt voor (niet zware) zaken, waarin de rechter het opleggen van een taakstraf een te lichte straf vindt. Deze nieuwe vorm van detentie betekent dat daders gecontroleerd vastzitten in hun eigen huis. Zij kunnen alleen ten behoeve van vooraf bepaalde resocialisatiedoelen (werk, studie of behandeling) op vastgestelde tijden het huis verlaten met een enkelband. Elders in Europa wordt elektronische detentie al opgelegd. Deze straf maakt verplichte resocialisatie mogelijk, draagt bij aan het behoud van perspectief en vermindert de recidive bij volwassen daders naar verwachting met $50 \%$. Ook is het aanzienlijk minder duur en wordt het dreigende cellentekort hiermee opgelost. Dankzij (veel te) ruimhartig overheidsbeleid is het online gokken geëxplodeerd. Dit heeft ook bijgedragen aan de groei van problematische schulden en criminaliteit. Om mensen te beschermen tegen gokverslaving, wordt gokken op internet verboden. Dit verbod moet streng worden gehandhaafd. De regels voor het gokken in casino's, loterijen en sportweddenschappen worden strikt gehandhaafd en reclames aan banden gelegd. De realiteit voor veel criminele jongeren is 'eenmaal erin, nooit meer eruit'. Perspectief is nodig om snel weer op het rechte pad te komen. Wij willen onderzoeken of positief gedrag, zoals het verrichten van maatschappelijke diensttijd, kan worden meegewogen bij het eerder verlenen van een Verklaring Omtrent het Gedrag na lichte vergrijpen. --- pdf_page: 69 --- # Paraatheid bij rampen en crises Na de pandemie en de oorlog in Oekraïne is het niet ondenkbaar dat er in de toekomst weer een crisissituatie uitbreekt. Nederland is hier momenteel niet goed op toegerust. We vinden het belangrijk dat we in het geval van uitvallend internet, elektriciteit of plotselinge tekorten aan voedsel, energie of water door een internationale noodsituatie geen acuut probleem hebben. Daarom nemen we de volgende maatregelen: Het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en hulpdiensten dienen operationeel voorbereid te zijn op rampen en crises en dus regelmatig te oefenen. Met het oog op de bestaanszekerheid van de bevolking vinden wij het daarnaast van belang dat de overheid voldoende strategische voorraden aanhoudt. Het gaat dan om reserves op het gebied van water, voedsel, medicijnen, olie/gas en contant geld. Om deze voorraden te kunnen benutten, moet er ook bedacht worden hoe burgers toegang krijgen tot deze voorraden, inclusief de logistieke aspecten. Vanwege de digitale kwetsbaarheid van NL-Alert handhaven we het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem van (testen van) sirenes. Er moet meer aandacht komen voor de operationele problemen rond de meldkamers en C2000. We moeten kunnen vertrouwen op een goede brandweer. Wij hechten hierbij zeer aan de inzet van vrijwilligers. Het kabinet moet in Brussel ruimte zoeken om de beperkingen die EU-regelgeving opleggen aan de inzet van vrijwilligers ongedaan te maken. Agressie tegen hulpverleners van ambulance, brandweer en de politie wordt niet getolereerd. Strafbare feiten die worden gepleegd tegen werknemers met een publieke taak worden streng en snel bestraft. --- pdf_page: 70 --- # 12 ## Nederland in de wereld --- pdf_page: 71 --- # Wat verwachten we van de overheid De krijgsmacht met voorrang versterken. Hulp blijven bieden aan Oekraïne. Samenwerken met andere (EU-)landen om onze geopolitieke kwetsbaarheid te verminderen. Geen sluipende uitholling van nationale soevereiniteit en geen transferunie. ## Wat verwachten we van de samenleving Een bijdrage aan internationale samenwerking; Nederland is geen eiland. Ruimte voor reservisten die een band met het leger onderhouden. We voelen een sterke verbondenheid met buurlanden, met Europese lidstaten en met partners wereldwijd. Nederland is goed gepositioneerd om een bescheiden maar belangrijke rol te spelen op het wereldtoneel. Den Haag is dé internationale stad van vrede en recht waar in menig internationaal conflict werd bemiddeld en oorlogsmisdadigers werden berecht. Nederlandse bedrijven spelen een centrale rol op het gebied van fotonica, landbouw en fintech. Maar de internationale machtsverhoudingen verschuiven. De invloed van het Westen is niet langer vanzelfsprekend, er is sprake van wrijving tussen wereldmachten en nieuwe gewapende conflicten. Samenwerking op internationale uitdagingen wordt ondertussen alleen maar urgenter, zoals op het gebied van klimaat, water, voedsel, energie en migratie. Het is van groot belang dat Nederland zijn belangen blijft behartigen en waarden blijft verdedigen: veiligheid, vrijheid en de democratische waarden. We dragen bij aan de internationale rechtsorde (conform artikel 90 van de Grondwet) en hechten aan het naleven van geldende verdragen. We spelen, waar mogelijk, een actieve rol op het internationale toneel om vreedzame oplossingen voor conflicten te bevorderen. In Europa blijven we intensief samenwerken maar zien we ook de noodzaak om de democratische legitimiteit van wetgeving te versterken. Een verstandig internationaal beleid betekent ook dat we de belangen van onze burgers, organisaties en bedrijven in het oog houden. ## Defensie en veiligheid Er woedt een oorlog in Europa. Dit gegeven drukt ons met de neus op de feiten: vrede en veiligheid zijn niet vanzelfsprekend. Onze krijgsmacht verkeert echter in een slechte staat door jarenlange verwaarlozing en bezuiniging. Het beschermen van ons eigen grondgebied is bij uitstek de taak van de staat. Als handelsland en exportland heeft Nederland daarnaast een groot belang bij een vrije toegang tot internationale wateren, maritieme knooppunten en zeestraten. Ook moeten de Noordzee en de vrije zee veilig gehouden worden. Een goed uitgeruste krijgsmacht is nodig om de internationale rechtsorde en stabiliteit te bevorderen, civiele autoriteiten te ondersteunen en bijstand te bieden bij rampen en crisis. Het lidmaatschap van de NAVO is de hoeksteen van ons veiligheidsbeleid. De Europese landen zullen binnen dit bondgenootschap meer eigen en gezamenlijke verantwoordelijkheid moeten nemen. We committeren ons aan de norm om minimaal $2 \%$ van het bbp te besteden aan Defensie en investeren in slagkracht, gereedheid, uitrusting en oefeningen. Deze uitgavennorm wordt in de wet verankerd. We werken aan een technologisch hoogwaardig en informatiegestuurde krijgsmacht die volwaardig aan meerdere operaties in het gehele geweldsspectrum kan deelnemen. We zetten onze krijgsmacht bij voorkeur in internationaal verband in, maar het nationale parlement houdt het laatste woord over militaire missies. We zijn geen voorstander van een Europees leger. Personeel van Defensie dient goed te worden beloond, mede vanwege het bijzondere risicovolle karakter van het beroep. Militairen verdienen een passende wedde, een modern loongebouw en toelagen. Goede arbeidsvoorwaarden en personele voorzieningen voor onze militairen zijn van belang. --- pdf_page: 72 --- Het is een voorrecht om je land als militair te dienen. We bieden alle jongeren daarom na hun middelbareschooltijd een dienjaar aan. Behalve voor Defensie ontwikkelen we dit ook voor Zorg, Politie en Onderwijs. Aan werkgevers wordt gevraagd om hun werknemers ruimte te geven om tijdens de loopbaan als reservist actief te blijven. Het personeelstekort maakt het noodzakelijk om mede in te zetten op concepten waarbij onze eenheden een kleinere bemanning krijgen en worden aangevuld met wendbare onbemande schepen, vliegende middelen en wapensystemen. We verkennen daarnaast de mogelijkheden voor Defensie om mensen, materieel, diensten en kennis te delen met civiele partners. We besteden onverminderd aandacht aan veteranen, oorlogsslachtoffers en nationale herdenkingen, om ons te blijven realiseren welke offers zijn gebracht voor vrede en veiligheid en dat vrede geen vanzelfsprekendheid is. De digitalisering van vitale processen maakt de staat kwetsbaar. We moeten weerbaar worden tegen digitale verstoringen van onze democratische orde, zoals pogingen om verkiezingen te beïnvloeden, spionage, het hacken van essentiële voorzieningen en cyberwarfare. Dit vergt voldoende capaciteit en middelen voor onze veiligheidsdiensten MIVD en AIVD, maar ook duidelijke wettelijke kaders om de privacy van mensen te beschermen. # Oekraïne We veroordelen met kracht de brute schending van de soevereiniteit van Oekraïne door Rusland. De oorlog verwoest de levens van miljoenen mensen en heeft grote gevolgen voor de stabiliteit tussen landen in de wereld, de voedselvoorziening en de energiezekerheid. We bieden actief militaire, economische, humanitaire en financiële steun. We vangen Oekraïense vluchtelingen op en willen actief bijdragen aan de sociale, economische, bestuurlijke en fysieke wederopbouw van Oekraïne. We blijven samen optrekken met andere (EU-)landen bij het opleggen en effectueren van sancties tegen Rusland. Oekraïne moet op termijn lid kunnen worden van de NAVO. Oekraïne heeft daarnaast thans de status van kandidaat-lid van de EU. We moeten eerlijk zijn over het perspectief om lid te worden van de EU: dit proces zal - gelet op de strenge criteria die gelden voor toetreding - op zijn minst vele jaren vergen. De misdaden van de oorlog in Oekraïne moeten bestraft worden. Daarom zijn wij voorstander van een tribunaal in Den Haag. Het beginpunt van het onderzoek zou de aanvangsdatum van de Russische annexatie van de Krim in 2014 moeten zijn, zodat ook het neerhalen van MH17 onder de rechtsmacht van het tribunaal valt. ## Samenwerken in Europa Europese samenwerking is voor Nederland van groot belang. De Europese Unie (EU) zal zich steviger naar buiten moeten richten: gericht op het versterken van de buitengrenzen, het ontwikkelen van een stabiele ring rond Europa en op de bedreigingen en kansen in de wereld. Alleen samen kunnen we geopolitiek tegenwicht bieden tegen de agressie van Rusland en de assertiviteit van China. Dat geldt ook voor onze economische belangen in relatie tot het economisch patriottisme van de Verenigde Staten. We hechten aan een stevige Europese samenwerking met behoud van onze huidige nationale soevereiniteit. We moeten in Europa samen optrekken als het gaat om wereldhandel, het verminderen van de afhankelijkheid van strategische goederen en grondstoffen, het afdwingen van een gelijk speelveld voor onze bedrijven en het veiligstellen van technologie. Door samen te werken krijgen we meer grip op grensoverschrijdende problemen zoals migratie, de uitstoot van $\mathrm{CO}_{2}$ en de macht van de grote (tech)bedrijven. Wij zijn geen voorstander van een 'ever closer union'. Binnen Europa bepleiten we een stevige opstelling van Nederland, constructief maar realistisch, zonder sluipende overdrachten van taken, bevoegdheden en budgetten die de nationale soevereiniteit uithollen. De lidstaten moeten eigenaar blijven van gemeenschappelijke ambities, samenwerken in de uitvoering en zich ervan verzekeren dat alle lidstaten de gemaakte afspraken nakomen. Bevoegdheden moeten zo laag mogelijk worden belegd ('subsidiariteit'). Dit wil zeggen dat de EU alleen maatregelen neemt als dat doeltreffender is dan nationale, regionale of lokale maatregelen. De Europese besluitvorming moet transparanter worden in lijn met het initiatief 'Opening up closed doors', dat is onderschreven door een meerderheid van de nationale parlementen in de EU. --- pdf_page: 73 --- De ingrijpende gevolgen van nieuwe EU-initiatieven worden vaak (te) laat onderkend. De Kamer investeert onvoldoende in een tijdige screening en beïnvloeding van de EU-agenda. De Kamer zal daarom van de regering moeten vragen om haar tijdig en actief te betrekken bij nieuwe initiatieven en bij mandaten voor onderhandelingen. Zowel in de formele als informele (voor)fases van het Europese besluitvormingsproces, inclusief de Eurogroep, moet de mening van de Kamer nadrukkelijker tot uitdrukking komen in het standpunt van de Nederlandse regering. De Kamer moet EU-beleid en -regelgeving actiever toetsen op subsidiariteit, proportionaliteit en verwachte effecten. Wij vinden het van belang dat de Kamer bij grote en potentieel verstrekkende nieuwe EU-initiatieven een rapporteur benoemt. Voor deze taak moet voldoende tijd en ondersteuning beschikbaar zijn. We doen liefst mee in de voorhoede van de EU-beleidsvorming waar invloed op de koers kan worden uitgeoefend. Indien er sprake is van onvoldoende draagvlak, werkbaarheid of te hoog oplopende kosten, sporen we het kabinet aan om te zoeken naar een blokkerende minderheid van gelijkgezinde lidstaten. In het uiterste geval zal Nederland kiezen voor een 'opt-out' en niet meedoen aan een nieuw initiatief voor wetgeving of beleid. Het is in de afgelopen kabinetsperiode meerdere keren voorgevallen dat bewindspersonen de meerderheid van de Tweede Kamer negeren bij het stemmen voor of tegen een Europese wet. Europese verordeningen en richtlijnen mogen niet als voldongen feiten neerdalen op Nederland, maar moeten legitimiteit krijgen door instemming van een meerderheid van het Nederlandse parlement. Dat en andere zaken leggen we vast in een Europawet en in de Grondwet. Als onderdeel van een verstandig Europees beleid zijn we tegen de ontwikkeling van de EU tot een transferunie. Nederland zoekt medestanders in de EU en de Eurozone die deze grens ook willen bewaken. Belastingheffing blijft voorbehouden aan de lidstaten. Wij zijn tegen nieuwe gezamenlijke Europese schulden, tegen eurobonds en andere constructies waarmee schulden van EU-lidstaten gemeenschappelijk worden. Ook vinden wij dat de Europese Centrale Bank (ECB) terug moet keren naar het oorspronkelijke mandaat en het opkoopprogramma volledig moet afbouwen. Verder pleiten we voor herstel en handhaving van de Europese normen voor gezonde overheidsfinanciën (d.w.z. een maximaal begrotingstekort van 3\% en een maximale staatsschuld van 60\%). We zetten ons in voor een gematigde EU-begroting en zijn tegenstander van een toename van de afdracht aan de meerjarenbegroting (MFK) vanaf 2027. We zijn voor een soberder beloning van medewerkers van Europese instellingen. Uitbreiding van de EU is op termijn mogelijk, maar we doen geen concessies aan de toepassing van de Kopenhagen-criteria (waarborgen op het gebied van democratie, rechtsstaat, corruptie, etc.). Mocht een toetreding aan de orde komen, dan moet het besluit van het parlement onderwerp kunnen worden van een correctief referendum. Het toetredingsproces van Turkije is terecht bevroren en wordt niet opnieuw opgestart. # Goed nabuurschap Onze buurlanden zijn niet alleen onze belangrijkste handelspartners, maar we zijn ook voor tal van grensoverschrijdende vraagstukken op elkaar aangewezen. We vinden het daarom van groot belang om te blijven investeren in goed nabuurschap. We blijven werken aan een goede verstandhouding met onze buurlanden Duitsland, België/Luxemburg (Benelux) en het Verenigd Koninkrijk, alsook met Frankrijk. We hechten aan de bijzondere samenwerking met Vlaanderen vanwege de gemeenschappelijke taal en culturele wortels, alsook met de aangrenzende Duitse deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen. Niet alleen het kabinet, maar ook de Kamer moet in de relatie met buurlanden investeren. Grensoverschrijdende samenwerking moet tot concrete resultaten leiden. Zo dienen de treinverbindingen met België verbeterd te worden, streven we naar een goede aansluiting van Nederlandse (grens)steden op het Duitse HSL-netwerk en moet er overleg zijn over sociale zekerheid en belastingen voor grensarbeiders. We stimuleren de samenwerking in grensregio's op het gebied van onder meer onderwijs, arbeidsmarkt, bereikbaarheid en onderlinge hulp en dienstverlening. We vinden het belangrijk om - naast het Engels - ook de taalvaardigheid in Duits en Frans in het (beroeps) onderwijs te blijven stimuleren. --- pdf_page: 74 --- # Buitenlands beleid Het buitenlands beleid moet realistisch zijn en bijdragen aan de belangen van Nederland in de wereld: direct (consulaire bijstand, handelsbevordering) of indirect (ten goede komen aan veiligheid, vrijheid en verdienvermogen). Onze waarden verliezen we echter niet uit het oog. We maken ons grote zorgen over de enorme spanningen en het geweld in het Midden-Oosten. Nederland zet zich actief in om bij te dragen aan een betere situatie, het verlichten van leed en conflictoplossing, waar nodig juist ook achter de schermen. Den Haag is de hoofdstad van vrede en recht; in de wereld kunnen we een verschil maken door deze positie uit te bouwen. Waar mogelijk dragen we bij aan het bevorderen van de mensenrechten, onder meer via de Raad van Europa. We hebben aandacht voor de onderdrukking van vrijheden in landen als Iran of Belarus. We steunen vervolging en berechting van genocide en oorlogsmisdaden. We zetten ons in tegen vervolging van religieuze minderheden, zoals christenen en jezidi's in het Midden-Oosten, en maken het mandaat van de Europese speciaal gezant voor godsdienstvrijheid permanent. We hechten aan de naleving van internationaal recht en mensenrechten door onze handelspartners en laten deze meewegen in onze inzet voor ontwikkelingshulp. Wij zijn voorstander van een internationaal tribunaal om IS'ers te berechten en zullen in internationaal verband voorstellen om dit op te zetten. IS pleegde genocide en daarvoor dienen de daders vervolgd te worden als zij in Nederland zijn. Het recht op gezinshereniging moet deze groep onthouden worden. Nederland zet de MH17-statenklacht tegen Rusland bij het Europees hof voor de Rechten van de Mens (ERM) door, ondersteunt nabestaanden in hun zaak bij het ERM en zet zich in om de opgelegde straffen voor het neerhalen van MH17 uit te voeren. Verder worden de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) uitgevoerd. We blijven bijdragen aan de samenwerking met Suriname, gezien de bijzondere band tussen beide landen en samenlevingen. Mensen uit Suriname moeten visumvrij naar Europa kunnen komen. Met het oog op de schuivende wereldverhoudingen moeten we meer aandacht besteden aan de betrekkingen met Aziatische landen, in het bijzonder Indonesië. ## Ontwikkelingssamenwerking Ook de inzet voor ontwikkelingssamenwerking vraagt om keuzes in het licht van schuivende wereldverhoudingen en van mondiale uitdagingen zoals klimaat en migratie. We blijven ons inzetten voor het verminderen van armoede, ongelijkheid en instabiliteit. Ontwikkelingssamenwerking wordt meer gericht op verantwoorde groei van landen; het moet bijdragen aan de duurzame ontwikkeling en het verbeteren van sociaal-economisch perspectief. We letten scherp op effectiviteit; belastinggeld moet goed worden besteed. Meer impact kan worden bereikt door ons langduriger te richten op een beperkt aantal landen. De hulp kan sterker worden gericht op gebieden waar Nederland een bijzondere kennispositie heeft, zoals voedselproductie en watermanagement. Bijdragen aan noodhulp, zoals bij aardbevingen en overstromingen, blijven bestaan. We willen nadrukkelijk een relatie leggen tussen ontwikkelingsbeleid en migratiebeleid, met een focus op landen van oorsprong en transit van irreguliere migratie, vooral in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en delen van Sub-Sahara Afrika. In het beleid blijven we aansluiting zoeken bij initiatieven vanuit de Nederlandse samenleving en hun directe relaties met ontwikkelingslanden. Dit is ook van belang voor het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in de samenleving. --- pdf_page: 75 --- # 13 ## Overheidsfinanciën op orde --- pdf_page: 76 --- # Wat verwachten we van de overheid Het financiële huishoudboekje moet op orde zijn; wat er niet binnenkomt kan de overheid ook niet uitgeven. Herstel van de spelregels voor een gezond begrotingsbeleid. ## Wat verwachten we van de samenleving Een bijdrage aan de rijksbegroting op basis van de beginselen voor eerlijke belastingheffing, met name draagkracht en 'de vervuiler betaalt'. ## Wij staan voor een degelijk en transparant financieel beleid. Het huishoudboekje van de staat moet op orde zijn; we willen onze toekomstige generaties niet opzadelen met ons gebrek aan discipline. De regering heeft de afgelopen jaren miljarden op de pof geleend om extra uitgaven te kunnen doen. Hierdoor is er een forse rekening naar de toekomst verschoven. Het beleid leidt de komende jaren tot een begrotingstekort dat oploopt tot boven de grenswaarde van - $3 \%$ in 2028. De staatsschuld bevindt zich weliswaar op een houdbaar niveau, maar beweegt de komende jaren met ongewijzigd beleid geleidelijk richting de grenswaarde van 60\%. Ook de jaarlijkse rentelasten op de staatsschuld lopen op; deze bedragen inmiddels meer dan 7 miljard euro. Deze lasten zullen de komende jaren naar verwachting verdubbelen en daardoor andere uitgaven gaan verdringen. Ter vergelijking: er gaat jaarlijks ongeveer 14 miljard euro naar het basisonderwijs. De Raad van State waarschuwt al enige tijd dat het kabinet met het begrotingsbeleid 'dicht langs de vangrail' rijdt. Buffers om tegenvallers op te vangen zijn er niet. Zo kan de economische groei tegenvallen, of kunnen geopolitieke spanningen leiden tot economische schokken. Het expansieve financiële beleid jaagt bovendien de economie aan op een moment dat prijzen stijgen en personeelstekorten al groot zijn. Er is eerder aanleiding om de economie enigszins af te remmen. De spelregels voor een prudent begrotingsbeleid zullen weer strakker moeten worden nageleefd. Mee- en tegenvallers leiden daardoor tot een betere integrale afweging door de Tweede Kamer. ## Houdbaar en solide Als we het vertrouwen van burgers in de overheid willen herstellen, dan hoort daarbij dat we geen loze beloftes doen. Het eerlijke verhaal is dat de financiële ruimte de komende jaren zeer beperkt is. Er is een financiële koerscorrectie nodig en deze willen we verstandig en geleidelijk inzetten. Wij willen het begrotingstekort terugdringen in de richting van de Europese norm. Hierdoor blijft ook de staatsschuld op een houdbaar niveau. Diverse voorstellen uit dit programma op het gebied van bestaanszekerheid, gezondheidszorg en infrastructuur vragen daarnaast om extra financiële ruimte. De financiële dekking zoeken we in een afgewogen mix van het beperken van uitgaven en specifieke lastenmaatregelen, waarbij we in het bijzonder kijken naar fiscale regelingen die soms niet meer van deze tijd zijn of hun doel voorbijschieten. Voor de uitgaven van de rijksoverheid, sociale zekerheid, zorg en klimaat stellen we voor de komende vier jaar een uitgavenplafond in. Ook stellen we een lastenkader vast, dat ruimte biedt voor lastenverlichting indien het tekort zich gunstiger ontwikkelt dan afgesproken. ## Uitgaven Zonder ingrijpen stijgen de reële uitgaven van 2023 tot 2028 met 35 miljard euro. Een belangrijk deel van deze toename is het gevolg van extra structurele uitgaven van het kabinet-Rutte IV. We willen beter zicht krijgen op de besteding en de bestemming van het geld en de stijging van de uitgaven beperken. We constateren met de Algemene Rekenkamer dat een goed inzicht in een zinnige en zorgvuldige besteding --- pdf_page: 77 --- van de vele miljarden aan belastinggeld ontbreekt. We voeren daarom een 'comprehensive spending review' (ofwel een uitgebreide doorlichting van de begroting) uit om inzicht te krijgen in de doelmatigheid van bestaande en nieuwe uitgaven. Het kritisch screenen van de collectieve uitgaven geeft de Tweede Kamer meer grip op uitgaven en helpt bij het stellen van prioriteiten. We beperken de oploop van de overheidsuitgaven via een brede heroverweging van de extra uitgaven die voor de komende jaren zijn gepland door het kabinet-Rutte IV. Hierbij wordt onder meer kritisch beoordeeld op welke onderwerpen onderbesteding wordt verwacht door een onrealistische planning of tekorten aan personeel. Het aantal ambtenaren bij departementen - met uitzondering van de Belastingdienst - wordt voorlopig bevroren. Het totale aantal medewerkers is tussen 2018 en 2022 met ruim 25.000 personen toegenomen tot bijna 147.000 medewerkers. Daarnaast komt er een specifieke taakstelling voor departementen, die wordt gekoppeld aan het terugdringen van regels en administratieve lasten. Ook het aantal voorlichters en woordvoerders wordt verminderd. De Belastingdienst wordt ontzien en krijgt speciale aandacht vanwege de sterk verouderde ICT en het personeelsgebrek. We dringen de externe inhuur terug. Deze overschrijdt jaarlijks de norm van 10\% van de totale personeelskosten; in 2022 was dat ruim 14\% (2,7 mld. euro). Maatschappelijke problemen werden de afgelopen jaren vaak 'aangepakt' door grote potten geld (begrotingsfondsen) te reserveren met een soms vaag omschreven doel. Het ontbrak aan inhoudelijke invulling en concrete maatregelen, maar ernstiger: het ontbrak aan democratische controle op de uitgave van dit belastinggeld. Onder 'goed bestuur' verstaan wij ook: daadwerkelijk sturen. Dit is meer dan alleen geld beschikbaar stellen: de regering moet de goede maatregelen nemen en de uitvoering netjes democratisch laten controleren. We schrappen daarom het Klimaatfonds, het Stikstoffonds en het Groeifonds. We bezien kritisch welke uitgaven via de rijksbegroting voor het te voeren beleid nodig en verantwoord zijn. Hierbij bezien we tevens of doelen niet beter bereikt kunnen worden door in te zetten op normeren en beprijzen in plaats van subsidiëren. We schrappen het niet-effectieve voornemen om de kinderopvang gratis te maken en werken aan een alternatief voorstel voor een 'rijke schooldag'. Wij zijn tegenstander van een toename van de afdracht van Nederland aan de Europese meerjarenbegroting (MFK) vanaf 2027. We willen een sobere EU-begroting en bezien kritisch welke taken, financiering en fondsen er thuishoren op Europees niveau. # Inkomsten De collectieve lastendruk is de afgelopen jaren - na een piek in 2020 - licht gedaald en schommelt momenteel rond de $38 \%$ van het bbp. Gelet op de stand van de overheidsfinanciën zien wij de komende jaren vooralsnog geen ruimte voor een generieke lastenverlichting. Wel zullen we voor lagere en middeninkomens maatregelen nemen die bijdragen aan hun bestaanszekerheid. Op korte termijn zetten we hiervoor bestaande fiscale instrumenten in. Voor de langere termijn werken wij aan een stelselherziening waarbij draagkracht, rechtvaardigheid en eenvoud weer leidende beginselen zijn. Het nieuwe stelsel zal minder gedragsprikkels in de loon- en inkomstenbelasting bevatten. Uitvoerbaarheid door de Belastingdienst moet daarbij geborgd zijn. Ook pleiten we voor een verschuiving naar lasten op bepaalde vormen van consumptie en een verdere toepassing van het principe 'de vervuiler betaalt'. Dit leidt tot de volgende agenda: Ook voor de inkomstenkant is een realistische raming aan het begin van de kabinetsperiode van belang. In de komende vier jaar maken we een ambitieuze start met een hervorming en vereenvoudiging van het complexe stelsel van belastingen, kortingen en toeslagen. We doen dit op een zodanige manier dat de marginale druk bij lagere en middeninkomens afneemt en het gaat lonen om (meer) te werken. Een speciale parlementaire commissie gaat deze belastinghervorming, die al zo lang nodig is, voorbereiden. Op de korte termijn verhogen we het kindgebonden budget en we verhogen het afbouwpunt om de specifieke knelpunten in het besteedbaar inkomen van tweeoudergezinnen met kinderen op te lossen. We zetten in op een significante verlaging van de energiebelasting op gas voor huishoudens. We maken duidelijke keuzes op basis van de uitgevoerde ambtelijke doorlichting van 116 fiscale regelingen, waarbij we kijken naar effectiviteit en doelmatigheid (rapport 'Aanpak Fiscale Regelingen', juni 2023). --- pdf_page: 78 --- Nederland houdt op met een fiscaal doorstroomparadijs te zijn. Voorstellen uit de twee rapporten die hierover zijn uitgebracht, worden uitgevoerd en aanvullende maatregelen verkend. We gaan belastingontwijking tegen en steunen de invoering van een minimum belastingtarief voor multinationals in internationaal verband. We staan voor een effectieve, harde aanpak van internationale miljardenfraudes. We zorgen ervoor dat extreem rijke particulieren die geen of weinig belasting betalen in landen als Monaco of Zwitserland, een eerlijke bijdrage gaan leveren. In box 3 gaan we daadwerkelijke inkomsten en winsten (in plaats van fictief rendement) uit vermogen eerlijk belasten. We houden hierbij rekening met de problematiek rondom de nog niet verzilverde papieren winsten van zogeheten 'incourante vermogensbestanddelen', zoals grond, panden, aandelen in familiebedrijven etcetera. We beperken de mogelijkheden om deze heffing te ontwijken, zowel grensoverschrijdend als in het binnenland. Wij heroverwegen de vrijstellingen en degressieve tariefstructuur van de energiebelasting en andere milieuheffingen, waardoor kleine huishoudens en het mkb het meest betalen en grote bedrijven het minst. Dat doen wij met aandacht voor de uitvoerbaarheid en internationale concurrentiepositie, als onderdeel van het klimaatbeleid. In Europees verband pleiten we voor het beprijzen van primair grondstoffenverbruik door de industrie, naast het verplichten van de toepassing van gerecycled materiaal. We versoberen de regeling voor extraterritoriale kosten en de 30\%-regeling, die arbeidsmigranten fiscaal bevoordeelt en bijdraagt aan een verstoring van de woningmarkt. We willen dat gebruik van een auto betaalbaar blijft. We zijn tegen een kilometerheffing voor personenauto's. Elektrische auto's, die jarenlang fors fiscaal zijn gesubsidieerd, gaan meer bijdragen aan de belastingopbrengsten. Ook steunen we de invoering van een vrachtwagenheffing voor binnenlandse en buitenlandse vrachtwagens voor het gebruik van de Nederlandse wegen. Bij accijns op brandstoffen streven we, mede vanwege de grenseffecten, naar beperkte verschillen met andere landen. We gaan ongezonde suikerhoudende dranken zwaarder belasten en voeren een nationale accijns op e-sigaretten in. We verhogen de btw op logies, met uitzondering van campings. Er komt een vliegbelasting voor kleine vliegtuigen zoals privéjets en we zetten in op internationale afspraken over belastingen voor de luchtvaart (btw op vliegtickets, accijns op kerosine, vliegbelasting). Het maatschappelijk middenveld kan niet functioneren zonder vrijwilligers en ook niet zonder financiële steun van burgers en bedrijven in de vorm van donaties en giften. Daarom moet de giftenaftrek behouden blijven. # De financiële sector Wij staan voor een financiële sector die de klant (huishoudens, ondernemers, maatschappelijke instellingen) centraal stelt en die dienstbaar is aan de reële economie. Hoewel de financiële stabiliteit van het stelsel na de financiële crisis is vergroot, merken we nog te weinig van een omslag in de cultuur van banken. Wij willen de maatschappelijke verankering van banken versterken. Niet de aandeelhouderswaarde moet leidend zijn, maar de betekenis voor economie en samenleving. Banken hebben een zorgplicht voor hun klanten en het waarborgen van het betalingsverkeer is een nutsfunctie. Daarbij past geen terugkeer naar een bonuscultuur. In Europees verband streven we naar een scheiding van nuts- en zakelijke activiteiten van banken en voldoende kapitalisatie om schokken aan te kunnen. Onschuldpresumptie geldt ook als het gaat om verdenking van witwassen. De verregaande vormen van digitale transactiemonitoring en geautomatiseerde verwerking daarvan door commerciële banken, vormen een disproportioneel grote inbreuk op de privacy van onschuldige burgers. Bovendien is de effectiviteit dubieus. Het verwerven van financiële inlichtingen hoort een rol van de overheid te zijn, niet van instanties met een winstoogmerk. Daarom willen we een grondige herziening van de wet, die uitgaat van een normale balans tussen burger, bank en staat. Een digitale euro (als CBDC) is in potentie mogelijk een tegenwicht tegen de dominantie van commerciële banken in het digitale geldverkeer. Maar de huidige visie van de ECB biedt veel te weinig houvast. Daarnaast zou digitaal geld, net als contant geld, de optie tot anonieme besteding moeten hebben. Verder moet het --- pdf_page: 79 --- onmogelijk worden gemaakt dat banken en de overheid voorprogrammeren waar geld wel of niet aan kan worden uitgegeven. Volledige uitsluiting van het geldverkeer moet ten slotte onmogelijk zijn, omdat daarmee de bestaanszekerheid van burgers in het gedrang kan komen. Contant geld moet altijd als terugvaloptie beschikbaar blijven, ook voor momenten waarop we niet kunnen pinnen, zoals bijvoorbeeld bij uitval van internet of bij stroomstoringen. Ook in de regio moeten voldoende geldautomaten beschikbaar blijven. --- pdf_page: 80 --- # $\square \mathrm{SC}$ ## Tijd voor herstel Vertrouwen. Zekerheid. Perspectief.
⚠️ Voor AI gebruikers:
Kopieer de content hierboven en plak in je AI chat voor analyse.